Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De economie van china

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 7483 woorden
  • 15 maart 2013
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
30 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inhoud

 

Inleiding.. 3

1.1 Geschiedenis van China. 4

1.2 China en de politiek. 6

1.3 Economische groei van China. 8

 

2.1 Landbouw, visserij en bosbouw.. 10

2.1.2 Bosbouw.. 11

2.2 Industrie. 12

2.3 Diensten.. 14

 

3.1 Europa. 16

3.2 Verenigde Staten.. 18

3.3 Emerging markets (BRIC landen) 20

 

4.1 Corruptie en mensenrechten.. 22

4.2 Milieu.. 24

4.3 Werkloosheid en bevolkingsgroei 26

 

Interview.. 28

Conclusie. 31

Logboek. 32

Notenlijst 33

Bronnenlijst 34

 

Inleiding

China komt de laatste vaak in het nieuws voor op allerlei gebieden, maar vooral economisch gezien.

Waarom het profielwerkstuk over de economie van China? Nou dit is omdat ik geïnteresseerd ben in economische dingen, en graag wil weten hoe China zo sterk gegroeid kan zijn. Ik zou graag na het profielwerkstuk willen weten wat de belangrijkste factoren zijn geweest, en hoe deze tot stand zijn gekomen. Verder wil ik graag te weten komen hoe het nu verder zal gaan met China.

Als eerste ben ik begonnen met een plan van aanpak maken, in september 2012. In oktober 2012 ben ik begonnen met het verzamelen van informatie, om dit later te kunnen verwerken. Ook heb ik een interview gehouden met Henny Kranenberg hij is directeur van Nedap China. De meeste informatie komt van internet omdat hier het meeste te verkrijgen was.

De hoofdvraag van mijn profielwerkstuk is:

Hoe heeft China in de laaste 15 jaar zo’n sterke groei kunnen doormaken.

 

 

 

1.1 Geschiedenis van China

De geschiedenis van China gaat ver terug.  Ongeveer 6000 geleden leefde er in China mensen die leefde van de landbouw en vee, deze culturen werden shao- en lung shan-culturen genoemd. Uit deze cultuur ontstonden omstreeks 2200 v. Chr. De koninkrijken van de Shang- en Yin-vorsten. Ook begonnen ze in deze tijd met het Chinese schrift. De Shang- en Yin zijn rond de 11de eeuw v. Christus verslagen door de Zhou-vorsten, in deze tijd werd filosofie een belangrijk onderdeel van het Chinese bestaan.

Van 5de eeuw v. Chr. tot de halverwege de 3de eeuw v. Chr. waren er steeds oorlogen. Deze werden uiteindelijk gewonnen door Oin Ch”n. Uit deze naam is China afgeleid. In 221 v. Chr.  kwam er de eerste keizer van China met de naam Oin Shimuangdi. Hij was keizer tot 210 v. Chr.  Toen stierf hij. In deze korte tijd heeft hij het Chinese volk tot 1 volk gevormd met 1 taal en 1 gezag. Ook begon rond deze tijd de bouw van de Chinese muur om zich te beschermen tegen aanvallen vanaf het noorden. 

Na zijn dood kwam er een machtstrijd wie er keizer werd. Deze werd gewonnen door Liu Bang. Hij richtte de Han-dynastie op. Dit heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Chinese rijk. Er werden uitvindingen gedaan en er werd gebruik gemaakt van papier en inkt. Sommige chinezen zien zichzelf als afstammelingen hiervan. Ze noemen zichzelf Han-Chinezen. Ook kwam in die tijd vanuit India het boeddhisme op.    

Na een tijd viel het Han-rijk uit elkaar. Dit kwam doordat de zuidelijke regio zich machtiger voelde dan de rest en zo gingen ze opstanden organiseren. In 618 werd China weer herenigd door de tang-dynastie. Deze dynastie vergrote het grondgebied.

Deze dynastie werd opgevolgd door de Song-dynastie.T Gedurende deze dynastie kwam voor het eerst papiergeld in omloop. Tijdens deze dynastie werd China  bedreigd door invallen van andere volken uit het noorden zoals de mongolen. De mongolen wisten heel China te veroveren. Tijdens deze tijd kwamen er veel buitenlanders naar China zoals o.a. koopman Marco Polo. De mongolen kregen  na verloop van tijd veel verzet en  uiteindelijk werden ze in 1368 verdreven.

Onder de ming-dynastie werd China een zeevarend land. Veel Chinese boten voeren naar de Arabische wereld. Maar rond halverwege de 16de eeuw moesten ze stoppen met hun zeevaart. Dit omdat het land erg was verzwakt door burgeroorlogen en invallen van Mongolen.

 

In het noordoosten van China was het mansjoe-rijk ontstaan. Zij trokken China  in en brachten rust in het land en stichten de Qing-dynastie.  Maar vanaf 1860  ontstonden er weer opstanden . De belangrijkste was de hemelse Vrede. Deze duurde bijna 20 jaar.

Tijdens de laatste helft van de 19de eeuw viel China onder het bestuur van keizerin Ci Xi. Zij was fel tegen hervormingen en liet ook haar zoon arresteren omdat hij voor hervormingen was. De buitenlanders hadden wel meer invloed gekregen. De bokseropstand van 1900  werd bijv. neergeslagen door strijdmacht van de Britten,Fransen,Amerikanen,Russen en Japanners

Na diverse opstanden kwam er onder leiding van Sun Yat-sen een einde aan het keizerrijk, en op 1 januari 1912 riep hij de republiek China uit. Hij wilde China democratisch maken. Alleen  kwam er een opstand en in verschillende delen van China waren verschillende krijgsheren. In 1921 werd in China de communistische partij opgericht. Die zich in 1923 aansloot bij de nationalistische partij. In 1925 werd er een rechtse koers ingeslagen en  toen werd de communistische partij verboden. Hierdoor zijn  de communisten naar het westen gevlucht. Tijdens deze periode veroverde Japan grote delen van China.  De japanners onderdrukten  de boerenbevolking. En daarom sloten veel boeren zich aan bij  het communistische volksbevrijdingsleger.

Toen Japan was verslagen  brak er een burgeroorlog uit. Deze burgeroorlog werd gewonnen door de communisten, en deze riepen op 1 oktober 1949 de volksrepubliek China uit.

Toen de communisten het voor het zeggen had zijn er miljoenen mensen vermoord. Denk hierbij aan kapitalisten en politieke tegenstanders. Deze periode wordt ook wel de periode van de zuiveringen genoemd.

