De sociale zekerheid in Nederland
Profielwerkstuk economie
1. Wat houdt de sociale zekerheid in?
Sociale zekerheid is een financiële steun in de rug, van de overheid, voor mensen die niet of niet voldoende in staat zijn om een inkomen te krijgen door het ter beschikking stellen van de 4 productiefactoren. Bijv. iemand zoekt een baan, maar kan deze niet vinden, of krijgt ineens een ernstige ziekte, waardoor hij werkloos wordt, zijn inkomen vervalt dus, en hij heeft geen geld om nog eten, onderdak en dergelijke dingen te kunnen betalen.
Er zijn drie groepen wetten: 1. wetten die van het belang zijn bij het wegvallen van het inkomen, 2. wetten die de kosten van medische zorg betreffen, 3. wetten die de ouderdoms- en weduwenpensioenen regelen.
De sociale zekerheid bestaat uit twee takken:
- sociale voorzieningen volksverzekeringen - sociale verzekeringen werknemersverzekeringen
Sociale voorzieningen worden direct door de overheid betaald, via de rijksbegroting, dus via de belastingen. Sociale verzekeringen worden door de mensen zelf betaald via de sociale premies.
De sociale verzekeringen vallen weer uiteen in de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen.
- De volksverzekering is voor iedereen, deze wordt betaald door iedereen die loonbelasting moet betalen, dus de werkende bevolking moet premies betalen om de niet-werkenden financieel steun te kunnen geven. De volksverzekering wordt betaald in box 1 van het nieuwe belastingssysteem, in de eerste schijf. - De werknemersverzekering wordt betaald door werknemers en werkgevers, deze worden betaald via de premies.
2. Welke wetten vallen onder de sociale zekerheid?
Zoals hierboven beschreven zijn er drie groepen wetten: 1. wetten bij het wegvallen van het inkomen, 2. wetten voor de kosten medische zorg, 3. wetten die ouderdoms- en weduwenpensioenen regelen.
Sociale voorzieningen:
ABW- Algemene bijstandswet, wie geen inkomsten heeft, krijgt van de overheid een uitkering, zodat diegene toch een sociaal leven kan leiden.
Sociale verzekeringen:
- volksverzekeringen:
AWBZ- Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, deze wet verzekerd de kosten die een normale ziektekostenverzekering niet verzekert, zoals bijv. verblijf in een inrichting of langdurige verpleging.
AOW- Algemene Ouderdoms Wet, deze wet zorgt ervoor dat iedereen boven de 65 jaar, en dus stopt met werken een inkomen krijgt. Iedereen betaald hier ook premie voor, de werkende bevolking betaald dus premie voor het inkomen van de 65+ers.
ANW- Algemene Nabestaanden Wet, deze wet zorgt ervoor dat je als je weduwe /weduwnaar of wees wordt een uitkering krijgt. Deze uitkering is wel inkomensafhankelijk, en dat betekent, dat je als je inkomsten boven de fl.3943,92 zijn je geen uitkering meer krijgt, deze grens ligt heel erg laag.
AKW- Algemene Kinderbijslag Wet, de kinderbijslagwet geeft ouders met kinderen onder de 24 jaar een tegemoetkoming voor de kosten die ze maken.
Er hoeft (bijna) geen premie meer voor de kinderbijslagwet te worden betaald, dus gaat deze wet steeds meer de kant op van een sociale voorziening.
- werknemersverzekeringen:
WW- Werkloosheids Wet, de werkloosheidswet verzekert werknemers minstens een half jaar een uitkering als ze werkloos raken, hoe lang is afhankelijk van het arbeidsverleden, (zie schema) Na de WW komt de bijstand.
Arbeidsverleden: Duur uitkering:
4 jaar of minder 6 maanden
5 tot 10 jaar 9 maanden
10 tot 15 jaar 1 jaar
15 tot 20 jaar 1.5 jaar
20 tot 25 jaar 2 jaar
25 tot 30 jaar 2.5 jaar
30 tot 35 jaar 3 jaar
35 tot 40 jaar 4 jaar
40 jaar of meer 5 jaar
WAO –Wet Arbeids Ongeschiktheid, deze wet zorgt ervoor dat werknemers die langer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn een uitkering krijgen, ter vervanging van het eigenlijk te verdienen loon. Je bent geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt, als: je door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat bent om met werken, hetzelfde te verdienen als een gezonde werknemer met dezelfde opleiding en ervaring. WAZ- Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen, deze wet zorgt ervoor dat zelfstandigen ook een uitkering krijgen als ze arbeidsongeschikt raken, de zelfstandigen betalen hier premies voor. ZW (tot 1995)- deze wet regelde dat de werknemer het eerste jaar dat hij ziek was 70% van zijn loon uitbetaald kreeg, vanaf 1995 veranderde men dit, de werkgever moest het nu de eerste 6 weken zelf betalen, en daarna ging de zieke werknemer de ZW in, dit had als doel dat de werkgevers het ziekteverzuim terug gingen dringen. Vanaf 1 maart 1996 is de ZW afgeschaft, en vervangen door de WULBZ- Wet Uitbreiding LoondoorBetalingsplicht bij Ziekte, dit houdt in, dat de werkgever het hele eerste jaar dat de werknemer ziek is verplicht is om 70% van het loon door te betalen. Wajong- Wet Arbeidsongeschiktheid JONGgehandicapten, deze wet regelt dat jongeren die arbeidsongeschikt zijn of raken een uitkering krijgen. 3. Geschiedenis van de sociale zekerheid.
1874 – kinderwetje van Van Houten
Rond 1850 was er in Nederland de industriële revolutie, overal werden fabrieken gebouwd waar van alles geproduceerd werd. In deze fabrieken was veel personeel nodig. De fabrieksdirecteuren wilden maar weinig voor het personeel betalen, en daarom namen ze veel kinderen aan. De kinderen werkten vaak en erg lang, 6 dagen in de week van 6 uur `s morgens tot 6 uur `s avonds. De kinderen konden niet naar school, omdat de ouders dit niet konden betalen, en het geld wat de kinderen binnenbrachten konden ze niet missen. Minister van houten vond dat dit niet kon, en stelde daarom een wet in, kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer de fabriek werken. Het kinderwetje van Van houten is één van de eerste sociale wetten, maar pas in 1900 werden de eerste ”echte” sociale wetten opgesteld.
1901- Ongevallenwet In de fabrieken van vroeger was het helemaal niet veilig, en zo gebeurde het nog weleens dat er ongelukken gebeurden. Je arm kon bijv tussen een machine komen, en je kon dan niet meer werken. In die tijd betekende geen werk ook geen inkomsten, en geen inkomsten, geen eten voor jou en je gezin. Cornelis Lely, die toen minister was, vond dat mensen die een ongeluk op het werk hadden gehad en niet meer konden werken recht hadden op een uitkering. Hiermee was de eerste sociale wet geboren, hij gelde weliswaar nog niet voor iedereen, maar het begin was er.
1917- Werkeloosheidsbesluit Begin 19de eeuw bestond er nog geen vorm van uitkering bij werkloosheid. Wie lid was van een vakbond kon wel rekenen op een klein beetje geld van andere leden. Toen er door de eerste wereldoorlog een crisis uitbrak, kwam er veel werkloosheid, zoveel dat de overheid er wel iets aan moest doen. Het werkloosheidsbesluit werd in gebruik genomen.
Het profielwerkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
vette shizzle bro.
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
echt goed zecht menno
10 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
echt dankje man mijn lekkere eco docent was er blij mee
9 jaar geleden
Antwoorden