Inhoudsopgave:
- Inleiding
deelvragen:
• De oorzaken en de aanloop van de Oorlog in Vietnam.
• In hoeverre speelde de angst voor het communisme een rol?
• Hoe verliep de oorlog?
• Wat waren de reacties op de oorlog?
• Wat zijn de gevolgen van de oorlog voor beide landen?
• Hoe staan de beide landen nu tegenover elkaar?
- Conclusie
- Evaluatie
- Bronnenlijst
- Logboek
Inleiding:
In dit profielwerkstuk gaan we het hebben over de Vietnamoorlog. We hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat we nog niet zoveel afwisten van deze oorlog en er nog niet eerder over geleerd hebben met geschiedenis. We zijn nieuwsgierig naar deze oorlog waarbij het machtigste land van de wereld betrokken was. Het wordt ook nog eens ons examenonderwerp van geschiedenis en daarom is het uitermate handig dat we ons er eens extra in verdiepen.
De gebeurtenissen die vooraf gingen aan de oorlog, hoe de oorlog zelf verliep en de gevolgen ervan voor Amerika en Vietnam zullen we uitgebreid uitwerken.
Vietnam is een land waar je niet veel over hoort. Vele mensen hadden nog nooit van dit land gehoord, totdat het in het nieuws kwam met de afschuwelijke gebeurtenissen die er plaats vonden tijdens de oorlog. Hoe kon een land, zoals de VS betrokken raken bij zo’n op het eerste gezicht ‘onbelangrijk’ land? Wij willen in dit werkstuk meerdere vragen beantwoorden, waarbij onze hoofdvraag luidt:
Wat zijn de oorzaken voor het uitbreken van de Vietnamoorlog en welke gevolgen heeft het gehad op de Vietnamese en Amerikaanse bevolking?
De oorzaken en de aanloop van de oorlog in Vietnam.
Om te kunnen verklaren hoe het tot een oorlog kwam in Vietnam en wat nou de precieze oorzaken ervan zijn, gaan we terug in de tijd, naar het begin van de 2e WO.
Vietnam was al sinds de 2e helft van de 19e eeuw tot aan de 2e WO een Franse kolonie.
In deze periode kon Frankrijk zich daar, zonder al te veel moeite handhaven.
Tijdens WO 2 hadden de geallieerden (Engeland, Frankrijk, Amerika) een samenwerkingsverband met Rusland tegen de gezamenlijke vijand: Nazi-Duitsland.
Vietnam werd in die tijd bezet door de Japanners. In de Franse Kolonie bleef het bestuur zoals het was, maar dan wel onder toezicht van Japan. Toen de Fransen na de oorlog en nadat Japan was verslagen, terug wilden keren in Vietnam, bleek dat de Japanners, voordat ze werden verslagen een onafhankelijke keizer hadden uitgeroepen in Vietnam. Genaamd Bao Dai.
De Fransen wilden hun kolonie weer terug, maar ze kwamen hierbij in conflict met de Vietnamese nationalisten en communisten. Zij wilden onafhankelijkheid.
Eén van de belangrijkste communistische nationalisten was Ho Chi min. Hij had tijdens de 2e WO de Vietminh opgericht. Dit was een gewapende organisatie waarin alle nationalistische krachten werden verenigd onder leiding van de Vietnamese communisten. Deze beweging bestreed de Japanners. De Vietminh was geïnspireerd door de communistische ideologie. Deze ideologie sloot goed aan bij het streven naar onafhankelijkheid, want het communisme voorspelde zowel het einde van het kapitalisme als van het kolonialisme.
In 1945 capituleerde Japan. De geallieerden waren overeengekomen dat Britse troepen het zuiden van Vietnam zouden bezetten en Chinese het noorden. De troepen waren echter niet gelijk ter plekke aanwezig. Ho Chi Minh maakte hier gebruik van en riep de onafhankelijke ‘Democratische Republiek Vietnam’ (DRV) uit. Maar hij stond niet echt sterk, omdat de Vietminh in Zuid-Vietnam niet echt een macht van betekenis was en de Fransen waren vastbesloten de vooroorlogse situatie te herstellen. Wat dus betekende dat Vietnam een Franse kolonie moest blijven. Wat Ho Chi Minh ook niet had verwacht, was dat de Amerikanen zich tegen hem zouden keren in de strijd tegen de Fransen. De VS waren altijd al een land dat tegen het kolonialisme was. Echter de angst voor het communisme bleek zwaarder te wegen bij de Amerikanen dan hun antikolonialistische opvattingen. De Amerikanen zagen in Ho Chi Minh een bedreiging. Ze waren bang dat het communisme zich zo zou uitbreiden en dominant zou worden in Azië. En welk land zou daarna aan de beurt zijn? De VS had een politiek van ‘containment’. Wat betekende dat ze het communisme wilden indammen. Ook wilden ze hun bondgenoot Frankrijk, wat een machtig en kapitalistisch land was te vriend houden.
Er ontstond een koude oorlog tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten. Dit hield in dat de 2 landen erg vijandig tegenover elkaar stonden en veel conflicten hadden, maar het kwam niet tot een directe oorlog tussen beide landen. Het waren 2 supermachten met een grote verdeeldheid. De VS wantrouwde het communisme en was ervan overtuigd dat de SU de hele wereld in haar macht wilde krijgen en omgekeerd moest de SU niets van het kapitalistische Amerika hebben, omdat zij dachten dat de VS en het westen alleen maar uit zijn op economische overheersing van de wereld en het terugdringen van de Russische invloed. Deze koude oorlog ontwikkelde zich tot een wereldwijd conflict.
De eerste test van containment was in 1948, toen Stalin besloot West-Berlijn af te sluiten voor het westen. De Amerikanen hebben daarom een jaar lang met vliegtuigen het benodigde voedsel naar West-Berlijn gebracht, waarna Stalin verslagen de blokkade ophief. In 1949 kreeg de Sovjet Unie de beschikking over de atoombom en zo begon de wapenwedloop tussen de 2 grootheden.
De Fransen probeerden na de 2e WO hun macht in Vietnam weer te herstellen, maar dit lukte ze alleen in het zuiden. Daar stichtten ze in 1950 een ‘zelfstandige’ Zuid-Vietnamese staat, maar van die zelfstandigheid kwam niet veel terecht. De staat stond nog steeds onder toezicht van de Fransen. In het Noorden konden de Fransen de guerrilla strijd tegen de Vietminh niet winnen. Dit kwam mede door de steun van de Sovjet Unie en China aan de Vietminh. De westerse landen en de VS wilden namelijk de DRV niet accepteren, daarom vroeg Ho Chi Minh steun aan de SU en China. Deze leverden ze genoeg wapens en munitie, waardoor ze sterk stonden tegenover de Fransen. Tegelijkertijd financierde de VS de Fransen.
Uiteindelijk kwamen de 2 oorlogvoerende partijen tot een tijdelijke overeenkomst. Deze hield in dat Vietnam tijdelijk in tweeën werd opgedeeld. Er zouden in 1956 vrije verkiezingen worden gehouden. De Amerikanen installeerden een veramerikaanste Vietnamees genaamd Ngo Dinh Diem in Zuid-Vietnam, maar de Vietnamezen wilden hem niet accepteren.
Als reactie hierop weigerden de Amerikanen de verkiezingen in 1956 door te laten gaan. Nu begonnen de Vietminh guerrilla’s uit het Zuiden, genaamd Vietcong, openlijk te rebelleren.
John F. Kennedy werd in 1960 president van de VS. Hij wilde Amerika's verbintenis met de containment politiek nog eens goed laten blijken en besloot dat de VS daarom juist in Vietnam actie moest ondernemen. Hij stuurde daarom Amerikaanse ‘adviseurs’ (soldaten) naar het land, waarvan er in 1961 al ruim 3200 waren en in 1963 ruim 16.000. Eigenlijk was de Vietnamoorlog toen al een feit.
De door de Amerikanen verkiesbaar aangestelde Ngo Dinh Diem, had intussen een dictatoriaal regime opgebouwd in Vietnam. De VS was blijkbaar in de strijd tegen het communisme rechtse dictaturen gaan steunen, terwijl zo’n regime net zo goed niet aansluit bij hun democratische opvattingen. Hieruit blijkt ook weer eens de grote afkeer tegen het communisme. Diem was intussen een last geworden en daarom stond Kennedy i n 1963 toe dat Vietnamese generaals Diem afzetten en vermoorden.
Na de dood van Kennedy werd Johnson president. Intussen verslechterde de situatie in Vietnam snel voor de Amerikanen. De Vietcong werd sterker en Johnson wist zeker dat als hij de troepen uit Vietnam zou terugtrekken, dat een teken van zwakte zou zijn en dat hij dan zijn politieke carrière wel kon vergeten. In 1964 deed Johnson mee met de presidentsverkiezingen. Hij vertelde het Amerikaanse publiek wat het horen wilde. Namelijk Vietnam en de wereld tegen het communisme beschermen en niet Amerikaanse jongens een zinloze dood insturen. Achter de schermen had hij tegelijkertijd toestemming gevraagd een open oorlog tegen Vietnam te starten.
In 1964 voer een Amerikaans schip in Noord-Vietnamese wateren en begon uit zichzelf op Noord – Vietnamese schepen te schieten. Deze schoten natuurlijk terug.
Johnson gebruikte dit incident om het congres zo ver te krijgen dat hij de Vietnamoorlog kon doorvoeren. Hij schrok er niet voor terug om het incident zo te verdraaien, zodat de Amerikanen als slachtoffers werden afgeschilderd, terwijl ze zelf niet geheel onschuldig waren aan het incident. Zo had Johnson het Amerikaanse Congres aan zijn kant gekregen en het gaf hem bijna de onbeperkte macht over de situatie Vietnam.
Nu kon de Vietnamoorlog echt beginnen.
In hoeverre speelde de angst voor het communisme een rol?