Rond 1956 verslechterende de relatie met de sovjet unie. Dit kwam door uitspaken van  Chroesjtsjov die Mao, de president toen die tijd van China,  niet kon waarderen. Dit conflict liep door tot een hoogtepunt  in 1969 toen er bijna een atoomoorlog ontstond. Maar door Ho Chi Minh kwamen ze er vreedzaam uit. En in de jaren 90 zijn ze begonnen met onderhandelingen die in 2005 uitmonden  in een akkoord.  

1.2 China en de politiek

De Chinese overheid is erg machtig. Om goed zaken te doen in China is de steun van politiek en ambtenaren erg belangrijk. Er is in China geen democratie zoals wij die kennen in het westen. De communistische partij van China drukt een belangrijke stempel op de gevoerde politiek van het land. Vrijwel alle bewindslieden zijn lid van deze communistische partij. De partij heeft naast veel invloed op de regering ook stevige controle over de verschillende lagen van de Chinese samenleving. Zo ligt de rechtelijke macht en de wetgevende macht in vrijwel dezelfde handen. In Nederland is er eens scheiding aangebracht tussen de rechterlijke macht en de staat. Vrijwel elk Chinees bedrijf of organisatie heeft een vertegenwoordiger van de communistische partij in dienst die verantwoording aflegt aan de partij. Voor Chinezen die een ambitie hebben in de politiek, landsbestuur of rechtspraak is het lidmaatschap van de Communistische partij meestal van belang. Voor veel Chinezen is het huidige politieke stelsel volstrekt normaal en wordt het ook geaccepteerd. Voor buitenlandse bedrijven is het vaak niet duidelijk met welke overheidsinstanties of politici rekening moet worden gehouden. Goede contacten in China zijn dan ook vaak nodig.

Het profielwerkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

De Chinese overheid heeft een belangrijke rol in China. Zo hebben ze een aantal methodes om veel winst de behalen. De overheid zorgt ervoor dat er meer geëxporteerd wordt dan er wordt geïmporteerd. Zo hou je een positieve handelsbalans. Doordat er veel geëxporteerd wordt willen veel importerende landen, dat de munt in China de yuan hergewaardeerd wordt, maar de Chinese overheid houdt de koers expres laag. De overheid bemoeit zich veel op de valuta markt, hierdoor blijft de koers laag. Ze streven naar een koers van 8,28 yuan tot 1 dollar. Hierdoor blijven producten in China erg goedkoop en wordt er dus makkelijk veel geëxporteerd. Dit zorgt op zijn beurt weer voor een groeiende werkgelegenheid en een grotere productie capaciteit voor China.

 

Nog een tactiek die de overheid hanteert, is dat ze de lonen laag houden zodat er veel buitenlandse bedrijven zich in China vestigen. Hierdoor blijft de werkgelegen-heid in China hoog.. Dit zorgt weer voor lage prijzen maar ook voor hoge winsten bij de bedrijven. En dit investeren ze weer in het land, zodat er weer meer banen bij komen. Een belangrijke factor dat de lonen niet doet stijgen is dat China een hele grote bevolkingsgroei heeft en dat veel mensen van het platteland naar de stad trekken om daar te gaan werken. Geld verkeer is in China wel toegestaan maar wordt erg in de hand gehouden door de Chinese overheid. Ze zorgen er daardoor voor dat de wisselkoers met de Amerikaanse dollar hoog   is.

 

Om de economie stabiel te houden stimuleert de Chinese overheid urbanisatie. Als gevolg hiervan trekken veel mensen van het platteland naar steden omdat ze daar meer kunnen verdienen dan op het platteland. Dit zorgt ervoor dat er minder mensen arm zijn en steeds meer chinezen in de middenklassen komen te staan. China laat de landbouw ook links liggen en de mensen die nog wel op het platteland wonen blijven dus arm. Aan deze mensen wordt geen aandacht besteed en als ze in opstand komen werden ze hard de grond in geslagen. De afgelopen jaren zijn er hiervoor ook mensen geëxecuteerd. Want China vind de werkgelegenheid verhogen belangrijker dan het boeren bestaan.

 

China maakt ook veel gebruik van leningen, tot 2006 was naar schatting  zo n 20% van alle leningen niet liquide, dit wil zeggen dat het geld eigenlijk niet bestaat. Door deze manier van leningen was er weinig vertrouwen op de markt en bij bedrijven. Ook waren tot 2006 alle banken in handen van de staat. Toen ze in 2001 lid werden van het WTO moesten ze de banken privatiseren maar dit hebben ze niet gedaan. In 2006 liet China buitenlandse banken toe. Dit met het oog om gezond kapitaal te krijgen. Maar de overheid hield nog steeds controle op de banken, zo moesten ze genoeg geld in kas hebben zodat alles liquide werd. Dit zorgde voor vertrouwen in de markt waardoor er veel investeerders bij kwamen. En op dit  moment ziet China zelf ook in dat als ze zich aan de regels van het WTO houden ze kunnen concurreren met banken uit het westen, want buitenlands kapitaal is belangrijk voor de groei van een land.

 

Veel bedrijven verplaatsen zich ook de laatste jaren naar China omdat de kosten laag zijn en de kwaliteit niet veel lager licht dan in europa. Omdat de scholing in China steeds beter wordt  zorgt dit voor werkgelegenheid en daarom doet de overheid er alles aan om grote bedrijven naar China te krijgen. Zo geven ze steeds meer openheid naar buitenlandse bedrijven en geven ze steeds duidelijker aan wat de risico’s zijn.

Toch probeert de Chinese regering er een lichte rem op te houden. Omdat ze anders bang zijn voor hyper inflatie. Op dit moment ligt het de cpi op 2,41%. Dit is niet extreem veel toch probeert de regering dit in de hand te houden, want als je dit vergelijkt met  europa waar het de regel is om onder de 2% te blijven.

 

 

 

1.3 Economische groei van China

 

in 2001 werd China lid van het WTO (World Trade Organization), dit hield in dat de Chinese economie transparanter werd. Er waren geen handelsbarrières meer en zo werden veel buitenlandse bedrijven aangetrokken tot China om zich daar te vestigen  en te investeren. Dit heeft China goed gedaan want in 2004 had het bbp zich al verdubbeld ten opzichte van 2000. Ook konden kleine bedrijven uit China exporteren naar het buitenland waardoor ze konden groeien en buitenlands kapitaal konden aantrekken.

