Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Tweede Wereldoorlog

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 5582 woorden
  • 30 april 2010
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
61 keer beoordeeld


Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Pagina: 1
Inleiding Pagina: 2
Onderzoeksmethoden Pagina: 3
Deelvraag 1 Pagina: 4
Deelvraag 2 Pagina: 6
Deelvraag 3 Pagina: 8
Deelvraag 4 Pagina: 10
Hoofdvraag Pagina: 14
Bronvermelding Pagina: 15

Inleiding
Wij hebben voor dit onderwerp gekozen omdat wij dit een zeer interessant onderwerp vinden. Wij hebben alle drie wel interesse in het verloop van de 2e wereldoorlog en dit onderwerp sluit daar goed bij aan. Ook vonden wij dit origineel en uitdagend onderwerp om hier ons profielwerkstuk over te doen.
We hebben eerst een hele tijd nagedacht over wat dan de hoofdvraag zou worden bij dit onderwerp maar we zijn er uiteindelijk op gekomen om ons af te vragen of de operatie eigenlijk wel een kans van slagen had, wat dus uiteindelijk ook onze hoofdvraag is geworden.


Hoofdvraag:
Had Operation Market Garden eigenlijk wel een kans van slagen?

Deelvraag 1:
Wat was de oorlogssituatie op dat moment?

Deelvraag 2:
Welke plannen waren er om een doorbraak te forceren en waarom is het uiteindelijk Montgomery’s plan geworden?

Deelvraag 3:
Welke risico’s zaten eraan vast?

Deelvraag 4:
Wat ging er goed en wat ging er fout?

Ons profielwerkstuk hebben we als volgt opgebouwd:
We vertellen als eerst welke onderzoeksmethoden wij hebben gebruikt, daarna gaan we de deelvragen een voor een uitwerken, we beantwoorden dus de deelvragen.
Als volgt gaan we onze hoofdvraag uitwerken en dit is tevens de conclusie van ons profielwerkstuk. Als laatste hebben we nog een bronvermelding van de bronnen waar we de informatie vandaan hebben.

Onderzoeksmethoden
Wij hebben als onderzoeksmethoden gebruik gemaakt van literair onderzoek. Dit houdt in dat wij alleen gebruik hebben gemaakt van schriftelijke bronnen. Wij hebben grotendeels van al onze informatie van internet gehaald maar we hebben ook een aantal boeken doorgebladerd.


Deelvraag 1
Wat was de oorlogssituatie op dat moment?

De geallieerden landden in Normandië op 6 Juni 1944. Deze operatie noemde ze operation Overlord ook wel D-day genoemd. Vanuit Normandië trokken zij voornamelijk traag naar het oosten en noorden, in verband met de zware Duitse tegenstand. Ook het landschap van Frankrijk werkte niet echt mee, het bestond vooral uit hoge hagen en smalle wegen. De geallieerden kregen met felle tegenstand te maken van de Duitsers. Eind augustus 1944 werd Parijs bevrijd, waarna het Duitse verzet in Frankrijk instortte. Het noorden van Frankrijk en België vielen zonder veel tegenstand in geallieerde handen. De wanorde bracht de geallieerde legerleiding op het idee om met een snelle actie - Operation Market Garden - vanaf de Nederlandse zuidgrens door te stoten naar Arnhem. Zo konden de geallieerden een bestorming van de Siegfried linie vermijden, wat veel mensenlevens zou sparen en de oorlog mogelijk voor eind 1944 zou beëindigen.

De geallieerde legerleiding die het plan bedacht, dacht dat het gemakkelijk zou worden om de bruggen bij Grave, Nijmegen en Arnhem te bevrijden. De legerleiding van de geallieerde dacht onder andere dat het Duitse leger, die de bruggen beveiligde, vooral bestond uit oude mannen en kleine kinderen zonder enige ervaring en dat er veel wanorde heerste in het Duitse leger.

Het felle verzet was een teken dat de wanorde in het Duitse leger minder groot was dan verwacht. De avond van 18 september deed een Duitse tankeenheid een poging om vanuit Nuenen – bij Eindhoven- de corridor op het smalle punt bij Son aan te vallen. Onderdeel van die aanval was een bombardement op de stad, waarbij ruim 200 slachtoffers vielen onder de feestende bevolking. De aanval werd door de geallieerden afgeslagen. Eindhoven bleef vrij, maar tegen een zware prijs.

De oorlogssituatie veranderde het dagelijks leven van vele burgers ingrijpend. Een voorbeeld is het distributiesysteem, dat al vanaf 1939 weliswaar bestond maar nauwelijks was toegepast. Tijdens de bezetting veranderde dit snel. Al in augustus en september 1940 waren producten als brood, vlees eieren, koffie en boter alleen nog tegen inlevering van distributiebonnen te verkrijgen. Deze bonnen waren erg schaars en hierdoor werden deze producten vaak niet geleverd of moeilijk verkrijgbaar. Dit lijden onder andere tot overvallen op distributie kantoren.