Om de angst voor het communisme duidelijk te maken, kijken we eerst naar de periode vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Frankrijk en Engeland voerden toen de appeasement-politiek tegenover Hitler en Duitsland. Ze grepen niet in toen Hitler brak met het Verdrag van Versailles en ook grepen ze niet in toen Duitsland steeds sterker werd. Dit had een aantal redenen. De Fransen en de Duitsers waren bang voor oorlog. De gruwelen van de eerste wereldoorlog hadden ervoor gezorgd dat het pacifisme opkwam. Ook kwam er toch wel meer begrip voor Duitsland. De eisen van Versailles was te streng geweest. In die periode zorgde de wereldcrisis er bovendien nog voor dat men weerzin had om geld uit te geven aan bewapening. De belangrijkste reden voor de appeasement-politiek is in dit opzicht de dam die Duitsland was tegen het communisme. De Fransen en Engelsen hadden er baat bij dat er een sterk land was die uitbreiding van het communisme tegen ging. Kort gezegd hadden de Fransen en Engelsen liever een agressief Duitsland met Hitler aan de macht dan dat het communisme zou uitbreiden. Zo groot was de angst voor het communisme toen al.
Na de tweede wereldoorlog kwam er een nieuw machtsevenwicht in de wereld, tussen de Sovjetunie en de Verenigde Staten. In februari 1945 kwamen de drie wereldleiders Churchill, Roosevelt en Stalin bijeen in Jalta op de Krim. Daar werd afgesproken om Duitsland in 5 stukken te verdelen. Ook Berlijn werd verdeeld in 5 stukken, hoewel het in het Sovjet gedeelte viel. In juli en augustus 1945 vond in Potsdam de laatste conferentie plaats. Roosevelt was inmiddels overleden en opgevolgd door Harry Truman. Truman stond veel wantrouwender tegenover de Sovjetunie. In het door de Sovjetunie bevrijde gebied kwam van zelfbeschikking niet veel terecht. Stalin zorgde voor een bufferzone tussen de Sovjetunie en de rest van Europa. Door de inval van Nazi-Duitsland was hij zich bewust van de kwetsbaarheid van de Russische westgrens. Hij wilde een veiligheidsgordel creëren, het cordon sanitaire, om toekomstige invasies te voorkomen. Ook streefde hij naar totale afhankelijkheid van die gebieden. Stalin maakte contacten tussen Oost- en West-Europa vrijwel onmogelijk door het ‘ijzeren gordijn’. De Amerikanen gooiden de tweede atoombom op Nagasaki en verhinderden daardoor een verdere uitbreiding van Stalins macht in Azië. Op 24 oktober 1945 werden de Verenigde Naties opgericht. De VN moest er voor zorgen dat toekomstige internationale conflicten voorkomen werden en dat er op tijd en doeltreffend gereageerd kon worden op conflictsituaties. In de VN zaten permanente leden (VS, SU, Groot-Brittannië, Frankrijk, China) en tien niet-permanente leden. Alleen de permanente leden hadden vetorecht. Tijdens de Koude Oorlog werd van dat vetorecht bijna altijd gebruik gemaakt omdat de Verenigde Staten en de Sovjetunie het nooit eens waren over een besluit.
Vanaf 1946 werd het ene na het andere land communistisch in het oosten, terwijl het westen angstig toekeek. Ook was er over en weer kritiek op de regeringsvorm. De Verenigde Staten had geen begrip voor Ruslands behoefte aan veiligheid en was ervan overtuigd dat de Sovjetunie de hele wereld in haar macht wilde krijgen. De Sovjetunie had weer geen begrip voor de westerse idealen van zelfbeschikking en democratie en dacht dat ze alleen maar uit waren op economische overheersing. Door middel van propaganda werd een soort vijandbeeld gecreëerd. Dit zorgde voor wederzijdse angst. In 1947 kwam de VS met het ‘Marshallplan’. Door Europa te helpen bij de wederopbouw had het communisme minder kans om hier op te duiken. De mensen zouden het iets beter krijgen en de onrust nam af. De communisten hadden zo geen kans. De Sovjetunie weigerde deze hulp en liet ook de Oost-Europese economieën niet voor deze hulp openstellen. Deze Marshallhulp bevestigde hun ideeën over de economische overheersing van het Westen en men kon natuurlijk niet met deze hulp de anti-Amerikaanse politiek volhouden. Door de Marshallhulp kwam er een strikte scheiding tussen twee tegengestelde gebieden. Deze Marshallhulp was onderdeel van de containment-politiek. Dit hield in dat de Verenigde staten het communisme in bedwang wilde houden of zelfs indammen. Ook een onderdeel van deze politiek was de Truman-doctrine. Dit hield in dat de Verenigde Staten alle landen die bedreigd werden door een gewapende minderheid van binnenuit (dus de communisten) of druk van buitenaf (de communistische landen) te hulp zou schieten. Dit wilden zij doen met militaire hulp en/of economische hulp. Dit betekende echter dat de VS ook ‘foute’ regeringen steunde, als ze maar anticommunistisch waren. In 1948-1949 blokkeerden de Russen Berlijn. De westelijke bezettingszones kregen een gemeenschappelijke, nieuwe munt en Stalin verklaarde dat dit in strijd was met de gezamenlijk afspraken en sloot de toegangswegen naar Berlijn af. De Verenigde Staten vlogen toen met vliegtuigen naar West-Berlijn om zo de voorraden te leveren. Na ruim één jaar hief Stalin de bokkade op. Ook dit was niet bevorderlijk voor de onderlinge verhoudingen. Berlijn werd in het westen een nieuwe staat naar westers model: de BRD en in het oosten een communistische staat: de DDR. Ook de communistische machtsovername in Tsjecho-Slowakije (1948) zorgde voor spanningen.
In 1949 werd de NAVO opgericht. Dat was een militair bondgenootschap dat het vrije Westen moest beschermen tegen een aanval van de Sovjetunie. De Oost-Westbetrekkingen waren vijandig geworden; de Koude Oorlog was begonnen. De Sovjetunie had door middel van spionnen een atoombom kunnen bouwen. Het Westen voelde zich bedreigd en niet meer veilig. De wereld had voortaan twee nucleaire supermachten. Omdat beide landen bang waren om achter te raken bij de ander werden er op grote schaal uitbreidingen en investeringen gedaan in de (kern)wapenindustrie. Dit leidde tot een (kern)wapenwedloop. Deze bracht ook een vorm van stabiliteit want als men de ander ging aanvallen met de kernwapens ging ook het eigen land eraan. Ook Taiwan werd communistisch ondanks de containment-politiek. De angst voor het communisme werd zo groot dat in Amerika in 1950 een ware heksenjacht tegen communisten ontstond. Dit McCarthyisme (door Joseph McCarthy ontketend) duurde 4 jaar. In de jaren 50 was de angst voor het communisme extreem groot.
Ook de dekolonisatie speelde een grote rol in de Koude Oorlog. Beide kampen wilden natuurlijk medestanders erbij. Doordat ook China communistisch was geworden, was de VS extra oplettend. De ontwikkelingen in Azië hadden hun volledige aandacht. Op een persconferentie in 1954 kwam Eisenhouwer met de dominotheorie. Deze theorie hield in dat als één land in Azië communistisch werd, de andere landen zouden volgen. Net als dominostenen dus. De Verenigde Staten gaf de Aziatische landen alle steun die ze nodig hadden. Op politiek, economisch en militair gebied. Ook was er in de jaren 50 de eerste echte oorlog tussen Oost en West. Het ging deze keer om Korea. De Sovjetunie had het noorden in 1945 op Japan veroverd en de VS het zuiden. Korea werd verdeeld met een volksrepubliek in het noorden en een westers georiënteerd zuiden. Het zuiden was eigenlijk helemaal niet democratisch maar de Verenigde Staten was allang blij dat het niet communistisch was. De Verenigde Naties erkenden alleen Zuid-Korea. De Sovjetunie boycotte op dat moment de Veiligheidsraad omdat ze China weigerde te erkennen en had dus geen stem. In juni 1950 vielen Noord-Koreaanse troepen het zuiden binnen. Ze veroverden een heel stuk van het zuiden en ook de hoofdstad Seoul. Die veroveringen gingen makkelijk omdat heel wat zuiderlingen op de hand van het noorden waren. De Verenigde Staten en de Sovjetunie hadden op dat moment al hun troepen teruggetrokken en het ligt dan ook voor de hand dat de aanval een idee was van de regering van Noord-Korea zelf. Twee dagen na de aanval riepen de Verenigde Naties in een resolutie op tot militaire hulp aan Zuid-Korea. De Sovjetunie boycotte de VN nog steeds en maakte dus ook geen gebruik van het vetorecht. Dit maakte de resolutie mogelijk. Dit was de eerste keer dat de ‘blauwhelmen’ in een gewapend conflict ingrepen. Soldaten uit allerlei landen vochten tegen de Noord-Koreanen en slaagden erin om ze weer terug te dringen. Tot de Chinezen zich er weer mee gingen bemoeien en zij op hun beurt het front weer terug dreven. Rond 1951 bleef het front steken rond de 38e breedtegraad en in 1953 tekende men de wapenstilstand. Door deze Koreaanse oorlog hadden beide partijen hun bewapening enorm vergroot. In 1955 richtte de Sovjetunie de tegenhanger van de NAVO op; het Warschaupact. Ook mocht West-Duitsland herbewapenen.
Nadat in 1953 Stalin overleed kwam Chroesjtsjov aan de macht. Hij wilde vreedzame coëxistentie met het Westen. Beide partijen werden wat toegeeflijker en in Genève kwam in 1955 een ontmoeting tussen Chroesjtsjov en Eisenhouwer. Het leek erop of de rust terugkeerde. Chroesjtsjov kondigde de destalinisatie aan. In de communistische landen begon het te rommelen. In polen werd een arbeidersopstand met harde hand neergeslagen. Toen Boedapest de hulp inriep van het westen, greep de NAVO niet. Men was niet bereid een kernoorlog te riskeren voor de gebeurtenissen achter het IJzeren Gordijn.
En toen kwam de Vietnam kwestie. De angst zat er bij de Amerikanen goed in. Ze wilden ervoor zorgen dat in geen geval Vietnam communistisch zou worden. Ze wilden de drang van China en de Sovjetunie naar meer invloed in Azië stoppen.
De angst voor het communisme speelde dus een zeer grote rol. Door de geschiedenis beïnvloedde de Koude Oorlog alle beslissingen en gebeurtenissen die genomen werden in de Vietnamoorlog.
Hoe verliep de oorlog?
Nu B. Johnson president was zou de Vietnam-oorlog een ‘Amerikaanse’ oorlog worden.