 

Omdat China over het grootste aantal inwoners van de wereld beschikt is het aanbod van werknemers erg groot. Ook zijn in de laatste jaren het aantal hoogopgeleiden sterk gestegen. Doordat er veel aanbod is stijgen de lonen bijna niet, en dit is dus één van de belangrijkste factoren waarom er zoveel buitenlandse investeerders en bedrijven geïnteresseerd zijn in China

 

Door alle ontwikkeling die China de afgelopen jaren heeft mee gemaakt, is er een sterke middenklasse ontstaan die als ondernemers samenwerken met westerse ondernemingen. Voor Chinese ondernemingen is dit handig omdat kennis uit het westen komt met daar het grote moederbedrijf, en in eigen land de werknemers die geschoold worden door het westen. Doordat de lonen zo laag zijn is er een groot winstpercentage. De bedrijven uit China met buitenlands geld waren  van 1980 tot 1985 nog verantwoordelijk voor 0.57% van de export en 2,08% van import en van 1996 tot 2000 was dit 44,24 van de export en 53,33 van de import. Je ziet hier dus een zeer sterke stijging van buitenlandse investeerders

Al die investeerders die China heeft aangetrokken, heeft China een flinke groei gebracht. En in 2011 had China Japan ingehaald en werd daarmee de op 1 na grootste economie. Nadat Japan 42 jaar op 2de plaats stond werden ze in het vierde kwartaal van 2010 ingehaald door China. Aan het einde van 2010 was Japan goed voor 5.474 miljard dollar en China voor 5.800 miljard dollar, toch is het bbp in Japan nog 10 keer hoger dan in China. 

Als de huidige groei doorzet, ongeveer 10 procent per jaar,zal China rond 2016  de VS voorbij gaan. In de V.S zie je op dit moment een krimp van de economie.

Ook heeft China een grote groei doorgemaakt door de Research and Development. China is hiermee het 3de grootste land met 60 miljard aan uitgaven. De respectievelijke nummer 1 en 2 zijn Japan en V.S met 282 voor de V.S, en 101 voor Japan. In deze sector werken 743000 mensen en men verwacht dat dit alleen maar zal stijgen. Van de 60 miljard die wordt geïnvesteerd in onderzoek, is de overheid verantwoordelijk voor 40 procent. De andere 60 procent komt van binnenlandse maar vooral ook van buitenlandse bedrijven . In 2000 was er nog 11,13 miljard dollar geïnvesteerd en in 2005 was dit gestegen naar 29,4 miljard dollar.

Research is erg belangrijk voor een land. Zo ook China. Door onderzoek kan China nu concurreren met bedrijven uit andere  landen. Door verbeteringen aan het productieproces en verbetering van de kwaliteit van de producten of diensten kunnen  ze producten en diensten voor een nog betere prijs aanbieden.

Door al deze ontwikkelingen en vernieuwingen die China heeft doorgemaakt in combinatie met de extra inspanningen in  Research and Development heeft er toe geleid dat China zich ontwikkeld heeft tot 1 van de belangrijkste  producenten van consumentengoederen, variërend van laag kwaliteit speelgoed tot aan hoge kwaliteit hardware. Denk hier bijvoorbeeld aan de iPhone die in China wordt geproduceerd en 1 van de meest verkochte telefoons op de wereld is.

 

Export (in dollars)

import (in dollars)

2.1 Landbouw, visserij en bosbouw

In 2011 werkte er in China  38% van de beroepsbevolking in de landbouw. Deze sector is goed voor 9,5% van het bbp. In China maakt men veel gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Door overmatig gebruik hiervan zie je veel milieuschade, en gebeuren en veel arbeidsongelukken. Veel landbouwgronden en natuur is vervuild. Het IDRC meldt dat er jaarlijks ongeveer 120.000 ongelukken zijn door het verkeerd gebruik van bestrijdingsmiddelen, en 10% hiervan overleeft dit niet. In de laatste jaren is de  biologisch landbouw wel in opkomst, maar nog steeds is dit minder dan 1% van de totale landbouw in China.

In China produceren ze het meeste tarwe en rijst van de hele wereld. Ook wordt er  gerst, zoete aardappelen, sesam, katoen, maïzena en tabak verbouwd. Toch is het in China vrij moeilijk om een geschikt stuk landbouwgrond te vinden. Dit heeft vooral te maken met de vele gebergtes en woestijnen die er in het land aanwezig zijn. Ook is het loon erg laag wat je in de landbouw verdient. Als je in de landbouw werkt verdien je 4 keer zo weinig als in de stad.

In China heeft men veel verschillend soorten vee,  om precies te zijn 1930 verschillende soorten. De dieren staan meestal in kleine stallen of zelfs in de huizen waar de mensen zelf leven, Dit veroorzaakt een groot probleem namelijk dat ze veel ziektes met zich mee brengen. De vogelgriep is hier een voorbeeld van. Een ander probleem dat men kent is overbegrazing. Dit heeft het gevolg dat je droge kale stukken grond krijgt die met verloop van tijd woestijn worden. Ook weet men weinig raad met de mest van het vee. Dit heeft toch gevolg dat veel rivieren en meren worden vervuild.

China heeft het meeste aantal vissers van de hele wereld, Ook hebben ze de grootste visserijvloot. Een groot probleem is de overbevissing en uitputting van Chinese wateren. Er wordt veel illegaal gevist door chinezen. Dit gebeurt in bijna heel Zuidoost- Azië. Daardoor wordt veel aandacht besteed aan viskwekerijen. In China zijn er nog geen visbedrijven die het MSC-certificaat hebben. Dit is een certificaat van verantwoord vissen. Wel heeft China een eigen organisatie die dit na kijkt en ook uitgeeft aan bedrijven die zich hier aan houden.

Doordat er veel viskwekerijen bij kwamen ontstond  een ander probleem, De kwekerijen specialiseerden zich vooral  in snelgroeiende soorten waardoor er  flinke schade werd  aangericht aan het ecosysteem. De vissen die werden geweekt werden gevoerd met  andere soorten vis. Dit had tot gevolg dat  voor 1 kilo geweekte vis 2,8 kilo wilde vis nodig was. Dit heeft dus een groot effect op het milieu en kan op den duur nog meer problemen met zich meebrengen.