In Eindhoven besloot de gemeente al begin 1941 drie Centrale Keukens in te richten, waar inwoners tegen een geringe betaling een warme maaltijd konden krijgen. Ook grote bedrijven gingen er toe over hun werknemers maaltijden te verstrekken. De zogeheten Philiprak van de Philips had een goede naam wat betreft de kwaliteit. Door de snelle bevrijding bleven Eindhoven en omgeving gespaard voor ernstige tekorten, zoals die in de Hongerwinter in het westen en midden van het land voorkwamen. Wel was Eindhoven lange tijd het doel van bombardementen

Distributie en tekorten kwamen voort uit de oorlogssituatie. De jodenvervolging is slechts verklaarbaar uit de op racistische principes gebaseerde Duitse nationaal-socialistische ideologie. Joden en enkele andere groepen als zwarten en homoseksuelen werden hierin beschouwd als minderwaardige mensen met slechte eigenschappen.

In Duitsland had de nazi-ideologie geleid tot uitstoting en later vervolging van de joodse burgers. Een zelfde beleid werd door de bezetter ook in Nederland gevoerd. Nederlanders van joodse afkomst werden vanaf het najaar van 1940 geleidelijk gescheiden van andere Nederlanders en geconcentreerd in bepaalde steden. Van daaruit werden zij vanaf begin 1942 overgebracht naar kamp Westerbork in Drente voor transport naar vernietigingskampen in Polen.

Vele Nederlanders waren hier op tegen en begonnen zich te verzetten tegen de Duitse bezetting. Geheime ondergrondse organisatie werden opgericht en kwamen er steeds meer en steeds fellere acties tegen de Duitsers


Door Philips-medewerkers werd gesaboteerd bij de productie van zaken die van militair belang waren. Sommigen ontvreemden ook onderdelen waarmee radiotoestellen en enkele zenders werden gebouwd. J. Hoekstra, een chemicus bij Philips, leverde een belangrijke bijdrage aan de opbouw van een verbindingsnet van de landelijk operende Raad van Verzet. Later was hij ook organisatorisch actief voor deze Raad. Niet alleen deze vorm van verzet was actief. Vele verzet groepen pleegden overvallen op distributie kantoren, pleegden aanslagen op Duitse militaire en vervalste identiteitsbewijzen voor Joden of voor mensen andere mensen die vervolgt werden door de Duitsers.

Andere Eindhovenaren hielden zich bezig met het verbergen van al dan niet joodse onderduikers. Hiervoor bestond ook een aparte organisatie. De LO, afkorting van Landelijke Onderduikers. Een bijzondere categorie onderduikers waren neergeschoten geallieerde piloten. Zij werden opgevangen en zoveel mogelijk via België, Frankrijk en Spanje naar Groot-Brittannië gesmokkeld.
Market Garden begon op 17 september 1944 in euforie, maar in het voorspel stonden de wissels al op rampspoed. Na de landingen op D-Day (6 juni) en de geslaagde doorbraak in Normandie, worstelden de geallieerden met een immens bevoorradingsprobleem.
4 september - Montgomery bevrijdt de stad Antwerpen, maar niet de oevers van de Westerschelde zodat de haven onbruikbaar blijft. De geallieerden, vooral Montgomery, kijken niettemin richting Rijn en Roer. Vele geallieerden paratroopers komen om in Arnhem. Het lukt Montgomery ook niet om zijn tanks en troepen verder op te laten rukken richting Arnhem. De weg naar Arnhem wordt ook wel Hell’s Highway genoemd, omdat daar vele soldaten zijn gesneuveld en ook veel materiaal verloren is gegaan.

Uiteindelijk wordt alleen de brug bij Eindhoven gemakkelijk ingenomen. Na vele uren strijden en na uren van felle gevechten wordt uiteindelijk ook de brug bij Nijmegen ingenomen. Alleen de brug van Arnhem wordt niet ingenomen. Na hevige strijd en felle gevechten hebben de geallieerden zich ingegraven en hebben de Duitsers de overhand genomen op het slagveld.

Deelvraag 2
Welke plannen waren er om een doorbraak te forceren en waarom is het uiteindelijk Montgomery’s plan geworden?

Omdat de opmars van de geallieerden in Frankrijk zo snel verliep stond Eisenhower alleen in zijn voorkeur voor een breed front. Zowel Patton als Montgomery waren voor een snelle geconcentreerde aanval over een smal gebied. Dat zou volgens hun meer succes hebben in deze fase. Andere bevelhebbers steunden deze denkwijze ook. Er ontstond een discussie tussen Eisenhower en zijn generaals over de te volgen strategie. Patton wou een snelle doorstoot naar de stad Metz en het omliggende industrie gebied van de Saar regio. Montgomery wou via Nederland hetzelfde doen om door te dringen naar het industriële hart van Duitsland, het Ruhrgebied. Voor beide plannen is wat te zeggen maar er zijn niet genoeg voorraden om beide operaties uit te voeren. Voor Eisenhower had een ding absolute prioriteit, een bruikbare haven dichtbij het huidige front zodat de stroom van voorraden weer snel op gang kan komen en er korte aanvoerlijnen ontstaan. De haven van Antwerpen was op dat moment de enige haven in handen van de geallieerden. Daarom gaf hij opdracht om de opmars, die toch al bijna tot stilstand is gekomen, te stoppen en een break te nemen. Er kon dan gewerkt worden aan het operationeel maken van de Antwerpse haven en van daaruit de situatie verder beoordelen.