Johnson had grote plannen voor de binnenlandse problemen in de VS en daar was veel geld voor nodig, daarom wilde hij de oorlog in Vietnam, die veel geld zou kosten, zo spoedig mogelijk winnen. Het doel was dus dat Zuid-Vietnam een democratische staat zou worden dat niet meer bedreigd zou worden door het communisme. De Verenigde Staten hadden zich wel terug kunnen trekken uit de oorlog in Vietnam, maar dat was voor hun geen optie omdat dat gezichtsverlies zou betekenen in de internationale politiek.
De VS besloten een oorlog te gaan voeren met de volgende 3 uitgangspunten:
• De oorlog winnen, zonder het inzetten van nucleaire wapens
• Er mogen zo weinig mogelijk Amerikaanse slachtoffers vallen
• Het oorlogsgebied moet beperkt blijven tot Vietnam
Ondertussen was op het platteland de aanhang van en de sympathie voor de Vietcong erg gegroeid. Vooral onder het regime van Diem. Toch hadden de Amerikanen geen hoge dunk van de militaire kracht van het Noord-Vietnamese leger en de Vietcong. Zij dachten dat deze oorlog snel voorbij zou zijn, daarom hebben ze ook geen alternatieve strategieën ontwikkeld. Amerika wilde ook dat de oorlog niet de wereldvrede zou bedreigen, daarom had de VS met China afgesproken om het niet tot een militair conflict tussen de Amerikaanse en Chinese troepen te laten komen. Noord-Vietnam steunde de Vietcong in het zuiden, door ze wapens te leveren. Dit wilden de Amerikanen tegengaan. De Amerikaanse luchtmacht begon in maart 1965 met bombardementen op Noord-Vietnam en stuurde ook in dezelfde maand nog grondtroepen naar Zuid-Vietnam. De Amerikaanse strategie van de luchtmacht werd ‘Rolling Thunder’ genoemd. Amerikaanse vliegtuigen wierpen 8 miljoen ton bommen af. Vele ervan waren brandbommen gevuld met napalm, die het gebied onmiddellijk in lichterlaaie zetten. Ze verwoestten enorme gebieden waarbij veel mensen werden gedood en verwond. De Amerikanen hoopten dat het Noorden door de bombardementen geen steun meer zou verlenen aan de Vietcong. Intussen bombardeerden de VS ook Zuid-Vietnamese doelen, waar de Vietcong ook actief was. Dit kostte vele levens onder de burgers, zelfs burgers die de Amerikanen moesten beschermen. Operatie ‘Rolling Thunder’ duurde ruim 3 jaar, van 1965-1968. De VS bereikten hun doel niet, want de Vietcong leek steeds meer tegengas te geven naarmate er meer gebombardeerd werd. Daarnaast konden de VS de route van het noorden naar het zuiden van Vietnam, die zorgde voor de bevoorrading van de Vietcong, niet geheel bombarderen, omdat deze route grotendeels door de landen Laos en Cambodja liep. Ook de Landoorlog konden de Amerikanen niet winnen. Er waren al in 1965 180.000 Amerikaanse soldaten in Vietnam en met het jaar kwamen daar meer bij. Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor het falen van de landoorlog. • Er waren erg veel soldaten nodig op de bases waar de bommenwerpers gestationeerd waren en beschermd moesten worden. De bases beschermen was erg moeilijk, omdat de vijand overal aanwezig kon zijn, zonder er verdacht uit te zien, want ze waren immers vermomd als gewone burgers. Het aantal soldaten dat benodigd was om een basis te beschermen was dus heel hoog. Zo konden ze de soldaten niet voor andere doelen inzetten. • Het Zuid-Vietnamese leger stelde niet veel voor. Zij speelden in de strijd tegen het noorden slechts een zeer beperkte, aanvullende rol. • Het was voor de Amerikanen een heel andere oorlog dan alle oorlogen die ze voorheen hadden uitgevochten, namelijk een guerrillaoorlog. Dit hield in dat de grootschalige veldslagen uitbleven, maar dat ze met kleine groepen heel onverwachts aanvielen en even onverwachts weer verdwenen. Dankzij het oerwoud waren de guerrilla’s moeilijk op te sporen voor de Amerikanen. • Voor de Vietcong was het niet moeilijk om hun vijanden te raken in de steden en de legerplaatsen. Zij wisten immers waar de geallieerden zich bevonden en ze plaatsten bommen in desbetreffende steden. De acties van de Vietcong waren dus erg doeltreffend. De Amerikanen moesten nu ook naast alleen aanvallen zichzelf ook zien te verdedigen tegen de onverwachtse en zwaarder wordende aanvallen van de guerrilla’s. In 1965 waren er van de ruim 180.000 Amerikaanse soldaten in Vietnam 636 slachtoffers. In 1968 waren er 536.000 soldaten waarvan 30.600 Amerikaanse doden. De Amerikanen gingen velden in brand steken en een chemisch ontbladeringsmiddel genaamd, Agent Orange inzetten om er voor te zorgen dat de Vietcong geen verrassingsaanvallen meer kon uitvoeren vanuit het struikgewas. De Vietcong was ook goed georganiseerd en had vele geheime ondergrondse tunnels(zie onderstaande bron). Aanvankelijk was de Amerikaanse media positief over de Vietnamoorlog. De VS begon ook lijsten te publiceren met het aantal gesneuvelde soldaten van de vijand, maar daarbij verhoogden ze de werkelijke aantallen, zodat het zou lijken alsof de VS de oorlog wonnen. Ondertussen steeg het aantal gesneuvelde Amerikanen in snel tempo. Door dit gestegen aantal begonnen meerdere kranten en tv-zenders vragen te stellen over Johnson’s politiek ten opzichte van Vietnam. Veel Amerikaanse soldaten raakten ook gefrustreerd door de ongrijpbaarheid van de vijand en tijdens deze zoekmissies naar de Vietcong werden veel huizen en levens van onschuldige Zuid-Vietnamezen verwoest. De media in de VS ving hier veel van op en in Amerika ging steeds meer het beeld ontstaan, dat de Amerikaanse soldaten gruwelijke moorden pleegden, terwijl ze geen overwinningen boekten en dat ze in een hopeloze strijd verzeild waren geraakt. De Amerikanen thuis reageerden door in steeds grotere aantallen te weigeren in dienst te gaan voor de oorlog. De regering echter ging de mensen ertoe dwingen, vooral armen en zwarten waren de dupe. Rijken konden de dienst makkelijker ontlopen. Dit leidde tot kwaadheid onder de bevolking. Tussen 1967 en 1971 steeg het percentage mensen dat dienst weigerde op morele gronden aanzienlijk van 8% tot 43%. In 1968 werd een wapenstilstand van een week afgekondigd voor de viering van Tet, het Vietnamese nieuwjaar. De Vietcong echter negeerde dit verdrag volledig en maakte er gebruik van om juist op die datum de Amerikanen een grote onverwachtse klap te geven, door in grote aantallen aan te vallen. Ze vielen 36 belangrijke dorpen en steden in heel Zuid-Vietnam aan en terroriseerden het hele land. De aanvallen duurden enkele weken en werden bekend als het Tet-offensief. De Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen wonnen het uiteindelijk van de aanvallers, maar veel mensen geloofden nu niet meer dat de Amerikanen de oorlog zouden winnen, want ondanks de grote verliezen kon de Vietcong nog steeds grote offensieven opzetten. Tet was dan weliswaar geen militaire overwinning voor de Vietcong, want ze hadden tussen de 30.000 en 58.000 doden en gewonden, maar ze hadden de Amerikanen wel psychologisch een grote slag toegebracht. Het werd ook allemaal op tv uitgezonden. De Vietnamoorlog was de eerste oorlog die in de hele wereld op televisie te zien was. Het dagelijkse journaal bracht de oorlog rechtstreeks bij de mensen thuis. Het nieuws droeg bij aan de meningsvorming van het publiek, omdat mensen een beter beeld van het conflict kregen dan ooit tevoren. Ze konden zelf zien wat er gebeurde in plaats van te vertrouwen op de officiële berichtgeving. In januari 1968 was men verbijsterd door de beelden van het Tet offensief. Dit bewees dat de Amerikaanse woordvoerders niet alle feiten bekend maakten wanneer zij beweerden dat de communisten werden verslagen. De publieke opinie had zich tegen de Vietnamoorlog gekeerd en Johnson zei openlijk dat hij bereid was tot vredesbesprekingen met de Vietcong. In de loop der jaren waren er in de hele wereld toenemende protesten tegen de Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnamoorlog. Er waren miljoenen mensen in de VS en elders die deel namen aan allerlei soorten protesten. In 1967 vonden er reusachtige vredesmarsen en demonstraties plaats in New York, San Francisco en Washington D.C. Johnson had zijn populariteit verloren door het sturen van steeds meer Amerikaanse troepen naar Vietnam en stelde zich niet verkiesbaar voor de volgende presidentsverkiezingen. In november 1969 werd Nixon tot president gekozen. Hij beloofde dat hij de oorlog eervol zou beëindigen. Dit hield in dat hij de Amerikaanse troepen zonder gezichtsverlies te leiden uit Vietnam zou terugtrekken. President Nixon ging door met het sturen van soldaten naar Vietnam. Maar hij begon ook met een proces dat hij de ‘Vietnamisering’ van de oorlog noemde. Dit betekende dat hij Zuid-Vietnam sterk genoeg wilde maken om de communisten te verslaan zonder de steun van de Amerikaanse strijdkrachten. Vervolgens zou Nixon de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam verminderen. In 1969 breidde Nixon de hulp aan Zuid-Vietnam sterk uit in de vorm van legermaterieel en meer adviseurs om de Zuid-Vietnamezen te trainen. Tegelijkertijd kondigde hij de eerste terugtrekking van Amerikaanse troepen aan. Hun aantal liep in 1969 terug met ruim 60.000 soldaten. De bombardementen op Vietnam gingen ondertussen wel gewoon door. Ze werden zelfs zwaarder. Ze wilden hiermee de Noord-Vietnamezen tot onderhandeling dwingen. Ook wilden de VS betere verhoudingen aangaan met de SU en China. Ze dachten zo de onderhandelingen met betrekking tot de Vietnamoorlog te vergemakkelijken. Noord-Vietnam zou dan niet onvoorwaardelijk steun krijgen van deze bondgenoten. De Vietcong