Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Mao Zhedong

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 4864 woorden
  • 28 februari 2004
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
34 keer beoordeeld

2. Hoe is Mao Zhedong aan de macht gekomen? a. Confucius en het keizerrijk Confucius leefde waarschijnlijk van 551 tot 479 v. Chr. in het nu huidige China. Confucius was een filosoof en interesseerde zich vooral in het sociale gedrag van mensen. Volgens Confucius was er in het begin van de Koningen van Zhou (ca. 1000 v. Chr.) een centraal gezag. Iedereen kende zijn plaats in de maatschappij en nam de juiste omgangsvormen aan. Zo onderscheidde Confucius 5 soorten relaties, binnen iedere relatie zou er een hoger- en lager geplaatste persoon moeten zijn, de vijf relaties waren: 1. Tussen vorst en onderdaan. De onderdanen zijn verplicht tot loyaliteit, maar op zijn beurt moet de vorst er ook naar streven om een zo goed mogelijk vorst te zijn. 2. Tussen vader en zoon. De zoon is verplicht tot het juiste gedrag en de juiste liefde tegenover de vader. 3. Tussen man en vrouw. De vrouw moet volgzaam en gehoorzaam zijn. 4. De relatie tussen broers moet gebaseerd zijn op respect van de jongere voor de oudere broer. 5. Relaties tussen vrienden moeten berusten op vertrouwen. Geleidelijk werd Confucius’ leer door de keizer en zijn bestuurders toegepast. De opvolger van de keizer was meestal zijn zoon, dit noem je erfopvolging. Zo ontstonden dynastieën. Om het bestaan van een gehele dynastie (een familie die generatie na generatie regeert) te kunnen rechtvaardigen ontstond de theorie dat de hemel een volmacht aan het heersershuis had gegeven om te mogen besturen, het Hemels Mandaat. Als vertegenwoordiger van de hemel op aarde, kon alleen de keizer bemiddelen tussen hemel en aarde. Als er wanorde (bijvoorbeeld epidemieën en hongersnoden) was op aarde, was dat de schuld van de deugdzaamheid van de keizer en het bestuur. Het volk had dan recht om in opstand te komen, het vorstenhuis ten val te brengen en een nieuwe dynastie aan de macht te brengen. In 221 v. Chr. had voor het eerst iemand zich uitgeroepen tot keizer van heel China. Zo volgden de dynastieën elkaar op, het keizerrijk zou tot en met 1912 blijven bestaan. b. Invloed van het Westen en de Opiumoorlog (1839-1842) De Chinese naam voor China, Zhong-guo, betekent letterlijk Rijk van het midden. Onder andere hieruit blijkt dat China een etnocentristische instelling had. Dat beeld werd alleen maar meer bevestigd omdat China omringd was door minder ontwikkelde landen. Met het buitenland werd niet erg veel handel gevoerd. Ook op politiek gebied werd er nauwelijks contact met het buitenland gezocht. Met uitzondering van Rusland, daar had China wel contact mee. De westerse regeringen werden evenals de buurlanden als onderschikt beschouwd. In de 19de eeuw kwam hier plotseling verandering in omdat de Chinezen belangstelling voor opium kregen. Deze opium werd verhandeld door Britse opium handelaren (de opium werd geïmporteerd uit Brits-Indië. Een verbod van de Chinese regering op opiumhandel hielp niet. De illegale opiumhandel bleef sterk groeien. Men schat dat meer dan 2 miljoen Chinezen aan opium verslaafd raakten. In 1839 liet de Chinese regering alle Britse opiumvoorraden in Guangzhou verbranden. Als reactie daarop stuurden de Britten een vloot en een leger, hiermee was de opiumoorlog begonnen. Deze oorlog wonnen de Britten met een gigantische overmacht. Dat kwam met name doordat de Chinezen niet gewend waren om oorlog te voeren en dus ook geen oorlogsindustrie hadden. Ze waren gelovig en gingen de Britten te lijf in draken pakken in de hoop ze op deze manier af te schrikken. De Britten lachten hen uit en pasten vervolgens hun gevechtstechnieken en superieure wapens toe. Zo wonnen de Britten in 1842 de Opiumoorlog. Er volgde een verdrag waarbij alle Engelse eisen werden ingewilligd; rechtstreekse vrije handel, verdragshavens en buitenlandse handel zonder controle. Dit verdrag werd ook wel het ‘ongelijke verdrag’ genoemd.