Dit is echter tegen de wens van Montgomery, hij is er van overtuigd dat met de voorraden die voor Patton bestemd zijn hij snel kan oprukken. Het aandringen van Montgomery bij Eisenhower leid zelfs tot een conflict tussen de twee. Waarschijnlijk spelen de V2 lanceerinstallaties die in Nederland staan opgesteld en dagelijks slachtoffers maken in Engeland een rol bij het aandringen van Montgomery. De sleutel voor een besluit blijken uiteindelijk de enige reserves te zijn die Eisenhower tot zijn beschikking heeft. Het is het 1ste Geallieerde Luchtlandings Leger onder het bevel van Luitenant Generaal Brereton.


Eisenhower loopt al een tijd met de gedachte om dit leger in te zetten maar de opmars is zo snel verlopen dat het er nog niet van is gekomen om deze reserve in te zetten. Montgomery speelt het spel slim en betrekt dit leger bij zijn plan genaamd ‘Market Garden’. Als vervolgens blijkt dat de Duitse vlucht is gestopt en de linies sterker worden besluit Eisenhower om zijn goedkeuring te geven aan het plan onder een voorwaarde, het moet op korte termijn starten en het moet een snelle operatie zijn.

En zo komt dan het besluit tot stand voor operatie Market Garden. Het resultaat is erg belangrijk, het is het enige offensief wat gaat plaatsvinden op dit moment. Patton is razend. Zijn voorraden gaan naar Montgomery maar hij kan niets aan de situatie veranderen. De Britse 1ste Airborne Divisie staat te popelen om in aktie te komen, keer op keer is hun inzet voor een operatie afgeblazen omdat de opmars zo snel is verlopen.

De britse veldmaarschalk Montgommery had het gevoel dat de oorlog nog voor de kerst van 1944 kon worden beëindigd, indien de legers rechtdoor Nederland zouden stoten tot aan Arnhem en vervolgens oostwaarts zouden trekken om de Duitse Siegfried lijn heen en door het vlakke landschap van Noord Duitsland richting Berlijn.
Om dit te bereiken werden drie volledige luchtlandingsdivisies, het 1st British, het 101st US en het 82nd US Airborne divisions en een onafhankelijke brigade de 1st Polish Independent Parachute Brigade, ruim dertigduizend man plus materieel en voorraden, achter de Duitse linie "gedropt".
Vervolgens was het hun taak om snel en efficiënt een aantal belangrijke bruggen over de Maas, Waal en Rijn te bezetten en bezet te houden. Deze bruggen bevonden zich in een "corridor" die loopt vanaf de frontlijn aan de Belgisch-Nederandse grens via Eindhoven, Son, Veghel, Uden, Nijmegen tot aan het ruim honderd kilometer verderop gelegen Arnhem. Dit deel van het plan is "Market" genoemd.

Op het moment dat de parachutisten boven hun landingszones zouden springen, zou vanaf de Belgische grens door eenheden van het 30ste Legerkorps het grondoffensief worden ingezet.
Zij zouden met grote snelheid oprukken om contact te leggen met de parachutisten die de bruggen zouden bezetten. Dit was nodig omdat de parachutisten maar licht bewapend waren en het maar voor een beperkte tijd zouden kunnen uithouden zonder de steun van de grondtroepen, tanks en artillerie. Dit deel van de operatie werd door de geallieerde plannenmakers "Garden" genoemd.

In de ochtend van de 17e september 1944 was het dan zover en steeg in Engeland het grootste luchtlandingsleger aller tijden op en begon aan de reis richting het doelgebied, Nederland.
Zowel onder de burgers op de grond die de vliegtuigen "en masse" zagen overkomen, als onder de manschappen die zich in die vliegtuigen bevonden heerste een gevoel van "nu gaat het gebeuren".
In de transportvliegtuigen en gliders ( dit zijn zweefvliegtuigen) bevond zich de eerste "lift" van de 1st Allied Airborne Army en zij werden begeleid door honderden jachtvliegtuigen die uit alle hoeken van Engeland waren verzameld.
Zij moesten de luchtvloot tegen aanvallen van de Duitsers beschermen.


En zo daalde verspreid over verschillende landingszones de eerste "lift" neer op Nederlandse bodem.
Het overbrengen zou plaatsvinden in drie afzonderlijke "lifts", hetgeen een ernstige belemmering was voor de commandanten op de grond, zij beschikten niet meteen over de volledige gevechtskracht van de divisies om de aanval te beginnen.