maakte veel gebruik van een route door Cambodja om aan te vallen en voorraden te vervoeren, genaamd de Ho Chi Minh Route. Ze wisten dat de Amerikanen hen daar niet konden raken, omdat ze geen oorlog wilden met Laos of Cambodja. Maar zelfs toen de Amerikanen daar begonnen met bombardementen had dat weinig effect op het vervoer door Cambodja. Er reden geen grote vrachtwagens over de Ho Chi Minh Route. Deze was maar enkele meters breed. Het was overkoepeld door het oerwoud en werd gebruikt door de Vietcong die te voet of per fiets gingen. De route was ook honderden kilometers lang en dus is het wel duidelijke dat het geen gemakkelijk doelwit voor bombardementen was. Hoewel de VS langzaamaan de relaties met China en de Sovjet Unie verbeterde, veranderde er weinig in Vietnam. De vredesbesprekingen faalden meermaals waardoor Nixon zich gedwongen voelde de bombardementen op het noorden te vergroten. Pas in december 1972, toen de bombardementen beëindigd werden, ging men weer rond de tafel zitten. De vredesonderhandelingen in Parijs verliepen moeizaam. Ofwel Noord-Vietnam verwierp de voorstellen of ze werden verworpen door de Zuid-Vietnamese president Thieu. Uiteindelijk kwamen ze in januari 1973 tot een vredesovereenkomst. Amerika beloofde binnen 60 dagen hun troepen terug te trekken. De Noord-Vietnamezen namen dit voorstel vooral aan omdat ze wisten dat de Amerikanen zich maar al te graag wilden terug trekken uit Vietnam en dat ze niet meer zo gauw opnieuw zouden ingrijpen. Bijna gelijk nadat de Amerikanen waren vertrokken begonnen de Noord- en Zuid-Vietnamezen weer met oorlog voeren. In 1975 opende Noord-Vietnam een groot offensief. In maart veroverden ze Da Nang en op 21 april vluchtte de Zuid-Vietnamese president Thieu uit Saigon. Toen Saigon dreigde te vallen evacueerde de VS 20.000 Amerikaanse burgers. Dit waren voor het merendeel regeringsambtenaren met hun gezinnen. Heel veel overgebleven Vietnamezen wilden ook geëvacueerd worden, omdat ze bang waren dat de communisten hen zouden doden of gevangen nemen omdat ze de Zuid-Vietnamese regering hadden gesteund. Vanaf het dak van de Amerikaanse ambassade werden ze per helikopter overgevlogen naar schepen in de Zuid-Chinese Zee. Op het dak van de ambassade speelden zich nachtmerrieachtige taferelen af. Op 30 April werd door de Zuid-Vietnamese president de onvoorwaardelijke overgave van Saigon aangekondigd. De oorlog was nu officieel voorbij en de communisten waren de winnaars. Saigon kreeg een nieuwe regering en een nieuwe naam. Voortaan zou de stad Ho Chi Minh-stad worden genoemd. Het noorden en zuiden van Vietnam werd verenigd in één land. De nieuwe natie werd de Socialistische Republiek Vietnam genoemd. Veel mensen ontvluchten Zuid-Vietnam, omdat zij dachten dat de communisten hun oude tegenstanders zouden vermoorden. Het bleek dat er geen onmiddellijke massa-executies plaatsvonden, zoals men had gevreesd. Honderdduizenden mensen werden wel naar ‘heropvoedingskampen; gestuurd en gedwongen aanhangers van het communisme te worden. In de kampen werden velen onmenselijk behandeld en sommigen werden gemarteld of zelfs vermoord. Het verenigde Vietnam kreeg een bestuur naar Noord-Vietnamees communistisch model. Wat was de reactie op het Amerikaanse oorlogsbeleid? Door de opmars van de televisie in de jaren ’60 kunnen de mensen vanuit hun huiskamer de oorlog volgen. Hierdoor komt de oorlog in Vietnam wel heel dichtbij voor de Amerikanen. In het begin is de media nog aardig welwillend. Later worden ze echter steeds kritischer. Dit zorgde ervoor dat de Amerikanen een eigen mening konden vormen over de gebeurtenissen. Ondanks de miljarden dollars en de vele soldaten die naar Vietnam werden gestuurd, kon de VS de communisten niet verslaan. De resultaten bleven uit en dat kon men nu ook zien. Dit zorgde voor grote tegenstellingen onder de bevolking. De houding van de Amerikanen verandert rond de jaren ’60. Voor die tijd waren ze nog aardig positief over de oorlog in het kader van de Koude Oorlog, met uitzondering van een kleine groep studenten, intellectuelen, kunstenaars en principiële pacifisten. Rond de jaren ’60 verandert dit. Dat kwam onder andere door: De protestbewegingen van de jongere generaties. De dienstplicht en het ontduiken daarvan. Rapportages over oorlogsmisdaden en het overvloedig drugsgebruik. Verhalen van gedemobiliseerde veteranen. Het aantal doden dat bleef groeien en de vele body bags die terugkwamen uit de VS. De inzet van napalm en ontbladeringsmiddelen. De eerste protestacties van betekenis waren de teach-ins in 1965. Vooral door de uitbreiding van de dienstplicht gaf deze de teach-ins een extra impuls. Een aantal oproepkaarten werden openbaar verbrand. Op 16 en 17 oktober 1965 werden de eerste demonstraties gehouden. In Berkeley (Californië) waren tienduizend mensen op de been. Op 31 oktober schreven 650 hoogleraren aan Johnson een brief waarin zij hem vroegen ‘het bloedvergieten in Vietnam te staken’. Ook schreven zij dat ze zich bleven verzetten tegen de oorlog in Vietnam. Uit protest verbrandde Norman Morrison zichzelf op 2 november voor het Pentagon. Roger la Porte volgde een week later zijn voorbeeld voor het gebouw van de Verenigde Naties in New York. Op 27 november hielden 25.000 intellectuelen, kunstenaars en leden van kerkelijke groeperingen hun ‘Mars naar Washington’. Diezelfde dag werden ook elders in de wereld protesten tegen het Amerikaanse oorlogsbeleid gehouden. Het was maar een klein deel van de bevolking die de oppositie vormden, maar door hun uitingen leek het een veel grotere groep. Het jaar daarop bleef de oppositie groeien. In 1967 werd het protest massaal. Op 15 april van dat jaar kwamen in New York 125.000 mensen bij elkaar. In de week van 16 tot 22 oktober vonden overal in de Verenigde Staten demonstraties plaats. Vooral bij rekruteringsbureaus waren ongeregeldheden omdat dienstplichtigen daar hun oproep teruggaven of verbrandden. Het hoogtepunt was een protestmars van ongeveer 100.000 mensen naar het Pentagon. Een stormloop op het gebouw werd tegengehouden. Er werden 700 deelnemers gearresteerd. In de week van 4 tot 10 december 1967 probeerden pacifisten de rekruteringsbureaus te blokkeren. Een gevolg van deze acties was dat op 10 juli 1968 de bekende kinderarts B. Spock, de studentenpastor W. Coffin, de schrijver N. Mailer en de student M. Ferber werden veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Zij hadden de mensen geadviseerd zich aan de dienstplicht te onttrekken. De aankondiging van president Johnson op 31 maart 1968 dat hij de bombardementen op Vietnam zou laten staken, vredesonderhandelingen zou beginnen en zich niet herkiesbaar zou stellen voor een nieuwe ambtstermijn had enige rust gebracht onder de tegenstanders van het Amerikaanse oorlogsbeleid. De acties in andere landen hadden niet zo’n grote omvang, maar waren wel belangrijk voor de publieke opinie in de verschillende landen. De publieke opinie in de Verenigde Staten veranderde snel. Op 11 juli 1966 dacht 86% van de bevolking dat de bombardementen het einde van de oorlog sneller dichtbij zou brengen en 54% steunde de politiek van Johnson. Op 28 augustus wilde 51% vredesonderhandelingen, terwijl nog maar 33% voor het huidige oorlogsbeleid was. Toen Nixon president werd, laaide in de Verenigde Staten de tegenstand weer op. Op 15 oktober 1966 gaven ongeveer een miljoen jongeren gehoor aan de oproep die dag in actie te komen tegen de oorlog. De acties bestonden uit teach-ins, protestvergaderingen en marsen. In New York, Washington en Boston namen ruim 100.000 mensen hieraan deel. Volgens een opiniepeiling van 14 oktober 1969 werd het oorlogsbeleid toen door 45% van de bevolking gesteund en door 50% verworpen. De protesten gingen door. Voor 13, 14 en 15 november planden zij een massale protestactie in Washington. De regering deed alles om deze demonstratie te voorkomen. In de pers werd de regering verweten dat zij een confrontatie met de organisatoren uitlokte om hen in een slecht daglicht te brengen. De twee marsen die door het "New Mobilization Committee to end the war in Vietnam" georganiseerd waren, verliepen op enkele incidenten na rustig. De tegenstanders van de oorlog probeerden de publieke opinie te beïnvloeden via petities, demonstraties, teach-ins, verkiezingscampagnes, weerstand tegen de dienstplicht en vormen van opstand aan het eind van de oorlog. Omgekeerd probeerde de regering ook de publieke opinie te beïnvloeden door middel van beroemde mensen. Die moesten ervoor zorgen dat de mensen weer positief tegen het oorlogsbeleid aankeken. Raquel Welch trad bijvoorbeeld op voor de troepen in Vietnam. Het nummer ‘I feel like I’m fixin’ to die Rag’ was één van de meest gezongen protestsongs tegen de oorlog in Vietnam, gezongen door de Amerikaanse band Country Joe and The Fish. De regering kon kiezen om de dienstweigeraars te negeren of gevangen te zetten. Dit zou betekenen dat er op den duur tienduizenden mensen gevangen gezet moesten worden. Ook ouders zouden moeten worden opgepakt omdat ze de wet overtraden door hun kinderen te adviseren de dienstplicht te weigeren. Door de oorlog keerden honderdduizenden zich tegen hun land. Ze vonden de oorlog zinloos en wreed. Ook keerden zij zich tegen de democratie, want er waren zoveel mensen tegen maar de regering bood geen alternatief voor de oorlog. Ze werden zich ervan bewust dat de Verenigde Staten een wreed imperium was dat alleen geïnteresseerd was in geld en macht en dat alleen gesteund werd door militair geweld