2.1.2 Bosbouw

Grootschalige houtkap heeft  in China o.a.  geleid tot verwoestijning erosie en overstromingen. Door de sterke overstromingen in de jaren negentig is er strengere wetgeving gekomen wat betreft de houtkap en kwam er herbebossing. Toch wil China de houtproductie stimuleren en onderzoekt men of  er een duurzame oplossing is. Op dit moment werken er 1600 bedrijven in de bosbouw in China.

 

 

2.2 Industrie

de industrie en bouw is goed voor 48% van het bbp van China. Ze staan op de tweede plaats wat betreft industriële productie.  China is een populaire bestemming om productie-installaties naar toe te verplaatsen. Dit heeft veel werkgelegenheid geschapen.

Sinds  China een volksrepubliek is  geworden, heeft de industriële ontwikkeling veel aandacht gekregen. Vooral de machine bouw en metaalindustrie hebben een hoge prioriteit. Alleen deze sectoren zorgen al voor ongeveer 25% van totale industrie. De gemiddelde groei in de industriële sector is meer dan 10% Dit overtreft alle sectoren. De zware industrieën en producten worden beschouwd als van strategisch belang en die blijven in handen van de staat. Toch zijn er de laatste jaren steeds meer bedrijven in particulieren handen gevallen

Sinds 1950, zijn er grote groepen mensen van de landbouw naar de industrie vertrokken. Tijdens de jaren 50 en 60, kreeg de zware industrie het meeste aandacht en groeide het 2 keer zo snel als de landbouw. Na 1978 kreeg de agrarische sector meer aandacht, en ook werd er meer aandacht besteed aan lichte industrie. Je zag steeds meer het vraag en aanbod model.

China heeft een snelle industriële groei meegemaakt met als hoogtepunt de periode tussen 1949-1960 toen was er een gemiddelde groei van 22% per jaar. Vanaf toen daalde de groei met ongeveer 6%. Dit kwam mede door verstoringen in de Sovjet-Unie. Op dit moment ligt het gemiddelde op ongeveer 10%.

 Het centrum van alle industriële activiteit is Shanghai. Samen met de kustprovincies Jiangsu, Guangdong, Shandong, en Zhejiang zijn ze al bijna goed voor 33% van de totale industriële productie. Een belangrijke factor voor dit aandeel is dat ze een haven hebben en dus beschikken over een gemakkelijk aanvoer en afvoer van producten en goederen. Ook zie je hier een grote bevolkingsdichtheid waardoor de factor arbeid in overschot is.

In China is de katoen en textielindustrie het grootste in de wereld. De arbeidsintensieve lichte industrie heeft hier een prominenten rol in gespeeld.

Tot 1990 was deze productie goed voor 49% van de totale industrie.

 

Sinds 1962 heeft de industrie zich gevestigd op het verstrekken van de landbouw met landbouwmachines, kunstmest, insecticiden, wijze van vervoer, energie, bouwmaterialen en andere essentiële goederen. Coöperaties zijn ook bezig geweest met het maken van met de hand bediende of dieren getrokken werktuigen. Productie van een verscheidenheid van industriële goederen is uitgebreid. Steeds meer om het land de eigen groeiende industriële basis te leveren. De chemische industrie produceert calciumcarbide, etheen en plastics.

 

Sinds 1963 hebben ze een grote nadruk gelegd op de vervaardiging van transportmiddelen. China produceert nu veel verschillende personenauto's, vrachtwagens, bussen en fietsen. In 1995 werden 1.452.697 motorvoertuigen gemaakt dit was meer dan het dubbele van 1991. In 2009 was dit meer dan 13,7 miljoen. De industrie onderging een grote vooruitgang in de late jaren 1990 Dit m.n. met het oog op een hogere efficiëntie en het stimuleren van de productie. Een groot aantal buitenlandse bedrijven is hier toen ook gaan investeren met nieuwe technologieën en nieuwe ideeën om zo efficiënt mogelijk te werken.

Thermische,  waterkracht en nucleaire industrie is het snelst groeiend van alle sectoren. Aan het einde van 2009 was de totale opgewekte elektriciteit 3,2 biljoen kWh, Hiermee behoort China tot de 2 grootste producenten van de wereld.

Aardolie en aardgas zijn de belangrijkste energiebronnen. De jaarlijkse ruwe olie productie ligt rond de 160miljoen ton., Hiermee staan ze op de vijfde plaats van de wereld. Door de olie-industrie heeft de lokale economie en verwante bedrijfstakken een snelle groei doorgemaakt. Ook nucleaire energie speelt een belangrijke rol zo wil China in 2020 36 miljoen kW opwekken met kerncentrales. Op dit moment is dit 8,7miljoen kW.

Ook investeert China in schone energie zoals wind water en zon. Tussen 2001 en 2005 heeft China 1,5 miljard yuan geïnverteerd in windenergie. Nu heeft China ongeveer 200.000 wind generatoren.  

 

 

2.3 Diensten

Door verstedelijking en groeide lonen zie je dat veel investeerders overstappen van de industrie naar de dienstensector. Zo zie je dat in de laatste vier jaar het grootste gedeelde van directe buitenlandse investeringen  hiernaar  toe zijn gegaan   

Onderzoekers hebben opgemerkt dat 8 jaar geleden nog 23 procent naar de tertiaire sector ging. Daarna is er langzamerhand meer nadruk gelegd op de diensten sector waardoor hier steeds meer geld in ging. Hierdoor is ook meer kennis op de markt gekomen.

 

Ook wordt het onderwijs in China steeds beter. In 1986 stelde China het doel dat ieder kind negen jaar basisonderwijs kreeg. In 2007 waren er 396.567 basisscholen, 94.116 middelbare scholen, en 2.236 hogere scholen in China. In 2006 voerde China de leerplicht in. Dit hield in dat iedereen 9 jaar lang van 6-15 jaar naar school moest. Dit inclusief leerboeken en schoolgeld.

 

In 2007 was 93,3 procent van de bevolking boven de 15 geletterd, dit is een extreme toename want in 1950 was dit nog maar 20%. Ook zijn tussen 2007 en 2009 de overheidsuitgave aan onderwijs verdrievoudigd. En tussen 2007 en 2012 is er 28,65 miljard dollar naar het platteland gegaan om daar de scholing ook te verbeteren.

In 2009 werden Chinese studenten uit Sjanghai de beste van de wereld in wiskunde, wetenschap en alfabetisering. Toch varieert de kwaliteit nog sterk in het land en daar probeert de overheid nog steeds wat aan te doen zodat iedereen goed onderwijs kan volgen.

