Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hitler

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 5454 woorden
  • 5 maart 2003
  • 89 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
89 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Waar kwam zijn jodenhaat vandaan? Inleiding Mijn profielwerkstuk gaat over Hitler. Mijn hoofdvraag is: Waar kwam Hitlers antisemitisme vandaan? Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me een onderwerp leek waar veel over te vertellen valt. Er is veel over Hitler geschreven, en uit persoonlijke interesse wilde ik wel eens weten hoe het kwam dat Hitler zo tegen de joden was.Omdat ik dit werkstuk sowieso moet maken sla ik met dit werkstuk dus twee vliegen in een klap. Om het onderwerp af te bakenen ga ik in dit werkstuk onderzoeken hoe het kwam dat Hitler zoveel haat had jegens de joden, met andere woorden: het antisemitisme. Om hier achter te komen is het belangrijk dat ik erachter kom hoe zijn jeugd precies was. Men wordt immers gevormd door de jeugd. Ik kijk naar de relaties die hij had met: - zijn moeder - zijn vader
Ook wil ik kijken hoe het zat met Hitler als leerling op school. Was hij een doorsnee leerling, leerde hij moeilijk, was hij vroeger een aparte jongen of was hij net als iedereen? Daarnaast is er de periode dat Hitler in Wenen was, dit wordt gezien als de bakermat van Hitlers antisemitisme, dit is een vrij belangrijke periode, want hier ontwikkelt hij zich op een bepaalde manier tot een antisemiet. Voor ik naar al deze relaties ga wil ik allereerst onderzoeken wat Hitler’s afstamming ermee te maken had. Iedereen kent de geruchten van een joodse vader, hoe zat dit nou precies? Ik wil de feiten hierover naar voren brengen, maar ik zal de geruchten ook zeker niet weglaten omdat misschien in sommige een kern van waarheid zit. Ik noem Adolf in dit verslag kortweg `Hitler` en niet Adolf of iets dergelijks. Na dit alles ga ik terugblikken en kijken wat vermoedelijke oorzaken zijn, en welke eigenlijk dus geen verband hebben met zijn anti-semitisme. Deelvragen: - Had de afstamming van Hitler iets met zijn antisemitisme te maken? - Waren de contacten met zijn ouders misschien een oorzaak voor zijn antisemitisme? - Ontwikkelde Hitler zich op school misschien tot een antisemiet? - Hoe zat het met zijn tijd in Wenen, dat als bakermat wordt gezien van zijn antisemitisme?
Hoofdstuk 1:De afstamming van Hitler - Had de afstamming van Hitler iets met zijn antisemitisme te maken? Hitler’s afstamming: Het mysterie begint bij de vader van Hitler. Dit was Alois Hitler. De vader van Alois is niet bekend, want bij de geboorte gaf de moeder de naam van de vader niet op. Waarom zij dit niet deed is niet bekend. De moeder van Alois, Anna Schicklgruber (1795-1847) baarde Alois in het gehucht Strones, een kerkdorp van Döllersheim. Nu komt de vraag, hoe kwam Hitler dan aan zijn naam als de naam van zijn vader niet bekend was, en zijn moeders naam ‘Schicklgruber’ was? 5 jaar na de geboorte trouwt Anna met Johann Georg Hiedler. De naam is anders, maar daar kom ik zo op terug. Alois werd ingeschreven als zoon van Johann Georg, maar behield nog steeds de naam Schicklgruber. Johann Georg was al tamelijk oud, namelijk 50 jaar. Deze Johann Georg had het nou niet echt gemaakt in het leven, hij was werkeloos, en arm. Door deze armoede schoof Johann Georg Alois door naar zijn broer. Deze broer heette: Johann von Nepomuk Hütler. Deze man spelde de familienaam gekgenoeg anders. Alois bleef de naam van zijn moeder houden totdat de toen inmiddels 70-jarige Johann von Nepomuk verklaarde dat Alois de zoon van Johan Georg was.Desondanks wilde hij Alois toch legitimeren als zijn zoon. Dat was op 6 Juni, 1876. Door een schrijffout van de priester werd het de naam Hitler. Dit is dus het moment dat de wereldhistorische naam Hitler tot stand kwam, en dat door een schrijffout van een priester, en een familienaam die niet aan Alois toebehoorde. Johann von Nepomuk stierf in 1888. Een joodse grootvader? Als de verwekker van Alois worden verscheidene namen genoemd, zelfs een baron Rothschild in Wenen. Al deze zogenaamde vaders hadden een ding gemeen. Ze waren allemaal joods. Dit was natuurlijk