Als President Nixon op een gegeven moment de opdracht geeft om het neutrale Cambodja in te nemen, komen er protesten vanuit de hele wereld. Onder zijn bestuur komen de ernstigste onlusten tot dan toe. In juni 1969 kondigde Nixon aan dat de dienstplicht zou worden afgeschaft. Door deze maatregel nam Nixon de tegenstanders van de oorlog binnen twee jaar vrijwel alle wind uit de zeilen. De tegenstanders waren namelijk erg afhankelijk van de inbreng van universitaire studenten die er niets voor voelden om te vechten in Vietnam. Met de dreiging van de dienstplicht verdween ook de animo om tegen de oorlog te demonstreren. Hierdoor dachten Nixon en Kissinger dat men eigenlijk helemaal niet tegen de oorlog was, maar alleen tegen de dienstplicht. Dat dit verkeerd gedacht was bleek in mei 1970. Men hield op Amerikaanse universiteiten grote demonstraties tegen de betrokkenheid van de VS in de oorlog. De protesten liepen uit op een tragedie toen vier studenten op de Kent Stat Universiteit in Ohio werden doodgeschoten en er nog twee stierven op het Jackson State College in Mississippi. Ze kwamen om bij acties van de politie en soldaten die de protestmarsen probeerden tegen te houden. Dat voorjaar werden zo’n 400 universiteiten tijdelijk gesloten vanwege de gewelddadigheden. In de periode dat de Amerikaanse militaire betrokkenheid in Vietnam en de oppositie hiertegen groeide, gebeurde er veel tegelijk in de Verenigde Staten: • Een scherpe en plotselinge verandering tussen de rassen • Het aannemen van progressieve wetgevingen, welke sinds 1930 aangehouden waren, deze werden gevolgd door de frustratie van het niet functioneren van de wetgeving. • De bereidheid om bij de meest geaccepteerde instituties en principes vraagtekens te plaatsen • Een spontane beweging van de jongeren om de maatschappij te veranderen, af te wijzen en uiteindelijk te vernietigen. • Een toename van emoties aan beide kanten waarbij beschuldigingen van verraad en/of genocide werden geuit • Toenemende atmosfeer van geweld, toenemende rellen, straatgevechten tussen politie en demonstranten • De moord op M. Luther King en Kennedy. Al deze punten speelden een rol in de opinie over de oorlog en sommigen waren in bepaalde opzichten zelfs een consequentie van de oorlog. Ook in Nederland was men bezig met de Vietnamoorlog. De meningen zijn ernstig verdeeld over het optreden van de Amerikanen. Uit alle lagen van de bevolking hoort men verschillende meningen. Net als in Amerika zijn het vooral de jongeren die protesteren. De ouderen zijn milder, omdat zij de Amerikanen nog steeds als de bevrijders zien. Bovendien hebben zij geholpen met de wederopbouw van het land. Ze hebben een rotsvast vertrouwen in de Amerikanen en het is onmogelijk voor hen om te denken dat hun beleid verkeerd is. De jongere generatie die na de oorlog is geboren staan veel kritischer tegenover het beleid van de Amerikanen. Tot het einde van de oorlog werden er elk jaar wel een aantal demonstraties gehouden. Ook hier werd de muziek gebruikt om te protesteren. Zo kwam Boudewijn de Groot met het nummer ‘Welterusten meneer de President’.
Wat waren de gevolgen voor beide landen?
De Vietnamoorlog heeft diepe sporen achtergelaten, zowel in Vietnam als bij de Verenigde Staten. We zetten ze hieronder op een rijtje. We beginnen met Amerika. Na deze oorlog was de kijk op de VS in de wereld toch veranderd. Ze hadden wel gezichtsverlies geleden. Heel veel mensen in eigen land en het buitenland waren het niet eens met de manier waarop de VS hadden gehandeld in Vietnam. Ook waren er een aantal schandalen aan het licht gekomen, waaruit bleek dat Amerikaanse soldaten zich aan gruwelijke oorlogsmisdaden schuldig hadden bevonden. Dit schudde veel mensen in de wereld wakker. Het bleek dus dat het grote voorbeeld van democratie in de wereld(de VS) ook schandalige mensonwaardige fouten maakten. Velen vroegen zich af, of deze daden niet gruwelijker waren dan het kwade(communisme) wat ze wilden bestrijden.
Behalve dat de oorlog Amerika veel negatieve publiciteit opbracht, hadden de Amerikanen er een trauma aan over gehouden. Zij, het land met het modernste leger had voor het eerst in de geschiedenis een oorlog verloren. Dit betekende ook een deuk in hun ego.
Ook de Amerikaanse soldaten die hadden gevochten in Vietnam hadden het niet makkelijk toen ze terugkeerden naar Amerika. Ze werden niet ontvangen als helden, maar vaak juist aangekeken met een verwijt. Ze werden gezien als oorlogsmisdadigers en ze konden vaak niet in het openbaar over hun gebeurtenissen praten. Amerika wilde niet dat er nog meer negatieve verhalen zouden komen over de gang van zaken tijdens de oorlog.
Bij de Amerikaanse bevolking was er nog meer veranderd. Omdat rijken, vooral blanken in Amerika zich gemakkelijk konden onttrekken aan de dienstplicht waren de zwarte Amerikanen oververtegenwoordigd in Vietnam. Natuurlijk vonden veel zwarten dit oneerlijk en vroegen zich af waarom ze nou eigenlijk ver weg van huis een oorlog uitvochten voor een ideologie die hen thuis niet als gelijke zag. Ze vochten voor de democratie, ‘waarin iedereen gelijk is’, maar waarom was daar in hun geval dan geen sprake van? De Amerikaanse regering heeft wel als tegenprestatie studiebeurzen beschikbaar gesteld voor soldaten die terugkwamen. Zo konden blanke, maar vooral ook veel zwarte jongens een carrière opbouwen.
Doordat de Vietnamoorlog de Amerikanen handenvol geld had gekost, was dit erg slecht voor hun economie. Ze hadden een groot tekort op de betalingsbalans en er ontstond een gigantische inflatie, die ook werd gevoeld in Europa.
Ook kwam de uitvoerende macht die onafhankelijk hoort te zijn in problemen. Zij had jarenlang bepaalde zaken geheim moeten houden met betrekking tot de oorlog, zodat Amerika niet al te veel in het negatieve daglicht werd gezet. Dit zijn natuurlijk illegale activiteiten en die ontwikkelden zich tot een bedreiging van de constitutionele democratie.
Heel veel politiek belangrijke zaken werden verwaarloosd, als gevolg van de totale preoccupatie met de oorlog in Vietnam, zoals onderlinge contacten bijvoorbeeld en de eigen economie. Omdat de VS hun imago ten opzichte van hun eigen volk en andere landen hoog wilde houden, duurde de oorlog veel langer dan nodig was. Natuurlijk intervenieerden de VS om het communisme te bestrijden, maar gaandeweg werd het ze echter steeds belangrijker om hun geloofwaardigheid aan de buitenwereld te bewijzen. Het terugdringen van het communisme werd steeds minder belangrijk. Amerika zou in de strijd volharden om vriend en vijand te laten zien dat de VS hun toezeggingen altijd nakomen. Het gevolg was dat de oorlog veel te land duurde en het had geen resultaat. Hetzelfde resultaat had ook in 1956 gehaald kunnen worden als de Amerikanen de verkiezingen door hadden laten gaan.
De Vietnamoorlog stelde de hereniging van Noord- en Zuid-Vietnam simpelweg 20 jaar uit tegen een gruwelijk hoge prijs.
De gevolgen van de oorlog waren in Vietnam ook duidelijk aanwezig. Zuid-Vietnam zag na de snelle nederlaag in hoe zwak het eigenlijk wel niet was en het leger niets voorstelde zonder de Amerikaanse soldaten. Veel Zuid-Vietnamezen probeerden te vluchten nadat ze veroverd waren. Velen van hen kwamen terecht in Europa of de VS. Anderen werden in heropvoedingskampen gestopt waarbij slachtoffers vielen. Er kwam een communistische dictatuur, waaronder veel Vietnamezen het slecht hadden. Door de collectivisering van de particuliere bedrijven daalde de productie nog sterker en de economie kwam haast niet op gang. Vele burgers waren dood en families waren als gevolg van de oorlog uit elkaar gevallen. Mensen met verwondingen konden nauwelijks verzorgd worden, omdat hiervoor een groot gebrek aan middelen was. Door de chemische ontbladeringsmiddelen die in de oorlog door de Amerikanen werden gebruikt was de plantengroei ernstig aangetast en de bodem vervuild. Tegenwoordig worden nog steeds kinderen geboren met een geestelijke of lichamelijke handicap, als gevolg van de chemische middelen. Vele irrigatiesystemen waren vernietigd door de bombardementen. Het is dus duidelijk dat het moeilijk was voor de boeren om opnieuw te beginnen en voedsel te verbouwen. Ook lagen mijnen overal nog verspreid over grote gebieden, die ook nog lange tijd na de oorlog slachtoffers hebben geëist. De bombardementen hebben veel steden vernietigd die weer opgebouwd moesten worden. Dit kost ze natuurlijk handenvol geld.
Dorpen werden tijdens de oorlog geregeld beschoten omdat zij soms dienden als machtsbases van de Vietcong. Vele Zuid-Vietnamezen vluchtten als gevolg hiervan weg voor het oorlogsgeweld, daardoor raakte het Zuid-Vietnamese platteland ontvolkt en groeide de bevolking in de steden explosief.
De economie van Zuid-Vietnam werd ook ontwricht door de aanwezigheid van vele Amerikanen. De landbouw en industrie werden verwaarloosd en in de steden ontstond door de Amerikaanse dollars een welvaart. Hiervan profiteerde maar een kleine groep mensen, zoals winkels en de horeca. Maar toen de Amerikanen vertrokken en de dollar wegviel, viel ook dat kleine beetje welvaart weg.
De afschuwelijke gebeurtenissen in de oorlog kunnen ook niet zomaar worden uitgewist uit het geheugen van de Vietnamezen. Velen, die ook eerst voor de Amerikanen waren, kregen nadat ze de oorlogsmisdaden zagen of hadden meegemaakt ook een haat tegen hen. En omdat velen deze gebeurtenissen niet kunnen vergeten, verdwijnt de haat ook niet zomaar.