 

Ook richt China zich steeds meer op het verbeteren van de volksgezondheid sinds 1950 heeft de overheid in China de Patriottische Health Campaign opgericht met als bedoeling om de zorg en de hygiëne sterk te verbeteren. En het voorkomen van ziektes zoals cholera en tyfus die al eerder voor grootte sterfgevallen zorgde.

 

Vooral na 1978 begon de gezondheid van het Chinese volk sterk te verbeteren. Dit kwam vooral door betere voeding en openbare gezondheidszorg. Zo is de levensverwachting gestegen van 35 jaar in 1949 tot 73 jaar in 2008. En in 2012 is dit al gestegen naar 75 jaar. Ook is de kindersterfte gedaald van 300 duizend per jaar in 1949 tot 22 duizend in 2008. In 2012 was de kindersterfte 15,6 duizend.

 

 

 

Ook al wordt er in China veel verbeterd, toch zie je hier nog steeds grote gezondheidsproblemen. Vooral luchtweg aandoeningen zijn een groot probleem in China door de grote hoeveelheid verontreinigde lucht in de grote steden van China. In 2007 haalde China de V.S in met de productie van CO2. Een ander groot probleem zijn de  honderden miljoen rokers. Ook zie je een toename van hiv-virus en onder jongeren toename van obesitas.

Naar schatting overlijden er 760000 duizend mensen per jaar aan lucht en waterverontreiniging. Ongeveer 90% van het drinkwater in China is in zekere mater verontreinigd, en bijna 500 miljoen mensen hadden in 2005 nog geen toegang tot veilig drinkwater.

 

 

 

3.1 Europa

 

Als continent is Europa de grootste economie van de wereld  Zo hebben ze als activa meer dan 37,1 biljoen dollar dit vertegenwoordigd 1/3 van totale rijkdom van de wereld.

 

De Europese Unie bestaat uit 27 Europese landen en dit omvat het grootste economische gebied ter wereld. 17 landen hebben de euro als gemeenschappelijke munt. Ook heeft europa 5 landen in de top 10 staan van s’werelds  grootste nationale economieën.

 

Toch bestaat er ook een groot verschil tussen de landen. Zo heb je bijvoorbeeld Monaco met een BBP van 172.676 dollar , en Moldavië met 1631 dollar. Monaco is daarmee ook het rijkste land in termen van BBP.  

 

Het kapitalisme is dominant in de westerse wereld sinds het einde van het feodalisme. Uit Groot-Brittannië, is het geleidelijk aan verspreid over heel Europa. De Industriële Revolutie begon in Europa, met name het in Verenigd Koninkrijk in de late 18e eeuw. En in de 19e eeuw zag je de rest van West-Europa industrialiseren. Economieën werden verstoord door de Eerste Wereldoorlog, en  de Tweede Wereldoorlog. Na de 2e wereldoorlog begonnen ze weer te  concurreren met de groeiende economie van de Verenigde Staten. 

 

Na de tweede wereld oorlog hadden de Oost-Europese landen een sovjet bewind, terwijl de westerse landen hun vrije markt systeem hielden. Door grote steun van de V.S,  is ook de handel  van de EU  over de grenzen toegenomen. Hierdoor groeiden de economieën van de westerse landen snel. In 1951 kwam er vrijhandel tussen de landen Italië, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, België en Nederland, voor kolen en staal. En 1990 kwamen daar nog eens 6 landen bij. Met de val van het communisme in 1991 begon de hervorming van de Oost-Europese landen. In 1999 kwamen er nog  eens 3 landen bij waarna het langzaam opliep tot de 27 lidstaten nu.

 

 

In het derde kwartaal van 2008 kreeg europa te maken met een recessie, Dit werd veroorzaakt door de huizenmarkt in de V.S waarna de Europese banken die veel geld geïnvesteerd hadden in deze huizen het moeilijk kregen. In april 2012 was het werkloosheid cijfer in de 27 EU-landen gestegen tot 10,3%   

 

Ook was er in het begin van 2010 vrees voor een schuldencrisis van een aantal landen in europa zoals o.a. Griekenland, Ierland, Spanje, en Portugal, Daarom  zijn er maatregelen genomen om dit te voorkomen. In het bijzonder voor Griekenland waar velen miljarden naar toe zijn gegaan. Het is nog maar de vraag of dat ooit nog terug komt.

 

 

 

 

Europa is het meest geïndustrialiseerde continent op aarde. De grootste industriezones bevinden zich in West-Europa, Midden-Europa, Engeland, Noord-Italie, Oekraïne, en het Europese deel van Rusland. Ook zijn de landbouw en de bosbouw in Noord-Europa belangrijk. Datzelfde geldt voor de visserij langs de Atlantische kust en bij de Noordzee.

Europa heeft veel grondstoffen de belangrijkste zijn mineralen, steenkool, ijzererts, zout en gas. Voor de energievoorziening gebruikt men in europa  steenkool, kernenergie, windkracht en zonne-energie.

 

3.2 Verenigde Staten

De economie van de Verenigde Staten is de grootste economie ter wereld. Met een bnp van 13.843.825 miljoen dollar.

De V.S heeft veel grondstoffen tot zijn beschikking. Ze bezitten ongeveer 20% van de kolen, 24% van het aardgas, en 13% van de aardolie van de wereld. De olie komt uit de  golf van Mexico, en de staten Texas en Alaska.

Landbouw is een belangrijke factor in de V.S. Vanwege het grote landoppervlak zijn ze met veel gewassen marktlijder dit zijn: kaas, graan, sojabonen, en tabak. Andere belangrijke producten/gewassen zijn rundvee, varkens, melk, boter, katoen, haver, tarwe, gerst, en suiker. De V.S is de belangrijkste exporteur van graan tarwe en rijst ter wereld.

De visserij is de laatste 15 jaar minder belangrijk geworden. In 1995, was de visserij in de V.S nog goed voor 1/5 deel van de totale wereld productie, maar op dit moment werkt nog maar 3% in de primaire sector.

Doordat er veel gemechaniseerd is, en door de ruime toepassing van  technologie zijn er nog maar weinig mensen werkzaam in de landbouw.

Vroeger was de V.S vrijwel zelfvoorzienend, maar dit is niet meer zo. Door de stijgende consumptie, en toename van het aantal inwoners zijn ze een stuk meer afhankelijk geworden van de import uit andere landen. Toch heeft de V.S de grootste productie van elektriciteit en kernenergie, ook produceren ze het meeste aluminium, zwavel, fosfaten, zout, koper, goud, steenkool, ruwe olie, stikstof, ijzererts, zilver, uranium, lood, zink, mica, molybdeen, en magnesium. Maar  je ziet dat de productie langzaam daalt.