Maar op die zondag in september verliep alles nog goed, de meeste manschappen en hun materieel kwamen daar terecht waar zij volgens de plannenmakers in Engeland behoorden te landen.
En langzaam aan begonnen de diverse eenheden zich te verzamelen en begaven zich in de richting van de hun opgegeven doelen. Eenheden ondervonden nog weinig tegenstand en de eerste "lichte" doelen werden spoedig bereikt, de stemming was toen nog goed.
Dit kwam mede doordat de Duitsers volledig waren verrast door deze aanval en maar langzaam de aard en omvang begrepen.

Naarmate de uren (en dagen) verstreken ontstonden ook de eerste problemen voor de geallieerden. De volgende "lifts" werden vertraagd door slecht weer in Engeland, de bekende mist.
Daarnaast was radiocontact zo goed als onmogelijk, aangezien de apparaten niet goed bleken te functioneren in de beboste gebieden rond Arnhem. Ook bleken op dat moment twee tank divisies, het 9e SS Hohenstaufen en het 10e SS Frundsberg, van de Duitsers zich in de bossen rond Oosterbeek te hebben teruggetrokken voor rust en onderhoud aan het materieel.

Deelvraag 3
Welke risico’s zaten eraan vast?

De Garden van operation market garden was de grond offensief tegen de duitsers vanuit het bevrijde België Op 17 september zou het Britse 30e Legercorps vanuit het bruggenhoofd in België via een 'tapijt' met de codenaam 'Market' van luchtlandingstroepen oprukken via Valkenswaard, Eindhoven, Veghel, Grave, Nijmegen en Arnhem naar het IJsselmeer. Het tapijt zal worden gelegd door de 101e Amerikaanse Airborne divisie bij Eindhoven, de 82e Amerikaanse Airborne divisie bij Nijmegen en de 1e Britse Airborne divisie aangevuld met Poolse parachutisten bij Arnhem.
Volgens de informatie waarover de geallieerden beschikten werden de strategisch cruciale bruggen over de Nederlandse rivieren slechts bewaakt door Duitsers die slecht bewapend en in de minderheid waren.


De Belgisch & Nederlands - Duitse grens van Belgie tot Nijmegen is beschermd met de sterke Duitse ‘Westwall’ of door de geallieerden ook wel genoemd: Siegfriedlinie.

Een lange lijn van verdedigings - werken bestaande uit bunkers en allerlei stellingen. Op de kaart is duidelijk te zien dat Montgomery boven langs deze linie wil trekken om zo het gebied achter de Westwall te veroveren. Als dit belangrijkste Duitse industriegebied in handen zou vallen van de Geallieerden dan zou Duitsland vrijwel geen oorlogsindustrie meer tot de beschikking hebben en is de nederlaag onvermijdelijk geworden.

Het plan laat op de kaart echter ook duidelijk een zwak punt van de operatie zien. De grote afstand die de grondtroepen moeten afleggen om bij Arnhem te komen. Ze moeten over een lange smalle weg optrekken. Deze route wordt later Hells Highway genoemd (de weg door de hel).

Het is juist vanwege die redenen dat de Duitsers in 1940 Nederland op een andere manier hebben aangevallen namelijk door een opmars van oost naar west langs de rivieren.

Het is ook om die reden waarom de Franse troepen in mei 1940 niet in staat zijn om Nederlandse troepen te helpen. Deze afspraak is in het diepste geheim tussen de twee landen gemaakt wanneer Duitsland een aanval zou doen op Frankrijk via Nederlands grondgebied.

Op basis van bovengenoemde factoren werden een aantal beslissingen genomen. De Divisie zou bij daglicht landen op 3 opeenvolgende dagen. Iedere dag een vlucht.
Op de eerste dag zou de lst Parachute Brigade per parachute landen ten westen van Wolfheze. Hun taak: een snelle opmars naar Arnhem en het veroveren van de Spoorbrug, Schipbrug en Verkeersbrug over de rivier de Rijn. Tegelijkertijd zouden andere delen van de 1st Airlanding Brigade, Divisional Headquarters en zoveel mogelijk ondersteunde eenheden met zweefvliegtuigen landen ten noord-westen van Wolfheze. Zij zouden de landingsterreinen veilig stellen voor de landingen van de volgende dag. De ondersteunden eenheden namen ook artillerie en anti-tank kanonnen mee. Voor deze landing op de eerste dag waren 161 transport toestellen nodig voor de parachutisten en nog eens 297 vliegtuigen en gliders voor de andere eenheden.

Op de tweede dag zou de 4th Parachute Brigade landen op een terrein tussen Planken Wambuis en het spoor evenals de rest van de Airlanding Brigade. Zij zouden arriveren met 126 vliegtuigen voor parachutisten en 305 zweefvliegtuigen. Tegelijk zouden 35 vliegtuigen voorraden droppen.
Op de derde dag zo de 1st Polish Parachute Brigade Group landen iets ten zuiden van de verkeersbrug te Arnhem. Men ging er vanuit dat tegen die tijd het meeste luchtafweer wel zou zijn uitgeschakeld. Ze zouden arriveren met 114 vliegtuigen voor parachutisten en 45 zweefvliegtuigen. Ook zouden op de derde dag 163 vliegtuigen voorraden droppen voor de 1st Airborne Division.