c. Het keizerrijk komt ten einde Halverwege de 19de eeuw verzwakte de macht van de centrale regering. Door overstromingen, armoede, hongersnood en als belangrijkste, de regering kon het westen niet tegen houden. Zo werd China in 1895 aangevallen door Japan. De Chinese regering zag nu ook wel in dat China gemoderniseerd moest worden. Dus probeerde de Chinese regering hervormingen in te voeren. Doordat er hervormingen in het onderwijs waren waardoor veel Chinezen naar het buitenland gingen om te studeren, ontstond er een nieuwe bevolkingsgroep: jonge intellectuelen met westerse denkbeelden. Hun denkbeelden waren nationalistisch en revolutionair. In 1911 brak er een opstand uit, dus werd geleid door legerofficieren. Vier maanden later deed de laatste keizer afstand van de troon. En werd Sun Yatsen president. Hij was lid van een revolutionaire beweging (de Revolutionaire Liga), de latere Guomindang (de Nationalistische Partij) genoemd. Hij wilde de hervormingen voortzetten, en formuleerde de Drie Volksbeginselen: nationalisme, democratie en welzijn voor het volk. Maar dat mislukte, China viel uiteen in onafhankelijke provincies geregeerd door militaire dictators, ook wel warlords genoemd. In 1919 kwam er een revolutionaire beweging opgang, de Vier Mei Beweging. De Tweede Wereldoorlog liep ten einde in 1918. De Chinezen hoopten dat ze door het Verdrag van Versailles, de onder Duitse dwang afgestane gebieden terug zouden krijgen. Maar de Japanners hadden de westerse mogendheden ertoe overgehaald de Duitse rechten als deel van het verdrag aan hen over te dragen. China voelde zich verraden en op vier mei 1919 begon een periode van onrust en protest. Dit was het begin van de ontwikkeling van het nationalisme en communisme. De Vier Mei Beweging keerde zich tegen het westerse imperialisme maar liet zich wel inspireren door westerse ideeën zoals nationalisme en gelijkheid. In 1925 Overleed Sun Yatsen en nam Chiang Kaishek het leiderschap over van de GMD (Guomindang). Er kwam tevens nog een andere partij tot stand. Na de Russische oktoberrevolutie van 1917 ging er van het marxisme-lenisme een sterke aantrekkingskracht uit, op de Chinezen. Dat was de belangrijkste reden dat in 1921 de CPC ( Communistische Partij China) tot stand kwam, want in tijden van nood gaat men extremer denken, in dit geval het communisme. d. De strijd tussen de GMD en CPC en de Lange Mars In 1927 begon Chiang Kaishek een actie tegen de communisten, daarbij werden duizenden communisten gedood. In 1928 had de GMD een groot gebied van China heroverd. De GMD richtte hun partijprogramma met name op de stedelingen. De communisten daarentegen richtten hun partijprogramma op de mensen van het platteland. Maar door de actie in 1927 vluchtte veel communisten naar bergstreken van Jiangxi, waar zij guerrillabases opbouwden en in 1931 een communistisch republiek stichtte. In 1934 werden zij door de GMD uit dit gebied verdreven, er volgde een achtervolging. Op een gegeven moment werd de CPC omsingeld door de GMD, de CPC slaagde uit de omsingeling te ontsnappen. Ze vluchtten naar het Noorden. Deze tocht wordt nu de Lange Mars genoemd. En het heeft in totaal ruim een jaar geduurd en ze hebben ruim 10.000 km af gelegd (volgens de Chinese propaganda, maar in werkelijkheid was het 6000 km). De mars werd ‘s nachts afgelegd want als ze over dag liepen waren ze een makkelijkere prooi voor de GMD. Dat was niet geheel zonder gevaren. Omdat ze hoge bergpassen moesten oversteken waarvan de wegen aan ravijnen grensden. Daarnaast waren de nachten in de bergen erg koud en kregen veel mensen bevroren ledematen en zij konden de reis niet voort zetten. Het dieptepunt tijdens de Lange Mars was de Loeting-brug. Tijdens de achtervolging trokken ze via hoge bergpassen, soms was de vijand (GMD) hun voor maar soms ook achter hen. Tijdens een van de tochten door het hoog gebergte, kwamen ze aan bij de Loeting-brug. Het was een brug tussen twee bergpassen, waar