heel tegenstrijdig als je kijkt hoe Hitler alle joden vermoordde. Deze zaak bloedde een beetje dood, tot geruime tijd na de Tweede Wereldoorlog. De ter dood veroordeelde ex-gouverneur-generaal Hans Frank schreef in de gevangenis een verklaring.Die luidde als volgt: Hij was in 1930 een jurist die werd opgeroepen om te fungeren als Hitler’s advocaat. Wat was er namelijk aan de hand? Hitler zou een dreigbrief hebben ontvangen van een zeker familielid. Frank vermoedde dat dit Patrick Hitler was, een zoon van Hitler’s halfbroer Alois. Deze Patrick zou in de brief hebben geschreven dat Hitler bepaalde omstandigheden van de familiegeschiedenis niet aan de grote klok moest hangen en dat dit ook in zijn eigen belang was. Dit zou slaan op de mogelijk joodse afkomst van Hitler. Frank moest onderzoeken wat van dit alles waar was. Hij ontdekte dat de Hitler’s oma Anna Schicklgruber als dienstmeisje had gediend bij de familie Frankenberger in Graz. Dit waren rijke bankiers, en ook joden! Frank beweerde dat de vader van Alois de negentienjarige zoon van de bankiers zou zijn geweest. Ook beweerde Frank dat de familie alimentatie zou hebben betaald in de periode 1837-1851, dit zou gebeuren totdat Alois werk had gevonden. Ook zou er een jarenlange briefwisseling zijn geweest tussen Anna Schicklgruber en de Frankenbergers. Men is nagegaan in hoeverre dit zou kunnen kloppen, maar veel klopte niet. In Graz en omgeving woonden geen joden, in de registers in die buurt staat niets over een zekere familie Frankenberger. Daarbij zou het gaan om een relatie met een 19-jarige jongeman en een 42-jarige vrouw, niet een alledaagse situatie lijkt me. Al met al dus een verhaal waar een aantal haken en ogen aan zitten. Hitler heeft meerdere malen zijn familieachtergrond laten onderzoeken, in totaal wel zes keer! Hitler had ook wetten gemaakt waarin werd geregeld hoe het contact tussen joden en niet joden moest zijn. De zogenaamde “Nürnberger rassengesetze” (Neurenberger rassen wetten) In paragraaf 3 stond een interessant punt, namelijk: ‘Joden mogen geen vrouwelijk huishoudelijk personeel hebben van Duitsen of verwante bloede in dienst hebben dat beneden de leeftijd van 45 jaar is.’ Bij deze wet moet er wel een belletje gaan rinkelen omdat Hitler’s oma Anna Schicklgruber een dienstmeisje was bij een joods gezin, de leeftijd van 42 jaar had, en zij Oostenrijks was, wat dus van ‘verwanten bloede’ is. Hitler had waarschijnlijk toch een angst dat dit verhaal waar zou zijn en misschien wilde hij met zo’n wet zijn eigen leed wreken.(lees: leed veroorzaakt doordat hij misschien wel kwart joods zou zijn) Hitler heeft ook verscheidene malen zijn hoofd laten meten. Een dogma van het nazi-racisme was dat joden een andere hoofdmaat zouden hebben. Door deze metingen wilde Hitler controleren of hij misschien wel een joods hoofd zou hebben. Ook vreesde hij dat zijn bloed besmet zou zijn met joods bloed, en hij wilde ook geen kinderen krijgen omdat hij vreesde dat hij zwakzinnige kinderen zou krijgen door de onreinheid van zijn bloed. Conlusie van hoofdstuk 1: Hitler dankte zijn naam dus niet aan een echt familielid, maar aan zijn stiefvader van zijn vader. Een schrijffout vormde de naam Hitler in plaats van Hiedler. Verder, Hitler’s afstamming. Misschien was Hitler dus voor een kwart joods. Het zijn echter allemaal vage beweringen, en weinig bewijsmateriaal. Te denken aan dat er in de registers nooit een familie Frankenberger is gevonden. Hitler twijfelde zelf ook vaak of hij misschien dus toch joods was. Hij nam de brief van Patrick Hitler ook serieus. Hij liet ook zijn hoofd meten, en herhaaldelijk zijn stamboom natrekken, dat wil toch zeggen dat hij er vaak mee bezig was. . De “Nürnberger rassengesetze” moet haast wel iets met zijn moeder te maken hebben die misschien zwanger was van de negentienjarige zoon van de bankiers. Hoofdstuk 2: Hitler’s Ouders. - Waren de contacten met zijn ouders misschien een oorzaak voor zijn antisemitisme? Hitler’s vader Alois Hitler