Wanneer de landingsterreinen niet meer nodig zouden zijn zouden de Airlanding Brigade + de 4th Parachute Brigade + de 1st Polish Parachute Brigade Group een verdedingslinie vormen rond Arnhem. De 1st Parachute Brigade die de bruggen bezetten zouden in reserve worden gehouden.


Deelvraag 4
Wat ging er goed en wat ging er fout?

In de ochtend van de 17e september 1944 was het dan zover en steeg in Engeland het grootste luchtlandingsleger aller tijden op en begon aan de reis richting het doelgebied, Nederland.
Zowel onder de burgers op de grond die de vliegtuigen "en masse" zagen overkomen, als onder de manschappen die zich in die vliegtuigen bevonden heerste een gevoel van "nu gaat het gebeuren".
In de transportvliegtuigen en gliders bevond zich de eerste "lift" van de 1st Allied Airborne Army en zij werden begeleid door honderden jachtvliegtuigen die uit alle hoeken van Engeland waren verzameld.
Zij moesten de luchtvloot tegen aanvallen van de Duitsers beschermen.

En zo daalde verspreid over verschillende landingszones de eerste "lift" neer op Nederlandse bodem.
Het overbrengen zou plaatsvinden in drie afzonderlijke "lifts", hetgeen een ernstige belemmering was voor de commandanten op de grond, zij beschikten niet meteen over de volledige gevechtskracht van de divisies om de aanval te beginnen.

Maar op die zondag in september verliep alles nog goed, de meeste manschappen en hun materieel kwamen daar terecht waar zij volgens de plannenmakers in Engeland behoorden te landen.
En langzaam aan begonnen de diverse eenheden zich te verzamelen en begaven zich in de richting van de hun opgegeven doelen. Eenheden ondervonden nog weinig tegenstand en de eerste "lichte" doelen werden spoedig bereikt, de stemming was toen nog goed.

Dit kwam mede doordat de Duitsers volledig waren verrast door deze aanval en maar langzaam de aard en omvang begrepen.

Naarmate de uren (en dagen) verstreken ontstonden ook de eerste problemen voor de geallieerden. De volgende "lifts" werden vertraagd door slecht weer in Engeland, de bekende mist.
Daarnaast was radiocontact zo goed als onmogelijk, aangezien de apparaten niet goed bleken te functioneren in de beboste gebieden rond Arnhem. Ook bleken op dat moment twee tank divisies, het 9e SS Hohenstaufen en het 10e SS Frundsberg, van de Duitsers zich in de bossen rond Oosterbeek te hebben teruggetrokken voor rust en onderhoud aan het materieel.

De Amerikaanse para's kregen bijna alle bruggen in handen, behalve de verkeersbrug bij Nijmegen en hadden contact gemaakt met de voorste eenheden van het grondoffensief.
In tegenstelling tot hun Amerikaanse collega's moesten de Britse parachutisten (Red Devils) rondom Arnhem het nog zonder de steun van de grondtroepen doen, zij bevonden zich in de meest vooruitgeschoven positie achter de Duitse linies.
Oorzaak hiervan was dat de grondtroepen minder snel konden doorstoten naar het noorden dan was gepland, omdat al het materieel over een smalle weg (Hells Highway) moest worden vervoerd en er onverwacht veel tegenstand werd ondervonden van de Duitse eenheden.
Maar veel erger was het feit dat de Britten de belangrijke verkeersbrug bij Arnhem nog niet volledig hadden weten te bezetten. Zij kregen slechts één deel van de brug in handen, de Noordelijke zijde en dit slechts met een totaal ontoereikend aantal manschappen van diverse eenheden van de divisie. Andere delen van de divisie probeerden uit alle macht de belegerde mannen bij de brug te bereiken, maar strandden steeds weer op zware Duitse weerstand, uiteindelijk moesten zij opgeven.
Desondanks hoopte de kleine strijdmacht bij de brug op het op tijd aankomen van de grondtroepen zodat een gezamenlijke aanval vanuit het zuiden en noorden de brug alsnog in geallieerde handen zou doen vallen.

De Amerikaanse para's begrepen de situatie waarin hun Britse collega's verkeerden en met de hulp van tanks van de grondtroepen, zetten zij een alles of niets aanval in om de Waalbrug bij Nijmegen in handen te krijgen.
Na een felle en meedogenloze aanval, waarbij aan beide kanten veel slachtoffers vielen, slaagden de para's in hun opzet. De laatste hindernis in de corridor naar Arnhem was genomen en vele uren achter op schema rolden dan eindelijk de tanks van het Dertigste legerkorps over deze zo belangrijke verkeersbrug bij Nijmegen.

Alles wat de dodelijk vermoeide para's nu verwachtten was, dat de tanks als een razende zouden optrekken naar Arnhem om de Britten zo snel mogelijk te ontzetten uit hun benarde positie. maar de Britten bleven in en om Nijmegen zitten. De tankcommandanten hadden hun orders om te wachten op de infanterie.