de CPC over heen moest gaan. De brug was gebouwd van ijzeren kettingen en houten planken. Maar de houten planken lagen aan de overzijde van de brug. Dus eerst moesten een aantal mensen naar de overkant om die planken weer op de brug te leggen. Maar aan de overkant stond tevens het leger van de GMD met mitrailleurs. Uiteindelijk zijn ze de brug in 2 dagen over gestoken maar er zijn wel honderden mensen gedood. In totaal zijn van de 100.000 man die vertrokken, zijn er minder dan 10.000 op de eindbestemming (Yanan) aan gekomen. Van de mensen die niet aankwamen op de eindbestemming zijn heel veel mensen overleden aan voedsel tekorten, kou en vermoord door de vijand. Tijdens de Lange Mars heeft Mao veel aanzien gekregen, en heeft hij een hoge leidinggevende positie verworven binnen de CPC, uiteindelijk werd hij later de absolute leider. De Lange Mars was een vlucht, om uit de handen van de vijand te blijven, tegelijkertijd was het ook bedoeld als revolutie. De Lange Mars was de eerste communistische revolutie, er zouden nog velen volgen. e. Yanan De CPC had zich nu volledig gericht op het platteland. Dat kwam omdat die mensen het grootste deel van de bevolking vormden en makkelijkst beïnvloedbaar waren. Omdat zij het slechts waren behandeld in voorgaande tijden en verlangden naar gelijke behandeling. En dat was wel redelijk op één lijn met de communistische ideologie. In Yanan ging de CPC verder met het ontwikkelen van revolutionaire ideeën. Zo werd het Rode Leger op gericht. Het was een leger dat bestond uit arme boeren, ze werden geschoold met de leer van Marx en zij werden geleerd dat ze een revolutie tot stand moesten brengen. Het voornaamste doel van de revolutie was herverdeling van het land, rijke boeren werden gedwongen hun land af te staan aan de arme boeren. Yanan werd een gebied waar het communisme werd getest, er werd gekeken wat er moest gebeuren later in heel China. f. De CPC grijpt de macht In 1937 werd de GMD aangevallen door Japan, daardoor kon de GMD de jacht op de communisten niet meer zo intensief voortzetten. De GMD’s gevechten verliepen niet zo succesvol. De CPC deed het veel beter dat kwam onder andere door hun guerrillatactiek. In 1936 werd Chiang Kaishek met een aantal van zijn generaals ontvoerd door de communisten en werd gedwongen samen met de communisten 1 front te vormen: het Verenigd Front. Dit was de eerste keer dat de GMD en CPC gedwongen vreedzaam samenwerkten, al waren er wel regelmatig conflicten. Uiteindelijk wonnen de Chinezen de strijd. Direct na die strijd brak er een gigantische burgeroorlog uit. Die duurde enkele jaren, uiteindelijk veroverde het Rode Leger (o.l.v. Lin Biao) heel China en riep Mao Zhedong op 1 oktober 1949 in Beijing de Volksrepubliek China uit. 3. De opbouw van communistisch China a. De periode tussen 1949 tot 1953 De periode van 1949 tot 1953 wordt ook wel de ‘wittebroodsweken’ van de Chinese revolutie genoemd. Er was tijdens de Guomindang al veel veranderd, zoals de afschaffing van de voorouderverering, het voeten binden en het concubinaat. Daarnaast kregen vrouwen ook erfrecht en werd scheiden toegestaan. Door de Communistische partij werd er sociaal nog meer veranderd. In 1950 kwam de grootste verandering voor de vrouwen, de huwelijkswet werd afgeschaft, man en vrouw waren gelijk voor de wet. Jongeren waren vrij in het kiezen van een huwelijkspartner en de huwelijksleeftijd werd verhoogd. Toen de communistische partij aan de macht kwam dacht de bevolking dat er een eind kwam aan de economische onderontwikkeling en de sociale ongelijkheid. Want in de propaganda stond dat de communistische partij het volk de weg zou wijzen naar een communistische maatschappij waarin uitbuiting en onderdrukking plaats zou maken voor gelijkheid, menselijke waardigheid en welvaart voor iedereen. Om deze plannen te verwezenlijken had de partij geld nodig, dat wilden ze doen door alle economische activiteiten tijdelijk in handen te laten van de particulieren, maar wel onder toezicht van de partij. Doordat het beleid van de partij op het platteland gericht was, had de partij tijdens de Lange Mars veel kennis opgedaan. Er werd in 1950 direct een begin gemaakt met de landhervormingen. In 1950-1953, werd er 46.6 miljoen hectare land verdeeld onder 3000 miljoen arme boeren. Dit leidde tot een grote productiestijging. Deze landhervormingen waren maar tijdelijke maatregelen gevolgd door een snelle collectivisatie. In 1953 werd het bezit collectief eigendom en ging het grootste deel van de opbrengst naar de staat.