De V.S is een belangrijk export land. De belangrijkste exportproducten zijn motorvoertuigen, vliegtuigen, voedsel, staalproducten, elektronische apparatuur, industriële, energieopwekkende machines, chemische producten, en consumptiegoederen. De belangrijkste invoerproducten zijn ertsen, metaalschroot, aardolie, machines, auto’s, en kantoorproducten. De grootste handelspartners van de V.S zijn Canada, Mexico, Japan, het Verenigd koninkrijk, Zuid-Korea en Duitsland. De handel blijft licht stijgen en het bbp is op dit moment 12,76 biljoen dollar. En dit is ruim het meeste van de wereld.

 Door de ontwikkeling van de economie, en de groei is het gemiddeld inkomen per persoon erg hoog, toch zijn er veel mensen in de V.S die het moeilijk hebben Deze verdienen erg weinig.. Het inkomen is namelijk erg verdeeld,  zo bezit 1% van de bevolking meer dan 90% procent van de rijkdommen . En dit wordt alleen maar groter, want het inkomen van de rijken stijgt alleen maar, en van de arme daalt het. Zo wordt de kloof nog groter tussenarm en rijk. Vooral zwarte mensen verdienen aanzienlijk minder als de blanke. Zo verdient gemiddeld een blank persoon 2 keer zo veel als een zwart persoon. Het officiële betaalmiddel in de V.S is de dollar, dit is ook de meest gebruikte munt in de internationale handel. Veel goederen worden ook in dollar gegeven zoals olie- en goudprijs. De dollar is een sterke munteenheid, Toch is de laatste jaren de dollar minder waard geworden en heeft het ingeleverd op de euro en de Chinese renminbi. Zo heb je voor 1 euro 1,33 dollar(koers januari,2013). Dit zorgt er voor dat veel bedrijven exporteren vanuit de V.S, omdat dit erg gunstig is.

De V.S heeft de grootste staatschuld van de wereld. Op 2 juni 2011 had de V.S een staatschuld van 14.345 miljard dollar. In 2008 had de Amerikaanse regering een groot tekort van 410 miljard dollar, dit kwam vooral door de oorlogen in Irak en Afghanistan. Door deze tekorten worden veel staatsobligaties uitgeven, en deze worden vooral door China en andere sterk opkomende economieën gekocht.

In de V.S wordt de laatste jaren meer geïmporteerd dan geëxporteerd. Hierdoor verzwak je de economie doordat je elk jaar meer uitgeeft dan er binnen komt, dit komt vooral door de import van olie/energie.

 

De laaste jaren heeft de V.S in een kredietcrisis gezeten hierdoor is de staatschuld verder opgelopen. Dit is gekomen doordat banken leningen verstrekten met variabele rente. Dit deden ze omdat ze dachten dat als klanten het toch niet meer konden betalen ze het huis konden verkopen ,omdat die alleen maar in waarde steeg. Maar dit was niet het geval aan het begin van zo’n lening was de rente   erg laag. En veel mensen konden hierdoor lenen. Ook mensen die eigenlijk te weinig verdienden. En toen de rente omhoog ging konden veel mensen het niet meer betalen, zodat ze het huis uit moesten. Zo kreeg je veel aanbod van huizen en dus werden ze juist minder waard, dan ze hadden uitgeleend .Hierdoor leden de banken verlies.  Omdat veel banken leningen aan elkaar verstrekte kreeg je een domino effect. Er gingen  zelfs banken failliet.

 

3.3 Emerging markets (BRIC landen)

 

Een aantal economen stelt, dat over een aantal jaar de BRIC landen de wereldeconomie  gaan bepalen. BRIC staat voor Brazilië, Rusland, India en China. 

Op dit moment wordt de wereldeconomie vooral bepaald door de G7. Ze bestaan uit de volgende landen: Verenigde Staten, Verenigd koninkrijk, Frankrijk, Italië, Japan, Canada en Duitsland. Ze spreken met elkaar over allerlei kwesties van economische handel tot aan ontwikkelingshulp.

 

Op dit moment bepaalt de G7 nog voornamelijk de wereldeconomie. Maar volgens een rapport van de Goldman Sachs investeringsbank zal het niet lang meer duren, voordat de BRIC landen zich hiermee gaan bemoeien. Zo blijkt dat in 1980 de BRIC landen 8% van de totale wereldeconomie in handen had en de G7 48% maar in 2009 had de G7 nog maar 39% en de BRIC landen 23% een groei van maar liefst 15%, hierin heeft China het grootste aandeel.

 

BNP Reëel groeicijfer (ten opzichte van het vorige jaar)

 

Toch zijn er nog elf andere landen die genoemd zijn in dit rapport, die worden de next eleven genoemd. Dit zijn Bangladesh, Egypte, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Filippijnen, Zuid-Korea, Turkije en Vietnam. Deze landen worden gezien samen met de BRIC landen als de grootmachten van de 21e eeuw op economisch gebied.

Toch ziet men dat deze niet de BRIC landen gaan inhalen, maar wel de G7 gaan naderen. In het rapport is te zien dat de BRIC landen in 2050 bij de 6 grootste economieën van de wereld behoren.

Veel landen hebben nu al het voordeel van de BRIC landen zo ook Nederland. Nederland heeft aan deze landen 100.000 banen en 2% van het nationaal inkomen te danken. Er wordt vooral veel geïmporteerd uit deze landen

 

Toch zijn er ook negatieve effecten zo zie je dat de landen steeds meer producten maken van een goede kwaliteit waardoor Nederlandse bedrijven en andere westerse bedrijven steeds meer concurrentie krijgen.

 

 

 

Er zijn ook economen die denken dat het nog wel honderden jaren kan duren voordat deze landen de wereldeconomie gaan overnemen. Ze denken dat er de komende jaren een terugval zal plaats vinden en dat de extreme groei zal afnemen.  

 

4.1 Corruptie en mensenrechten

 

In China is corruptie een veel voorkomend verschijnsel. Eigenlijk zie je dat hier nog niet erg veel aan gedaan wordt. Het wordt vooral veel gedaan op laag niveau. Door ambtenaren om te kopen om ergens voordeel aan te hebben. Ze krijgen geld om bijvoorbeeld grond toe te wijzen aan ondernemingen. Dit gaat vaak ten koste van de  landbouwgrond van boeren.