Rond de brug in Arnhem was de situatie inmiddels hopeloos. Door een gebrek aan munitie, medicijnen en manschappen besloten de Britse para's hun posities te verlaten en terug te trekken naar de eigen linies buiten de stad. Er werd besloten om terug te vallen op het gebied rond Oosterbeek dat nog redelijk stevig in handen was.
Doordat de Duitse aanvallen steeds heviger werden en hulp van het 30ste Legerkorps uitbleef, was alle hoop gevestigd op de Poolse paratroopers. Maar ook de komst van de Polen zou geen verlichting brengen. Na hun landing in de omgeving van Driel kregen ook de Polen te maken met felle Duitse tegenstand. Slechts een handje vol manschappen wist de Britten in Oosterbeek te bereiken.
Omdat de situatie nu echt uitzichtloos was geworden werd op 26 september 1944 besloten om de resterende manschappen terug te trekken. Ondanks de inzet van de Britse, Amerikaanse, Canadese en Poolse militairen kwam Operatie Market Garden tot een triest einde.
De brug over de Rijn in Arnhem bleek
"A bridge too far".
De verliezen aan geallieerde kant waren enorm. Gedurende de 9 dagen dat Operation Market Garden duurde bedroeg het aantal aan doden, gewonden en vermisten meer dan 17.000 manschappen.

redenen steeds weer terug:
* het verzuim van het 30e Britse corps om na de verovering van Antwerpen door te stoten naar Woensdrecht en de Kreekrakdam -om de achterdeur waarlangs het 15e Duitse Leger wilde ontsnappen- in het slot te gooien. Daardoor konden die manschappen ontkomen en worden ingezet bij Arnhem.
* de 80.000 Duitsers met een formidabele uitrusting rukten daardoor via Walcheren en Zuid-Beveland op naar Noord-Brabant. Van Duitse zijde is later vastgesteld dat de Wehrmacht in die dagen inderdaad rijp was voor de genadeslag. Toen Market Garden na de eerste vier dagen vastliep, kwam dat in belangrijke mate door de pressie van eenheden van het 15e Leger. Market Garden raakte in het slop, de tijdschema's klopten niet meer, Nijmegen werd pas in de middag van 20 september bereikt, 36 uur te laat.
* De gesprongen brug bij Son veroorzaakte ruim 8 uur vertraging bij de opmars van het grondleger.

* De geallieerde logistiek klopte niet. Het gehele Britse 30e corps met meer dan 20.000 voertuigen, waaronder vele zware rupsvoertuigen, moest over één smalle weg van Valkenswaard naar Nijmegen oprukken. Vanuit Eindhoven leiden niet meer wegen naar Nijmegen dan die ene route via Son, Veghel en Grave.
* Het belangrijkste voordeel van de inzet van luchtlandingstroepen is het verrassingselement. Dat kan alleen als je zo dicht mogelijk aan twee kanten van het te veroveren object wordt gedropt. Zowel bij Arnhem als bij Nijmegen moesten de parachutisten nog vele kilometers afleggen om bij hun doel te komen.
Toch is het niet juist te spreken van een compleet mislukte operatie. Een groot deel van de doelen was immers wel gehaald. Het zuiden van Nederland was bevrijd en op één na waren alle bruggen ingenomen.
Het feit dat de belangrijkste brug, die van Arnhem echter, in Duitse handen bleef had enorme gevolgen. Was het de geallieerden immers gelukt om door te breken dan had de weg naar Berlijn voor hen open gelegen. De voorspelling er nog voor de kerst te zijn was dan waarschijnlijk wel gehaald. Berlijn was dan door de westelijke geallieerden bevrijd en niet door de Russen. Duitsland zou waarschijnlijk niet in tweeën zijn gedeeld en ook Polen, Hongarije en Tsechië hadden niet nog eens 40 jaren gezucht onder het juk van de Sovjets.
Bovendien was de tweede wereldoorlog in Europa dan een half jaar eerder afgelopen geweest. Dat had honderdduizenden slachtoffers gescheeld. Er was misschien geen Ardennenoffensief geweest en geen Slag in het Hürtgenwald en ook zou Nederland de hongerwinter bespaard zijn gebleven. Tenslotte zouden ook de genadeloze geallieerde bombardementen op de Duitse steden een half jaar eerder gestaakt zijn. Zo bezien kende de Slag om Arnhem eigenlijk alleen maar verliezers.
De troepen bij Grave verliezen geen tijd en bestormen meteen na de landing de brug. Het kost ze een uur om hem te veroveren.

De hele nacht zien de Duitse verdedigers drukke activiteit bij het XXXste Britse legerkorps, er hangt iets in de lucht. Maar wat er precies op stapel staat is onduidelijk. Met een massale luchtlanding, tientallen kilometers achter het front houdt niemand serieus rekening.

Om 14:15 begint een zwaar artillerie bombardement op de Duitse verdediging. Tegelijk zetten de eerste tanks zich in beweging en het grondoffensief is begonnen. Al gauw stuiten de Britten op sterke Duitse tegenstand. Negen tanks worden buiten werking gesteld door Duits pantserafweergeschut. De wrakken blokkeren de smalle weg naar Eindhoven en veroorzaken vertraging..

