Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Europese Unie

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5824 woorden
  • 4 maart 2005
  • 159 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
159 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Inleiding
Hoofdvraag: Europese integratie, Zorg of Zegen? Deelvragen: Hoe is de Europese Unie ontstaan? Hoe werkt de Europese Unie? Waar is de Europese Unie goed voor Hoe ziet de toekomst van de EU eruit? Conclusie
Logboek
Bronvermelding Europese Unie, zorg of zegen? Dit profielwerkstuk gaat over de Europese Unie. Voor veel mensen betekend de Europese Unie niet zoveel. Andere mensen vinden het van groot belang en weer andere zien er meer kwaad dan goed in. Is de Europese Unie een zorg of juist een zegen voor het Europese volk? Die vraag staat centraal in dit werkstuk. De Europese Unie is volgens mij wel een grote zegen omdat er zoveel voordelen zijn zoals vrijhandel. Ik denk dat Europa moet samenwerken om op zowel economisch gebied, als op politiek gebied macht te kunnen hebben. Ik denk dat als er geen Europese Unie was geweest, Europa weinig macht zou hebben en economisch gezien niet opgewassen zou zijn tegen Japan en de Verenigde Staten. Ook China is enorm aan het groeien en als Europa deze machten wil weerstaan is het een noodzaak dat Europa samenwerkt. Maar omdat ik me nog nooit in de Europese integratie heb verdiept zou het kunnen dat mijn beeld niet helemaal klopt, maar ik denk toch dat de Europese integratie een zegen is voor Europa. Hoe is de Europese Unie ontstaan? De wortels van de Europese Unie liggen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Na al het bloedvergieten en geweld in de Tweede Wereldoorlog was er behoefte aan een veilig bestaan in Europa. Om de vrede in Europa te handhaven was er samenwerking tussen de Europese landen nodig. Ook op economisch gebied was er behoefte aan samenwerking. Europa moet samenwerken

Negen mei 1950 is een belangrijke dag voor de Europese Unie. Dat is de officiële ‘verjaardag’ van de Europese Unie. Het is de dag dat de ideeën van integratie van Europa werden gelanceerd. Integratie houdt in dat de Europese landen steeds meer een stukje van hun gezag overdragen aan een internationale besturing waardoor alles een groot samenwerkend geheel wordt. Een belangrijk persoon voor het ontstaan voor de Europese Unie is Robert Schuman. Hij werd in Luxemburg geboren en leefde van 1886 tot en met 1963 tot zijn politieke loopban was hij advocaat. In 1946 werd hij minister
van Financiën en een jaar later was hij enige tijd premier. Tussen 1948 en 1953 was hij minister van Buitenlandse Zaken en van 1955 tot en met 1956 was hij minister van Justitie. Voor 1950 was er al een soort ‘verbond’ tussen de Europese landen. Na de Tweede Wereldoorlog lag een groot deel van Europa in puin. De Verenigde Staten van Amerika bood hulp door middel van geld; Dit werd het Marshallplan genoemd. De Verenigde Staten zag namelijk wel wat een samenwerkend Europa zowel op economisch gebied als op politiek gebied. In het oosten begon het communisme zich uit te breiden. Met een samenwerkende landen in Europa stond het westen sterker tegenover het communisme. Bovendien was Europa ook een grote afzetmarkt voor Amerikaanse producten. Maar het geld dat Europa kreeg werd niet verstrekt per land maar het geld was voor Europa als geheel. Dit was al een stimulans om samen te werken. De in 1948 opgerichte OEES verdeelde dit geld. Uit de OEES is later de organisatie van Europese Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ontstaan. Eén industrie