Hoe staan beide landen nu tegenover elkaar?
In 1983 werd er in Washington het ‘Vietnam Veterans Memorial’ onthuld. Het monument bestaat uit een granieten muur met daarop de namen van alle gesneuvelde Amerikaanse soldaten. In 1993 werd de hervormer Vo Van Kiet tot minister-president gekozen in Vietnam. Dit was het sein voor de Amerikanen om in februari 1994, onder president Clinton, het handelsembargo op te heffen en in 1995 werden de diplomatiek betrekkingen weer opgehaald. De in 1975 ingestelde economische sancties tegen Vietnam werden opgeheven. In 2000 is president Bill Clinton de eerste die Vietnam bezoekt, sinds het einde van de oorlog. Hij ging vier dagen naar Vietnam en dit bezoek is zijn laatste buitenlandse reis als president van Amerika. Hij was er met zijn vrouw en dochter. In Vietnam heeft hij gepraat met Tran Duc Luong, de toenmalige president van Vietnam, en met premier Phan Van Khai. Daar hebben ze het over een betere samenwerking gehad en ook bezocht Clinton de graven van soldaten. Ook heeft Clinton een toespraak gehouden voor een publiek van studenten aan de universiteit van Hanoi. Clinton was destijds zelf ook een dienstweigeraar. Hij bezocht Vietnam met een dubbele missie. Hij wil dat Vietnam gaat deelnemen aan de globalisering van de economie en de binnenlandse politiek sneller democratiseert, en hij komt naar Vietnam om hulp te vragen bij het vaststellen van het lot van de bijna 2000 Amerikaanse soldaten, die na de oorlog als vermist zijn opgegeven. Zij vochten in Vietnam, maar hun lichamen zijn nooit gevonden. De Vietnamezen op hun beurt wilden wel graag economische ondersteuning, maar het liefst zonder daar een politiek prijs voor te hoeven betalen. Voor de rest probeerden zij financiële steun te krijgen om de gevolgen van de Amerikaanse chemische bombardementen tijdens de Amerikaans-Vietnamese oorlog te kunnen bestrijden. De meeste mensen zijn blij met het bezoek. Ze willen de oorlog nu graag achter zich laten. Een spijtbetuiging over de gebeurtenissen over het verleden kwam er echter niet.
De verhoudingen zijn nu zijn gestabiliseerd. Vietnam en Amerika zijn niet de beste vrienden, maar vijanden zijn het ook niet meer.
Conclusie:
Nu we aan het einde gekomen zijn van dit werkstuk kunnen we onze hoofdvraag beantwoorden.
Wat zijn de oorzaken voor het uitbreken van de Vietnamoorlog en welke gevolgen heeft het gehad op de Vietnamese en Amerikaanse bevolking?
Vietnam wilde graag onafhankelijk worden. De communisten dreigen de macht te gaan grijpen. Door de irrationele angst voor het communisme voelde Amerika zich geroepen in te grijpen in Vietnam om zo het communisme te bestrijden en te voorkomen dat het communisme zich verder zou verspreiden over Zuid-Azië. De containmentpolitiek en de dominotheorie speelde hierbij een grote rol. De oorlog kwam bekend te staan als een guerrillaoorlog. De Amerikanen gebruikten napalm en bombardementen om de Noord-Vietnamezen tot overgave te dwingen. Kenmerken van het beleid waren de Rolling Thunder en de Agent Orange. De Vietnamoorlog werd de eerste televisieoorlog. Vooral na het Tet offensief werden de mensen steeds kritischer en keerden ze zich tegen de oorlog. Dit leidde tot gigantische protesten. De Amerikanen zagen dat het een uitzichtloze situatie was en tekenden na meermaals mislukte vredespogingen in 1973 eindelijk het vredesverdrag. Zonder de hulp van de Amerikanen was het snel gebeurd en in 1975 won het Noorden. De oorlog had vele gevolgen. O.a. afschaffing van de dienstplicht, gezichtsverlies van Amerika en economische problemen. Ook Vietnam had het zwaar. Het werd communistisch en de mensen hadden het nog moeilijker. Ook hier waren er economische problemen. Ook de natuur was erg aangetast. Door de chemische ontbladeringsmiddelen was de plantengroei ernstig aangetast en de bodem vervuild. Tegenwoordig worden nog steeds kinderen geboren met een geestelijke of lichamelijke handicap, als gevolg van de chemische middelen. In 1993 komt Vo Van Kiet aan de macht en de Amerikanen heffen dan het handelsembargo op en de diplomatieke betrekkingen worden opgehaald. In 2000 bezoekt Clinton als eerste Amerikaanse president Vietnam sinds het einde van de oorlog.
Evaluatie
Onze samenwerking is goed verlopen. Wij wisten wat we aan elkaar hadden en stimuleerden elkaar tot goede prestaties. De verdeling van de taken ging goed en we waren het er beiden mee eens. We hebben ons aan de afspraken gehouden die we gemaakt hebben. Ook het overleg over bepaalde dingen verliep goed. We zaten op dezelfde golflengte. We hebben er veel van geleerd en we zijn erg tevreden met het werkstuk.
Bronnenlijst
De val van Saigon: Het einde van de Vietnamoorlog – Michael v. Uschan.
Vietnam – Judith Simpson
Vietnam: Dekolonisatie en koude oorlog – examenkatern havo/vwo
Memo, geschiedenis voor de tweede fase
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D11136%26site%3D
http://kinderenwebhotel.be/WO_tijd/vietnamoorlog.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vietnamoorlog
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D4239%26site%3D
http://www.allesamerika.com/vietnamoorlog.html
http://www.gamer.nl/viewdoc/1173
http://www.sporen.nl/mhv3/mhv3h4p5.html
http://users.pandora.be/vietnam/verloop.htm
http://vietnamoorlog.tripod.com/ http://www.vietnaminfo.nl/vanhetweb003.html
http://www.vietnaminfo.nl/vanhetweb004.html
http://www.ddh.nl/pipermail/wereldcrisis/2004-January/004727.html
http://www.xs4all.nl/~mato58/Tonia/De%20oorzaken%20van%20Vietnamoorlog.htm
http://www.xs4all.nl/~mato58/Tonia/vietnamoorlog.htm
http://www.onsverleden.net/vietnam/chronologieviet.htm
http://www.alchemist-light.com/sixties/thumbn.htm
http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/asia-pacific/1025169.stm
http://www.nationaalarchief.nl/vietnam/html/beelden/beelden.html
Ondertussen was op het platteland de aanhang van en de sympathie voor de Vietcong erg gegroeid. Vooral onder het regime van Diem. Toch hadden de Amerikanen geen hoge dunk van de militaire kracht van het Noord-Vietnamese leger en de Vietcong. Zij dachten dat deze oorlog snel voorbij zou zijn, daarom hebben ze ook geen alternatieve strategieën ontwikkeld. Amerika wilde ook dat de oorlog niet de wereldvrede zou bedreigen, daarom had de VS met China afgesproken om het niet tot een militair conflict tussen de Amerikaanse en Chinese troepen te laten komen. Noord-Vietnam steunde de Vietcong in het zuiden, door ze wapens te leveren. Dit wilden de Amerikanen tegengaan. De Amerikaanse luchtmacht begon in maart 1965 met bombardementen op Noord-Vietnam en stuurde ook in dezelfde maand nog grondtroepen naar Zuid-Vietnam. De Amerikaanse strategie van de luchtmacht werd ‘Rolling Thunder’ genoemd. Amerikaanse vliegtuigen wierpen 8 miljoen ton bommen af. Vele ervan waren brandbommen gevuld met napalm, die het gebied onmiddellijk in lichterlaaie zetten. Ze verwoestten enorme gebieden waarbij veel mensen werden gedood en verwond. De Amerikanen hoopten dat het Noorden door de bombardementen geen steun meer zou verlenen aan de Vietcong. Intussen bombardeerden de VS ook Zuid-Vietnamese doelen, waar de Vietcong ook actief was. Dit kostte vele levens onder de burgers, zelfs burgers die de Amerikanen moesten beschermen. Operatie ‘Rolling Thunder’ duurde ruim 3 jaar, van 1965-1968. De VS bereikten hun doel niet, want de Vietcong leek steeds meer tegengas te geven naarmate er meer gebombardeerd werd. Daarnaast konden de VS de route van het noorden naar het zuiden van Vietnam, die zorgde voor de bevoorrading van de Vietcong, niet geheel bombarderen, omdat deze route grotendeels door de landen Laos en Cambodja liep. Ook de Landoorlog konden de Amerikanen niet winnen. Er waren al in 1965 180.000 Amerikaanse soldaten in Vietnam en met het jaar kwamen daar meer bij. Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor het falen van de landoorlog. • Er waren erg veel soldaten nodig op de bases waar de bommenwerpers gestationeerd waren en beschermd moesten worden. De bases beschermen was erg moeilijk, omdat de vijand overal aanwezig kon zijn, zonder er verdacht uit te zien, want ze waren immers vermomd als gewone burgers. Het aantal soldaten dat benodigd was om een basis te beschermen was dus heel hoog. Zo konden ze de soldaten niet voor andere doelen inzetten. • Het Zuid-Vietnamese leger stelde niet veel voor. Zij speelden in de strijd tegen het noorden slechts een zeer beperkte, aanvullende rol. • Het was voor de Amerikanen een heel andere oorlog dan alle oorlogen die ze voorheen hadden uitgevochten, namelijk een guerrillaoorlog. Dit hield in dat de grootschalige veldslagen uitbleven, maar dat ze met kleine groepen heel onverwachts aanvielen en even onverwachts weer verdwenen. Dankzij het oerwoud waren de guerrilla’s moeilijk op te sporen voor de Amerikanen. • Voor de Vietcong was het niet moeilijk om hun vijanden te raken in de steden en de legerplaatsen. Zij wisten immers waar de geallieerden zich bevonden en ze plaatsten bommen in desbetreffende steden. De acties van de Vietcong waren dus erg doeltreffend. De Amerikanen moesten nu ook naast alleen aanvallen zichzelf ook zien te verdedigen tegen de onverwachtse en zwaarder wordende aanvallen van de guerrilla’s. In 1965 waren er van de ruim 180.000 Amerikaanse soldaten in Vietnam 636 slachtoffers. In 1968 waren er 536.000 soldaten waarvan 30.600 Amerikaanse doden. De Amerikanen gingen velden in brand steken en een chemisch ontbladeringsmiddel genaamd, Agent Orange inzetten om er voor