Pim Fortuyn, de revolte verklaard

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 7141 woorden
  • 3 juli 2007
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
32 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Pim Fortuyn, de revolte verklaard Inleiding Ik moest een profielwerkstuk maken en ik heb als onderwerp Pim Fortuyn gekozen. Ik vind Pim Fortuyn een ontzettend speciaal persoon, die veel te weeg heeft gebracht in ons land. Ik wilde me goed in hem verdiepen, om hem beter te begrijpen en om de keuze van veel kiesgerechtigden in ons land beter te begrijpen. Bij dit onderwerp kwamen er meerdere vragen in me op die ik ook echt beantwoord wilde zien. Ik was erg enthousiast om te gaan onderzoeken hoe het kwam dat de populariteit van de LPF zo explosief steeg en natuurlijk daalde, bij de verkiezingen van Balkenende II. Het leek mij interessant te ontdekken hoe het kwam dat de LPF opeens zoveel minder populair was. Bovendien wilde ik erachter komen wat er nu nog over was van het gedachtegoed van Pim Fortuyn. Zo kwam ik bij het formuleren van de hoofdvraag: Waardoor werd Pim Fortuyn binnen een korte tijd zo populair en wat is er van zijn gedachtegoed over? Om deze hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden heb ik de hoofdvraag daarna opgedeeld in 3 deelvragen: - Wat was Pim Fortuyn’s gedachtegoed en hoe werd zijn gedachtegoed ontvangen? - Hoe ontwikkelde de LPF zich in de politiek na de dood van Pim Fortuyn? - Wat is er over van het gedachtegoed van Pim Fortuyn? Deze deelvragen ga ik in de volgende hoofdstukken behandelen. In het slot zal ik een conclusie geven en de hoofdvraag proberen te beantwoorden. Deelvraag 1: Wat was Pim Fortuyn’s gedachtegoed en hoe werd zijn gedachtegoed ontvangen door het electoraat? Allereerst zal ik het gedachtegoed van Pim Fortuyn omschrijven. Pim Fortuyn was niet alleen een wat excentrieke politicus met een scherpe tong maar ook en vooral een opvallende essayist met een scherpe pen. Naast zijn bestseller De puinhopen van acht jaar paars dat hij schreef als een soort programma voor de parlementsverkiezingen van mei 2002, is hij ook auteur van het boek De verweesde samenleving waarin hij zijn visie op de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in zijn land uiteenzette. Het boek geeft aan dat Fortuyn's ideeën het resultaat waren van jarenlang observeren en ontleden waardoor zijn stellingen ook aan kracht winnen. Die ideeën zijn een wat merkwaardige mix van libertaire en conservatieve standpunten. Een pleidooi voor openheid op het vlak van drugs tegenover een oproep voor een nieuw normbesef. Doorheen het boek laat Fortuyn ook duidelijk zijn christelijke achtergrond klinken met een herhaald pleidooi voor een nieuw waardenstelsel waarbinnen de inwoners van Nederland, autochtonen en allochtonen zich moeten schikken. Hij maakt ook komaf met de leiders van de grote politieke richtingen die volgens hem nog enkel bezig zijn met het verdelen van de macht. "Wij leven in een tijd zonder richting, zonder ideologieën, zonder aansprekende ideeën, zonder vaders en moeders, kortom in een samenleving van wezen. Wij zijn echter de erfgenamen van veel: alles wat een rol van betekenis speelt of heeft gespeeld in de moderne wereld is begonnen op ons continent, Europa. En die veelheid van ideeën, systemen, opvattingen en handelingen heeft geresulteerd in een groot gevoel van onbehagen, van 'verweesd' zijn." Dit is de centrale stelling van Fortuyn. Zijn boek is dan ook een pleidooi voor meer aandacht, liefde en respect voor de kernnormen en -waarden van onze eigen cultuur. Aan de basis van onze westerse wereld liggen het jodendom, het christendom en het humanisme - cultuurbronnen die hebben geresulteerd in een geëmancipeerd en modernistisch gedachtegoed waar we zuinig op moeten zijn. Dit uitgangspunt gebruikt hij bij de bespreking van de problematiek van de vreemdelingen, en dan vooral de islamieten. Zo stelt hij onomwonden dat de fundamentalistische variant van de islam levensbedreigend is voor onze eigen cultuur die 'gevaarlijke relativistische trekken' vertoont. Het eerste artikel van de Nederlandse grondwet zegt wel dat het verboden is om te discrimineren op basis van ras, leeftijd en geslacht, maar daar storen islamieten zich niet aan als het hun relatie met vrouwen betreft. "De rechtstaat staat of valt met handhaving van het beginsel gelijke monniken, gelijke kappen. Ik begin daar op dit punt pas in te geloven, indien justitie ook de discriminatie in bepaalde islamitische kringen gaat onderzoeken", aldus Pim Fortuyn. Nog belangrijker acht hij de maatschappelijke 'schade' die een grote toestroom van vreemdelingen met zich meebrengt. Het is op dit punt dat Fortuyn zijn beruchte uitspraak deed dat 'Nederland vol is'. Het probleem situeert zich vooral in de steden waar ze als vanzelf terechtkomen in buitenwijken die in snel tempo afbladderen. "De integratie en opvang van vreemdelingen is geen probleem van dé Nederlandse samenleving, maar een probleem van de achterstandswijken in steden van enige omvang in Nederland. De beleidmakers en politici wonen daar over het algemeen niet, net zomin als de openbare mening bepalende cultuurrelativisten daar wonen." Daarbij schiet Fortuyn vooral op de linkse intellectuele elite die wel zegt dat Nederland vol is als het gaat om auto's en wegen maar anderzijds elke asielzoeker wil toelaten en hun gezinshereniging geen strobreed in de weg wil leggen. "Elke stad van enige omvang in Nederland is inmiddels in het bezit van een of meer van dergelijke woonwijken, waar de bewoners behoren tot de kansarmen en over het algemeen leven van een verzorgingsarrangement. Kinderen die opgroeien in een dergelijke omgeving zijn voor het merendeel gestempeld tot de kansarmen van morgen. In hoog tempo wordt hier de voedingsbodem gecreëerd van een maatschappelijke ontwrichting die ons de komende decennia nog veel kopzorgen zal geven. Bezien vanuit de achterstandswijken is Nederland zeker vol." Wat verder stelt hij nog duidelijker dat Nederland in hoog tempo