SAMENVATTINGEN PER HOOFDSTUK
hst 1 MIJN EERSTE REIS
De grootste wens van de baron was om alle landen te doorreizen. Zijn eerste reis was van Amsterdam tot Ceylon met een schip. Bij een eiland stak er een verschrikkelijke storm op, en die blies hun weg, samen met een grote komkommerboom, waarin een man en een vrouw zaten. De boom landde op de wrede koning van dat eiland. Heel het eiland was blij met de dood van de koning, en riep de man en de vrouw uit tot koning en koningin. De baron voer verder, en arriveerde na zes weken in Ceylon. Hij gaat daar met een goede vriend op jacht. Hij loopt alleen terug, maar komt een leeuw tegen. Hij wilde schieten, maar hij had geen kogels meer. Hij schoot dus met los kruit, en wilde daarna wegrennen. Achter hem was echter een krokodil van 14 meter lang, en rechts van hem was een afgrond met slangen. De leeuw sprong op hem af, maar hij viel op de grond, zodat de leeuw in de muil van de krokodil sprong, en vast zat. De baron doodde hen allebei, en zette de krokodil in een museum.
hst 2 DE REIS NAAR EGYPTE
In de buurt van Constatinopel vond hij een man die zeer kon snel rennen, en zijn dienaar werd. Zij gingen samen verder, tot zij aan de rand van een groot woud weer een man ontmoeten die het gras kon horen groeien. Hij wilde ook wel dienaar van de baron zijn. In buurt kwam hij een derde man tegen, die heel goed kon schieten. Ook hij wilde wel een dienaar van de baron zijn. Bij de berg van Libanon kwamen zij een vierde man tegen, en hij trok met touw een heel bos uit de grond! Hij antwoordde dat hij ook wel een dienaar van baron wilde zijn. Toen zij aan het begin van Egypte kwamen, ontmoetten zij een vijfde man, die hard kon blazen. Ook hij wou dienaar van de baron zijn. Na het bezoek aan Egypte, ging de baron naar huis, maar wipte nog even langs bij de sultan van Turkije. Hij was een goede vriend van de baron, en hij mocht dus de harem van de sultan gebruiken, de bofkont.
hst 3 MIJN NIEUWE DIENAREN
De sultan was gesteld op de baron. Samen gingen zij na het eten naar een geheim kantoor van sultan, waar volgens de baron de op één na lekkerste wijn stond. Hij sloot een weddenschap af met de sultan, dat de baron binnen één uur een fles betere wijn uit Wenen zou hebben. De baron stuurde zijn snelle loper met een brief naar de keizerin. Na 55 min was de loper nog niet terug, en kreeg de baron het toch wel benauwd. Hij vroeg zijn luisteraar te luisteren; die meldde, dat loper sliep in de buurt van Belgrado. De schutter keek, en zag hem liggen. Hij schoot tien keer in die boom, waaronder de loper lag te slapen. En hij werd wakker, en met een sprintje haalde hij het nog net. De wijn was inderdaad beter. De baron liet zijn sterke man de schatkamer leeghalen als beloning, en nam snel de benen op zijn schip. Want de boze sultan achtervolgde hen met zijn schepen. Gelukkig blies de blazer alle schepen weg. De baron zet koers naar Italië, waar al zijn goud geroofd zou worden.
hst 4 DE REIS NAAR RUSLAND
De baron hoorde over de slechte wegen in en naar Rusland, dus reisde hij per paard. 's Avonds laat was alles ondergesneeuwd en maakte hij zijn paard vast aan een 'boom' en sliep in. De volgende dag ontwaakt hij op een kerkhof. Hij keek omhoog, en zag zijn paard aan de kerktoren hangen. Hij schoot de leidsels door en ging weer op pad. In Rusland, ging hij vaak jagen. Toen hij daar een prachtig hert zag, had hij juist geen kogels meer. Hij schoot op het hert met kersenpitten. Twee jaar later zou hij weer het hert tegenkomen, met een kersenboom op z'n kop. Dan zou hij het wel doodschieten. De baron had voor de jacht de snelste hond ter wereld. Een vrouwtje, dat zwanger was. Tijdens jacht in een bos rende het vrouwtje achter een haas aan. Diep in bos kregen zij beide hun jongen. De baron was nu in bezit van 6 hazen en 6 honden. Tijdens een bezoek aan een andere baron temde hij een wild paard. Als cadeau mocht hij het paard houden, wat tevens een goede springer te bleek zijn, omdat het door de open raampjes van een rijdende koets heen kon springen. Bij één foute sprong viel de baron in een rivier met paard en al. Aan zijn eigen staartje trok hij hen beiden er uit.
hst 5 IN TURKS GEVANGENSCHAP
Tijdens gevechten tegen de Turken, werd de baron gevangen genomen, en werd slaaf van de sultan. Hij moest de bijen van de sultan houden. Wanneer hij één bij van twee beren redde met zijn zilveren bijl, gooit hij die per ongeluk op de maan. Hij plantte een boon, en via de plant die er meteen uit groeide, klom hij naar de zilveren maan. Wanneer hij eindelijk de bijl weer had, kon hij niet meer terug, want de zon had de plant verdroogd. Daarom klom met een touw naar beneden. Het touw was te kort, dus sneed hij het stuk boven hem af, en bond het onder aan het touw weer vast. Op de hoogte van de wolken brak touw door het vele snijden en knopen. De baron viel op de grond, en sloeg diepe krater in de grond van wel 90 meter diep. Met zijn vingers groef hij een trap, en klom naar boven.
Hst 6 REIS NAAR DUITSLAND
Toen de baron vrij was uit zijn slavernij, moest hij zijn paard achter laten. Hij zette de reis naar huis per postkoets voort. Op een smalle weg kregen zij een tegenligger. De koetsier blies op zijn hoorn voor een teken aan de andere koetsier, maar hij kreeg geen geluid uit de hoorn, hoe hard hij ook blies. Daardoor konden zij niet verder rijden. De baron spande de paarden uit, en tilde de koets over het riviertje naast de weg. Daarna tilde hij de paarden erover. Zij reden nu verder naar het restaurant. De koetsier hing de hoorn aan een haak bij het vuur, en even later klonk er muziek door het restaurant. De tonen die koestier had geblazen waren bevroren in de hoorn, en ontdooiden nu in het restaurant.
De recensie gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
dit is echt slecht
19 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
bedankt het werkstuk kon ik goed als boekverslag gebruiken!
18 jaar geleden
Antwoorden