Uitbreiding van de Europese Unie
(uit het NRC-handelsblad)
KOPENHAGEN, 14 DEC. De Europese Unie heeft op haar uitbreidingstop in Kopenhagen met succes de onderhandelingen afgesloten over de toetreding van tien lidstaten. Na ratificatie van het uitbreidingsverdrag kunnen Polen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus op 1 mei 2004 tot de EU toetreden.
,,Een nieuw Europa is geboren'', zei de Deense premier Anders Fogh Rasmussen, de huidige EU-voorzitter. De regeringsleiders van de kandidaat-landen probeerden tot het laatste ogenblik gisteravond gunstiger financiële voorwaarden van de EU in de wacht te slepen. De regeringsleiders van de EU kwamen uiteindelijk met 300 miljoen euro extra voor de periode 2004 tot 2006 over de brug plus ingenieuze financiële constructies die niet ten koste van de EU-begroting gaan. ,,In het belang van de nauwe Pools-Duitse betrekkingen heb ik willen bijdragen aan een snelle oplossing'', zei de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder. Zijn bereidheid om nog een laatste keer in de beurs te tasten trok ook Nederland over de streep. De Nederlandse premier Jan Peter Balkenende, die oorspronkelijk wilde dat de EU niet meer dan 39,3 miljard euro tot 2006 voor de uitbreiding zou betalen, ging donderdag akkoord met 40,5 miljard en stemde gisteravond ten slotte in met 40,8 miljard. ,,Ik ben zeer tevreden met het resultaat'', zei Balkenende, die erop wees dat de kosten nog altijd onder de 42,6 miljard euro blijven die de Europese regeringsleiders in 1999 als limiet hadden genoemd.
Ik heb het onderwerp uitbreiding van de EU gekozen, omdat ik al met aardrijkskunde en Economie met dit onderwerp te maken had gekregen. Omdat het een moeilijk onderwerp is leek het mij verstandig om me hier nog eens wat verder in te verdiepen. Allereerst vertel ik wat over de geschiedenis van de EU, daarna bespreek ik de voordelen van de uitbreiding van de EU. Vervolgens ga ik in op de toelatingscriteria waaraan de (nieuwe) lidstaten moeten voloen. En als laatste probeer ik mijn eigen sociaal-economische visie over dit onderwerp te geven. De geschiedenis van de Europese Unie
De Europese samenwerking in wat nu de Europese Unie heet, is eigenlijk begonnen met de oprichting van de Benelux (België, Nederland en Luxemburg) in 1944. In 1952 leidde een plan van de Franse minister van Buitenlandse zaken, Robert Schuman, tot de oprichting van de EGKS ( Europese Gemeenschap van Kolen en Staal) die in 1953 van start ging. EGKS voorzag in volledig vrij verkeer van kolen en staal binnen de zes deelnemende landen: Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg (zie figuur). Hetzelfde zestal besloot in 1957 tot de oprichting van de EEG ( Europese Economische Gemeenschap). De economische samenwerking moest niet alleen voor welvaart dienen, maar ook tot betere verhoudingen tussen de landen. Afgesproken werd om te streven naar een gemeenschappelijke markt en bovendien om de economische politiek te coördineren, met name in de landbouw. Direct werd er een gemeenschappelijk buitentarief ingesteld. EEG en EGKS smolten later samen tot de EG ( Europese Gemeenschap), die in 1973 werd uitgebreid met Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. In 1981 trad Griekenland toe en in 1986 werd de Gemeenschap versterkt met Portugal en Spanje. In 1990 nam niet het aantal landen toe, maar herenigde Duitsland, wat er wel voor zorgde dat het oppervlak van de EG groter werd en het inwonertal. In 1994 werd besloten ook een monetaire eenheid te vormen samen met het Verdrag van Maastricht. De EG werd de EU (Europese Unie). Dit houdt in dat de landen besloten om niet alleen economisch, maar ook politiek samen te gaan werken: een gemeenschappelijk buitenlands beleid, samenwerking op het gebied van politie en justitie, sociale zaken etc. de EU bestaat nu nog uit Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Griekenland, Denemarken, Oostenrijk, Zweden en Finland. Voordelen Uitbreiding EU
Vrijhandel tussen landen is een vorm van economische samenwerking oftewel economische integratie. Er zijn verschillende redenen om over te gaan op economische integratie. Ten eerste kunnen door economische intergratie de producten daar worden gemaakt, waar ze het goedkoopst gemaakt kunnen worden. Hierdoor worden er veel kosten bespaard. En deze kostenbesparing leidt weer tot een hogere welvaart. Naast welvaart kunnen bij het streven naar economische integratie ook politieke factoren een rol spelen. Economische samenwerking kan tot onderlinge afhankelijkheid en zelfs tot verbroedering leiden, waardoor de kans op oorlog kleiner wordt. Verder kun je door samen te werken als ‘blok’economisch en politiek sterker staan tegenover andere landen. De EU heeft bijvoorbeeld meer in te brengen bij de VS dan Nederland alleen. Tenslotte bestaat bij vergaande integratie de mogelijkheid dat afspraken kunnen worden gemaakt over het oplossen van grensoverschrijdende problemen, zoals verslechtering van het milieu.