Na de Tweede Wereldoorlog wilde men nooit meer zo’n verschrikkelijke tijd meemaken. Maar hoe kon men er voor zorgen dat zoveel geweld en bloedvergieten niet meer zou gebeuren.De fransman Jean Monet kwam met de oplossing. Hij stelde voor om de kolenindustrie en staalindustrie van Frankrijk en Duitsland te verenigen. Hij legde zijn idee voor aan de Robert Schuman die toen de minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk was. Schuman besprak het idee met de toenmalig Duitse Bonskanselier Konrad Adenauer. Beiden waren erg enthousiast. Frankrijk en Duitsland werkte het plan uit en boden aan alle West-Europese landen aan om zich aan te sluiten. Vier landen gaven hier gehoor aan namelijk: België, Italië, Luxemburg en Nederland. Met het verdrag van Parijs wat door de zes landen ondertekend werd was in 1951 de Economische Gemeenschap voor Kolen en Staal(EGKS) geboren. De integratie neemt toe
De EGKS was zo’n succes dat er behoefte was aan meer samenwerking. Daarom kwam er in 1957 het verdrag van Rome wat ook weer ondertekend werd door de zes EGKS-landen. Met dit verdrag werd de Europese Economische Gemeenschap(EEG) opgericht en tegelijkertijd ook de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie(Euratom) met als doel vreedzame toepassingen op kernenergie. Deze verdragen werden in 1958 van kracht. Later zijn de EEG de EGKS en de Euratom samengevoegd en werd het de Europese Gemeenschap(EG) genoemd. Sinds het verdrag van Rome in 1957 werden er steeds mee verdragen gesloten waarbij steeds meer landen zich aansloten bij de EG. Dit gebeurde in 1967. Deze had ook één commissie en één raad van ministers. In 1991 werd met het Verdrag van Maastricht de EG verandert in de Europese Unie(EU). De vorige grote historische gebeurtenis voor de EU vond plaat op 1 mei 2004; Tien landen werden bij de EU gevoegd. Op de volgende pagina staat een overzicht van welke landen zich aansloten bij de (E)EG/EU en wanneer zij zich aansloten en welke verdragen er werden gesloten. 195019601970198019902000 1951: Verdrag voor oprichting EGKS
1957: Oprichting EEG
1973: Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk treden toe tot de EEG. 1981: Tiende lidstaat Griekenland treedt toe
1986: Portugal en Spanje bij de EEG
1992: Oprichting Europese Unie, ondertekening verdrag van Maastricht
1995: Oostenrijk, Zweden en Finland treden toe tot de Europese Unie. 2002: Euromunten en biljetten in omloop
2004: Toetreding van tien nieuwe lidstaten aan de Europese Unie; Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Cyprus en Malta Hoe werkt de Europese Unie? De Europese Unie wordt bestuurd door verschillende organen. Net als in Nederland wordt de macht in evenwicht gehouden door een uitvoerende macht, een controlerende macht en een wetgevende macht. De Europese Commissie heeft de uitvoerende macht, de controlerende macht ligt in handen van het Europese Parlement en het Europese Hof heeft de rechtsprekende macht. In het Europese bestuur komt daar nog iets bij; De Europese Raad. In dit hoofdstuk zullen de onderlinge verhoudingen tussen de instellingen worden beschreven. De Europese Commissie
De Europese Commissie heeft het dagelijkse bestuur van de Europese Unie in handen. Alle beslissingen die genomen worden voert de Commissie uit. De Commissie bestaat uit vijfentwintig commissarissen. Elke lidstaat heeft een commissaris. Belangrijk is dat de commissie bestuurd in het belang van de Europese Unie en niet voor zijn land. Daarom mogen de commissarissen geen functie in eigen land hebben. De functie van de commissarissen kan worden vergeleken met die van de ministers op landelijk niveau. Elke commissaris heeft een directoraat-generaal, dit is weer te vergelijken met een ministerie. Dus het bestuur van de Commissie wordt verdeelt in verschillende sectoren. Iedere sector(directoraat-generaal) heeft een commissaris en ambtenaren. Het kan ook voor komen dat een commissaris meer dan een directoraat-generaal heeft om te besturen. Maar het kan ook voorkomen dat sommige diensten zo breed zijn dat er twee of meer commissarissen mee gemoeid zijn. Voor het gemak wordt directoraat-generaal afgekort met DG. De Commissie houdt zich voornamelijk bezig met zaken die van belang zijn voor meer dan een land. Het neemt dus beslissingen die een land niet kan maken. Het Europees Parlement