Montgomery schreef over september 1944 dat Market Garden 'voor negentig percent een succes' was. Dat moge waar zijn als optelsom van de veroverde bruggen, maar de brug van Arnhem veroverde hij niét - en dit ontmaskert de frase. Market Garden bereikte niet zijn uiteindelijke tactisch doel: de Zuiderzee, laat staan enig strategisch doel: een springplank voor een onmiddellijke pantserstoot naar Westfalen. Wranger dan Montgomery karakteriseerde Waren het resultaat van de operatie: 'Een saillant van tachtig kilometer - die nergens heen leidde'. Hoe kwam het daartoe? Wij moeten onderscheid maken tussen planning en uitvoering van het concept; daarbij was soms dat wast misliep in de uitvoering inherent aan onjuiste planning. Nu is het met wijsheid achteraf makkelijk praten, vrij van de fog of war, zonder het kabaal van de slag dat de zenuwen sloopte en de voortdurende spanning die van hoog tot laag dodelijk vermoeiend uitwerkte. Wat de planning betreft moet voorop worden gesteld de in complexiteit gebrekkige bevelsstructuur. 'De operatie werd opgezet door mensen die te laag op de bevelsladder stonden,' schreef Galvin. Eisenhower volgde de ontwikkeling op een afstand, Montgomery heeft zich nauwelijks met zijn voor hem ongewoon gewaagde geesteskind bemoeid. De planning voor Market werd overgelaten aan Brereton en Williams (luchttransport) en voor de verdere operaties van de luchtlandingstroepen aan Browning en zijn drie divisiestaven. Garden werd overgelaten aan Dempsey en zijn drie legerkorpscommandanten. Hoewel de Amerikaanse Airborne-generaals de gemaakte afspraken nog op topniveau ter discussie hebben gebracht, stelde Brereton later, dat Eisenhower en zijn staf degenen hadden moeten zijn die het doel hadden moeten aanwijzen en de coördinatie met de landstrijdkrachten hadden moeten realiseren. Daarbij ontbrak lange-termijnplanning: wat had Market Garden nu eigelijk op het oog? Uit de operatieplannen worden wij niet veel wijzer; die zien niet verder dan een opmars naar Nunspeet, richting Zuiderzee, onder meer 'om de Sigfriedlinie te overvleugelen'. Daarenboven was aan Browning nauwelijks een rol toebedeeld. Eerst moest hij zich schikken naar de wensen van de luchtmacht, daarna zou hij ondergeschikt worden aan Dempsey, zodra diens troepen hem zouden bereiken. Voor een zelfstandig functionerend hoofdkwartier kreeg hij dan ook geen optimale uitrusting mee. Over de Amerikaanse 82nd Division hij niet het operationeel bevel., met de Britse 1st Division had hij de eerste dagen geen rechtstreekse verbinding; alleen via Londen en de Ondergrondse bereikten hem sporadisch berichten. Zijn contacten met de Tweede Tactische Luchtmacht (die zich eerst nog in Frankrijk bevond!) moesten eveneens via Londen lopen en leidden - een ten onrechte verwaarloosd aspect van de slag - tot ten enenmale onvoldoende benutte luchtsteun. 2nd TAF moest bijna de helft van (slechts!) 95 aanvragen vie haar van Browning bereikten, afwijzen door gebrek aan exacte doelaanduiding. Kortom een tekort aan management proces dat moderne oorlogvoering vereist: coördinatie en integratie van menselijke en technische middelen om het gewenste resultaat te bereiken. Lnage-termijnplanning was vrijwel onmogelijk door de haast waarmee het plan ontstond (door de komst van de V-2's plotseling in zijn uiteindelijke vorm gedicteerd) en waarmee het moest worden uitgewerkt. Eerde al werd gerept over de verbrokkeling van de Airbornes door gebrek aan transportmogelijkheden. Het invliegen van verse troepen en materiaal vereiste goed weer en dat was speculeren voor een derde week van september. En de uitvoering? Zowel bij Arnhem als Nijmegen landden de Airbornes niet alleen te ver van hun doel (mede op grond van achteraf overdreven gebleken inlichtingen over FLAK-opstellingen), maar ook niet aan weerszijden van de bruggen, doorgaans een voorwaarde voor onmiddellijk succes. Succes dat de Duitsers boekten aan de Moerdijk in 1940 en nu de 82nd aan de Maasbrug bij Grave en de 101st in Veghel. Daartegenover stond wel het voordeel van een minder versnipperde dropping. De stoot van het grondleger speculeerde op een snelle opmars van tanks. Maar het terrein leende zich lang niet overal tot ontplooiing van pantsertroepen: in feite was het één smalle weg, kwetsbaar op beide flanken, naar de Betuwe, die bij uitstek ongeschikt was voor een aanval met tanks.
Hoofdvraag