segregeert, niet alleen sociaal-economisch maar ook ruimtelijk. "Armoede en slechte kansen huizen bij elkaar in heuse getto's." Door die uitspraken kreeg Fortuyn heel weldenkend Nederland over zich. Bij zijn beruchte interview in De Volkskrant waarin hij zijn 'Nederland is vol' uitspraak deed leek dit ook ongenuanceerd en ongemeen hard. In eerste instantie verhardde hij dit standpunt nog met de suggestie om het Schengen-akkoord (afspraken tussen deelnemende EU-lidstaten gemaakt om het vrije verkeer van personen en goederen en de controle langs de buitengrenzen te regelen) op te zeggen en via elektronische apparatuur elke vrachtwagen die de grens wou oversteken te laten 'doorlichten' op vluchtelingen. Het leverde hem forse winst op bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam en het vooruitzicht op een eclatante overwinning bij de parlementsverkiezingen. Toch stelde hij in de laatste weken van zijn leven dat beeld wat bij met de stelling dat Nederland 'bijna vol' was maar vooral door te focussen op de stedelijke problematiek. Hij heeft zich ook steeds gedistantieerd van uiterst rechts en verfoeide elke vergelijking met Haïder en Filip Dewinter. Voor hem was het Vlaamse Blok 'een stelletje fascisten' waar hij niets mee te maken wou hebben. Zijn uitspraken hadden ook niets te maken met 'rassen' of 'volksgemeenschappen'. Hij bekeek de 'verslonsing' van de steden vanuit de maatschappelijke realiteit. Daarbij had hij het vaak over de gebrekkige kansen voor jongeren, zowel Nederlanders als vreemdelingen. "Jonge mensen kunnen niet zonder perspectief. Daar waar een verzorgingsarrangement voor hen geen perspectief biedt, zullen zij zelf op zoek gaan. Dat perspectief ligt soms in drugsgebruik en kleine en zware criminaliteit, dan wel het zich min of meer vermaken in de eigen buurt. Een zelfde ontwikkeling kan overigens worden waargenomen onder jongeren van oorspronkelijke Nederlandse afkomst wier ouders ook al gedurende een aantal decennia een plaatsje hebben moeten zoeken in het genoemde verzorgingstehuis. Zij het dat het voor hen nog altijd gemakkelijker is om een dergelijke 'loopbaan' te mijden dan voor jongeren wier ouders hier niet vandaan komen, hetgeen ook uit de cijfers blijkt." Waarschijnlijk lag hierin de grote aantrekkingskracht van Pim Fortuyn bij alle mensen aan de onderkant van de maatschappij, Nederlanders zowel als vreemdelingen. Blijkbaar voelden ze zich bij de beruchte televisiedebatten tussen hem en de socialistische lijsttrekker Ad Melkert meer aangesproken door de no-nonsense taal van Fortuyn, dan het hooghartige discours van de Haagse politicus die Kok als een soort vanzelfsprekende kroonprins naar voor werd geschoven (ook dit soort van betutteling stond de Nederlandse kiezer niet aan). Dit verschil zette Fortuyn in zijn geschriften en boeken trouwens extra in de verf. Hij verweet de 'ontideologisering' van de politiek die in feite op een technocratische manier aan beleid deed, met regels en oplossingen die alleen voor technocraten inzichtelijk zijn. Evengoed haalde hij uit naar het maatschappelijk middenveld en de professionalisering en bureaucratisering van de verzorgingsarrangementen. "Dat midden veld heeft zich bovendien zozeer vervlochten met de staats-, provincie- en gemeentebureaucratie, dat een symbiotische relatie is ontstaan die verantwoordelijkheden diffuus maakt, bijdraagt aan een vrijwel ongebreidelde macht van ambtenaren en beambten en de politiek gebruikt als window dressing en zaakwaarnemer." Daarom pleitte Fortuyn voor een radicale democratisering van dat middenveld als een noodzakelijke voorwaarde voor een herstel van gemeenschapszin. “De verweesde samenleving” is een pleidooi voor een terugkeer naar de eigen identiteit, de versterking van de joods-christelijke waarden waarop de samenleving gebouwd is. "Onze samenleving is in snel tempo haar samenhang aan het verliezen. Het patroon van normen en waarden dat deze samenhang moet realiseren, bewaken, bestendigen en vernieuwen, is zwaar geërodeerd." Daarbij verwijst hij voortdurend letterlijk naar christelijke waarden. Zijn boek staat bol van citaten uit de Bijbel (als ondertitel van zijn boek staat dan ook 'een religieussociologisch' traktaat). Hij schopt daarbij vooral naar de politieke elite die alles maar laat waaien en zich in hun mooie woningen, ver van de probleemsteden gedragen als wereldburgers maar geen voeling meer hebben met de mensen in de buurten en wijken. Vanuit een soort Messiaanse roeping stelt hij dat de leiders geen aandacht meer hebben voor de 'achterblijvers'. "Als de elite blijvend weigert zich dit aan te trekken en dit probleem serieus te nemen, dan zullen de achterblijvers hun eigen wereld scheppen. Een eng nationalistische wereld, waarin het eigen volk eerst komt. Dat valt niet hun te verwijten, maar de elite die hen aan hun lot heeft overgelaten." Fortuyn wil (eist) dat de leidinggevende elites opnieuw streven naar het beeld van de goede herder. Die willen proberen vader en moeder te zijn. Die leiding willen geven in dienstbaarheid en in het besef dat het een uitverkiezing is, een roeping en niet een baan of een functie. We zullen nooit weten in hoeverre Fortuyn dit had kunnen realiseren in de dagdagelijkse politiek. Maar de schokgolf die hij door Nederland en de rest van Europa veroorzaakte doet vermoeden dat hij een gevoelige snaar had aangeraakt bij een groot deel van de kiezers. Wat Pim Fortuyn te berde bracht over de islam, de incongruenties van de verzorgingsstaat, de WAO, de gezondheidszorg, het onderwijs, de veiligheid, de bureaucratie en de schaalvergroting, was al jarenlang onderwerp van discussie. Zijn verdienste was vooral dat hij al langer circulerende ideeën over deze en andere onderwerpen op heldere wijze, vaak aan de hand van aansprekende voorbeelden, op simpele wijze wist te verwoorden. Anders gezegd: Fortuyn was een ‘handige jongen’, met een goede neus voor actuele problemen, maar zijn inzichten wierpen eigenlijk niet een echt nieuw licht op de werkelijkheid anno 2002.