b. De Grote Sprong Voorwaarts De Chinezen hadden weinig ervaring met de industriële ontwikkeling van het land. Daarom richtten zij zich op het Sovjet model van stedelijke industrialisatie vastgelegd in het Vijfjarenplan. Want in de Sovjetunie was het communisme al in praktijk gebracht. Het Eerste Vijfjarenplan begon in 1953 en duurde tot 1957 en moest uit landbouw opbrengsten worden gefinancierd. Het Vijfjarenplan bracht een aantal problemen met zich mee. Om die op te lossen en onafhankelijk te worden van de Sovjetunie voerde de Communistische Partij in 1958 (tot 1961) de Grote Sprong Voorwaarts in. Hierin wilden ze de groeiende werkloosheid tegen gaan en de landbouw industrialiseren. Dat wilden ze doen door: - Het gelijktijdig ontwikkelen van alle sectoren van de economie (Mao: ‘Het lopen op twee benen.’) - Maximaal voordeel halen uit de productie op grote schaal, d.m.v. volkscommunes. Het platteland werd gereorganiseerd in zo’n 26.000 volkscommunes. De gemiddelde omvang van een commune was 5.000 huishoudens. Bijna alles werd de bevolking afgenomen, materiele bezittingen waren niet meer van belang en families werden gescheiden. Er werd verwacht dat mensen hard werkten en maximaal produceerden. Ze kregen alles wat ze nodig hadden in de volkscommunes, daarom werd de bevolking niet betaald. Doordat eigen inbreng niet werd gewaardeerd resulteerde dit in dat de bevolking steeds minder hard ging werken waardoor de productie ook achteruit ging. Door de druk van de partij durfden de boeren niet de ware resultaten op te schrijven, de resultaten bleven dus stijgen (op papier). Het ontstaan van de volkscommunes was niet de enige verandering. De Partij wilde ook de staalproductie verhogen. Ze wilde dat iedereen daarbij hielp door zelfgemaakte kleine staaloventjes te maken in de achtertuin en alles van staal daar in te gooien. Met als gevolg dat daar lepels, pannen kozijnen enz. in gingen en er dus waardeloos staal geproduceerd werd. Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts werden er veel campagnes gehouden zoals de staaloventjes in de achtertuin maar ook de anti-mussen campagne (alle mussen moesten vernietigd worden, met als motto dat de mussen de gewassen opaten). Om de Grote Sprong Voorwaarts te realiseren kwamen er technici uit de Sovjetunie. Omdat China volgens de Sovjetunie te snel vooruit ging en bijna de Sovjetunie aan ontwikkelingen voorbij ging, trok de Sovjetunie in 1956 zijn technici terug. Dit wordt het Rode Schisma genoemd, de breuk tussen het ‘Rode’ China en de ‘Rode’ Sovjetunie. Deze breuk bleek later een van de oorzaken te zijn waardoor de Grote Sprong Voorwaarts mislukte. Het gevolg van de Grote Sprong Voorwaarts was een hongersnood waarin zo’n 30 miljoen mensen in omkwamen. In 1960 keerde men weer terug naar centrale plan economie. In 1964 was de economie weer enigszins hersteld. Tijdens de recessie trok Mao zich terug en stelde zich niet verantwoordelijk voor al de ellende. In de tijd dat Mao zich terug trok, nam Deng Xiao Ping de macht over en zorgde voor herstel. Toen Mao weer terug keerde in 1966 nam hij Deng kwalijk dat hij probeerde zijn macht af te pakken. Dit zorgde voor veel problemen en werd uiteindelijk het begin van de Culturele Revolutie. c. Massacampagnes Om al deze ingrijpende veranderingen in te kunnen voeren werden er massaorganisaties op gericht, zoals vakbonden, voor de jeugd en voor vrouwen, want die waren het makkelijkst te beïnvloeden. Vrouwen omdat die altijd al behoorden tot