Toelatingseisen
Polen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus treden dus op 1 mei 2004 toe tot de EU. Maar wat hebben deze landen er allemaal aan moeten doen om uiteindelijk toegelaten mogen te worden? Waarom mogen Roemenië en Bulgarije nog niet in 2004 toetreden? Wat moe(s)t er nog veranderen aan bijvoorbeeld hun wetgeving of economie? Ik ga een paar van deze landen kort bespreken, te beginnen bij Tsjechië. Tsjechië
De Tsjechische Republiek was een van de koplopers onder de kandidaat-lidstaten. Al in 1997 kreeg het land het eerste waarmerk van de Europese Commissie: het land voldoet aan de politieke criteria van de EU. Dit jaar heeft de commissie een voorwaardelijk voldoende voor de markteconomie gegeven. Maar Tsjechië was nog niet helemaal klaar met de zuivering voor de grote staatsbedrijven. De Commissie erkent dat Tsjechië het afgelopen jaar veel werk heeft verzet en onder andere maatregelen heeft genomen om de positie van de Roma te verbeteren en de handel in vrouwen en kinderen tegen te gaan. Maar er moest volgens Brussel toch nog het een en ander gebeuren. Zowel op het gebied van de hervormingen van de rechterlijke macht als in de strijd tegen corruptie. Slovenië
Met Slovenië erbij gaat de Europese Unie er per saldo alleen maar op vooruit. Het gemiddeld inkomen zal nu met de toetreding tot de EU zeker met 75 procent van het Europese gemiddelde bereiken. Hiermee wordt Slovenië een netto-betaler in plaats van een netto-ontvanger. De Europese Commissie was dus erg positief over dit land. Zorgen maakte de Commissie zich alleen nog over de rol van de overheid in de economie. De overheid hield op monetair en op het gebied van wisselkoersen nog een stevige vinger in de pap. De Commissie stelde dan ook voor om wat minder bemoeienis van de overheid op de binnenlandse markt. Dat zou de weg openen voor buitenlandse investeerders die tot nu toe weinig belangstelling hadden. Estland Estland voldeed al aan de politieke criteria, maar moest vooral op economische en administratief gebied nog wat doen. Zo moest er nog wat aan de uitvoering van de hervorming van het openbaar bestuur gedaan worden. Om precies te zijn aan de transparantie van personeelsbenoemingen en de coördinatie tussen uitvoerende organen. De burgers hadden nog onvoldoende toegang tot het juridisch systeem. De kwaliteit en uitvoering van uitspraken van rechters liet ook nog wat te wensen over. Ook bleef het begrotingstekort te hoog en was de arbeidsmarkt te gefragmenteerd, wat ervoor zorgde dat er een te hoge werkloosheid was en te veel vacatures. Verder was de kwaliteit van het voedsel nog niet op EU-peil. Maar Estland werd al wel snel geprezen op de vooruitgang op het gebied van integratie van de grote Russische minderheid. Letland
Het profielwerkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
goed bruikbaar, alleen ik had graag geweten waar je de toelatingseisen van alle landen vandaan hebt.
maar voor de rest is ut goed hoor, you go girl!!
18 jaar geleden
Antwoorden