(9) Op 20 augustus 2001 kondigt Fortuyn in de televisierubriek 2Vandaag aan dat hij zal meedoen aan de Tweede-Kamerverkiezingen, mogelijk als lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Vanaf dit moment is hij bijna dagelijks aanwezig in de media. Op 12 september verschijnt al een eerste analyse in de Volkskrant onder de veelzeggende kop: ‘de fortuynisering van de media’. De terroristische aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september leidt ertoe dat de belangstelling van de media voor de opvattingen van Fortuyn, met name voor zijn opvattingen over de islam en over de multiculturele samenleving, alleen maar groter wordt. Uitspraken als ‘Nederland is vol’, ‘de grenzen dicht’ en ‘de Islam is een achterlijke godsdienst’ zijn goed voor veel aandacht en scherpe kritiek. Eind september verklaart het bestuur van Leefbaar Nederland dat het congres voorgesteld zal worden Fortuyn als lijsttrekker aan te wijzen. Tevens maakt men bekend dat de lijsttrekker, in strijd met eerdere 101 voornemens, al op 25 november zal worden gekozen door het congres. Op deze bijeenkomst wordt Fortuyn met een overweldigende meerderheid tot lijsttrekker aangewezen. Zijn aanvaardingsspeech sluit hij saluerend af met de alom bekend geworden uitspraak ‘at your service’. In de maanden daarna groeit Leefbaar Nederland onstuimig in de peilingen. Eind januari 2002 geeft het Nipo (via het programma 2Vandaag) vijftien zetels aan de partij, bij Interview (c.q. de ‘Politieke Barometer’ van Nova) krijgt zij op dat moment twintig zetels en staat de VVD al op een groot verlies. Het komt tot een breuk tussen Leefbaar Nederland en Fortuyn naar aanleiding van uitlatingen in de Volkskrant op 9 februari 2002. In een interview pleit de lijsttrekker onder andere voor afschaffing ‘van dat rare Grondwetsartikel: gij zult niet discrimineren’, omdat het de vrijheid van meningsuiting zou inperken. Het bestuur van Leefbaar Nederland zet dezelfde dag zijn lijsttrekker aan de kant. Enkele dagen na zijn gedwongen vertrek uit Leefbaar Nederland richtte Fortuyn samen met drie vrienden uit de zakenwereld de Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn (LPF) op. Als doel van de vereniging gold “het land terug te geven aan de mensen in het land”. Al snel blijkt dat dit geen slechte beslissing is. Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 6 maart behaalt Leefbaar Rotterdam onder leiding van Fortuyn een ongekende overwinning met zeventien zetels. De LPF doet het in de peilingen ook zeer goed, terwijl Leefbaar Nederland sterk terugvalt tot minder dan tien zetels.12 Het hoogtepunt in de peilingen ligt voor de LPF op 20 maart: Nipo/2Vandaag acht de lijst dan goed voor 29 zetels. Interview/Nova peilt de LPF tot aan de Kamerverkiezingen consequent vijf tot zeven zetels lager dan het Nipo; van eind maart tot begin mei fluctueert de lijst bij Nova rond 18 à 19 zetels. De dag voor de verkiezingen, acht dagen na de moord op Fortuyn op 6 mei, komt Interview met een voorspelling van 24 zetels. De 26 zetels die de LPF op 15 mei haalt, zijn een ongekend succes. Nog nooit is een nieuwe partij met een dergelijk aantal in de Tweede Kamer gekomen. Alle reden om wat dieper in te gaan op het electoraat van de LPF en te analyseren hoe dat ontwikkeld

heeft. De opkomst tijdens de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002 was hoog. 79% van de stemgerechtigden kwam opdagen, 9% meer dan voorspeld. In 1998 was er een opkomst van 73%, het dieptepunt van een neerwaartse spiraal die sindsdien gebroken is (2003 kende een opkomst van 80%). Een hoog aantal, 30% van de LPF stemmers was bij de verkiezingen van 1998 thuis gebleven. Zij waren nieuw in verkiezingsland. Velen van hen behoorden tot het grote aantal dat voor het eerst mee mocht doen aan de verkiezingen. De LPF was de grootste partij onder de jongeren tussen de 18 en de 25 jaar. Als we kijken naar de verdere politieke herkomst van de LPF stemmers in 2002 zien we het volgende patroon: 35% van de LPF-ers had eerder op de VVD gestemd, en een respectabele 20% had vier jaar daarvoor nog de PvdA van Wim Kok gekozen.(12) Onderzoeken door de Dutch Parliamentary Election Study hebben een aantal conclusies opgeleverd over de achtergronden van LPF stemmers. De Dutch Parliamentary Election Studies van 2002 zijn de tiende in een serie die begon met de verkiezingen van 1971. Inmiddels is het een samenwerking tussen alle verschillende Nederlandse universiteiten om onderzoek te doen naar verkiezingen, publieke opinie en andere aanverwante onderwerpen. Het onderzoek is de laatste jaren geformaliseerd in de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON). Het onderzoek wordt gedaan in twee rondes van face-to-face enquêtes. De eerste ronde voor de verkiezingen, de ronde van enquêtes na de verkiezingen bestaat zoveel mogelijk uit dezelfde mensen die mee deden aan de eerste ronde. De data zijn door verschillende politicologen gebruikt om hypothesen over de oorzaken voor het opkomen van Fortuyn te testen. Volgens die onderzoeken zijn de belangrijkste factoren die kunnen voorspellen of iemand LPF heeft gestemd geslacht en opleidingsniveau. Mannen hadden een grotere kans om LPF te stemmen dan vrouwen. Van de mensen met een laag opleidingsniveau koos 21% voor de LPF. Van mensen met een gemiddeld opleidingsniveau stemde 18% op Fortuyn tegenover 11% bij hoogopgeleiden. Kortom, iemand met een laag opleidingsniveau had een grotere kans om LPF te stemmen dan iemand met een hoog opleidingsniveau. Opleidingsniveau weerspiegelt een klassenverschil. Volgens van der Burg zijn laag opgeleiden voor een groot deel industrie arbeiders. De Volkskrant-journalist K. Kraaijeveld sluit zich hier feitelijk bij aan, alhoewel hij niet zozeer op structurele maatschappelijke ontwikkelingen wijst als wel het falen van de linkse partijen centraal stelt. Hij is van mening dat de linkse elite de ‘gewone man’ in de armen heeft gejaagd van een populist als Fortuyn. Ter onderbouwing wijst hij op het feit dat liefst 42% van de LPF-stemmers een lbo-opleiding of lagere school heeft gevolgd en qua inkomen ‘tot de laagste regionen’ behoort. Ten eerste wordt vaak er gewezen op het charisma van Fortuyn als verklarende of in ieder geval belangrijke factor voor de grote steun aan Fortuyn en zijn partij. Ik heb het dan