de onderlaag van de bevolking. Toen zij hoorden dat ze meer te zeggen kregen was dat al een hele grote stap in de goede richting en schaarden veel vrouwen zich achter de communisten. Kinderen omdat die heel makkelijk te vormen zijn, vooral vanaf zo’n 12 jaar. De massacampagnes waren de meest gebruikte middelen, zoals in 1951-1952 de Drie-anti’s en de Vijf-anti’s, in de Drie-anti’s waren de ambtenaren die nog onder de GMD hadden gewerkt het doelwit en in de Vijf-anti’s onderzochten arbeiderscomités hun eigen bazen wat meestal betekende dat het bedrijf collectief- of staatseigendom werd. Een andere heel belangrijk middel was de campagne: ‘Laat honderd bloemen bloeien’. Het oorspronkelijke idee daarvan was dat mensen kritiek konden uiten op het communistische systeem, daardoor konden de communisten de fouten er uit halen en het systeem beter laten werken. Maar tot de partij haar verbazing kwamen er heel veel negatieve reacties. Toen dit echter uit de hand liep, werd deze campagne weer snel af geblazen en werden de voornaamste “rechtse” critici gearresteerd. Halverwege 1957 greep de partijtop in, iedereen die een reactie had gegeven werd het doelwit van de Anti-rechtsen Campagne. Veel mensen (tussen de 300.000 tot 700.000) raakten hun baan kwijt of werden naar het platteland gestuurd om de zo gehete ‘gedachtenhervorming door arbeid’ te ondergaan. 4. Waarom was de culturele revolutie nodig? a. De culturele revolutie Door de mislukking van de Grote Sprong Voorwaarts was Mao’s positie sterk verzwakt, ook was er druk ontstaan vanuit het buitenland. China was in een soort isolement gekomen geworden na onenigheid met enkele buurlanden. Dit heeft er mede voor gezorgd dat Mao de binnenlandse banden met het volk wilde versterken door een soort massabeweging. Ook werd er voor de culturele revolutie nogal aan de gezondheid van Mao getwijfeld en kon deze revolutie bewijzen dat hij nog krachtig kon optreden. Daarnaast werd Mao paranoia, hij zocht achter iedereen ‘rechtse elementen’. De laatste reden voor het ontstaan van een culturele revolutie was dat het onderwijssysteem moest veranderen. Mao had officieel de leiding over de culturele revolutie, maar degenen die de revolutie echt op touw zetten was de kerngroep. De kerngroep was ook wel bekend als de Bende van Vier. De leiding lag bij Mao’s derde vrouw, Jiang Qing. De andere leden waren: Wang Hongwen, Zhang Chunqiao en Yao Wenyuan. Hun politieke ideeën werden uitgevoerd door de Rode Gardisten. De Culturele revolutie richtte zich vooral op de steden. Dit leidde ertoe dat veel scholen gesloten werden en er minder gewerkt werd in fabrieken. Er was geen orde meer in China. Op scholen werd vaak geen les meer gegeven. In het begin van de culturele revolutie leerden de scholieren op school de uitspraken van Mao uit hun hoofd, maar al snel werden de scholen een broedplaats voor de revolutie. Op scholen ontstonden verschillende groepen rode gardisten. De Rode Gardisten bestonden vooral uit jongeren die op universiteiten en middelbare scholen in China zaten. De Rode Gardisten waren fanatiek bezig met de politiek. Ze stonden achter Mao en waren tegen de ‘vier ouden’, dat zijn oude ideeën, oude cultuur, oude gewoonten en oude gebruiken. De Rode Gardisten waren ook vaak degenen die vaak de bijeenkomsten voor de ‘rechtse elementen’ leidden en ook degenen die hen beschuldigden. De ‘rechtse elementen’ (tegenstanders) waren vooral leraren en mensen met een hoge positie binnen de Communistische Partij. Om deze rechtse elementen op te pakken en de partij te hervormen had Mao hulp nodig van buiten de partij. Hij creëerde daarom al voor de revolutie machtbasissen buiten de partij. De belangrijkste hierbij was de PLA( People’s Liberation Army). De leider van deze PLA was Lin Biao. Hij schreef een boekje met daarin citaten van Mao en gaf dat rond 1962 uit. Dit is bekend geworden als het Rode Boekje. Hij liet de leden van het PLA dit bestuderen. Ook werd het onderwijsprogramma veranderd, er werd met name gebruik gemaakt