De vader van Hitler, Alois Hitler, werd op 5 jarige leeftijd van Johann Georg Hiedler aan Johann von Nepomuk Hütler uitbesteed. Doordat Alois niet wist wie zijn vader was, en hij op 5 jarige leeftijd naar een ander gezin moest, zorgde voor zijn fundamentele instabiliteit. Dat verklaarde al de verhuizingen die Alois later zou doen. Alois had op zijn dertiende een baantje als leerjongen bij de meester-schoenmaker Ledermüller, een familielid, en toen die 2 jaar later naar Wenen vertrok ging Alois mee. Na veel promoties bij de Oostenrijkse Finanzwache waar hij ging werken, werd hij benoemd tot douane inspecteur in 1875. Een van Alois Hitler’s eigenschappen was dat hij een stormachtig seksueel leven had.Alois verwekte rond 1870 een kind bij een boerenmeisje, een zekere Thelka. In 1873 trouwde hij met Anna Glassl. De vrouw had tuberculose, en ze leed ook onder het overspel van Alois. Er kwam ook een zestienjarig nichtje in huis genaamd Klara Pölzl, waar hij toen vermoedelijk ook een relatie mee had. In de herberg waar de familie woonde had Alois eveneens een relatie met het meisje Franziska Matzelsberger, kortweg Fanni. In 1880 scheidde Anna van Alois. Fanni bleef bij Alois maar wilde Klara wel uit huis hebben, dat was de voorwaarde.Fanni baarde twee kinderen, Alois jr. voor het huwelijk, en twee maanden na het huwelijk Angela. Fanni werd ziek, ze had ook tbc. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis, en Klara werd teruggehaald om voor de kinderen te zorgen. Zij trouwde op 7 januari 1885 met Alois, en ook zij was al zwanger bij het huwelijk. Alois zat regelmatig in de kroeg, maar was geen alcoholist. Hij was niet erg op kinderen gesteld, en was niet vies van de kinderen een pak slaag te geven. Alois ging ervan uit dat hij geen jood was. Hitler zegt dat hij in zijn ouderlijk huis nog nooit het woord ´jood´ gehoord heeft.. De overeenkomsten tussen vader en zoon
Beide hadden een snor. Hitler heeft niet altijd een ´tandenborstelsnorretje´gehad, toen hij diende had hij een gewone snor. Evenals Alois, had Hitler ook een grote voorliefde voor uniformen. Alois was een dierenvriend, hij had een hond, en hij hield bijen. Hitler was ook een dierenvriend en had ook een hond. Zowel Alois en Hitler hebben weinig of geen gevoel voor humor, en beide hadden last van driftbuien. Er zijn echter ook verschillen tussen vader en zoon. Alois was een echte drinker en een roker. Hitler daarentegen was geheelonthouder en rookte niet. Hij heeft wel ooit een sigaret geprobeerd, maar dat beviel niet, en een keer vloog het bed in brand toen hij met een sigaret in slaap was gevallen, en sindsdien zou hij nooit meer een sigaret aanraken verklaarde hij aan zijn secretaresse Christa Schroeder. Hitlers verhouding tot zijn vader
De overeenkomsten tussen de twee waren sterker dan de verschillen. Hitler respecteerde zijn vader heel erg. Dat staat vast. Toen hij overleed barstte Hitler in snikken uit. Naast respect voor zijn vader, heeft Hitler zijn vader ook gevreesd, en nooit van hem gehouden, zo verklaarde hij tijdens een prive gesprek. Naarmate Hitler ouder werd liet hij zich nog minder positief over zijn vader uit. Hij schilderde hem af als een halfverlopen zuiplap die tot diep in de nacht in de kroeg zat. Hitler vertelde later tegen Kubizek, (een jeugdvriend van Hitler) dat zijn vader hem dikwijls sloeg. Het staat vast dat Hitler zijn vader op oudere leeftijd denigreerde. Alois had graag gezien dat Hitler net als zijn vader ambtenaar werd. Hitler vond dit eigenlijk helemaal niks, en wilde naar de kunstacademie. Op dit punt gingen vader en zoon definitief uiteen. Het zou heel goed kunnen dat doordat Hitler zijn vader haatte, dit afreageerde op de joden, want zijn vader was immers vermoedelijk joods. Het zou een mogelijkheid kunnen zijn. Hitler´s moeder

Klara Pölzl was Hitler´s moeder. Geboren op 12 Augustus 1860 in Spital. Dat is de plaats waar Alois Hitler zijn jeugd doorbracht. Zij stief in 1907 in Urfahr. Ze was het zevende kind van Johann Pölzl en Johanna Hütler. Johanna Hütler was weer een dochter van Johann von Nepomuk Hütler en Eva Maria Decker. Dit laat zien dat Klara en Alois achterneef en achternicht van elkaar zijn. Klara kwam bij de familie in dienst om de vrouw van Alois (Anna Glassl) te verplegen. Het huwelijksfeest was niet echt spetterend. Ze trouwden, daarna ging Alois nog wat ontbijten met vrienden, en daarna naar werk. Klara was een gewillige huisvrouw. Ze zag op tegen Alois, want ze bleef nog jarenlang Onkel Alois tegen hem zeggen, terwijl ze notabene getrouwd waren. Op de portretten die er van haar zijn kijkt ze bedrukt. Niet dat er veel portretten van haar bestaan, maar op degenen die er waren keek ze dus bedrukt wat misschien aangeeft dat haar leven niet zo was als zij dat wilde. Haar man had haar niet getrouwd voor liefde, maar meer voor het huishouden. Hitler´s verhouding tot zijn moeder