Ik heb het dan over een ‘sterk’ begrip charisma, zoals de socioloog M. Weber dat heeft bedoeld en niet over ‘populariteit’ of mediageniek optreden, alhoewel dat soms een rol speelt. Het is niet primair een persoonlijk attribuut, maar een kenmerk van de wijze waarop het gezag door anderen wordt aanvaard. Charisma – een begrip dat Weber ontleende aan de godsdienstwetenschap – betekent ‘goddelijke gave’ of ‘genadegave’. Dit is ook de essentie van charismatisch gezag: het geloof in buitengewone gaven van de bekleder ervan. In zekere zin is het niet belangrijk of hij deze gaven ook werkelijk
heeft – doorslaggevend is slechts dat mensen dat geloven. Ten tweede heeft men de opkomst van Fortuyn proberen uit te leggen door te wijzen op de depolitisering van het Nederlandse bestuur in de jaren negentig. Ten derde, de meer radicale versie van de tweede verklaring, is het idee dat een ‘linkse kerk’ iedere discussie in Nederland onmogelijk had gemaakt in de jaren negentig en dat de opstand van de kiezers zich hier tegen richtte in de vorm van een stem voor Fortuyn. Hij was namelijk de politicus die het sterkst tegen ‘de politieke correctheid’ ageerde. Hopelijk heb ik een duidelijk beeld kunnen scheppen wat het gedachtegoed van Pim Fortuyn was en hoe dit gedachtegoed werd ontvangen door Nederland. In het volgende hoofdstuk zal ik de tweede deelvraag gaan beantwoorden: hoe ontwikkelde de LPF zich in de politiek na de dood van Pim Fortuyn? Deelvraag 2: Hoe ontwikkelde de LPF zich in de politiek na de dood van Pim Fortuyn? Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn, even na 18.00 uur, doodgeschoten in het Mediapark in Hilversum. Heel Nederland was in rep en roer. Het afscheid van Pim Fortuyn was geen afscheid van een politicus, maar afscheid van een idool. Onmiddellijk na zijn dood gaan er stemmen op om de verkiezingen direct af te lasten. Maar toch gaan ze door, vooral omdat de Lijst Pim Fortuyn en de familie daarop aandringen. De verantwoordelijkheid om politiek te maken in de geest van Fortuyn kwam bij mensen te liggen die eerder niet of nauwelijks in de publiciteit kwamen. Illustratie: De geest van Pim
Bron: Algemeen Dagblad, 22 mei 2002 (tekening B. van der Schot) Een dag na de begrafenis stond de hele LPF de media te woord. Het leek een vertoon van eenheid, maar dat was alleen maar schijn, zo stelt Nova. Het rommelde op dat moment al om macht en de koers van de partij. De vraag is steeds maar weer: Hoe zou Pim het gewild hebben? Daar waren de meningen sterk over verdeeld. De partij wilde de eenheid bewaren in de partij, nu de bindende factor Pim Fortuyn verdwenen was. Zo zei Mat Herben tegen een grote ploeg journalisten: “We gaan ervoor, we gaan door, dit is een hechte club, daar kunt U zeker van zijn!”. Na de moord op Fortuyn bleef de LPF verweesd achter. Van een partijorganisatie was nog vrijwel niets opgebouwd, afgezien van een klein partij-bureau en misschien enkele honderden vrijwilligers. Een aantal vastgoed-ondernemers had vrij veel geld op tafel gelegd, maar dat was na de royale verkiezingscampagne op. De verkiezingen, die negen dagen na de moord plaats vonden, leverden de partij 26 kamerzetels en uiteindelijk vier ministersposten op in een coalitie met CDA en VVD, maar hadden veel weg van een Pyrrusoverwinning (d.w.z. een overwinning met meer nadelen dan voordelen). Binnen enkele maanden braken conflicten uit tussen fractie en het (interim-)bestuur, binnen de fractie en tussen de twee belangrijkste LPF-ministers, E.J. Bomhoff en H.Ph.J.B. Heinsbroek. BRON? Op 3 juli 2002 suste Mat Herben de bestuurscrisis bij de LPF. De bestuurscrisis binnen de LPF was bezworen en het leiderschap van Mat Herben was onbetwist. Op 16 oktober viel het kabinet Balkenende. De LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek waren 15 oktober opgestapt. De ministers Bomhoff en Heinsbroek maakten hun vertrek bekend nadat de voltallige LPF-fractie het vertrouwen in de twee had opgezegd. Ook Zalm had alle vertrouwen in coalitiepartner LPF verloren. Volgens hem viel er niet te regeren met 'een partij die steeds in chaos is'. Ook CDA-fractieleider Verhagen had minister-president Balkenende laten weten dat het 'zo niet verder kan'. Het kabinet is gevallen dankzij LPF. Daarmee werd Kabinet Balkenende I het kortst zittende kabinet na de tweede wereldoorlog. Er werden vervroegde kamerverkiezingen voor januari 2003 uitgeschreven. Op 16 oktober (dag van de val van het kabinet) dat het optreden van de “tot voor kort nog zo populaire LPF-fractie” schade heeft aangericht aan het zetelaantal. De partij kreeg weliswaar veel aandacht van de media, maar voornamelijk om de verschillende conflicten te belichten. Op de thema’s waarmee de partij van Fortuyn in mei 2002 zoveel kiezers had gewonnen, vreemdelingenbeleid en onveiligheid, namen alle partijen nu hardere standpunten in, zodat de LPF zich weinig meer onderscheidde van met name CDA en VVD. Van de 1,6 miljoen kiezers die hun stem op de LPF uitbrachten bij de vorige verkiezingen, zijn er velen zo teleurgesteld over de gang van zaken, dat hun belangstelling voor “Den Haag” voorlopig ver te zoeken is. Volgens een opiniepeiling die één dag voor de val van het kabinet werd gehouden, hield de LPF nog slechts drie van haar 26 zetels over, als er nu verkiezingen zouden worden gehouden. De burger die massaal koos voor vernieuwing, heeft duidelijk geen waardering voor het niet-professionele en zelfs in hoge mate amateuristische optreden van de erfgenamen van Pim Fortuyn. Zo lichtzinnig als de kiezer leek in het geven van zijn vertrouwen, zo genadeloos rekende hij ook weer af met politici die in zijn ogen faalden. De politieke erfgenamen van Pim Fortuyn worden nu gestraft omdat ze er 'een zootje' (Mat Herben) van gemaakt hebben. Een populair idee dat de ronde deed tijdens en na de verkiezingen van 2002 was dat het charisma van de leiders doorslaggevend was geweest voor het succes van Fortuyn en het falen van Mat Herben. Dit idee wordt het sterkst verwoord door socioloog Clemens van Herwaarden die zijn onderzoek naar de opkomst van Fortuyn publiceerde onder de titel: Fortuyn, chaos en charisma. De rol van charisma, het belang van de charismatische kwaliteiten van de leider, worden door Van Herwaarden als volgt toegepast op Fortuyn: ‘Zonder boodschapper als Pim Fortuyn was de inhoud van zijn boodschap niet gehoord en waren politici in Den Haag na rustig verlopen verkiezingen van mei 2005 weer overgegaan tot de orde van de dag.’ In de aanloop naar de vervroegde verkiezingen van januari 2003 leek minister Nawijn lange tijd de nieuwe lijsttrekker van de LPF te worden. Hij trok zich echter terug. Nadat ook LPF -staatssecretaris van Financiën Steven van Eijck had bedankt, werd op 6 december 2002 Mat Herben nummer één op de kandidatenlijst. Slechts enkele zittende Kamerleden, zoals Varela, Eerdmans en Van den Brink, waren herkiesbaar. Van de ex-LPFers kwamen Winny de Jong en Cor Eberhard met een eigen lijst, Conservatieven.nl. Herman Heinsbroek en Harry Wijnschenk, die in oktober al de Lijst Nieuwe Politiek waren begonnen, zagen af van deelname aan de verkiezingen, omdat zij geen geschikte kandidaten konden vinden. Als 'erfgenaam' van Fortuyn deed wel de Alliantie voor Vernieuwing en Democratie (AVD) van IJsbrand van de Krieke aan de verkiezingen mee. Ook Emile Ratelband zei politiek te willen bedrijven in de geest van Pim Fortuyn. Toen hij niet tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland was gekozen, kwam hij met een eigen lijst. Ratelband kreeg 9000 stemmen, Conservatieven.nl behaalde 2500 stemmen en de AVD ruim 1000. De LPF ging van 26 naar 8 zetels. Hilbrand Nawijn werd als lijstduwer met voorkeurstemmen alsnog tot Tweede Kamerlid gekozen. BRON? Ik heb in dit hoofdstuk bekeken hoe de LPF zich ontwikkelde in de politiek na de dood van Pim Fortuyn. Nu dit duidelijk is kan ik door naar mijn laatste deelvraag. In het volgende hoofdstuk zal ik mijn laatste deelvraag dan ook beantwoorden: wat is er nou daadwerkelijk over van het gedachtegoed van Pim Fortuyn? Deelvraag 3: Wat is er over? Bij de verkiezingen van kabinet Balkenende I haalde de LPF maarliefst 26 zetels. Bij de volgende verkiezingen haalde de LPF nog maar 8 zetels. De kiesgerechtigde Nederlanders kozen dit keer niet meer in grote getalen voor de LPF. Tijdens de laatste verkiezingen, november 2006, verloor de LPF zelfs al haar Kamerzetels. Vijf jaar nadat Pim Fortuyn op het Hilversumse Mediapark werd doodgeschoten door Volkert van der G, is het landelijke kantoor van de LPF gesloten. De rijkssubsidie stopte na de verkiezingen van november 2006, waar de LPF alle Kamerzetels verloor. De LPF zit op dit moment nog in vijf gemeenteraden: Den Haag, Eindhoven, Westland, Spijkenisse en Duiven. In het Westland is er ook een LPF-wethouder. Zij blijven gewoon doorgaan tot de volgende verkiezingen. Of de partij nog zolang zal bestaan, is zeer de vraag. Half juni beslissen de 1200 leden daarover. „De kiezers hebben in november gekozen. Die zitten nu bij Geert Wilders en zijn PVV of Jan Marijnissen van de SP. Daar moeten wij de consequenties van inzien. Je kunt niet skiën zonder sneeuw,’’ concludeert Jens van der Vorm-de Rijke, de landelijke secretaris van de LPF. Waar zijn de fortuynisten vijf jaar na Pim gebleven? "Negen van onze zetels zijn naar Wilders gegaan en de rest naar de SP", meent Mat Herben. "Ik zag onze recente verkiezingsnederlaag ver van tevoren aankomen", bekent Herben. "Eigen schuld," erkent hij. "Ja, de LPF is in de beeldvorming alleen bezig geweest met ruziemaken. Maar er is nog altijd behoefte aan het moderne denken van Fortuyn." De Rotterdamse politicoloog Rinus van Schendelen vindt dat Mat Herben niet hoeft te treuren. Fortuyns geest waait nog stevig door Den Haag, constateert hij. "Van links, bij de SP, tot rechts, bij Wilders, zie je zijn denkbeelden terug. Als twee duurzame effecten van Fortuyn zie ik zijn verbreding van de binnenlandse politieke agenda en zijn vernieuwing van de bestuurscultuur. Op de agenda staan nu onderwerpen die voorheen taboe waren, zoals 'inburgeren moet' en de menselijke maat in onderwijs, zorg en stedenbouw." Volgens Van Schendelen, die vijf jaar geleden in Rotterdam het college met de fortuynisten van Leefbaar Rotterdam formeerde, is de bestuurscultuur sinds de Fortuyn- revolte veel meer dan vroeger gericht op uitvoering in plaats van op beleid: op targets (doelen) en afrekenen. "Neem de nu in Den Haag zo actuele kwestie van een generaal pardon. Daarvoor pleitte Fortuyn al in 2002." Zo meldt ook René Cuperus, van de Wiardi Beckman Stichting: “De Haagse politiek staat nog grotendeels in het teken van het Programma van Fortuyn. En dat zonder bronvermelding. Het gaat om de agenda van wilde democratisering (van Europees referendum tot direct gekozen burgemeester en kiesstelsel), om het nog altijd zeer onbevangen immigratie- en integratiedebat (‘Rotterdam is vol’) en om de vermeende ‘puinhopen van een verzorgingsstaat zonder eigen verantwoordelijkheid en zonder (christelijke) waarden en normen’”. Men kan dus stellen dat de LPF electoraal is weggevaagd. Daarbij moet echter wel gezegd worden dat de politieke ideeën van Pim Fortuyn daarmee niet uit te politiek verdwenen zijn. Veel partijen hebben in hun verkiezings- programma’s onderdelen van het gedachtegoed van Pim Fortuyn overgenomen. Als politici in Den Haag het over Pim Fortuyn hebben, hebben ze het vaak ook over ‘de geest’. Ze zeggen, nu de LPF uit de Tweede Kamer is, niet meer dat iets „in de geest van Pim” is. Ze zeggen wel: „De geest is uit de fles.” En net als bij de Kamerleden van de LPF die het over de geest van Pim hadden, kan dat van alles betekenen. D66-leider Alexander Pechtold bedoelt er bijvoorbeeld mee dat politici hun best doen om zo hard en scherp mogelijk te zijn als het gaat over immigratie of integratie van vreemdelingen. „Er is een soort omgekeerde politieke correctheid ontstaan. Niemand durft er nog zijn handen aan te branden. Maar met het debat zijn we geen donder verder gekomen.” Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie, zegt dat er sinds Fortuyn „bijna permanent” campagne wordt gevoerd in de Haagse politiek. Uit onzekerheid. „Opiniepeilingen zijn de leidraad geworden voor het debat.” Femke Halsema van GroenLinks vindt dat Fortuyn staat voor de doorbraak van het populisme in Nederland. „Dat is nu de mode in Den Haag.” In de ‘oude politiek’, zegt Halsema, ging het op abstract niveau over beleidsproblemen. Nu gaat het over ‘de stem’ van het volk. „Er is geen enkele partij die zich daarvan distantieert. Wouter Bos is twee jaar in een koffiehuis gaan zitten. Maar het geluid van de straat is niet wat er leeft bij het volk.” Er waren de afgelopen jaren ook Kamerleden die dachten dat ze nu vooral buiten het gebouw van de Tweede Kamer hun werk moesten doen. Ed van der Sande (VVD) bijvoorbeeld, die politicus was geworden omdat hij had gezien hoe andere politici op Fortuyn reageerden – dat kon hij beter. En hij was niet van plan om in de Tweede Kamer urenlang te gaan vergaderen. Maar in Den Haag bleek dat dat wél de bedoeling was. En voor een mooie plek op de kandidatenlijst voor de volgende verkiezingen telde het niet dat hij bijna elke maandag en vrijdag op straat had gestaan om met burgers over politiek te praten. Was er wel iets veranderd in Den Haag? Bron: de Volkskrant, 11 mei 2002 (tekening J. Collignon) „Ja en nee”, zegt Paul Kalma, tot eind vorig jaar directeur van het wetenschappelijk instituut van de PvdA en nu Kamerlid. Politici hebben van Fortuyn geleerd dat ze beter moeten luisteren naar burgers, en vooral dat ze „duidelijk moeten terugpraten”. Maar wat Fortuyn veroorzaakte was een revolte (een beslissende doorbraak), zegt Kalma. En zoals de Amerikaanse historicus James Kennedy beschreef in ‘Nieuw Babylon in aanbouw’ over de jaren zestig: in Nederland reageert de politieke elite daar „plooibaar” op. Kalma: „Revoltes worden ingepakt en dan verdwijnen ze. Dat is ook gebeurd met Fortuyn. Hij zei dat hij werd gedemoniseerd. Maar hij werd omarmd. Je ziet dat partijen in hun opvattingen zijn opgeschoven naar zíjn opvattingen.” Revolte is het meest gebruikte woord voor de opkomst van Fortuyn in 2002. Frits Spangenberg, directeur van onafhankelijk bureau voor onderzoek en strategieontwikkeling Motivaction, spreekt liever van een revolutie. Wat Fortuyn voor de politiek betekend heeft, zegt hij, is vergelijkbaar met de betekenis van Johan Cruijff voor de sport. „Iedereen is er in zekere mate nog mee bezig. Iedereen heeft wel wat Fortuynuitspraken in zijn bagage.” Oude politiek, zeggen wat je denkt, de ‘puinhopen’. Spangenberg: „Intelligente mensen leren, ze laten zich inspireren. Van Pim Fortuyn kun je zeggen dat hij tot heel veel inspiratie heeft geleid. Niet omdat hij alles zo goed deed. Hij deed ook veel onhandig en suf. Maar hij sprak uit zijn hart, en dat komt niet vaak voor in de politiek.” De gevestigde politiek partijen schuiven dus stuk voor stuk, ook de linkse, een stukje naar rechts op. En dan hebben we nog te maken met de LPF onder leiding van Hilbrand Nawijn en de Conservatieven.nl. Die doen verwoede pogingen om de LPF-proteststemmers aan te trekken met steeds extremere standpunten. Zo zei Mat Herben in een Dinerlezing: “Onze nieuwe politiek bestaat uit nieuwe en heldere standpunten. Maar ook uit nieuwe mensen. Mensen die zich niet gedragen als traditionele politici. Ik zeg dit omdat ik niet zoveel vertrouwen heb in de gevestigde politieke partijen. In de verkiezingsstrijd hebben we kunnen zien dat andere partijen veel van de LPF punten hebben overgenomen. Maar blijft het bij woorden of gaat er daadwerkelijk iets veranderen?” Onderzoek onder de achterban van de LPF maakt duidelijk dat 31 procent vindt dat de partij overbodig is geworden. Dat strookt met het verwijt van Herben gedurende de campagne dat de andere partijen ,,er met de standpunten van de LPF over veiligheid en integratie'' vandoor zijn gegaan. Maar volgens Herben heeft zijn partij niet aan relevantie ingeboet, want zonder de LPF ,,komt er van de vernieuwing niets terecht''. De socioloog Dick Pels noemt Fortuyn „wellicht het eerste echte politieke idool dat Nederland heeft gekend”. In een publicatie van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van Justitie, ‘Vijf jaar na Fortuyn’, schrijft Pels dat Fortuyn zich „via de televisie opnieuw uitvond als politiek personage”. En dat, zegt hij, proberen andere politici nu ook. „Die sterrenpolitiek manifesteert zich in verschillende vormen en types, van Balkenende tot Verdonk. Bij Balkenende is de inhoud gaan overheersen, Verdonk had geen inhoud, alleen stijl.” Paul Rosenmöller, de vorige fractievoorzitter van GroenLinks, zei een keer tegen Halsema dat het vóór Fortuyn ongebruikelijk was dat een politicus om een handtekening werd gevraagd. Na Fortuyn maakte Halsema mee dat ze tegenover een groep gillende meiden stond. Ze is het echt. „Fortuyn”, zegt Halsema, „speelde met zijn persoon. Je wist bij hem wat de kleur, of de geur, van zijn sperma was. Hij vermengde het BN’er zijn met politiek.” Halsema vindt zichzelf een „ambachtelijk politicus” en bekend zijn hoort daarbij. „Maar nu is er een rechte lijn tussen Gerard Joling en mij.” Daar is niks tegen te doen, denkt ze. „Het is vechten tegen de stoomtrein.” Ssmenvatting / conclusie: Waardoor werd Pim Fortuyn binnen een korte tijd zo populair en wat is er van zijn gedachtegoed over? In dit hoofdstuk zal ik de conclusie geven van het hele profielwerkstuk. Op het begin heb ik een aantal deelvragen gesteld die samen een hoofdvraag vormden: Waardoor werd Pim Fortuyn binnen een korte tijd zo populair en wat is er van zijn gedachtegoed over? Om deze hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden heb ik de hoofdvraag daarna dus opgedeeld in 3 deelvragen: Wat was Pim Fortuyn’s gedachtegoed en hoe werd zijn gedachtegoed ontvangen? Hoe ontwikkelde de LPF zich in de