Corruptie  gebeurt op grote schaal omdat de salarissen voor ambtenaren laag zijn, en het controleren erg moeilijk is. Omdat ambtenaren daardoor veel geld krijgen willen ze ook best werken tegen een laag loon. Wat op zijn beurt de staat weer geld bespaart. Dus je krijgt een soort cyclus, omdat het voor beide gunstig is.

Je ziet ook corruptie op hoger niveau. Grote bedrijven geef veel geld uit om van de bemoeienis van de overheid af te zijn. Dit gaat vaak gepaard met schending van de mensenrechten.

 

In China is je eigen familie erg belangrijk. Daardoor wordt er veel aan vriendjes-politiek  (=machtmisbruik) gedaan. Zo zie je bijvoorbeeld dat vaak de goede baantjes aan familie leden worden gegeven, zodat ze zelf zoveel mogelijk te vertellen hebben.

Door deze wijze van misbruik wordt vaak het gewone arbeidersvolk benadeeld. Dit heeft gevolgen voor een eerlijk inkomen, veiligheid en een goed onderkomen.  En je ziet dat het de mensenrechten schaadt .  Ook zie je dat corruptie leidt tot milieuvervuiling. Daarop wordt verderop, onder paragraaf 4.2, nader ingegaan.  

 

Er bestaat een lijst die vergelijkt hoe corrupt een land is. Hoe hoger je staat hoe minder corrupt het land is. Dit heet de Perceptie Index van Transparency Internationaal. In 2008 stond China op plaats 72 en Nederland op 7. Hierdoor zie je een groot verschil in corruptie. Corruptie is slecht voor een landen het leidt tot veel wantrouwen en protesten van de bevolking

 

Een ander negatief effect zijn de gevolgen voor de buitenlandse investeringen. Veel westerse bedrijven en landen vinden het belangrijk dat er weinig tot geen corruptie heerst en er dus veel vertrouwen is.  Als er de komende jaren veel corruptie blijft heersen in China zal dit buitenlandse bedrijven kunnen afschrikken. Waardoor deze niet meer gaan investeren in China wat weer slecht zou zijn voor de Chinese economie.  

 


In China zijn er nauwelijks wetten over mensenrechten.Dde persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting is erg beperkt. De Chinese overheid probeert al jaren lang zich beter voor te doen dan het eigenlijk is. Een belangrijk conflict is er met de Tibetanen, die strijden al sinds de 17eeuw om onafhankelijk te worden. Alleen dit wordt vaak met harde hand terug geslagen door het Chinese leger. Dit vinden veel westerse culturen niet kunnen.  Ook mensenrechten organisaties keuren dit af. 

 

 

4.2 Milieu

 

De laatste jaren geeft China steeds meer om haar milieu. Dit heeft een belangrijke invloed op de economische ontwikkeling. De kosten van gezondheid worden steeds hoger. Door bewuster met het milieu om te gaan probeert men dit terug te dringen. Ook wordt er veel druk uitgeoefend van buitenaf. Vooral westerse landen zien, dat er nog veel moet gebeuren met de regels en normen die er in China gelden qua milieu. De wereldpolitiek heeft ook als doel het duurzaam produceren van goederen en producten. Er zijn wereldwijde afspraken gemaakt over het milieu waar China nog veel aan moet doen.

Een jaar of 10 geleden was China niet gefocust op het milieu. De overheid vond het onbelangrijk en er werd ook weinig tijd aan besteed. Er was nagenoeg geen milieubeleid.  De UNDP (United Nations Development Programme) heeft een onderzoek gedaan samen met Chinese milieuwetenschappers. Daar kwam uit dat het milieu ernstig was beschadigd. Dit kwam vooral door de snelle economische ontwikkeling en de snelle bevolkingsgroei. China heeft vooral de “get rich clean up later” strategie toegepast waardoor je grote beschadigen aan het milieu ziet.

Als China in de toekomst ook nog wil groeien moeten ze voldoen aan de toenemende vraag naar energie en water. Je ziet dat veel Chinese bedrijven 20% tot 100% meer energie verbruiken voor hun industriële processen dan westerse landen. 

Door een toenemende vraag naar energie en water zie je dat ze zich steeds meer verleggen naar duurzame oplossingen.  Vooral aan de kust zie je veel vormen van duurzame energie. Er is door de VN ook het doel gesteld dat in 2015 meer mensen in een duurzaam milieu leven. Zonder de medewerking van China gaat dit niet lukken.

 

 


China is wel bezig met het verbeteren van de leefomgeving. Zo is een belangrijke ontwikkeling het vergroten van de hoeveelheid schoon drinkwater. Ze hebben het doel om de Yangtze rivier door het noorden te leiden omdat deze nog schoon drinkwater bevat. Dit gaat 60 miljoen dollar kosten en zal 300 miljoen mensen in het noorden van schoon water voorzien. 

 

Ook zie je de groei van milieuorganisaties in China. Dit zijn vooral onafhankelijke organisaties die het milieu goed in de gaten houden zonder bewind van de overheid. Zo is er een organisatie opgericht voor boeren die bewaakt dat fabrieken het grondwater niet meer mogen vervuilen. Hierdoor kunnen de boeren hun gewassen van schoon water voorzien.

 

 

4.3 Werkloosheid en bevolkingsgroei

 

Ondanks de economische groei, heeft het niet veel duurzame banen opgeleverd. En doordat de bevolking nog steeds groeit, stijgt de werkloosheid ook nog steeds. Ook de technologie zorgt voor minder banen. Veel bedrijven zijn steeds verder geautomatiseerd. Dit zorgt ook voor minder banen. Ook is omscholing moeilijk voor arbeiders. Dit omdat dat erg duur is en ze weinig geld hebben om zich dit te kunnen veroorloven. Een 2e reden is dat er genoeg andere mensen zijn die het wel kunnen uitvoeren. Daarom willen bedrijven de scholing ook niet financieren. 

 

 

China probeert zo min mogelijk negatieve berichten uit te geven. Zo ook over het werkloosheidscijfer. Naar schatting was in 2010 22% werkloos dit is extreem veel in vergelijking met europa dat in 2010 een werkloosheidcijfer had van 9,6% en in Nederland zelfs maar 4,5%.

 

China probeert de laatste jaren wel meer banen te scheppen. Zo laat de Chinese overheid bedrijven altijd evenveel produceren, ook al is er geen vraag naar. Dit exporteren ze dan naar andere landen waardoor de prijs laag is. Dit is echter geen effectieve oplossing.