De twee vertonen niet veel overeenkomsten, maar een ding wel. Ze zochten warmte en bescherming tegenover het harde bewind van Alois. Adolf kreeg meer warmte van zijn moeder dan zijn halfbroer Alois jr. kreeg. Deze verklaarde dat zijn moeder Adolf altijd voortrok, en dat zij altijd zijn zijde koos. Van al de mensen die hij kende hield hij het meeste van zijn moeder. Conclusie van Hoofdstuk 2 Hitler had dus niet zo´n heel goede band met zijn vader. Hij respecteerde hem weliswaar, maar daarnaast vreesde hij hem ook. Ze hadden meer overeenkomsten dan verschillen. Bijvoorbeeld de driftbuien, een snor, maar ook de voorliefde voor uniformen, en beide hielden ze van dieren. Om even op de deelvraag in te gaan, vrijwel het enige wat met antisemitisme te maken kan hebben met zijn vader is dat hij zijn vader vreesde. Omdat hij zijn vader vreesde of misschien wel haatte, en hij wist dat zijn vader mogelijk joods was heeft hij dit misschien als een reden gebruikt. De relatie met zijn moeder was liefdevol. Ze hadden beide angst voor Alois, en zochten ook steun en warmte bij elkaar. Er zijn alleen geen antisemitische verbanden met zijn moeder. Hoofdstuk 3: Hitler’s Schooltijd - Ontwikkelde Hitler zich op school misschien tot een antisemiet? Hitler op de basisschool
Op een klassenfoto uit 1899 staat Hitler op de bovenste rij. Hij heeft de armen over elkaar geslagen, en hij kijkt met een opgeheven hoofd als een heerser. Toen al lag er iets dwingends in zijn blik. Toen de jeugdvriend Kubizek zijn vriend voor de eerste keer mee naar huis nam zei de moeder van Kubizek al “wat een ogen heeft je vriend!” Vroeger met spelletjes wilde hij altijd de leider spelen. Ook al leidde dit tot dat de ouderen het zat werden, en hij verder speelde met jongere kinderen. Op achtjarige leeftijd vond hij oorlogsspelletjes het leukst. Zijn eerste school was die van het dorp Fischlham bij Lambach met Karl Mittelmaier als onderwijzer. Hier haalde Hitler zeer goede cijfers. Hierna, van 1896 tot 1898 de tweede en derde klas, met als onderwijzer Franz Rechberger. Wederom de beste cijfers. Hitler op de middelbare school
Toen Hitler tien jaar oud was, ging hij naar de Staatsrealschule* in Linz.(*De middelbare school in Duitsland) Het beviel hem hier niet. Dit kwam doordat hij niet langer meer de beste was, maar gewoon een gemiddelde leerling. Hij bleef in de 1e klas zitten. Naar eigen zeggen leerde hij wat hij belangrijk vond, en de rest ‘saboteerde’ hij. Na een herexamen ging de veertienjarige door naar de derde klas. 3 Januari 1903. Alois Hitler sterft. Met het oog op nog iets van Hitler te maken i.v.m. zijn school stopt Klara Hitler op een klein scholierenkosthuis in Linz. Hij kwam thuis in de weekenden, en bracht zijn tijd door met lezen en tekenen. In deze derde klas ging Hitler puberen. Hij beschouwde zijn leraren als ‘vies’ met hun ‘vuile boorden’ en ‘ongekamde haren.’ Hij begon zich ook te realiseren dat hij van redelijk goede komaf was, en begon zich ook zo te gedragen. Een leraar beschreef hem als: ‘Hitler was duidelijk begaafd, zij het ook eenzijdig, bezat echter weinig zelfbeheersing;zeer zeker gold hij als weerbarstig,gelijkhebberig en opvliegend, en het viel hem bepaald niet mee zich aan het kader van de school te schikken.’ Hieronder een foto van Hitler op de Staatsrealschule in Linz. Hitler staat rechtsboven. Hitler schoolverlater
Hitler moest zijn vierde jaar op een andere school doen, omdat hij met zijn slaging met zijn herexamen Frans, een zogezegd ‘Consilium Abeundi*’ kreeg.(* Een raad om te stoppen) Hij kon gelijk terecht op een andere school, namelijk de Staatsrealschule in Steyr. Verbetering van de schoolprestaties volgden niet. Hij slaagde uiteindelijk wel, maar wederom met een her.
Conclusie van Hoofdstuk 3 Hitler’s aanhang naar leiderschap begon al vroeg. Denk maar aan de klassenfoto met opgeheven hoofd. Ook de leiderspelletjes op achtjarige leeftijd. Hij deed het goed op de basisschool, maar op de middelbare was hij niet meer de beste en viel alles hem tegen, Hij ging niet meer zijn best doen, maar slaagde toch met 3 herexamens. Hierna wilde hij niet meer voor zijn Oberrealschule* gaan,(*Vervolgopleiding van de middelbare school) en keerde terug naar huis. Hitler had hier nog geen enkele vorm van antisemitisme in zijn hoofd. Wel keek hij neer op de leraren, dit was misschien wel een beetje de eerste groep waar hij op neerkeek. Hij moet het antisemitisme ergens anders hebben opgepikt. Hieronder een kaartje van het toenmalige Oostenrijk met de plaatsen die met Hitler te maken hadden Hoofdstuk 4: Wenen de bakermat van Hitlers antisemitisme? - Hoe zat het met zijn tijd in Wenen, dat als bakermat wordt gezien van zijn antisemitisme? Is Hitler in zijn jeugdjaren al antisemiet geworden? Doordat Hitler oorspronkelijk uit Oostenrijk kwam is het mogelijk dat zijn antisemitisme daarmee te maken had. Hitler was katholiek, en katholieken worden geacht meer dan anderen ´anfallig´ te zijn voor antisemtisme, dat wil zeggen dat katholieken er gevoeliger voor zijn dan mensen van een ander geloof. Zoals ik al eerder vertelde had Hitler thuis geen uitlatingen over joden vernomen. De eerste jood waar Hitler mee in aanraking is gekomen, was de jood dr.Bloch. Hij was de huisarts van de familie. Hitler had respect voor hem. Dit is te zien aan het feit dat Hitler hem meerdere aquarellen schonk uit de periode 1909-1913. Uit Wenen stuurde hij twee prentbriefkaarten met de tekst: ´Van uw altijd dankbare patient´ Dit is een beetje eigenaardig, omdat deze dr.Bloch hem al vele jaren niet meer had gezien als patiënt. Dr.Bloch bewaarde deze aquarellen naar zijn zeggen ´als herinnering aan een voortreffelijke en voorbeeldige zoon die zijn liever moeder zo diep had bemind en zo bezorgd om haar was geweest.´ Het is in ieder geval wel een bewijs van aanhankelijkheid. Misschien zag Hitler een soort substituut-vader in hem. Hitler tekende in 1938 een besluit waar op stond dat alle financiële tegemoetkomingen aan dr.Bloch zouden worden toegekend. De dokter kon Oostenrijk later ongehinderd verlaten. Is Wenen de bakermat van Hitlers antisemitisme? Toen Hitler in 1908 in Wenen ging wonen was hij zeer zeker nog geen antisemiet. Kubizek vertelt over de nachtelijke gesprekken die zij hielden. Vaak waren deze gesprekken monologen van Hitler. Hitler sprak dan over de bedreiging van het ´Deutschtum*´ door de gastvolken. (*Duitse rijk) Hij verwees hier vooral naar de Slavische volken, maar ook de Hongaren,Italianen, en Polen, en het jodendom kregen hun portie. En dan zegt Kubizek dat zijn samengebalde haat zich op het ´jodendom´ concentreerde. Hitler en Kubizek hebben slechts 4 maanden een kamer gedeeld, dus het is niet zo dat hij hem 5 jaar heeft kunnen gadeslaan. Het gekke is dat de toon die de Weense pers toen tegen de joden aansloeg geen sympathie bij Hitler opwekte. Hij vond het onwaardig, en toen hij het Deutsche Volksblatt*(*Duitse Krant) las vond hij deze een fatsoenlijkere toon hebben, maar nog steeds was hij het met de scherp antisemitische bewoordingen niet eens. Pas na twee jaar was hij tot een antisemitische houding gekomen, zo verklaart Hitler. Toen Hitler ruzie met zijn compagnon had, stelde hij een nieuwe agent aan. Dit was een Hongaarse jood, genaamd Neumann. Karl Honisch, die Hitler heeft gekend, vermeldt geen woord over antisemitisme van zijn huisgenoot. Hij tierde alleen op de ´roden´en de jezuïeten. Honisch zegt zelfs min of meer dat Hitler in die dagen geenszins een jodenhater was. Toen Neumann vertrok trad Hitler op als zijn eigen agent. Zijn voornaamste klanten
bestonden uit joodse intellectuelen en zakenlieden, zoals: Dr. Retschay, een Hongaarse jood, de lijstenhandelaar Morgenstern, en de weense advocaat Joseph Reingold. Door de jood Altenburger werd hij vaak uitgenodigd op de thee in het chique hotel Bristol. Dit alles wijst erop dat Hitler in die tijd geen jodenhater geweest kán zijn! Toen Hitler eind 1918 naar München terugkeerde was hij geen antisemiet. Zoals beschreven staat in het voorgaande kan hij geen antisemiet zijn geweest. Op 16 september 1919 schreef Hitler een brief aan een zekere Adolf Gemlich. Dit was Hitlers allerleerste politieke verklaring. De oorsprong voor dit schrijven zat als volgt. Gemlich was een van de vertrouwenspersonen geweest van het Gruppenkommando in München, een collega van Hitler dus. Deze Gemlich had een brief geschreven aan Hauptmann Mayr voor een positiebepaling t.a.v. ‘het joodse gevaar.’ Mayr gaf deze brief door aan Hitler in afwachting van zijn reactie. Hitler geeft aan dat het ‘jodendom’ een gevaar vormt voor het Duitse volk. Hitler onderscheid twee vormen van antisemitisme namelijk: - gevoelsmatig antisemitisme: Waaraan de bevolking lijdt - meer rationeel antisemitisme: dat wordt bepaald door erkenning van de feiten. Hitler beschouwt de joden hier als een ras, en niet als een godsdienstige gemeenschap. Dit was de eerste keer dat hij het woord ‘ras’ gebruikte, wat hij eindeloze malen zou herhalen en varieren. Gemlich schrijft dat het antisemitisme van het verstand moet daarentegen leiden tot een planmatige wettelijke bestrijding en verwijdering van de voorrechten van de joden. Daarnaast schrijft hij: “Zijn doel moet zijn en blijven de verwijdering van de joden als geheel.” Af te vragen is wat deze Gemlich onder verwijdering verstaat. De joden afzonderen van de rest, vermoorden? Een plotselinge opkomst van Hitlers antisemitisme? Op 16 September 1919 had Hitler, inmiddels 30 jaar al een groot deel van zijn politieke programma gereed, in het bijzonder het antisemitisme. Dit antisemitisme komt een beetje plotseling tevoorschijn. Hoe zat dit? Hitler verklaart in Mein Kampf dat hij naar zijn zeggen bij aankomst in Wenen geen antisemiet was. Het duurde enkele jaren bij hem voor hij een anti-joodse overtuiging kreeg. De tegen joden gerichte lectuur overtuigde hem niet. Naar zijn zeggen was de hele kwestie soms maanden uit zijn gedachten, en het was de grootste omwenteling die hij in zijn hele leven gemaakt heeft. In dit hele proces noemt Hitler slechts één voorval. Namelijk, dat hij door de binnenstad liep en dat hij daar een verschijning in een lange kaftand zag met zwarte lokken. Zijn eerste reactie was: ‘Is dit een jood?’ en zijn tweede: ‘Is dit een Duitser?’ Dit kwam waarschijnlijk door zijn weerzin tegen dit uiterlijk. Een aantal Weense joden droegen deze kleding, maar niet alle, dat zag hij zelf wel in, legt hij uit. Uiteraard is dit een beetje een gekke verklaring om zijn antisemitisme te verklaren. Er is echter meer. De samenhang met de toetreding tot de partij. De brief aan Gemlich schreef Hitler dus 4 dagen na 12 september 1919 waar hij een bijeenkomst van de (NS)DAP had bijgewoond. Hitler nam toen deel aan een discussie. Deze discussie ging echter niet over de joden. Aan het einde kreeg hij een pamflet in zijn handen geduwd van Anton Drexler, de voorzitter en oprichter. Hoofdstuk 9 van dit pamflet ging over ‘der Jude*’(*De jood) Hitler las tijdens een slapeloze nacht, maar vond het niet echt een geslaagde brochure. Kort hierna ontving Hitler een briefkaart van het bestuur van de (NS)DAP om op 16 september deel te nemen aan een bestuursvergadering. Hij was al als lid ingeschreven, waarschijnlijk omdat zijn discussie indruk had gemaakt op de partijleden. Hij wilde eerst niet gaan, maar Hitler speelde met het plan om zelf een partijtje op te richten. Dan was het beter om zich bij een bestaande partij te voegen die ook nog niet zo groot was. Het partijtje had nog geen programma, geen pamflet, en zo kon hij de partij misschien wel naar zijn hand zetten, en dit was waarschijnlijk de reden dat hij toch ging. Hij aanvaardde het lidmaatschap op 18 september 1919 en werd het zevende lid van het bestuur. Als Hitler de leiding wilde, zou hij minstens met een programma op de proppen moeten komen. Dit zou dan radicaler moeten zijn dan die van Drexler, en de kern van Drexlers pamflet was toch wel het antisemitisme. Toen heeft hij een programma gepresenteerd dat radicaler was dan dat van Drexler. Natuurlijk heeft hij niet dit programma geschreven terwijl hij helemaal geen antisemitische gevoelens had, maar waarschijnlijk heeft dit programma zijn antisemitisme wel enigszins aangewakkerd. Wat ook een rol kan hebben gespeeld, is dat toen Hitler uit de oorlog kwam, eigenlijk nog steeds wel een oorlog wilde hebben. Hij was een man voor wie de oorlog eeuwig doorging, en hij bleef snakken naar strijd en vijanden. Deze nieuwe vijand vond hij vermoedelijk ook in de joden. Dit bevredigde zijn behoefte naar oorlog in vredestijd. Wat verwijdering van de joden betekende
Het programma van de NSDAP, uitgebracht op 24 februari 1920 had het nog niet over verwijdering van de joden. Wel zouden ze als vreemdelingen worden behandeld. Daarnaast zouden ze moeten leven onder de vreemdelingenwet, en ze mochten geen openbare ambten bekleden. Op 9 april zei hij dat ‘dit kwaad’ met wortel en tak moest worden uitgeroeid. Elk middel was geoorloofd. Op 24 Juni was het: ‘Weg met de joden die ons volk vergiftigen.’ Hij verklaarde op 6 juli het programma van de NSDAP in een rede en eiste daarbij de ‘verwijdering’ van de joden. Hitler spreekt in een rede