politiek na de dood van Pim Fortuyn? En ten slotte, wat is er over (van het gedachtegoed van Pim Fortuyn)? Uit het onderzoek van deelvraag 1 kan het volgende geconcludeerd worden: Pim Fortuyn was inderdaad razend populair. Hij hield de politieke inhoud simpel en duidelijk. Pim Fortuyn was niet alleen een wat excentrieke politicus met een scherpe tong maar ook en vooral een opvallende essayist met een scherpe pen. Zijn politieke ideeën zijn een wat merkwaardige mix van libertaire en conservatieve standpunten. Een pleidooi voor openheid op het vlak van drugs tegenover een oproep voor een nieuw normbesef. Hij schreef een boek, de verweesde samenleving genaamd, dat een duidelijk pleidooi is voor een terugkeer naar de eigen identiteit, de versterking van de joods-christelijke waarden waarop de samenleving gebouwd is. Wat Pim Fortuyn te berde bracht over de islam, de incongruenties van de verzorgingsstaat, de WAO, de gezondheidszorg, het onderwijs, de veiligheid, de bureaucratie en de schaalvergroting, was al jarenlang onderwerp van discussie. Zijn verdienste was vooral dat hij al langer circulerende ideeën over deze en andere onderwerpen op heldere wijze, vaak aan de hand van aansprekende voorbeelden, op simpele wijze wist te verwoorden. Anders gezegd: Fortuyn was een ‘handige jongen’, met een goede neus voor actuele problemen, maar zijn inzichten wierpen eigenlijk niet een echt nieuw licht op de werkelijkheid anno 2002. De terroristische aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september leidt ertoe dat de belangstelling van de media voor de opvattingen van Fortuyn, met name voor zijn opvattingen over de islam en over de multiculturele samenleving, alleen maar groter wordt. Hij gaf mensen het gevoel dat ze invloed hebben. Hij beweerde dat hij onze samenleving kon perfectioneren, hij beweerde dat er op elk complex probleem een makkelijk antwoord bestond en dat het mogelijk was om het gesloten, controleerbare Nederland te reproduceren. Pim Fortuyn heeft Nederland wakker geschud met zijn politieke uitspraken. Zijn persoonlijke uitstraling is met zijn dood weggevallen. Uit het onderzoek van deelvraag 2 kan geconcludeerd worden dat na Pims dood de LPF in sterke verdeeldheid achter bleef. De verantwoordelijkheid om politiek te maken in de geest van Fortuyn kwam bij LPF-mensen te liggen die eerder niet of nauwelijks in de publiciteit kwamen. Het rommelde in de partij; om macht en om de koers. Wat zou Pim gewild hebben? Dan breekt er in juni 2002 knallende ruzie uit bij de Lijst Pim Fortuyn. De ruzie gaat om macht. Het oude bestuur wilde niet wijken voor het nieuwe bestuur. Deze ruzie kreeg erg veel (negatieve) aandacht van de media. Ook rommelde het tussen de ministers onderling. Uiteindelijk stapten de ministers Bomhoff en Heinsbroek op. De kiezers waren teleurgesteld in de LPF. Volgens een opiniepeiling die één dag voor de val van het kabinet werd gehouden, hield de LPF nog slechts drie van haar 26 zetels over, als er nu verkiezingen zouden worden gehouden. De burger had duidelijk geen waardering voor het niet-professionele en in hoge mate amateuristische optreden van de erfgenamen van Pim Fortuyn. Dit wordt anders verwoord door, door socioloog Van Herwaarden. Hij benadrukt de rol van charisma, het belang van de charismatische kwaliteiten van de leider als volgt toegepast op Fortuyn: ‘Zonder boodschapper als Pim Fortuyn was de inhoud van zijn boodschap niet gehoord en waren politici in Den Haag na rustig verlopen verkiezingen van mei 2005 weer overgegaan tot de orde van de dag.’ Het onderzoek van deelvraag 3 levert op dat er volgens mijn bronnen veel van het gedachtegoed van Pim Fortuyn over is in de politiek. Hij heeft tot heel veel inspiratie geleid. Fortuyn veroorzaakte een revolte. Revoltes worden ingepakt en dan verdwijnen ze. Dat is ook gebeurd met Fortuyn. Hij zei dat hij werd gedemoniseerd. Maar hij werd omarmd. Je ziet dat partijen in hun opvattingen zijn opgeschoven naar zíjn opvattingen. Het electoraat is weggevaagd, maar dat wil nog niet zeggen dat de politieke ideeën van Pim daarmee ook weggevaagd zijn. Wat Fortuyn voor de politiek betekend heeft, zegt hij, is vergelijkbaar met de betekenis van Johan Cruijff voor de sport. „Iedereen is er in zekere mate nog mee bezig. Iedereen heeft wel wat Fortuyn-uitspraken in zijn bagage.” Oude politiek, zeggen wat je denkt, de ‘puinhopen’. De gevestigde politiek partijen schuiven stuk voor stuk, ook de linkse, een stukje naar rechts op. Politici doen hun best doen om zo hard en scherp mogelijk te zijn als het gaat over immigratie of integratie van vreemdelingen. Vooral de standpunten over veiligheid en integratie werden bij vele partijen een stuk rechtser. De Haagse politiek staat nog grotendeels in het teken van het Programma van Fortuyn. En dat zonder bronvermelding. Het gaat om de agenda van wilde democratisering (van Europees referendum tot direct gekozen burgemeester en kiesstelsel), om het nog altijd zeer onbevangen immigratie- en integratiedebat (‘Rotterdam is vol’) en om de vermeende ‘puinhopen van een verzorgingsstaat zonder eigen verantwoordelijkheid en zonder (christelijke) waarden en normen’”. Daarmee waren deze punten, die eerst bijna exclusief op de agenda stonden bij de LPF, nu ook in de partijprogramma’s van de gevestigde orde terecht gekomen. Pims gedachtegoed was niet meer exclusief voor de LPF bestemd, maar werd in de landelijke politiek overgenomen. Maar de politieke partijen hebben niet alleen de politieke ideeën van Pim Fortuyn rondom maatschappelijke vraagstukken gedeeltelijk overgenomen op sommige punten, ook de manier van politiek meer “naar buiten” in de media te bedrijven. Bovendien wordt er sinds Fortuyn „bijna permanent” campagne gevoerd in de Haagse politiek. Uit onzekerheid. Opiniepeilingen zijn de leidraad geworden voor het debat. De stem van het volk wordt sinds Fortuyn veel belangrijker gevonden. Zo blijkt dat politici van Fortuyn hebben geleerd dat ze beter moeten luisteren naar burgers, en vooral dat ze „duidelijk moeten terugpraten”.