van indoctrinatie. De leerlingen moesten de teksten en citaten van Mao leren, hierdoor ontstond een enorme cultus rond Mao. In 1964 legde Mao een lijst aan van negenendertig kunstenaars, schrijvers en wetenschappers die volgens hem aan de kaak moesten worden gesteld. Een van de namen op de lijst was Wu Han. De eerste echte actie die genomen werd in de culturele revolutie was tegen hem gericht. Wu Han was een schrijver en was de burgemeester van Peking en dus lid van de Communistische partij. Hij had een toneelstuk geschreven wat Mao als “rechts” betitelde. Het incident wat de Culturele revolutie onder de mensen bracht kwam in 1966, op de universiteit van Peking schreef een filosofieleraar op een poster kritiek op de leider van de universiteit waar hij werkte. Hij beschuldigde hem ervan dat hij de politieke activiteiten van studenten onderdrukte. De poster werd aan de muur van de universiteit gehangen. Mao heeft toen bevolen dat deze poster afgedrukt moest worden in de belangrijkste krant van China. Dit inspireerde talloze studenten door heel China om ook zulke ‘muurkranten’ te gaan maken, waarop ze hun leraren gingen bekritiseren. Het eigenlijke doel van de revolutie had volgens velen niets met cultuur te maken. Dit doel was het wegzuiveren van tegenstanders van Mao. Mensen die gezien werden als tegenstanders van Mao of van het communisten werden ‘rechtse elementen’ genoemd. De ‘rechtse elementen’ werden overal gezocht en gevonden. De definitie van ‘rechts element’ veranderde tijdens de revolutie zo vaak dat het eigenlijk geen betekenis meer had. Je kon rechts zijn doordat je kritiek had op Mao of de communistische partij, omdat Mao of iemand anders die tijdens de culturele revolutie macht had je niet mocht of om een andere reden. Mensen die als ‘rechts element’ werden bestempeld moesten vaak naar speciale bijeenkomsten komen waar ze zichzelf moesten bekritiseren en waar ze vaak werden geslagen en geschopt. Voor sommigen had dit geen verdere consequenties, anderen werden naar werkkampen gebracht, in de gevangenis gegooid of naar het platteland gestuurd om daar te werken, gedwongen tot zelfmoord of doodgeslagen. Er werden in de revolutie richtlijnen opgesteld voor alle soorten kunst, traditionele literatuur en kunst moesten vervangen worden door revolutionaire kunst. Alle kunst die niet als revolutionair werd gezien werd verboden en vernietigd. Er zijn hierdoor veel kunstschatten en literaire werken verdwenen. Het vernietigen van de kunst en literatuur gebeurde vooral door de rode gardisten. Op enkele uitzonderingen na moesten nieuw geschreven liedjes en toneelstukken een voorgeschreven aantal citaten van Mao bevatten. De kunst moest dus nu in dienst staan van de revolutie. Begin 1967 breidde de Culturele revolutie zich uit naar de industrie. In veel gevallen werden fabrieken bezet en namen revolutionairen het bestuur over. Ook namen de rode gardisten veel overheidsbureaus over. In de industrie keerde de culturele revolutie zich tegen de vakbondspolitiek, hierbij raakten rode gardisten vaak slaags met arbeiders. Uiteindelijk moest er iets gedaan worden aan de chaos, Mao en andere hoge partijleden probeerden een eind te maken aan de wanorde. Ze probeerden de rode gardisten matiger te laten worden en stuurden de arbeiders en boeren weer terug aan het werk. Het leger speelde hierbij een grote rol, zij zorgden dat de rust terugkeerde. De rode gardisten waren nu niet meer nodig en zij werden in veel gevallen naar het platteland gestuurd. Het leger kreeg na de culturele revolutie ook een grote vertegenwoordiging in de hoge gelederen van de partij. Het hele partijapparaat werd ook weer gereorganiseerd. Hierbij werden veel kaderleden voor heropvoeding naar zogenaamde Zeven-Mei kaderscholen gestuurd. b. De gevolgen van de culturele revolutie De culturele revolutie heeft veel gevolgen gehad voor de Chinese maatschappij, op de eerste plaats het aantal doden, dit ligt tussen de 10.000 en het miljoen. Tijdens de culturele revolutie was niemand