Had Operation Market Garden eigenlijk wel een kans van slagen?
Nee, Operation Market Garden had geen kans van slagen. De bruggen werden te zwaar beveiligd en bewaakt door de Duitsers. Echter de luchtlandingstroepen van de Geallieerden waren verkeerd bewapend en hadden geen tot weinig tank- en luchtsteun. Ook de aanvoerlijn naar de luchtlanding divisie in onder andere Nijmegen en Arnhem kwam te laat of helemaal niet. Aan de geallieerde kant vielen veel te veel slachtoffers. In tegenstelling tot luchtlanding in Normandië, waar veel minder eenheden en materialen werden gedropt, verliep de hele luchtlanding in een grote chaos. In Normandië was er een veel groter gebied waar de troepen werden gedropt en een veel groter gebied om te opereren. In Nederland tijdens de operatie moesten de luchtlandingdivisies in grote getallen de bruggen proberen te veroveren terwijl deze zwaar bewapend werden. Ook waren er een hoop zo geheten missdrops. Deze missdrops kwamen recht op de Siegfried linie. Deze Siegfried linie was een linie die zwaar bewapend werd door de Duitsers en waar ze zelfs met volle tank ondersteuning al hele maal geen kans van slagen zouden hebben.

Ondanks dat veel mensen zeggen dat de hele operatie mislukt was, is dit niet helemaal waar. Of zoals Montgomery zei: De Operatie is voor 90% gelukt. De bruggen in Nijmegen, Grave en Eindhoven werden ingenomen. Alleen de brug in Arnhem werd niet ingenomen. De brug bij Arnhem was dus eigenlijk ‘A bridge to far’, oftewel de brug bij Arnhem was één brug te veel van het goede. Wij zijn na onderzoek er achter gekomen dat de Geallieerde legerleiding grote fouten heeft gemaakt bij het bedenken van het plan maar ook met het verzamelen van informatie. Dit zie je aan het feit dat veel waardevolle informatie die door het Nederlandse verzet werd door gegeven werd niet als serieus ervaart. Het werd zelfs compleet genegeerd. En juist deze informatie was een groot belang voor het slagen van de operatie. Als ze de informatie serieus hadden genomen en meer onderzoek hadden gedaan, waren ze uiteindelijk ook tot de conclusie gekomen dat de brug in Arnhem gewoon te zwaar bewaakt was en dat je die met alleen luchtlandingtroepen niet had kunnen innemen.

Operation market garden. De naam Operation Market garden kan je verdelen in Market en Garden. Market was de luchtlanding operatie die werd uitgevoerd door luchtlandingstroepen van de geallieerden. Garden was de grond operatie die de geallieerden uitvoerden om de luchtlandingstroepen te ondersteunen die de bruggen moesten veroveren.

Hells highway werd de weg genoemd die naar Arnhem liep. Deze weg – weg 69 maar later gedoopt tot hells highway – was een groot opstakel voor de geallieerden grondtroepen. De weg was smal en moeilijk begaanbaar. De tanks moesten hier achter elkaar rijden. Ook vielen de duisters deze weg vaak aan omdat ze hier de geallieerden makkelijk konden afsnijden en verassen. Doordat deze weg zo een groot obstakel werd ging er veel fout in de transport bij deze operatie. Zo kwamen veel spullen niet op tijd aan en kwamen de grondtroepen, dus de tanks en manschappen, te laat voor grond ondersteuning bij de luchtaanval.

Bronvermelding
Deelvraag 1
Schippers, H. (2008). Het Bevrijdingsmonument, herinnering aan 40-45. (03-11-2009). http://www.ed.nl/specials/canonvaneindhoven/article3332365.ece

Onbekend. (17-09-1994). Market Garden. Trouw.

Onbekend. (Onbekend). Market Garden. (03-11-2009). http://www.marketgarden.com/2010/NL/pagina2.html

Deelvraag 2
Onbekend. (Onbekend). Market Garden. (03-11-2009). http://www.marketgarden.com/2010/NL/pagina2.html

Onbekend. (Onbekend). Operatie Market Garden in de provincies Brabant en Gelderland. (03-11-2009).
http://www.marketgarden1944.nl/

Spijker, Rob. (Onbekend). Operation Market Garden. (03-11-2009). http://www.robspijker.nl/market/story.php

Deelvraag 3
Onbekend. (Onbekend). Market Garden. (03-11-2009). http://www.marketgarden.com/2010/NL/pagina4.html

Onbekend. (Onbekend). Operatie Market Garden in de provincies Brabant en Gelderland. (03-11-2009). http://www.marketgarden1944.nl/

Onbekend. (Onbekend). Market Garden. (03-11-2009). http://angel.gelderlander.nl/gelderlander/marketgarden/marketgarden.html

Deelvraag 4
Onbekend. (Onbekend). Market Garden. (03-11-2009). http://www.marketgarden.com/2010/NL/pagina4.html

Onbekend. (Onbekend). Operatie Market Garden in de provincies Brabant en Gelderland. (03-11-2009). http://www.marketgarden1944.nl/

Onbekend. (2004). Market Garden. (03-11-2009). http://angel.gelderlander.nl/gelderlander/marketgarden/marketgarden.html


REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.