Antwoord op de onderzoeksvraag Mijn onderzoeksvraag was: Waardoor werd Pim Fortuyn binnen een korte tijd zo populair en wat is er van zijn gedachtegoed over? Pim Fortuyn veroorzaakte een zogezegde revolte. Hij werd binnen een korte tijd zo populair doordat hij de politieke inhoud simpel verwoorde. Zijn verdienste was vooral dat hij al langer circulerende ideeën over deze en andere onderwerpen op heldere wijze, vaak aan de hand van aansprekende voorbeelden, op simpele wijze wist te verwoorden. Hij gaf mensen dus het gevoel dat ze invloed hebben. Na zijn dood verloor de LPF echter veel stemmen, dit niet alleen door het verlies van hun charismatisch leider, maar ook doordat andere partijen op eenzelfde manier politiek gingen bedrijven. Dit houdt in dat zij, net zoals Fortuyn, meer naar buiten zijn gaan treden in de media. Zij vinden “de stem van het volk” veel belangrijker tegenwoordig. Bovendien staat de Haagse politiek nog grotendeels in het teken van het Programma van Fortuyn (democratisering, het immigratie- en integratiedebat en om de vermeende ‘puinhopen van een verzorgingsstaat zonder eigen verantwoordelijkheid en zonder (christelijke) waarden en normen’. Politieke partijen en politici staan anders in de politiek. Pim Fortuyn heeft een blijvende erfenis achter gelaten. Bronvermelding Bronnen deelvraag 1: 1) Pim Fortuyn, de verweesde samenleving, Karakter Uitgevers, 2002. 2) Recensie Pim Fortuyn de verweesde samenleving, Dirk Hofstadt (www.liberales.be) 3) Trouw, Bas de Vries, “De kiezer heeft het de politici nu wel duidelijk gemaakt”, 18-01-2003, pagina 14. 4) Novatv.nl
5) De Volkskrant, Leon de Winter, “Het wachten is op de volgende kale Messias”, 18-01-2003, pagina 7. 6) Trouw, “De LPF heeft afgedaan in haar vroegere Rotterdamse bolwerk”, 23-01-2003, pagina 4. 7) http://members.chello.nl/m.jong9/map9/gent.htm, Theo Meder, “Alledaags onbehagen en collectieve traumaverwerking”. 8) J.E. Ellemers, HET FENOMEEN FORTUYN de revolte verklaart. 9) Karwan J. Fatah, de opkomst van Pim Fortuyn, bachelorscriptie Geschiedenis. 10) W. van der Burg ‘How the LPF fuelled discontent: Empirical tests of explanations of LPF support’ Acta Politica 38 nummer 1 (voorjaar 2003) 11) Karwan J. Fatah, de opkomst van Pim Fortuyn, bachelorscriptie Geschiedenis. 12) Servaas Storm en Ro Naastepad ‘The Dutch distress’ New Left Review 20 (maart/april 2003) 13) DE LPF-KIEZER: RECHTS, CYNISCH OF MODAAL?Ph. van Praag1 Bronnen deelvraag 2: 1) Novatv.nl, “Pim Fortuyn vermoord", 6 mei 2002. 2) Novatv.nl, Willem Lust en Silvia Pilger, “De Lijst Pim Fortuyn: wie is wie?”, 8 mei 2002. 3) Novatv.nl, Willem Lust, “Het interne schaakspel om de macht bij LPF”, 11 mei 2002. 4) Novatv.nl, Wouke van Scherrenburg, Tonko Dop e.a., “Mat Herben sust bestuurscrisis bij de LPF”, 3 juli 2002. 5) Volkskrant, ANP, “Val Kabinet onafwendbaar”, 16 oktober 2002

6) EX ORIENTE LUX, Nieuwe partijen in Nederland vergeleken met Duitse soortgenoten, A.P.M. Lucardie
7) Wereldomroep (www2.rnw.nl/rnw/nl/), Marina Brouwer, “Kabinet struikelt over LPF-ruzies”, 16 oktober 2002
8) Volkskrant, Frank Poorthuis, “Kiezer geeft vertrouwen snel, maar rekent ook genadeloos af”, 23-01-2003. 9) Clemens van Herwaarden, Fortuyn, chaos en charisma Bronnen deelvraag 3: 1) AD, Einde nabij voor LPF
2) De Stentor, De verdwenen erfenis van Pim Fortuyn. 3) Vrij Nederland, SCHIJN BEDRIEGT: De kater na Fortuyn is nog niet over
4) NRC Handelsblad, Na Fortuyn zit elke politicus in het koffiehuis. 5) www.gebladerte.nl, Koen Haegens, “Rechts-populisme na de LPF”, januari 2003
6) www.lijst-pimfortuyn.nl, Dinerlezing Mat Herben voor Leidse Alumnivereniging Politicologen, 14-02-2003. 7) Geciteerd uit: NRC Handelsblad, Harm van den Berg en Tom Kreling, “LPF: opgelucht bij zwaar verlies”, 23-01-2003.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.