zijn leven zeker, mensen moesten erg oppassen met wat ze zeiden en ook dingen die ze in het verleden hadden gedaan konden er voor zorgen dat ze als rechts element werden bestempeld. Dit bestempelen werd door kinderen gedaan. Vaak was het ook zo dat kinderen hun eigen ouders en hun eigen familie aangaven. Later kregen die kinderen er vaak spijt van, maar dan was het al te laat want de ouders waren veroordeeld en waren mentaal gebroken. Het belangrijkste gevolg was dus dat mensen mentaal gebroken waren. Veel Chinezen konden er niet langer tegen en pleegden zelfmoord. Het percentage wat zelfmoord pleegden is ook nog nooit zo hoog geweest als tijdens de culturele revolutie. Het gevolg van gebroken Chinezen was dat haast niemand meer iets durfde te zeggen. Mensen waren bang en er heerste een onderdrukte sfeer, veel mensen begonnen ook te twijfelen of de Communistische ideologie wel zo goed was. Economisch was er een korte tijd sprake van een regressie maar later werden de communes zelfstandiger en kwam er een economische groei. Het onderwijs veranderde drastisch, omdat het een aantal jaren had stilgestaan en toen in één keer weer op gang moest komen. Daarnaast moesten de kinderen ook weer naar school, maar ze hadden een achterstand opgelopen en liepen daardoor vaak 2 tot 3 jaar achter. Het grootste probleem was nog de leraren, haast niemand durfde nog les te geven na al die ontberingen en veel leraren konden ook geen les geven omdat ze mentaal gebroken waren. Veel van de mensen met hooggeplaatste functies binnen fabrieken, scholen, ziekenhuizen, overheidsinstellingen werden tijdens de culturele revolutie gekenmerkt als rechtse elementen. Zij werden daardoor van hun functie afgehaald en vervangen, de vervangers waren vaak incapabel voor de functie. De wetenschap is tijdens de culturele revolutie in China dan ook sterk achteruitgegaan en liepen daardoor sterk achter op de rest van de wereld. Dit zorgde ervoor dat China enigszins uit z’ n isolement kwam. 5. De communistische ideologie a. Karl Marx, het Marxisme Karl Marx werd geboren op 1818 (hij overleed in 1883) in Trier (Duitsland) als zoon van een rechtsgeleerde, zijn moeder was een Nederlandse. Oorspronkelijk waren zij Joods maar de vader van Karl was Protestants geworden. Karl groeide op in een gematigd liberaal gezin. Karl ging na de middelbare school in Trier in oktober 1835 (op 17-jarige leeftijd) rechten studeren aan de Universiteit te Bonn. Marx ging vooral naar die Universiteit omdat daar een Poetenbund (dat is een bond waarin leden zitten die hun radicale vrijheidsidealen koesteren en uiten) onder de studenten is, daar voegde Karl zich bij. Najaar 1836 stapte Karl over van Bonn naar Berlijn en ging daar filosofie studeren. Overigens heeft hij tussen die wisseling van universiteiten zich verloofd met Jenny von Westphalen. In Berlijn was hij een ijverige student en verdiepte zich vooral in de ideeën van Immanuel Kant en Johann Gottlieb Fichte. Toen hij zich hierin verdiepte besloot hij om zijn ideeën uit te werken aan de hand van de filosofen Immanuel Kant en Johann Gottlieb Fichte. Zijn theorie is nu bekend als het Marxisme. Later wordt het Marxisme ook wel communisme genoemd. Marx vond dat er gelijkheid moest komen tussen de rijken en de armen. De rijken noemde hij de kapitaalbezitters en de armen het proletariaat (bezitlozen). De kapitaalbezitters bezaten de kapitaalgoederen zoals: ploegen, landbouwgrond enz. alle middelen die beschikbaar waren waarmee je een kapitaal kunt maken. Marx vond dat het proletariaat in opstand moest komen om de rechten en plichten gelijk te maken. Daarvoor was een revolutie nodig, waarin de proletariërs de macht overnemen van de kapitaalbezitters. “Proletariërs van alle landen verenigt u”, dat waren zijn belangrijkste woorden. Een andere benaming van het marxisme is het communisme. Het woord communisme komt uit het Latijn. De Latijnse woorden communis en communio betekenen gemeenschappelijk of gemeenschap dus eigenlijk betekent de naam dat het communisme voor iedereen gelijk is.