Hitler voegde hier later aan toe dat ‘men een ziekte niet kan bestrijden zonder de bacil te doden’ Dit was de eerste keer dat hij de woorden doden en vernietigen gebruikte, verwijzend naar de joden. Conclusie van Hoofdstuk 4 In dit hoofdstuk wordt eigenlijk pas goed duidelijk waar het antisemitisme van Hitler vandaan komt. Het gebeurt allemaal zo omstreeks 1919. In Wenen had Hitler het al wel over de Slavische volken die Duitsland bedreigden. Maar sprake van een echte haat was er toen niet. Dit is te zien aan dat Hitler toen nog vele joodse zakenrelaties had. Het maakte hem toen dus nog niet uit dat zij joods waren, hij ging er ook gerust bij op de thee. Dan volgt de brief van Gemlich. Hier is eigenlijk zijn eerste antisemitische reactie, hij is het met Gemlich eens. Hij vindt de joden ook een bedreiging. Daarna wordt hij lid van de NSDAP doordat hij goed naar voren komt bij een discussie op een partijavond. Omdat hij macht wil hebben in de partij presenteert hij zijn eigen partijprogramma, dat radicaler is dan die van Drexler. De vraag is wel of Hitler dit heeft gedaan om macht te krijgen in de partij of dat hij er ook 100 % voor stond. Persoonlijk denk ik dat hij het een beetje om allebei deed. Hij had het in de nachten met Kubizek al over bedreigingen door Slavische volken, dus er was eigenlijk al een klein draagvlak voor eventueel antisemitisme in het hoofd van Hitler. Vervolgens wil hij macht en presenteert hij een programma waar hij misschien wel voor een gedeelte achter staat. Uiteindelijk worden zijn antisemitische gevoelens aangewakkerd en staat hij echt achter zijn eigen programma. Zo interpreteer ik het. Afsluiting Om te beginnen met Hoofdstuk 1. Hier heb ik het mysterie uitgezocht van Hitler’s afstamming. De vader van Hitler, Alois Hitler was vermoedelijk joods. Ditgene is helaas niet zeker, maar al de gesuggereerde vaders waren allen joods, en deze waren allen ‘aangewezen’ voordat Hitler ook maar iets met joden te maken kreeg. Ondanks deze geruchten raakte Hitler toch af en toe bezorgd. Hij liet herhaaldelijke keren zijn hoofd meten, om daar misschien maar zijn vermoedelijk joodse afkomst aan af te leiden. In Hoofdstuk 2 heb ik het over de relatie met zijn ouders. Met zijn vader had hij een redelijke band, maar hij vreesde en haatte zijn vader wel. Omdat Alois vermoedelijk joods was is de redenatie dat Hitler zijn vaderhaat omzette in antisemitisme niet geheel onlogisch. Bij zijn moeder zijn geen sporen te vinden van antisemitisme. In Hoofdstuk 3 heb ik het over Hitler op school. Hij had vroeger al een heersende blik op een klassenfoto. Zijn inzet daalde toen hij niet langer meer de beste was. De eerste groep waar hij op begon neer te kijken waren zijn leraren. Hij vond de meeste maar vies. Ondanks zijn gebrek aan respect voor zijn leraren heeft hij hier geen dingen meegemaakt die met antisemitisme te maken hadden. Hij hield al wel van leiderspelletjes, maar dit verwijst meer naar zijn interesse dan naar zijn antisemitisme. Hoofdstuk 4 is mijn belangrijkste hoofdstuk. Hier staan een aantal belangrijke dingen in die te maken met antisemitisme. Hij heeft het in de nachten met Kubizek over Slavische volken die Duitsland bedreigen. Dit is al een opmerkelijk feit, dit is eigenlijk hetgene wat het meest te maken heeft met joden en een groep die Hitler tegen staat. Doordat de NSDAP een programma heeft met antisemitisme erin, en Hitler macht wil in de partij, schrijft hij een radicaler programma dan dat van Drexler. Hij heeft hier al wel een redelijke weerzin tegenover joden, maar hoe langer hij bij de NSDAP zit, des te meer deze weerzin in een haat wordt omgezet. Alles bij elkaar hebben we een paar vermoedelijke redenen: Zijn vermoedelijk joodse vader. Omdat hij zijn vader haatte en vreesde kan hij dit hebben omgezet in een haat tegen de joden. Daarnaast wil hij een partijtje oprichten, maar omdat de NSDAP hem een lidmaatschap aanbied, en zij nog vrij onbeduidend zijn, accepteert hij dit. In eerste instantie vindt hij het programma van Drexler vrij slecht. De brief van Gemlich kan ook een ‘trigger’ geweest zijn voor het ontketenen van een antisemitische gedachtengang. Hitler had het met Kubizek immers al over de bedreiging van de Slavische volken tegen Duitsland, dus er was al wel een klein draagvlak. Kortegezegd dus: - Zijn vermoedelijk joodse vader - De brief van Gemlich - De NSDAP met haar programma van Drexler dat Hitler wil overtreffen om de macht in de partij te grijpen.
