Paragraaf 1.2
Een samenvatting van paragraaf 1.2 met heel veel informatie om goed te kunnen leren voor een SO of proefwerk.
Wat moet ik weten? |
Hoe goed ken ik het? (1 - 10) |
|
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 |
|
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 |
|
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 |
- Ik begrijp waarom sommige gebieden dichtbevolkt zijn en sommige dunbevolkt.
Of een gebied dichtbevolkt is hangt vaak af van: het klimaat, vruchtbaarheid en het terrein.
- Ik heb een globaal beeld van dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden en kan enkele voorbeelden noemen.
In het zuidoosten van Azië wonen erg veel mensen per vierkant kilometer. Hier is het erg dichtbevolkt. Ook in Europa zijn veel dichtbevolkte gebieden. In Afrika en Noord-Amerika wonen juist heel weinig mensen per vierkante kilometer. Hier is het erg dunbevolkt
.
- Ik weet op welke manier de mens zich heeft verspreid over de Aarde.
De eerste mensen komen uit Afrika. Vervolgens zijn zij ook in Azië gaan wonen, daarna gingen ze naar Europa, toen naar Amerika en pas heel laat naar Australië.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden