Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Europese Unie en toetreding

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 7402 woorden
  • 31 maart 2003
  • 307 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
307 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Deelvraag 1 Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen? Al na de eerste wereldoorlog waren er mensen van mening dat de Europese landen afzonderlijk niet zouden kunnen blijven opboksen tegen de groeiende macht van andere wereldstaten en na de tweede wereldoorlog was het duidelijk dat er een Verenigd Europa moest komen. Europa had door de oorlog grote klappen opgelopen en zat financieel volledig aan de grond. Daarom ontstonden er organisaties die hebben bijgedragen tot de vereniging van Europa. Verschillende soorten organisaties De organisaties die toen werden opgericht kun je onderverdelen in drie groepen

De Europees Atlantische organisaties. Hier waren veel Europese landen lid van, deze organisaties toonden aan dat samenwerking mogelijk was. Het nadeel van deze organisaties was dat om verschillende redenen niet alle landen er deel van konden maken, bovendien waren er ook niet- Europese landen lid van zoals de VS. Voorbeelden van deze organisaties waren de OEES en de NAVO. De uitsluitend Europese organisaties Het doel van deze organisaties is zoveel mogelijk EUROPESE landen te verenigen met als doel het bevorderen van een grotere eenheid tussen haar leden doormiddel van samenwerking op sociaal, economisch, wetenschappelijk en juridisch gebied. Een voorbeeld van zo’n organisatie is ‘De raad van Europa’ Europees- Economische organisaties
Deze organisaties richtten zich puur op economie en had alleen maar Europese lidstaten. Uit deze derde groep is de Europese gemeenschap zoals we die nu kennen ontstaan. Van zes naar vijftien lidstaten De eerste stap naar een grotere Europese economische samenwerking was de Europese gemeenschap voor kolen en staal (EGKS), dit verdrag werd in 1951 in Parijs ondertekend en trad op 23 juli 1952 in werking. Lid van deze organisatie waren Frankrijk, Duitsland, Italië en de landen van de Benelux (België, Nederland en Luxemburg). De EGKS voorzag in volledig vrij verkeer van kolen en staal binnen de zes landen. De oprichting van deze organisatie had vooral een politieke reden. Namelijk, Duitsland en Frankrijk hadden in de twee wereld oorlogen als elkaars vijanden tegenover elkaar gestaan en hadden miljoenen mensen verloren en ook veel materiele schade geleden, dus economische samenwerking zou de kans op nog een oorlog verkleinen. De ministers van de zes leden van de EGKS besloten de economische samenwerking uit te breiden naar andere sectoren. Op 25 maart 1957 werd het verdrag van Rome gesloten waarin de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en de EGA (Europese gemeenschap voor Atoomenergie ook wel EURATOM genoemd) werden opgericht, dit verdrag trad in werking op 1 januari 1958. De EEG streefde niet alleen naar betere welvaart, maar moest ook voor betere verhoudingen tussen de landen zorgen. De EEG streefde naar samenwerking op economisch vlak, met nadruk op de landbouw, industrie, handel en een gemeenschappelijke markt. Meteen werd er al een gemeenschappelijk buitentarief ingesteld, en de onderlinge invoerrechten werden geleidelijk aan verminderd. In de EGA werkten de landen samen op het gebied van de atoomenergie, met nadruk op onderzoek, afvalverwerking en veiligheid. Op 8 april 1965 werd er in Brussel een fusie verdrag getekend waarin vermeld stond dat er één gemeenschappelijke Commissie en één gemeenschappelijke raad kwam voor de EEG, EGKS en de EGA samen. Zo was het samenwerkingsverband van de EG (Europese Gemeenschap(pen)) ontstaan. In 1960 had een aantal andere Europese landen, die de samenwerking binnen de EEG te ver vonden gaan, de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) opgericht. Aan de EVA namen deel: het Verenigd Koningrijk, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Portugal, IJsland en Zwitserland, later trad ook Finland toe. Binnen de EVA werden ook de invoerrechten afgeschaft. Later verlieten Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Portugal de EVA om zich bij de EG aan te sluiten. Op 7 februari 1992 werd in het verdrag van Maastricht het EG- verdrag veranderd om in drie stappen tot een economische en Monetaire Unie te komen, de EU (Europese Unie) werd opgericht. Dit verdrag trad op 1 November 1993 in werking. De landen besloten niet alleen op economisch maar ook op politiek vlak samen te
De Europese Unie rust op drie pijlers, het EG-verdrag is er een van, de andere twee zijn het buitenlands- en veiligheidsbeleid en de laatste pijler word gevormd door samenwerking op justitieel en politiek beleid. Het EG-verdrag is een voorbeeld van supranationaliteit, de andere twee pijlers hebben meer het karakter van intergouvernementele samenwerking (samenwerking tussen verschillende regeringen onderling). De EU heeft sinds de oprichting steeds meer leden gekregen. Het begon met de EG die met: Duitsland, Italië, België, Nederland, Frankrijk, België en Luxemburg begon, daar kwamen in 1973 Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken bij, in 1981 sloot Griekenland zich aan en de EG werd als laatste nog uitgebreid in 1986 met Spanje en Portugal. Sinds de EG een onderdeel is van de EU hebben Oostenrijk, Zweden en Finland zich in 1995 ook nog aangesloten. Ook staan er nog een aantal Europese landen in de wacht rij om lid te worden. Deelconclusie Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen? De Europese unie is tot stand gekomen door de samenwerking van enkele Europese landen, die uit angst voor een volgende oorlog en als steun voor de opbouw na de tweede wereld oorlog, bij elkaar gekomen zijn. Aan deze samenwerkingsverbanden, namen steeds meer Europese landen deel en het nam ook steeds complexere vormen aan. De EEG, EGKS en EGA gingen samen over in de EG en deze groeide uit tot doordat de organisaties zijn samengevloeid in de EG en dit is later één van de drie pijlers van de EU geworden Deelvraag 2 Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar? Je kunt de EU een beetje vergelijken met de Verenigde Staten van Amerika, een groot land dat is opgebouwd uit verschillende deelstaten. Elk van deze deelstaten heeft een eigen bestuur, maar word ook bestuurd door een overkoepelende regering. Ook de landen van de Europese Unie hebben allemaal hun eigen bestuur. Om te vermijden dat de wetten in de verschillende landen in tegenstelling zijn met de maatregelen van de EU, hebben de lidstaten een deel van hun macht afgestaan. Om de Europese Unie te kunnen besturen, zijn er een aantal instellingen en organisaties met elk hun eigen taken en opdrachten opgericht.
De Europese Commissie De Europese commissie, het dagelijks bestuur van de Europese unie, is in werking getreden op 1 juli 1967, voor die tijd hadden EGKS, EEG en EURATOM elk hun eigen dagelijks bestuur. De Europese Commissie is het uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement. De besluiten die door de Ministerraad worden genomen worden door de Commissie tot uitvoer gebracht, Ook ziet ze erop toe dat de Europese verdragen en besluiten worden nageleefd. Wanneer een land wordt betrapt op een overtreding, dan kan de commissie de schuldigen voor het Europese Hof van Justitie dagen. De Commissie bestaat op dit moment uit twintig onafhankelijke commissarissen (twee uit Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italië en het Verenigd Koninkrijk en één uit de andere landen) die door de lidstaten worden benoemd. De leden van de commissie zijn volkomen onafhankelijk, dus geen staats vertegenwoordigers. De commissarissen worden op hun bekwaamheid gekozen voor een periode van vijf jaar. Ze zijn herbenoembaar. Zeventien van de twintig leden van de commissie zijn verantwoordelijk voor een eigen politieke portefeuille, vergelijkbaar met de ministers in onze Nederlandse politiek, en de andere drie zijn de voorzitter en de twee vice-voorzitters. Natuurlijk wordt niet al het werk gedaan door deze twintig mensen, de Commissie beschikt over een hele staf van medewerkers, deze werken grotendeels in Brussel, op het hoofdkwartier van de Commissie. Ook werken er in Luxemburg waar ook vergaderingen van de Europese Unie plaatsvinden.In totaal zijn er zo’n 12.000 ambtenaren. Ook heeft de Commissie naast ambassadeurs in de verschillende landen van de wereld ook afgevaardigden in een aantal wereldorganisaties zoals de VN en de OESO. Het Europees parlement Het Parlement is de volks vertegenwoordiging van de EU en ook meteen het omvangrijkste bestuursorgaan. Het Europees Parlement werd tot 1979 gekozen door en uit de nationale parlementen. Sinds 1979 worden de leden van het parlement gekozen door de burgers van de lidstaten via rechtstreekse algemene verkiezingen, in totaal waren er 518 zetels maardoor de hereniging van Duitsland en de komst van Oostenrijk, Finland en Zweden moesten er een aantal zetels worden herverdeeld. Sinds 1 Januari 1996 bedraagt het aantal zetels 626, deze zijn als volgt verdeeld: Onafhankelijk van de nationaliteit van de parlementsleden zitten ze in 10 politieke fracties namelijk; Socialisten
Christen democraten
Liberalen
Orthodoxe communisten
Eurocommunisten
Europese democratische fractie
Fractie van verenigde Europese democraten
Het parlement heeft eigenlijk drie functies; Adviserende functie: nadat de voorstellen door de commissie zijn geformuleerd, worden ze ter bespreking voorgelegd aan het parlement, steunend op deze voorstudies bestudeert het parlement de voorstellen grondig. Daarin brengt het Europees Parlement advies uit bij de ministerraad
Controlerende functie: de Europese Commissie en de raad van Ministers worden door het Parlement gecontroleerd en de begroting moet door het Parlement goedgekeurd worden, het is immers de rechtstreekse volksvertegenwoordiging. Wetgevende functie: sinds 1987 heeft het Parlement enige wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten, ook het recht op amendement (veranderen of verbeteren van een wetsvoorstel) en het vetorecht (verbieden, ongeldig verklaren van wetsvoorstellen) mag het Parlement gebruiken. Het orgaan dat is belast met de organisatie van de werkzaamheden van het parlement is het bureau, dit bestaat uit:de voorzitter van het Europees parlement plus veertien ondervoorzitters en nog vijf afgevaardigden met een adviserende functie. Veel van het parlementaire werk vind plaats in de achttien parlementaire commissies ofwel werkgroeppen, om de werkzaamheden van het parlement te versnellen en doeltreffender te maken. De werkgroeppen bestuderen de vraagstukken die in de plenaire vergadering worden besproken. Elk beleidsterrein heeft zijn eigen werkgroep zoals: begroting, landbouw, energie, sociale zaken enzovoorts.Een werkgroep vergadert gemiddeld twee à drie keer per maand in Brussel, de plenaire zittingen vinden elke maand een week lang plaats in Straatsburg. Het secretariaat van het Europees Parlement is in Luxemburg gevestigd.
De Europese Raad (ofwel: Raad van Ministers) De raad van ministers is een vergadering van ministers van de EU landen, er zetelen ministers uit alle lidstaten. De samenstelling van de vergadering is afhankelijk van het onderwerp dat word besproken, word er bijvoorbeeld gesproken over het mestoverschot, dan komen de ministers van landbouw bij elkaar en zo word dat met elk onderwerp gedaan. De Europese raad is verantwoordelijk voor het algemeen beleid in de Eu, ze stellen de Europese richtlijnen vast en beslissen over zalen die van Europees belang zijn zoals de visquota en Europese landbouw prijzen. Ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting. Het voorzitterschap van de ministerraad wisselt om de zes maanden, de lidstaten nemen om de beurt het ministerschap waar. De leden van de Commissie en het Parlement moeten hun nationale gevoelens aan de kant zetten en Europees denken en handelen, de Leden van de Europese raad moeten ook op nationaal niveau denken, want zij verdedigen ook hun nationale belangen. Gemeenschappelijke behoeften verschillen meestal nogal van nationale belangen, en om tot aanvaardbare besluiten te komen streeft men in de ministerraad naar unanimiteit (al is dit niet voor alle besluiten nodig.) Het stemmen in de ministerraad word evenredig gedaan met het aantal inwoners van een lidstaat, ik heb hier geen recente informatie over kunnen vinden, maar in de tijd dat de EG nog twaalf leden had beschikte de ministerraad over 76 stemmen, die in overeenstemming waren met het aantal inwoners van de lidstaat. In die tijd waren er in principe 54 stemmen nodig om een wet goed te keuren. De manier van stemmen is hetzelfde gebleven alleen de aantallen kunnen zijn aangepast. Zoals het Europees parlement de organisatie over laat aan het bureau, zo coördineert en bereidt het Comité van Permanente Vertegenwoordigers de werkzaamheden van de Raad voor. Ook beschikt de ministerraad over zo’n 1900 ambtenaren die vooral de administratie doen. De Raad van Ministers komt minstens twee keer per jaar bij elkaar. De Europese Raad moet niet verward worden met de Raad van Europa. Het Europese hof van Justitie Het Europese hof van justitie is de rechtsprekende macht van de EU. Het hof bestaat uit vijftien rechters, Deze zijn benoemd door de lidstaten, en uit negen advocaten-generaal, deze benoeming is voor een periode van zes jaar. Het hof van Justitie heeft een eigen bevoegdheid, en de uitspraken die ze doet zijn bindend, dit wil zeggen dat Nationale rechtbanken ondergeschikt zijn aan het Europese hof van Justitie. Het hof treed in zijn geheel op of in kamers, bestaande uit drie, vijf of zeven rechters. De belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd, dit kan worden opgesplitst in drie soorten: De berechting van geschillen, dit gaat over geschillen tussen instellingen, tussen lidstaten, tussen instellingen enerzijds en staten en particulieren anderzijds. Door de rechtstreekse werking van EG-bepalingen en andere EG-wetgeving kunnen particulieren een beroep bij het Hof instellen, dit is bij de meeste andere internationale rechters niet mogelijk. Het uitbrengen van bindende adviezen: Dat wil zeggen dat het Hof van Justitie wetten, beslissingen en handelingen van de Commissie, de Ministerraad of zelfs van de regering van een lidstaat nietig kan verklaren. Ook vragen nationale rechterlijke instanties vaak om juridisch advies aan het hof. Het geven van Prejudiciële beslissingen: Uitspraken doen over de achtergronden van wetten en verdragen. Bij twijfel of onduidelijkheid beslist het hof wat de bedoeling van de wetgevers is geweest en wat de precieze inhoud van de wetten is. Het Europese Hof van Justitie is gevestigd in Luxemburg. De Europese Rekenkamer In het EU gaat een heleboel geld om, daarom is er een orgaan in het leven geroepen dat moet toezien op de begroting. De Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd. De Rekenkamer kan het Parlement en de Raad elke onregelmatigheid melden. De Europese Rekenkamer bestaat uit vijftien leden, uit elke lidstaat één, die voor zes jaar word benoemd door de Raad. Uit het midden van de vijftien ledenkiezen ze een president, deze word voor drie jaar benoemd en is herkiesbaar. De kamer beslist bij absolute meerderheid van stemmen. De Rekenkamer word bijgestaan door een Secretaris-generaal en ongeveer 550 medewerkers. Het is gevestigd in Luxemburg. De Investeringsbank (EIB) De Rekenkamer oefent strenge controle uit over de besteding van de Europese financiën. Dit is op zich goed, maar het duurt hierdoor vaak lang voordat er geld beschikbaar komt. Soms is er snel geld nodig, en daarom is de Investeringsbank opgericht. De investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd. De EIB Is opgericht bij het verdrag van Rome in 1958. De Raad van Gouverneurs heeft eigenlijk de leiding over de investeringsbank. De Raad van Gouverneurs bestaat uit ministers die door elke lidstaat zijn aangewezen, meestal zijn dit de ministers van financiën. Taken van de Raad van Gouverneurs: Algemene richtlijnen van voor het krediet beleid vaststellen
Balans en jaarverslag goedkeuren

Financiële verplichtingen van de bank aangaan buiten de EU
Besluiten nemen over kapitaal verhogingen
Benoemen van de leden van de raad van bestuur, de directie en het comité ter controle van de boekhouding. De Raad van bestuur staat onder leiding van de president van de bank en bestaat uit 24 door de lidstaten aangewezen leden en één lid dat door de Europese commissie is benoemd. De Raad van bestuur keurt de opgenomen en verstrekte leningen. De directie is het uitvoerend orgaan van de bank, zij dragen zorg voorvoor het dagelijks beheer en bereidt de besluiten van de raad van bestuur voor. De directie bestaat uit een voorzitter en zeven vice-voorzitters. Het comité ter controle van de boekhouding ziet toe op de regelmatigheid van de activiteiten en boekhouding van de bank. Ook werkt het comité ter controle van de boekhouding samen met de Europese Rekenkamer tijdens de externe controle van de activiteiten van de EIB, die betrekking hebben op de begrotingsmiddelen van de Europese Unie of de lidstaten. De Europese Investeringsbank beschikt niet over de traditionele middelen uit spaardepots of rekeningen courant en kan zich rekenen tot de belangrijkste geldverstrekkers. De EIB profiteert op de kapitaalmarkten van de beste krediet notering, hierdoor kan de bank tegen zeer concurrerende voorwaarden veel geld verhandelbaar maken die nodig zijn voor steun aan investeringen. De Europese Centrale Bank (ECB) De komst van een Economische en Monetaire Unie (EMU) heeft geleid tot een nieuwe centrale bank, de Europese Centrale bank. Deze houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro, dit is vergelijkbaar met de vroegere taak van de Nederlansche Bank (DNB). Samen net de nationale centrale banken vormt de ECB het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Het Bestuur van de ECB wordt gevormd door de President en 5 leden. Dit Bestuur, vormt samen met de op dit ogenblik 12 deelnemende Gouverneurs van de nationale centrale banken de Raad van de ECB. De ESCB is een van de politiek onafhankelijke instelling met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit. Daarbij zal het algemeen economisch beleid van de EU ondersteund worden. De hoofdtaken van de ECB zijn: Het vaststellen en uitvoeren van het monetaire beleid in de eurozone; Het zonodig kopen of verkopen van vreemde valuta’s om de koers van de euro te beïnvloeden (zogeheten valuta-interventies); Het aanhouden en beheren van de officiële reserves van de lidstaten (voorraad vreemde valuta en goud); Het bevorderen van een soepel werkend betalingsverkeer binnen de eurozone. Het Eurosysteem is met name bedoeld om de prijsstabiliteit te behouden in de eurozone, zodat de koopkracht van de euro behouden blijft. Dit gebeurt op twee manieren: Een vooraanstaande rol is toegewezen aan de munteenheid. Deze rol wordt onderstreept door de bekendmaking van een referentiewaarde voor de groei van de geldhoeveelheid in brede zin, waarbij inflatie wordt gezien als een gevolg van het feit dat de beschikbare geldhoeveelheid te groot is in verhouding tot het aanbod van goederen en diensten; Een beoordeling op basis van allerlei indicatoren en perspectieven ten aanzien van prijsontwikkelingen en risico’s voor de prijsstabiliteit in de eurozone (zoals salarissen, wisselkoersen, rentekoersen op lange termijn en diverse maatregelen ten aanzien van economische bedrijvigheid). Deelconclusie Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar? De Europese Unie bestaat uit allerlei organisaties en organen die elk hun eigen taken, bevoegdheden en opdrachten hebben. Deze instellingen werken onderling veel samen en controleren elkaar streng. Ook adviseren ze elkaar over bepaalde onderwerpen om goede beslissingen te kunnen nemen. De Europese commissie is het dagelijks bestuur en het uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement. Het Europees parlement adviseert de ministerraad bij voorstellen van de commissie, controleert de Europese commissie en de ministerraad, moet de begroting goedkeuren en heeft wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten. De Europese raad stelt de Europese richtlijnen vast en beslist over zalen die van Europees belang zijn, ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting. Het Europese hof van Justitie is de rechtsprekende macht van de EU, haar belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd. De Europese Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd. De Europese Investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd. De Europese Centralebank houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro. Deelvraag 3: Wat houdt de uitbreiding precies in? De Europese unie staat op het punt om uit te breiden met tien nieuwe lidstaten, per 1 mei2004 behoren Estland, Letland, Litouwen, polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus tot de EU. Ook staan er nog drie landen in de wacht, Roemenië en Bulgarije die een voorlopige datum van 2007 hebben gekregen en Turkije dat nog niet vergenoeg is gevorderd met de toetredingsonderhandelingen om een datum te krijgen. Maar de grote vraag blijft: Is zo’n grootscheepse uitbreiding wel een verstandige zet van de Europese Unie?
De toetredingscriteria Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie criteria voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk vlak. Politieke voorwaarden: Ze moeten stabiele democratieën zijn die minderheden beschermen en mensenrechten eerbiedigen. Economische voorwaarden: In het kandidaat-land moet een functionerende markteconomie bestaan en het land moet het vermogen hebben om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden; er mag geen staatseconomie bestaan. Bestuurlijke voorwaarden: Het kandidaat-land moet in staat zijn de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen en de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie onderschrijven. Het land moet in staat zijn de hele Europese wetgeving over te nemen en toe te passen. Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De kandidaat-landen met dit probleem krijgen van de Europese Unie hulp in de vorm van geld en kennis. Het totale ‘overnamepakket’ beslaat 85.000 pagina’s, onderverdeeld in 31 ‘hoofdstukken’ (beleidsterreinen), zoals belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken, vrij verkeer van personen en kapitaal. Over de politieke en economische toelatingseisen valt niet te onderhandelen maar bij de overname en uitvoering van de EU-regels is uitstel op bepaalde onderdelen mogelijk. Al deze afspraken komen ook in het uiteindelijke toetredingsverdrag tussen de EU-landen en de Kandidaat –lidstaat. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie. Ieder land apart bekeken
Om een mening te kunnen vormen over de uitbreiding moet ieder land apart bekeken worden. Estland Hoofdstad: Tallinn
Oppervlakte: 45 227 km2
Aantal inwoners: 1.4 Miljard
Taal: Ests, Russisch
Munteenheid: Kroon
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940 opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 9800,- Bevolkingsgroei: 0,5% Werkloosheid: 12,4% Estland voldoet volgens de Europese Commissie aan de politieke criteria, maar moet vooral op economisch en administratief gebied nog belangrijke stappen zetten. Zo schiet het nog tekort aan de uitvoering van de hervorming van het openbaar bestuur, en de transparantie van personeelsbenoemingen en de coördinatie tussen uitvoerende organen. De burgers hebben nog niet genoeg toegang tot het juridisch systeem en de kwaliteit en uitvoering van uitspraken van rechters laat te wensen over. De Esten gaan goed vooruit op het gebied van de integratie van de grote Russische minderheid. Op economisch gebied, zo tekent de Commissie aan, blijft het begrotingstekort te hoog en is er hoge werkloosheid en veel vacatures. Verder is de kwaliteit van het voedsel nog lang niet op EU-peil. Hoe staat Estland ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie

Moet zich meer inspannen voor de naturalisatie van de Russische minderheid
Is trager met het toepassen van de Europese wetgeving over interne markt, landbouw, justitie en binnenlandse zaken, dan het zelf had aangekondigd. Moet het toezicht voor voedsel veiligheid verbeteren
Moet dringend de aanpassing van de visserij aan de Europese wetgeving verbeteren
Moet het milieu beleid aanpassen en investeren in infrastructuur voor afvalverwerking. Moet wetgeving aanpassen op het gebied van migratie, asiel en witwassen
Moet de grenscontrole versterken en meer doen ter bestrijding van de georganiseerde misdaad. Resultaat uit enquête van Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002: 33% van de Estse bevolking is voor uitbreiding van de EU
14% van de Estse bevolking is tegen uitbreiding van de EU Letland Hoofdstad: Riga
Oppervlakte: 64 589 km2
Aantal inwoners: 2.4 miljoen
Taal: Lets, Litouws en Russisch
Munteenheid: Lat
Onafhankelijk sinds: 1918 – 1940 en opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 7700,- Bevolkingsgroei: -0,8% Werkloosheid: 7,6% Letland heeft een markteconomie die voldoet aan de politieke criteria voor toetreding, die heeft macro-economische stabiliteit en die veel vooruitgang heeft geboekt op weg naar toetreding tot de Europese Unie. Maar het moet nog veel doen om het openbaar bestuur te hervormen en corruptie te bestrijden. Hoe staat Letland ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie

Heeft tekortkomingen van het justitiële systeem nog onvoldoende aangepakt
Heeft vooruitgang geboekt bij de bestrijding van corruptie, maar toch blijft dit een zaak van ‘ernstige zorg’ Heeft zich minder ingespannen voor de versterking van het bestuur dan voor de aanpassing van de wetgeving aan de Europese regelgeving
Moet voorrang geven aan een computersysteem voor de douane
Heeft een voedsel en Veterinaire dienst opgericht, maar moet toch het bestuur versterken om het Europese landbouwbeleid volledig te kunnen uitvoeren
Moet de wetgeving over migratie, witwassen en bescherming van financiele belangen aanpassen. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
33% van de Letse bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie
17% van de Letse bevolking is tegen uitbreiding van de Europese Unie 3.2.3 Litouwen Hoofdstad: Vilnius
Oppervlakte: 65300 km2
Aantal inwoners: 3.5 miljoen
Taal: Litouws, Russisch en Pools
Munteenheid: Litas
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940, opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 8700,- Bevolkingsgroei: -0,1% Werkloosheid: 12,5% Hoe staat Litouwen ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie
Moet de professionele kwaliteit van rechters en openbare aanklagers verbeteren
Heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt bij bestrijding van corruptie

Heeft de kwaliteit van het bestuurlijk apparaat de laatste jaren aanzienlijk verbeterd
Heeft slechts beperkte vooruitgang geboekt bij aanpassingen op het gebied van landbouw, visserij en milieu
Moet de ambtelijke staf veter opleiden
Moet de laatste aanpassingen aan de Europese wetgevingen doen op terreinen als witwassen, de bescherming van financiële belangen, grensbewaking en asiel. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
41% van de Litouwse bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie
11% van de Litouwse bevolking is tegen uitbreiding van de EU. 3.2.4 Polen Hoofdstad: Warschau
Oppervlakte: 312 658 km2
Aantal inwoners: 39 miljoen
Taal: Pools
Munteenheid: Zloty
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 9200,- Bevolkingsgroei: 0% Werkloosheid: 16,7% Hoe staat Polen ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie
Heeft vooruitgang geboekt bij de hervorming van het justitieel apparaat
Heeft vooruitgang geboekt bij bewaking van de grenzen met Kraliningrad, Wit-Rusland en Oekraïne. Heeft zoveel corruptie dat dit reden voor ernstige zorg is. Moet politieke, bestuurlijke en zakelijke cultuur ontwikkelen die corruptie kan weerstaan
Heeft de meeste Europese wetgeving overgenomen, maar toont aanzienlijke gebreken bij de toepassing van deze wetgeving bij milieu en voedselveiligheid. Heeft grote vooruitgang geboekt op terrein van vrije goederen verkeer

Noodzakelijke sanering staal industrie stagneert
Aanpassing belasting regime verloopt traag
Moet de wetgeving over banken en verzekeringen nog aanpassen
Moet aanzienlijke extra inspanningen doen om tijdig het functioneren van de douane te verbeteren
Moet de landbouw wetgeving nog grotendeels aanpassen
Heeft visserij sector nog slechts beperkt aangepast
Versterking van bestuurlijk apparaat houd geen gelijke tred met aanpassing van Nationale wetgeving aan Europese regels
Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
51% van de Poolse bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie
11% van de Poolse bevolking is tegen uitbreiding van de EU. Tsjechië Hoofdstad: Praag
Oppervlakte: 78 864 km2
Aantal inwoners: 10,3 miljoen
Taal: Tsjechisch
Munteenheid: Tsjechische kroon
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 13 300,- Bevolkingsgroei: -0,1% Werkloosheid: 8,5% De Tsjechische Republiek is één van de koplopers onder de kandidaat-lidstaten. Al in 1997 voldeed het land aan de politieke criteria van de EU. Dit jaar geeft de Commissie ook een voorwaardelijke voldoende voor de markteconomie. Het land heeft een functionerende markt economie. Afgezien van het feit dat Tsjechië nog altijd niet klaar is met de sanering van de grote staatsbedrijven. Een deel van deze ondernemingen is de afgelopen jaren kunstmatig op de been gehouden door leningen van niet-geprivatiseerde banken. Hoe staat Tsjechië ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie

Moet de hervorming van het openbaar bestuur sneller dan voorzien doorvoeren om te kunnen voldoen aan de eisen van de toetreding
Moet gerechtelijke procedures sneller afwikkelen
Moet extra maatregelen nemen ter bestreiding van corruptie die tot ernstige zorg blijft
Moet extra maatregelen nemen om de moeilijke positie van Roma te verbeteren
Moet meer inspanning doen om het witwassen van geld te bestrijden
Moet zich meer inspannen om milieu wetgeving daadwerkelijk to te passen
Moet de grensbewaking verbeteren. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
46% van de Tsjechische bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie
9% van de Tsjechische bevolking is tegen uitbreiding van de EU. Slowakije Hoofdstad: Bratislava
Oppervlakte: 49 036 km2
Aantal inwoners: 5.4 Miljoen
Taal: Slowaaks
Munteenheid: Koruna
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 11.100,- bevolkingsgroei: 0,1% werkloosheid: 19,8% Slowakije moest van ver komen in 1998 was Slowakije nog niet eens begonnen aan onderhandelingen over toetreding tot Europese Unie. Sindsdien heeft Slowakije een ongelooflijke inhaalslag geleverd. Het land heeft inmiddels meer onderhandelingshoofdstukken afgesloten dan de Polen en zit in de groep van landen die als eerste zullen toetreden. Economisch is de Commissie in grote lijnen tevreden over Slowakije, al waarschuwt Brussel voor een te hoog oplopend tekort op de betalingsbalans en een te hoge werkloosheid. Slowakije heeft met 18,6 procent verreweg de hoogste werkloosheid van de kandidaten. Hoe staat Slowakije ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie. Heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt bij hervotming van het ambtenaren apparaat. Heeft zeer goede vooruitgang geboekt bij zowel overname als toepassing van de Europese wetgeving. Moet structurele hervormingen doorvoeren om de werkloosheid te kunnen bestreiden. Heeft het administrative systeem voor het landbouw beleid nog niet op orde. Heeft d ewetgeving en toepassing daarvan op milieugebied aanzienlijk verbetert. Moet toepassing van wetgeving op het gebied van justitie en binnenlandse zaken verder varbeteren, in het bijzonder bij grenscontrole en de bestrijding van illegale immigratie en misdaad. Heeft nog een zwak bestuurlijk apparaat voor de uitvoering van de wetgevingvoor de gemeenschappelike interne markt. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002

58% van de Slowaakse bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie
5% van de Slowaakse bevolking is tegen uitbreiding van de EU. 3.2.7 Hongarije Hoofdstad: Boedapest
oppervlakte: 93 033 km2
Aantal inwoners: 10,1 miljoen
Taal: Hongaars
Munteenheid: Forint
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 11.900,- Bevolkings groei: -0,5% werkloosheid: 6,5% In 1989 kwam er een eind aan de monopoliepositie van de communistische partij in Hongarije en in 1990 werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Er werd een centrumrechtse regering werd gevormd die een liberaliseringpolitiek voerde. De overgang naar een vrijemarkteconomie verliep niet probleemloos, maar aan het eind van de jaren negentig groeide de economie met ruim 4,5% en daalde de inflatie tot onder de 10%. In 1994 vroeg Hongarije het lidmaatschap van de Europese Unie aan. Hoe staat Hongarije ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie. Moet nieuwe maatregelen nemen, omdat de bestrijding van corruptie een reden tot zorg blijft. Roma lijden nog steeds onder discriminatie. Het Roma-beleid is onvoldoende geintegreerd in de algemene sociale ontwikkeling. Moet een fundamentele hervorming van de gezondheidszorg doorvoeren. Heeft afgelopen jaar bestuurlijk slechts weinig vooruitgang geboekt bij landbouw en rigionaal beleid. Moet een agentschap voor voedselveiligheid oprichten. Heeft met de nieuwe wetgeving goede vooruitgang geboekt op milieu gebied. Is te traag met het invoeren van een administtratief systeem voor de landbouw. Heeft vooruitgang geboekt bij de bestreiding van fraude, corruptie, witwassen en georganiseerde misdaad. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002

60% van de Hongaarse bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie. 7% van de Hongaarse bevolking is tegen uitbreiding van de EU. Slovenië Hoofdstad: Ljubljana
oppervlakte: 20 253 km2
Aantal inwoners: 2 miljoen
taal: Sloveens
munteenheid: Tolar
Onafhankelijk sinds: 1991
BBP per hoofd in 2001: € 16 000,- Bevolkingsgroei: -0,1% werkloosheid: 11,5% Met Slovenië erbij gaat de Europese Unie er per saldo op vooruit. Het gemiddelde inkomen van de twee miljoen Slovenen ligt op 72 procent van het Europese gemiddelde. Tegen de tijd van de uitbreiding in 2004 zal het gemiddeld inkomen zeker de 75 procent hebben bereikt, waarmee Slovenië een nettobetaler wordt in plaats van een netto-ontvanger. Alleen wordt er zorgen gemaakt over de rol van de Sloveense overheid, deze is veel te groot. De Commissie denkt dan ook dat de Sloveense binnenlandse markt voordeel zou hebben bij minder inmenging van de overheid. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
41% van de Sloveense bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie. 11% van de Sloveense bevolking is tegen uitbreiding van de EU.
Malta Hoofdstad: Valletta
Oppervlakte: 316 km2
Aantal inwoners: 377 000
Taal: Maltees, Engels
Munteenheid: Maltezer lire
Onafhankelijk sinds: 1964
BBP per hoofd in 2001: € 12 600,- Bevolkingsgroei: 0,5% Werkloosheid: 4,5
Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002
39% van de Maltese bevolking is voor uitbreiding van de Europese Unie. 31% van de Maltese bevolking is tegen uitbreiding van de EU. Cyprus Hoofdstad: Nicosia
Oppervlakte: 9251 km2
Aantal inwoners: 770 000
Taal: Grieks, Turks
Munteenheid: Cypriotisch pond (op het Griekse deel) Turks lire (op het Turkse deel) Onafhankelijk sinds: 1960
BBP per hoofd in 2001: €18 500,- Bevolkingsgroei: 1,3% Werkloosheid: 4% Cyprus bestaat uit twee delen, het zuidelijke deel, dat Grieks is en het kleinere Turkse deel. Het Griekse deel van het eiland is relatief welvarend. Al sinds 1984 worden er besprekingen over hereniging gehouden, maar dat is er nog niet van gekomen. Voorlopig zal alleen het Griekse deel toetreden tot de Europese Unie. Resultaat van de enquête uit Eindhovens Dagblad gepubliceerd op 14-12-2002