Evaluatie Ik ben te laat begonnen aan mijn profielwerkstuk. Ik wist maanden geleden al dat het eraan zat te komen, maar ik heb het steeds voor me uit geschoven. Op een gegeven moment ging de tijd dringen, en heb ik de deadline gemist. Dit kostte me wel een herkansing. Maandag 13 Januari ben ik begonnen. Op school heb ik veel gedaan, en thuis vrijwel niets, met uitzondering van deze laatste dagen omdat ik er gewoon vanaf wil zijn. Iedere dag heb ik er wel wat aan gedaan, dit was mijn tijdsschema. Wat goed ging was het opzoeken van goed bijpassende plaatjes op internet. Ook aan het boek dat ik ter informatie gebruikte heb ik veel gehad, dat ging dus ook goed. Fontaine legt het allemaal eigenlijk als een verhaal uit, en geeft niet alleen maar de droge feiten. Een volgende keer zou ik natuurlijk eerder zijn begonnen. Het onderwerp heeft me wel geboeid. Ik kan me nog herinneren dat ik in groep 4 ook al een werkstukje over Hitler maakte. Misschien wilde ik er toen ook al wel meer van weten. Ik heb me ook weleens afgevraagd hoe dat nou precies zat met de jodenhaat van Hitler, en waar dit nou eigenlijk vandaan kwam. Ook al de geruchten over of hij nou joods was of niet, wat was waar en wat niet? Omdat ik dit eigenlijk al wel een keer wilde weten, en er in de praktijk niets van komt om dit uit te zoeken heb ik dit dus als onderwerp gekozen voor mijn profielwerkstuk. Het is al met al best mooi geworden met een paar mooie plaatjes, en redelijk wat informatie. Ik heb geprobeerd om de informatie van Fontaine in voor mijzelf duidelijke taal op te schrijven, want soms dan gebruikt Fontaine best moeilijke woorden. Ik heb ook af en toe dingen aan mijn vader moeten vragen wat sommige dingen nou precies betekenden. Bronnen Voor al de hoofdstukken heb ik gebruikt gemaakt van het boek “De Onbekende Hitler” van de schrijver P.F.M. Fontaine. Ik geef nu aan welke pagina’s ik per hoofdstuk gebruikt heb. Hoofdstuk 1: Pagina 24 t/m 31
Hoofdstuk 2: Pagina 33 t/m 48
Hoofdstuk 3: Pagina 49 t/m 53
Hoofdstuk 4: Pagina 197 t/m 211
Internetsites: http://www.hitler.org
http://ftp.die.net/mirror/historic/war/WWII/ De Internetsites zijn voornamelijk gebruikt voor plaatjes. Inhoudsopgave: Inleiding
Hoofdstuk 1
Vervolg Hoofdstuk 1 + Conclusie
Hoofdstuk 2 deel 1
Hoofdstuk 2 deel 2
Hoofdstuk 2 deel 3
Hoofdstuk 2 Conclusie + Begin Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 deel 2
Hoofstuk 3 deel 3 + Conclusie
Hoofdstuk 4 deel 1
Hoofdstuk 4 deel 2
Hoofstuk 4 deel 3
Hoofdstuk 4 deel 4

Hoofdstuk 4 Conclusie
Afsluiting
Evaluatie
Bronnen

REACTIES

J.

J.

hoi ik heb er niet veel aan gehad maar wel cool dat je je spreekbeurt of werkstuk hier op hebt gezet. dat wou ik alleen ff zeggen.


doei!

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.