b. Lenin, het Lenisme Vladimir Iljitsj Oeljanov (10 april 1870 - 21 januari 1924) beter bekent onder zijn schuilnaam Lenin. Hij werd geboren in Simbirsk in Rusland en werd al op jonge leeftijd Marxist. Tijdens zijn leven oefende Lenin steeds een harde terreur tegen opstandige boeren, arbeiders en politieke tegenstanders uit. Het marxisme werd over genomen door Lenin die het aan paste aan de Russische mentaliteit. Hierin speelde de Orthodoxe kerk een grote rol. Lenin bracht het Marxisme dus in praktijk en stelde tevens een nieuwe godsdienst op: De Orthodoxe Leerwet werd vervangen door het Marxisme-Leninisme. c. Het communisme in China Het verschil tussen het Marxisme en Lenisme is: Marx wilde dat het hele volk aan de macht kwam oftewel de dictatuur van het proletariaat. Maar Lenin zag dit als onmogelijk en wilde dat er één leider was die de wil van het volk uit voerde. Lenin voerde een radicaal, revolutionair soort marxisme in, het 'Leninistische communisme'. Het communisme in China is een combinatie tussen het marxisme en lenisme. 6. Conclusie De hoofdvraag luid: ‘In hoeverre is de culturele revolutie in strijd met de communistische ideologie‘. China’s regime werd betiteld als communisme, het communisme in China heeft het meeste weg van het Lenisme. Omdat Lenin vond dat er één leider nodig was om de wil van het volk uit te voeren, in China was dit Mao Zhedong. Het communisme kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd: zo vond Mao dat het communistische beleid dat hij uitvoerde het echte Communisme was, maar dat vonden Stalin en Fidel Castro natuurlijk ook van hun communistische regime. Dus in eerste instantie is de culturele revolutie niet in strijd met het communisme. Volgens het communisme is een revolutie noodzakelijk. De definitie van een revolutie is een plotselinge verandering van de bestaande toestand en bij een revolutie is geweld een vaak gebruikt instrument. De Culturele Revolutie was niet echt een plotselinge verandering, want voor de Culturele Revolutie waren er ook al allemaal veranderingen aan de gang, wat uiteindelijk tot de Culturele Revolutie heeft geleid. Daarnaast was volgens de communistische ideologie, de Culturele Revolutie nauwelijks een revolutie voor het volk, maar ten behoeve van één persoon namelijk Mao. Volgens de communistische ideologie moet namelijk een revolutie ten alle tijden ten behoeven staan voor het hele volk, een revolutie die alleen een voordeel oplevert voor één enkel persoon is dus volgens het communisme nooit gerechtvaardigd. De Culturele Revolutie was voor Mao een strijdt om zijn tegenstanders uit de weg te ruimen en zelf aan de macht te blijven. Naast het uit de weg ruimen van tegenstanders was de Culturele Revolutie ook bedoeld om Mao populairder te maken door middel van een cultus. Dat deed de partij bijvoorbeeld door het Rode Boekje. Uiteindelijk denk ik dat de Culturele Revolutie wel in strijd is met de communistische ideologie.

REACTIES

M.

M.

onder het kopje ''het keizerrijk komt ten einde'' staat dat de WOII eindigd in 1918 dat moet even verbeterd worden.

18 jaar geleden

M.

M.

ik vind het een heel goed werkstuk.. ik zou graag willen weten waar ze alle informatie vandaan gehaald heeft.. Titels en auteurs als het zou kunnen...
Thxxxx

19 jaar geleden

N.

N.

hey
ik ben met een profielwerkstuk bezig met hetzelfde onderwerp. nu vroeg ik me af welke boeken/internetsites jij hebt gebruikt om aan informatie te komen. zou je mij die kunnen sturen, alvast bedankt!

19 jaar geleden

J.

J.

Hee,

Ik zag je pws over Mao Zedong in de lijst staan. Een erg goed werkstuk.. Alleen heb ik een vraag over het eerste gedeelte; bij het begin van het stuk staat: 2. Hoe is Mao Zhedong aan de macht gekomen? Het lijkt alsof er n og een hoofdstuk voor moet, maar kijkend naar het begin met het keizerrijk denk ik het ook weer van niet.. zou je misschien willen reageren??!

Alvast bedankt!! Gr. Jesse

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.