51% van de bevolking van Cyprus is voor uitbreiding van de Europese Unie. 13% van de bevolking van Cyprus is tegen uitbreiding van de EU. De overige drie Dan zijn er als laatst nog drie landen die tot hun spijt in 2004 nog niet mogen toetreden tot de EU, dit zijn Roemenië, Bulgarije en Turkije. Twee van die drie, Bulgarije en Roemenië moeten wachten op de volgende uitbreidingsronde die naar verwachting in 2007 zal plaatsvinden. Turkije heeft daarentegen nog helemaal geen datum in het vooruitzicht gesteld gekregen Hoe staat Roemenië ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie. Moer besluitvormings- en wetgevings- processen verbeteren. Heeft vooruitgang geboekt bij bescherming van kinderen, waardoor het aantal kinderen in tehuizen is afgenomen. Heeft de behandeling van minderheden, in het bijzonder Roma, verbeterd. Boekt vooruitgang in richting van een functionerende markteconomie, een van de criteria voor het EU-lidmaatschap. Kloof tussen overname en toepassing Europese wetgeving groeit. Voert structurele hervormingen bij landbouw slechts heel langzaam door. Bestuurlijk en rechterlijk apparaat behoeft nog aanzienlijke versterking. Toepassing Europese wetgeving door ambtelijk apparaat is over vrijwel de hele linie nog onder de maat. #1 Hoe staat Bulgarije ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie. Voldoet aan de voorwaarde het een functionerende markt economie moet hebben, maar zal pas op middellange termijn voldoen aan het criterium dat het de concurrentie binnen de EU aankan. Heeft vooruitgang geboekt bij bestrijding van corruptie, die een reden van ernstige zorg blijft. Moet met spoed levensomstandigheden van geestelijk gehandicapten verbeteren. Heeft tot nu toe weinig gedaan om een einde te maken aan discriminatie van Roma en om hun slechte leefomstandigheden te verbeteren. Moet bestuurlijk en rechterlijk apparaat verbeteren. Moet meer doen om de wetgeving aan te passen en uitvoering te controleren. Moet de ingevoerde wetten over voedselveiligheid ook toepassen. #1 Hoe staat Turkije ervoor? Voldoet niet volledig aan de eisen over democratie. Wordt aangemoedigd om hervormingsproces voort te zetten om democratie te versterken en mensenrechten te beschermen. Heeft hervormingen doorgevoerd, die echter aantal belangrijke beperkingen bevatten voor volledig respecteren van fundamentele rechten en vrijheden. Houdt met name belangrijke beperkingen bij vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van godsdienst. Moet einde maken aan martelingen, rol van militairen terugdringen en gevangennemen van mensen wegens het uiten van meningen stoppen. Heeft vooruitgang gemaakt in richting van functionerende markteconomie. Heeft tot nu toe ernstige handelsbelemmeringen gehandhaafd. Heeft een cultureel en audiovisueel beleid dat niet in overeenstemming is met de Europese wetgeving. Heeft de wetgeving ter bescherming van consumenten en hun gezondheid slechts beperkt aan de Eu aangepast. Moet zich meer inspannen om corruptie,georganiseerde misdaad en drugshandel te bestrijden. Heeft wettelijke basis gelegd voor bestrijding mensenhandel. #1 Verhoudingen Ik heb Met behulp van de Grote Bosatlas een aantal eigenschappen van de landen die in 2004 zullen toetreden beoordeeld (met uitzondering van Cyprus), ze hebben per eigenschap punten toegekend gekregen van 1 tot 5, 1is negatief voor de EU, 5 is positief voor de EU. BNP(Bruto NationaalProduct)(1996) *1 Werkloos-heid(1990-1996) OntwikkelingBNP(1990-1996) SterkteEconomie(1998) *2 Inflatie(1990-1996) Schulden(1996) Estland 2 3 3 3 2 4