 

 

 

Door de verdergaande ontwikkeling van China is er ook steeds minder ongeschoold personeel nodig. De meeste bedrijven zijn op zoek naar goed geschoold personeel. Dit zorgt er voor dat veel mensen die van het platteland naar de stad zijn gegaan om daar te gaan werken, hun baan kwijt raken.

 

Wil China de werkloosheid in de hand houden dan moeten ze minimaal een groei van 9% per jaar halen. Nu de kredietcrisis heerst heeft China het ook moeilijk en komt het dit jaar waarschijnlijk niet aan die 9%. Dit gaat vermoedelijk beteken dat het volk ontevreden raakt. Dit mede omdat de sociale voorzieningen in het land niet bijzonder goed zijn.

 


Nog een probleem is de vergrijzing. Doordat China zo sterk in bevolking groeide stelde de overheid in het verleden de regel in dat je maar 1 kind mocht hebben. Dus in de komende jaren moeten weinig werkenden voor veel ouderen zorgen. Wat problemen gaat veroorzaken. Op dit moment heeft China het grootste vergrijzingcijfer van de wereld. En dit wordt alleen maar groter.

 

Conclusie

 

 Hoe heeft China in de laatste 15 jaar zo’n sterke groei kunnen doormaken.

Eén van de belangrijkste factoren voor de sterke groei van China is de toetreding tot het WTO (World Trade Organization) in 2001 Hierdoor waren er geen handelsbarrières meer voor andere landen om goederen te importeren. Daarmee steeg de productie explosief.  Wat veel Chinese bedrijven deed groeien en daarnaast kapitaal aantrok van het buitenland.

 

Een tweede belangrijke factor van de grootte van de export was de lage prijs van de producten. Dit prijsverschil werd vooral gerealiseerd door de lage lonen in China, en door het grote aanbod werknemers. Een bijkomende factor was de gunstige wisselkoers. Met de komst van buitenlands kapitaal werd ook kennis meegebracht. Wat tot gevolg had dat de kwaliteit ook een stuk steeg zonder dat de kosten daarmee extreem toenamen. D

 

Het derde punt is het grote landoppervlak van China. Dit  zorgt voor veel grondstoffen die belangrijk waren voor de industrie.

 

Ook de stijging van het opleidingsniveau is belangrijk. Steeds meer chinezen gingen de afgelopen 25 jaar naar school. En daarmee ontwikkelden zich sterke bedrijven met voldoende kennis, die kunnen concurreren met westerse bedrijven. Ook gingen de chinezen hierdoor meer verdienen, waardoor er ook meer geconsumeerd kon worden wat goed was voor de economie.

 

Toch moet er nog veel gebeuren wil China deze groei kunnen doorzetten. Ze lopen nog flink achter op het gebied van mensenrechten en milieu. Ook corruptie zorgt nog steeds voor argwaan bij buitenlandse investeerders. Een ander probleem is de vergrijzing die is op dit moment extreem hoog en dit gaat de overheid veel geld kosten.

 

 

Logboek

 

Activiteit

Wanneer?

Hoe lang?

 

Informatie verzamelen

Week 42 tot 8

25 uur

 

Deelvragen beantwoorden

Week 48 tot 8

40 uur

 

Interview regelen, houden, verwerken

Week 4

3 uur

 

Logboek bijhouden

Elke week

2 uur

 

Grafieken en plaatjes maken/zoeken

Week 42 tot week 8

1 uur

 

Dingen veranderd/verbeterd

Week 7 tot 8

3 uur

 

Presentatie houden/maken

Week 9 tot week 10

8 uur

 

Totaal

 

82 uur

 

Mijn planning was goed, alleen heb ik me daar niet altijd aan gehouden. Waardoor ik op het laatste moment iets meer moest doen dan verwacht. Als ik naar het werkstuk kijk, denk ik wel dat alles er in staat wat er in moet staan en dat het naar behoren is. Verder dacht ik eerst dat ik nooit 80 uur zal halen, maar het is toch meer werk dan je vooraf dacht. De vooral gestelde hypothese, komt redelijk overheen met mijn conclusie alleen een belangrijk verschil is de toetreding van het WTO.

Mijn planning was goed, alleen heb ik me daar niet altijd aan gehouden. Waardoor ik op het laatste moment iets meer moest doen dan verwacht. Als ik naar het werkstuk kijk, denk ik wel dat alles er in staat wat er in moet staan en dat het naar behoren is. Verder dacht ik eerst dat ik nooit 80 uur zal halen, maar het is toch meer werk dan je vooraf dacht. De vooral gestelde hypothese, komt redelijk overheen met mijn conclusie alleen een belangrijk verschil is de toetreding van het WTO.

 

 

Notenlijst

 

http://eindtijdnieuws.blogspot.nl/2012/07/europa-wordt-ingewisseld-voor-china.html

http://www.refdag.nl/nieuws/buitenland/nieuwe_eigendomswet_overwinning_voor_chinese_president_1_207506

http://www.oneworld.nl/lezen/nieuws/china-flirt-met-landbouwhervorming

http://www.thesilvermountain.nl/blog/tag/industrie

http://de.ibtimes.com/articles/12605/20091019/china-industrie-ueberkapazitaet-beschraenkung-durch-geringere-kreditvergabe.htm

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120910_010

http://thematischekaarten.vanelp.com/2010/04/economische-groei-in-europa-2009/

http://www.energieportal.nl/images/nieuws/1984_chinese_energiebehoefte.gif

http://www.hoesnel.nl/demografie_wereld/voorspelling-bevolkingsomvang-india-china.html

http://www.hoesnel.nl/economische_ontwikkeling/voorspelling-India-21e-eeuw.html

 

Bronnenlijst

 

www.nu.nl

www.nos.nl

www.wikipedia.org (Nederlands en Engels)

www.voorbeginners.info

www.nrc.nl                 

www.europa-nu.nl

www.google.nl/publicdata

www.scholieren.com

www.un.org/en/

 

tijdschrift

effect

 

boek

Titel: China mensen,politiek,economie,cultuur,milieu

Auteur: Jan van der Putten

ISBN:  9068323938

 

 

REACTIES

P.

P.

Geachte Harm,
Ik zie dat er toch nog wel een paar grammatica fouten in zitten. Mijn advies ga bijles nemen en neem daarna een lekkere borrel.

Mvg,
P. Paulusma

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.