te zorgen dat de Vietcong geen verrassingsaanvallen meer kon uitvoeren vanuit het struikgewas. De Vietcong was ook goed georganiseerd en had vele geheime ondergrondse tunnels(zie onderstaande bron). Aanvankelijk was de Amerikaanse media positief over de Vietnamoorlog. De VS begon ook lijsten te publiceren met het aantal gesneuvelde soldaten van de vijand, maar daarbij verhoogden ze de werkelijke aantallen, zodat het zou lijken alsof de VS de oorlog wonnen. Ondertussen steeg het aantal gesneuvelde Amerikanen in snel tempo. Door dit gestegen aantal begonnen meerdere kranten en tv-zenders vragen te stellen over Johnson’s politiek ten opzichte van Vietnam. Veel Amerikaanse soldaten raakten ook gefrustreerd door de ongrijpbaarheid van de vijand en tijdens deze zoekmissies naar de Vietcong werden veel huizen en levens van onschuldige Zuid-Vietnamezen verwoest. De media in de VS ving hier veel van op en in Amerika ging steeds meer het beeld ontstaan, dat de Amerikaanse soldaten gruwelijke moorden pleegden, terwijl ze geen overwinningen boekten en dat ze in een hopeloze strijd verzeild waren geraakt. De Amerikanen thuis reageerden door in steeds grotere aantallen te weigeren in dienst te gaan voor de oorlog. De regering echter ging de mensen ertoe dwingen, vooral armen en zwarten waren de dupe. Rijken konden de dienst makkelijker ontlopen. Dit leidde tot kwaadheid onder de bevolking. Tussen 1967 en 1971 steeg het percentage mensen dat dienst weigerde op morele gronden aanzienlijk van 8% tot 43%. In 1968 werd een wapenstilstand van een week afgekondigd voor de viering van Tet, het Vietnamese nieuwjaar. De Vietcong echter negeerde dit verdrag volledig en maakte er gebruik van om juist op die datum de Amerikanen een grote onverwachtse klap te geven, door in grote aantallen aan te vallen. Ze vielen 36 belangrijke dorpen en steden in heel Zuid-Vietnam aan en terroriseerden het hele land. De aanvallen duurden enkele weken en werden bekend als het Tet-offensief. De Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen wonnen het uiteindelijk van de aanvallers, maar veel mensen geloofden nu niet meer dat de Amerikanen de oorlog zouden winnen, want ondanks de grote verliezen kon de Vietcong nog steeds grote offensieven opzetten. Tet was dan weliswaar geen militaire overwinning voor de Vietcong, want ze hadden tussen de 30.000 en 58.000 doden en gewonden, maar ze hadden de Amerikanen wel psychologisch een grote slag toegebracht. Het werd ook allemaal op tv uitgezonden. De Vietnamoorlog was de eerste oorlog die in de hele wereld op televisie te zien was. Het dagelijkse journaal bracht de oorlog rechtstreeks bij de mensen thuis. Het nieuws droeg bij aan de meningsvorming van het publiek, omdat mensen een beter beeld van het conflict kregen dan ooit tevoren. Ze konden zelf zien wat er gebeurde in plaats van te vertrouwen op de officiële berichtgeving. In januari 1968 was men verbijsterd door de beelden van het Tet offensief. Dit bewees dat de Amerikaanse woordvoerders niet alle feiten bekend maakten wanneer zij beweerden dat de communisten werden verslagen. De publieke opinie had zich tegen de Vietnamoorlog gekeerd en Johnson zei openlijk dat hij bereid was tot vredesbesprekingen met de Vietcong. In de loop der jaren waren er in de hele wereld toenemende protesten tegen de Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnamoorlog. Er waren miljoenen mensen in de VS en elders die deel namen aan allerlei soorten protesten. In 1967 vonden er reusachtige vredesmarsen en demonstraties plaats in New York, San Francisco en Washington D.C. Johnson had zijn populariteit verloren door het sturen van steeds meer Amerikaanse troepen naar Vietnam en stelde zich niet verkiesbaar voor de volgende presidentsverkiezingen. In november 1969 werd Nixon tot president gekozen. Hij beloofde dat hij de oorlog eervol zou beëindigen. Dit hield in dat hij de Amerikaanse troepen zonder gezichtsverlies te leiden uit Vietnam zou terugtrekken. President Nixon ging door met het sturen van soldaten naar Vietnam. Maar hij begon ook met een proces dat hij de ‘Vietnamisering’ van de oorlog noemde. Dit betekende dat hij Zuid-Vietnam sterk genoeg wilde maken om de communisten te verslaan zonder de steun van de Amerikaanse strijdkrachten. Vervolgens zou Nixon de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam verminderen. In 1969 breidde Nixon de hulp aan Zuid-Vietnam sterk uit in de vorm van legermaterieel en meer adviseurs om de Zuid-Vietnamezen te trainen. Tegelijkertijd kondigde hij de eerste terugtrekking van Amerikaanse troepen aan. Hun aantal liep in 1969 terug met ruim 60.000 soldaten. De bombardementen op Vietnam gingen ondertussen wel gewoon door. Ze werden zelfs zwaarder. Ze wilden hiermee de Noord-Vietnamezen tot onderhandeling dwingen. Ook wilden de VS betere verhoudingen aangaan met de SU en China. Ze dachten zo de onderhandelingen met betrekking tot de Vietnamoorlog te vergemakkelijken. Noord-Vietnam zou dan niet onvoorwaardelijk steun krijgen van deze bondgenoten. De Vietcong maakte veel gebruik van een route door Cambodja om aan te vallen en voorraden te vervoeren, genaamd de Ho Chi Minh Route. Ze wisten dat de Amerikanen hen daar niet konden raken, omdat ze geen oorlog wilden met Laos of Cambodja. Maar zelfs toen de Amerikanen daar begonnen met bombardementen had dat weinig effect op het vervoer door Cambodja. Er reden geen grote vrachtwagens over de Ho Chi Minh Route. Deze was maar enkele meters breed. Het was overkoepeld door het oerwoud en werd gebruikt door de Vietcong die te voet of per fiets gingen. De route was ook honderden kilometers lang en dus is het wel duidelijke dat het geen gemakkelijk doelwit voor bombardementen was. Hoewel de VS langzaamaan de relaties met China en de Sovjet Unie verbeterde, veranderde er weinig in Vietnam. De vredesbesprekingen faalden meermaals waardoor Nixon zich gedwongen voelde de bombardementen op het noorden te vergroten. Pas in december 1972, toen de bombardementen beëindigd werden, ging men weer rond de tafel zitten. De vredesonderhandelingen in Parijs verliepen moeizaam. Ofwel Noord-Vietnam verwierp de voorstellen of ze werden verworpen door de Zuid-Vietnamese president Thieu. Uiteindelijk kwamen ze in januari 1973 tot een vredesovereenkomst. Amerika beloofde binnen 60 dagen hun troepen terug te trekken. De Noord-Vietnamezen namen dit voorstel vooral aan omdat ze wisten dat de Amerikanen zich maar al te graag wilden terug trekken uit Vietnam en dat ze niet meer zo gauw opnieuw zouden ingrijpen. Bijna gelijk nadat de Amerikanen waren vertrokken begonnen de Noord- en Zuid-Vietnamezen weer met oorlog voeren. In 1975 opende Noord-Vietnam een groot offensief. In maart veroverden ze Da Nang en op 21 april vluchtte de Zuid-Vietnamese president Thieu uit Saigon. Toen Saigon dreigde te vallen evacueerde de VS 20.000 Amerikaanse burgers. Dit waren voor het merendeel regeringsambtenaren met hun gezinnen. Heel veel overgebleven Vietnamezen wilden ook geëvacueerd worden, omdat ze bang waren dat de communisten hen zouden doden of gevangen nemen omdat ze de Zuid-Vietnamese regering hadden gesteund. Vanaf het dak van de Amerikaanse ambassade werden ze per helikopter overgevlogen naar schepen in de Zuid-Chinese Zee. Op het dak van de ambassade speelden zich nachtmerrieachtige taferelen af. Op 30 April werd door de Zuid-Vietnamese president de onvoorwaardelijke overgave van Saigon aangekondigd. De oorlog was nu officieel voorbij en de communisten waren de winnaars. Saigon kreeg een nieuwe regering en een nieuwe naam. Voortaan zou de stad Ho Chi Minh-stad worden genoemd. Het noorden en zuiden van Vietnam werd verenigd in één land. De nieuwe natie werd de Socialistische Republiek Vietnam genoemd. Veel mensen ontvluchten Zuid-Vietnam, omdat zij dachten dat de communisten hun oude tegenstanders zouden vermoorden. Het bleek dat er geen onmiddellijke massa-executies plaatsvonden, zoals men had gevreesd. Honderdduizenden mensen werden wel naar ‘heropvoedingskampen; gestuurd en gedwongen aanhangers van het communisme te worden. In de kampen werden velen onmenselijk behandeld en sommigen werden gemarteld of zelfs vermoord. Het verenigde Vietnam kreeg een bestuur naar Noord-Vietnamees communistisch model. Wat was de reactie op het Amerikaanse oorlogsbeleid? Door de opmars van de televisie in de jaren ’60 kunnen de mensen vanuit hun huiskamer de oorlog volgen. Hierdoor komt de oorlog in Vietnam wel heel dichtbij voor de Amerikanen. In het begin is de media nog aardig welwillend. Later worden ze echter steeds kritischer. Dit zorgde ervoor dat de Amerikanen een eigen mening konden vormen over de gebeurtenissen. Ondanks de miljarden dollars en de vele soldaten die naar Vietnam werden gestuurd, kon de VS de communisten niet verslaan. De resultaten bleven uit en dat kon men nu ook zien. Dit zorgde voor grote tegenstellingen onder de bevolking. De houding van de Amerikanen verandert rond de jaren ’60. Voor die tijd waren ze nog aardig positief over de oorlog in het kader van de Koude Oorlog, met uitzondering van een kleine groep studenten, intellectuelen, kunstenaars en principiële pacifisten. Rond de jaren ’60 verandert dit. Dat kwam onder andere door: De protestbewegingen van de jongere generaties. De dienstplicht en het ontduiken daarvan. Rapportages over oorlogsmisdaden en het overvloedig drugsgebruik. Verhalen van gedemobiliseerde veteranen. Het aantal doden dat bleef groeien en de vele body bags die