Letland 2 4 1 3 2 4
Litouwen 2 3 2 2 2 4
Polen 2 3 4 3 3 2
Tsjechië 3 4 4 3 4 3
Slowakije 2 2 3 3 4 3
Hongarije 2 3 3 3 4 2
Slovenië 3 4 4 3 3 4
Malta - 5 4 3 5 4 *1 Per inwoner *2 Krediet waardigheid voor buitenlandsinvesteerders
De landen gerangschikt van positiefst voor de EU tot Negatiefste voor de EU op grond van de eigenschappen uit de tabel: 1: Malta
2: Tsjechië 2: Slovenië 3: Estland
3: Polen
3: Slowakije
3: Hongarije
4: Letland
5: Litouwen Argumenten voor uitbreiding van de EU De uitbreiding zal de stabiliteit van Europa sterk verbeteren. Er is minder risico op gewapende conflicten, en de daaruit voorkomende vluchtelingen. In gevoelige kwesties zal de uitbreiding bijdragen aan het gevoel van veiligheid. Dit geldt op terreinen als milieubeleid, veiligheid van kernenergie en kernwapens, bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en drugssmokkel, asielaanvragen en immigratie. Het kost veel minder om onze oosterburen te helpen een stabiele democratie en een open economie op te richten, dan na een oorlog de maatschappij weer van onderen op te moeten bouwen. (Voorbeeld tussen aankomend EU lid Slovenië en Joegoslavië. Vorig jaar heeft de EU €30 miljoen uitgegeven om Slovenië te helpen zich klaar te maken voor het lidmaatschap. Voor de wederopbouw van Kosovo gaf de EU €440 miljoen uit. Als de EU uitbreid en de binnengrenzen vallen weg, dan komen er ineens 75 miljoen nieuwe consumenten bij, er ontstaat dan de grootste markt voor handel en investeringen in de wereld. Dat betekent Meer transport en meer vestigingsmogelijkheden. VNO-NCW heeft berekend dat de uitbreiding de werkgelegenheid in de huidige lidstaten laat groeien met 300.000 banen. Als de EU de nieuwe lidstaten helpt met het opbouwen van een evenwichtige economie, dan werpt dit na verloop van tijd zijn vruchten af en zal de EU er ook economisch voordeel uithalen. Argumenten tegen de Uitbreiding van de EU De Europese Unie is nog niet klaar voor de uitbreiding, al is het allen maar omdat de besluitvorming van de Europese Unie nog steeds op basis van een beperkt aantal leden in de Europese commissie plaats vindt, met tien extra ministers duren de vergaderingen nog langer dan nu al het geval is. De Kandidaat landen zijn er nog niet klaar voor, er zijn nog een hoop overgangsmaatregelen afgesproken waar nog niet aan word voldaan. De bestuurscultuur in het oosten is heel anders dan in het westen, corruptie en georganiseerde misdaad, zijn niet zomaar te onderdrukken of te stoppen. Veel van de Toekomstige lidstaten zijn pas een aantal jaar onafhankelijk, waarschijnlijk realiseren deze landen zich niet dat lid worden van de Europese Unie betekend dat ze een groot deel van hun bestuurlijke vrijheid opgeven. Uitbreiding is duur, er zijn dan veel meer landen die financiële hulp van de Europese Unie behoeven, hier gaan de landen die veel moeten betalen in de Unie dus op achteruit.
Deelconclusie Wat houdt de uitbreiding precies in? De Europese unie staat op het punt om uit te breiden met tien nieuwe lidstaten. Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie criteria voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk vlak. Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie. Er zijn zowel goede argumenten tegen als voor de uitbreiding, de argumenten voor richten zich vaak op de belangen van de Europese Unie op langere termijn en op het gebied van handel en economie. De argumenten tegen richten zich op de kosten van de uitbreiding en op het feit dat de EU én de kandidaat lidstaten er nog niet aan toe zouden zijn Conclusie Hoofdvraag
Is de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten wel een slimme stap?
Deelvraag 1
Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen?
De Europese unie is tot stand gekomen door de samenwerking van enkele Europese landen, die uit angst voor een volgende oorlog en als steun voor de opbouw na de tweede wereld oorlog, bij elkaar gekomen zijn. Aan deze samenwerkingsverbanden, namen steeds meer Europese landen deel en het nam ook steeds complexere vormen aan. De EEG, EGKS en EGA gingen samen over in de EG en deze groeide uit tot doordat de organisaties zijn samengevloeid in de EG en dit is later één van de drie pijlers van de EU geworden. Deelvraag 2
Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar?
De Europese Unie bestaat uit allerlei organisaties en organen die elk hun eigen taken, bevoegdheden en opdrachten hebben. Deze instellingen werken onderling veel samen en controleren elkaar streng. Ook adviseren ze elkaar over bepaalde onderwerpen om goede beslissingen te kunnen nemen. De Europese commissie is het dagelijks bestuur en het uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement. Het Europees parlement adviseert de ministerraad bij voorstellen van de commissie, controleert de Europese commissie en de ministerraad, moet de begroting goedkeuren en heeft wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten. De Europese raad stelt de Europese richtlijnen vast en beslist over zalen die van Europees belang zijn, ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting. Het Europese hof van Justitie is de rechtsprekende macht van de EU, haar belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd. De Europese Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd. De Europese Investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd. De Europese Centralebank houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro. Deelvraag 3
Wat houdt de uitbreiding precies in?
De Europese unie staat op het punt om uit te breiden met tien nieuwe lidstaten. Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie criteria voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk vlak. Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie. Er zijn zowel goede argumenten tegen als voor de uitbreiding, de argumenten voor richten zich vaak op de belangen van de Europese Unie op langere termijn en op het gebied van handel en economie. De argumenten tegen richten zich op de kosten van de uitbreiding en op het feit dat de EU én de kandidaat lidstaten er nog niet aan toe zouden zijn.
Antwoord op de deelvraag In Principe betekent deze uitbreiding hetzelfde als vroeger, landen die zich bij elkaar aansluiten uit angst voor oorlog, en om samen sterk te staan. Dit ontwikkelde zich later tot een economisch begrip. De besluitvorming in de Europese Unie is goed geregeld, er is veel controle over de verschillende instellingen en organen, maar is hierdoor ook weer erg complex en naar mijn idee een beetje omslachtig op sommige punten. En het kost ook een hoop tijd om voor bijvoorbeeld een wetsvoorstel alle procedures te doorlopen. Als voordeel is dan wel dat alles overwogen word, weer heroverwogen word, gecontroleerd word en als het nodig is daarna nog eens aangepast, en vervolgens weer overwogen en bestudeerd wordt. (Je weet zo tenminste zeker dat er geen fouten gemaakt worden.) De uitbreiding zelf vind ik een goed idee, heel Europa heeft er immers baat bij, Oost Europa omdat ze kansen krijgen om zich te ontwikkelen in een welvarend land, en West Europa omdat, wanneer Oost Europa welvarender word, West Europa daar (economisch) ook profijt van heeft. De termijn waarop ineens tien landen toetreden vind ik tekort, waarom ineens tien landen? Waarom niet in groepjes, dan is de financiële klap niet voor de EU niet zo groot, en dan ziet men wat de werkelijke gevolgen van de toetreding zijn, nu kan daar alleen nog maar over gespeculeerd worden. Ook de besluitvorming zal een stuk moeizamer gaan verlopen, het gaat nu al traag, en na de uitbreiding komen er alleen maar meer ministers, commissarissen, parlementsleden en afgevaardigden bij. Ik ben voor de toetreding maar het had voor mij allemaal niet zo'n haast hoeven maken.

REACTIES

R.

R.

Hij is te lang en ingewikkeld

6 jaar geleden

B.

B.

Mooi verslag! bedankt!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.