terugkwamen uit de VS. De inzet van napalm en ontbladeringsmiddelen. De eerste protestacties van betekenis waren de teach-ins in 1965. Vooral door de uitbreiding van de dienstplicht gaf deze de teach-ins een extra impuls. Een aantal oproepkaarten werden openbaar verbrand. Op 16 en 17 oktober 1965 werden de eerste demonstraties gehouden. In Berkeley (Californië) waren tienduizend mensen op de been. Op 31 oktober schreven 650 hoogleraren aan Johnson een brief waarin zij hem vroegen ‘het bloedvergieten in Vietnam te staken’. Ook schreven zij dat ze zich bleven verzetten tegen de oorlog in Vietnam. Uit protest verbrandde Norman Morrison zichzelf op 2 november voor het Pentagon. Roger la Porte volgde een week later zijn voorbeeld voor het gebouw van de Verenigde Naties in New York. Op 27 november hielden 25.000 intellectuelen, kunstenaars en leden van kerkelijke groeperingen hun ‘Mars naar Washington’. Diezelfde dag werden ook elders in de wereld protesten tegen het Amerikaanse oorlogsbeleid gehouden. Het was maar een klein deel van de bevolking die de oppositie vormden, maar door hun uitingen leek het een veel grotere groep. Het jaar daarop bleef de oppositie groeien. In 1967 werd het protest massaal. Op 15 april van dat jaar kwamen in New York 125.000 mensen bij elkaar. In de week van 16 tot 22 oktober vonden overal in de Verenigde Staten demonstraties plaats. Vooral bij rekruteringsbureaus waren ongeregeldheden omdat dienstplichtigen daar hun oproep teruggaven of verbrandden. Het hoogtepunt was een protestmars van ongeveer 100.000 mensen naar het Pentagon. Een stormloop op het gebouw werd tegengehouden. Er werden 700 deelnemers gearresteerd. In de week van 4 tot 10 december 1967 probeerden pacifisten de rekruteringsbureaus te blokkeren. Een gevolg van deze acties was dat op 10 juli 1968 de bekende kinderarts B. Spock, de studentenpastor W. Coffin, de schrijver N. Mailer en de student M. Ferber werden veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Zij hadden de mensen geadviseerd zich aan de dienstplicht te onttrekken. De aankondiging van president Johnson op 31 maart 1968 dat hij de bombardementen op Vietnam zou laten staken, vredesonderhandelingen zou beginnen en zich niet herkiesbaar zou stellen voor een nieuwe ambtstermijn had enige rust gebracht onder de tegenstanders van het Amerikaanse oorlogsbeleid. De acties in andere landen hadden niet zo’n grote omvang, maar waren wel belangrijk voor de publieke opinie in de verschillende landen. De publieke opinie in de Verenigde Staten veranderde snel. Op 11 juli 1966 dacht 86% van de bevolking dat de bombardementen het einde van de oorlog sneller dichtbij zou brengen en 54% steunde de politiek van Johnson. Op 28 augustus wilde 51% vredesonderhandelingen, terwijl nog maar 33% voor het huidige oorlogsbeleid was. Toen Nixon president werd, laaide in de Verenigde Staten de tegenstand weer op. Op 15 oktober 1966 gaven ongeveer een miljoen jongeren gehoor aan de oproep die dag in actie te komen tegen de oorlog. De acties bestonden uit teach-ins, protestvergaderingen en marsen. In New York, Washington en Boston namen ruim 100.000 mensen hieraan deel. Volgens een opiniepeiling van 14 oktober 1969 werd het oorlogsbeleid toen door 45% van de bevolking gesteund en door 50% verworpen. De protesten gingen door. Voor 13, 14 en 15 november planden zij een massale protestactie in Washington. De regering deed alles om deze demonstratie te voorkomen. In de pers werd de regering verweten dat zij een confrontatie met de organisatoren uitlokte om hen in een slecht daglicht te brengen. De twee marsen die door het "New Mobilization Committee to end the war in Vietnam" georganiseerd waren, verliepen op enkele incidenten na rustig. De tegenstanders van de oorlog probeerden de publieke opinie te beïnvloeden via petities, demonstraties, teach-ins, verkiezingscampagnes, weerstand tegen de dienstplicht en vormen van opstand aan het eind van de oorlog. Omgekeerd probeerde de regering ook de publieke opinie te beïnvloeden door middel van beroemde mensen. Die moesten ervoor zorgen dat de mensen weer positief tegen het oorlogsbeleid aankeken. Raquel Welch trad bijvoorbeeld op voor de troepen in Vietnam. Het nummer ‘I feel like I’m fixin’ to die Rag’ was één van de meest gezongen protestsongs tegen de oorlog in Vietnam, gezongen door de Amerikaanse band Country Joe and The Fish. De regering kon kiezen om de dienstweigeraars te negeren of gevangen te zetten. Dit zou betekenen dat er op den duur tienduizenden mensen gevangen gezet moesten worden. Ook ouders zouden moeten worden opgepakt omdat ze de wet overtraden door hun kinderen te adviseren de dienstplicht te weigeren. Door de oorlog keerden honderdduizenden zich tegen hun land. Ze vonden de oorlog zinloos en wreed. Ook keerden zij zich tegen de democratie, want er waren zoveel mensen tegen maar de regering bood geen alternatief voor de oorlog. Ze werden zich ervan bewust dat de Verenigde Staten een wreed imperium was dat alleen geïnteresseerd was in geld en macht en dat alleen gesteund werd door militair geweld
Als President Nixon op een gegeven moment de opdracht geeft om het neutrale Cambodja in te nemen, komen er protesten vanuit de hele wereld. Onder zijn bestuur komen de ernstigste onlusten tot dan toe. In juni 1969 kondigde Nixon aan dat de dienstplicht zou worden afgeschaft. Door deze maatregel nam Nixon de tegenstanders van de oorlog binnen twee jaar vrijwel alle wind uit de zeilen. De tegenstanders waren namelijk erg afhankelijk van de inbreng van universitaire studenten die er niets voor voelden om te vechten in Vietnam. Met de dreiging van de dienstplicht verdween ook de animo om tegen de oorlog te demonstreren. Hierdoor dachten Nixon en Kissinger dat men eigenlijk helemaal niet tegen de oorlog was, maar alleen tegen de dienstplicht. Dat dit verkeerd gedacht was bleek in mei 1970. Men hield op Amerikaanse universiteiten grote demonstraties tegen de betrokkenheid van de VS in de oorlog. De protesten liepen uit op een tragedie toen vier studenten op de Kent Stat Universiteit in Ohio werden doodgeschoten en er nog twee stierven op het Jackson State College in Mississippi. Ze kwamen om bij acties van de politie en soldaten die de protestmarsen probeerden tegen te houden. Dat voorjaar werden zo’n 400 universiteiten tijdelijk gesloten vanwege de gewelddadigheden. In de periode dat de Amerikaanse militaire betrokkenheid in Vietnam en de oppositie hiertegen groeide, gebeurde er veel tegelijk in de Verenigde Staten: • Een scherpe en plotselinge verandering tussen de rassen • Het aannemen van progressieve wetgevingen, welke sinds 1930 aangehouden waren, deze werden gevolgd door de frustratie van het niet functioneren van de wetgeving. • De bereidheid om bij de meest geaccepteerde instituties en principes vraagtekens te plaatsen • Een spontane beweging van de jongeren om de maatschappij te veranderen, af te wijzen en uiteindelijk te vernietigen. • Een toename van emoties aan beide kanten waarbij beschuldigingen van verraad en/of genocide werden geuit • Toenemende atmosfeer van geweld, toenemende rellen, straatgevechten tussen politie en demonstranten • De moord op M. Luther King en Kennedy. Al deze punten speelden een rol in de opinie over de oorlog en sommigen waren in bepaalde opzichten zelfs een consequentie van de oorlog. Ook in Nederland was men bezig met de Vietnamoorlog. De meningen zijn ernstig verdeeld over het optreden van de Amerikanen. Uit alle lagen van de bevolking hoort men verschillende meningen. Net als in Amerika zijn het vooral de jongeren die protesteren. De ouderen zijn milder, omdat zij de Amerikanen nog steeds als de bevrijders zien. Bovendien hebben zij geholpen met de wederopbouw van het land. Ze hebben een rotsvast vertrouwen in de Amerikanen en het is onmogelijk voor hen om te denken dat hun beleid verkeerd is. De jongere generatie die na de oorlog is geboren staan veel kritischer tegenover het beleid van de Amerikanen. Tot het einde van de oorlog werden er elk jaar wel een aantal demonstraties gehouden. Ook hier werd de muziek gebruikt om te protesteren. Zo kwam Boudewijn de Groot met het nummer ‘Welterusten meneer de President’.
Memo, geschiedenis voor de tweede fase
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D11136%26site%3D
http://kinderenwebhotel.be/WO_tijd/vietnamoorlog.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vietnamoorlog
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D4239%26site%3D
http://www.allesamerika.com/vietnamoorlog.html
http://www.gamer.nl/viewdoc/1173
http://www.sporen.nl/mhv3/mhv3h4p5.html
http://users.pandora.be/vietnam/verloop.htm
http://vietnamoorlog.tripod.com/ http://www.vietnaminfo.nl/vanhetweb003.html
http://www.vietnaminfo.nl/vanhetweb004.html
http://www.ddh.nl/pipermail/wereldcrisis/2004-January/004727.html
http://www.xs4all.nl/~mato58/Tonia/De%20oorzaken%20van%20Vietnamoorlog.htm
http://www.xs4all.nl/~mato58/Tonia/vietnamoorlog.htm
http://www.onsverleden.net/vietnam/chronologieviet.htm
http://www.alchemist-light.com/sixties/thumbn.htm
http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/asia-pacific/1025169.stm
http://www.nationaalarchief.nl/vietnam/html/beelden/beelden.html
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
1.
1.
1957 tot 1975.
12 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Bedankt, ik had hier echt heel veel aan voor mijn werkstuk over de Vietnamoorlog. heel erg bedankt jongens. x B
11 jaar geleden
Antwoorden