Het Europees Parlement vertegenwoordig alle mensen die in de EU wonen. Elk lid van het Parlement vertegenwoordigd dus honderdduizenden Europeanen. Er zijn 732 zetels in het Europees Parlement. In 1979 werd voor het eerst een Europees Parlement gekozen. Sindsdien is er veel veranderd. Zoals gezegd werd er in 1979 voor het eerst een Parlement gekozen. Maar vroeger had het Parlement niet heel veel macht. De eerste twintig jaar van haar bestaan kon het Parlement niet meer dan vragen stellen en discussies beginnen. Zo konden ze hooguit de mening beïnvloeden van de commissie. Maar daar bleef het ook bij. Het EP kon geen wetten aannemen of verwerpen, zij kon geen budget afkeuren, niet de commissie naar huis sturen en ook konden zij geen uitleg eisen over het gevoerde beleid. Hierdoor was het EP vrijwel machteloos. Want waarom zou de commissie rekening houden met de parlementariërs als zij niet ontslagen kunnen worden door het EP. En bij het opstellen van wetten had het EP niets in te brengen dus de commissie kon zich niets aantrekken van de wensen van het EP. Veel Europeanen hebben nog steeds het beeld van het Parlement van die tijd. Maar sinds het eerst gekozen Parlement is dat wel veranderd. De eerste vijf jaar na de verkiezingen heeft het EP een aantal zaken zich toegeëigend
Dat zijn: -Meer controle over de uitgave -Eventueel naar het Europese Hof stappen om de commissie te dwingen. -Beter contact met de Europese Raad, persoonlijk verslag van de voorzitter van de Europese Raad -Nieuwe verdragen maken voor de EU -Druk uitoefenen op de commissie om voorstellen door te voeren. Na die vijf jaar heeft het Parlement een grotere rol gekregen in het reilen en zeilen binnen de Europese Unie. Journalisten hebben meer belangstelling in het Parlement, het EP ontvangt steeds vaker verzoekschriften van burgers en er is een nauwere samenwerking met de nationale parlementen. Ruim vijfentwintig jaar later heeft het Parlement macht over de volgende aangelegenheden
Wetgeving: Het Parlement heeft evenveel te zeggen op het gebied van wetgeving als de Europese Raad en de Europese Commissie. Begroting: Het EP moet de begroting goedkeuren en mag wijzigingen voorstellen. Desnoods kan het EP de begroting afkeuren. Benoeming van de Commissie: De Commissie is het dagelijks bestuur van de EU. Het EP benoemt de Commissie en kan de Commissie ook ontslaan. Controle: Het EP controleert niet alleen de Commissie maar ook andere bestuursorganen van de EU zoals de Europese Raad. De voorzitter hiervan moet vooraf alle plannen vertellen en achteraf wordt er gedebatteerd over de resultaten. Enquêtecommissies: Het EP kan fouten onderzoeken van de commissie (later zal dit met een voorbeeld nog naar voren komen. Verdragen: Het EP beslist meestal over verdragen die de EU sluit met niet-EU-landen. Bovendien kan het EP voorkomen dat nieuwe leden bij de EU komen. In de nieuwe grondwet zal het EP nog meer taken en rechten krijgen. Crisis
Een belangrijk voorval dat de macht van het Europees Parlement laat zien speelde zich af in 1999. Een Nederlandse ambtenaar binnen de Commissie genaamd Paul van Buitenen kwam met ernstige beschuldigingen naar buiten over de Commissie. Zo zei hij dat de Commissie op oneerlijke wijze bedrijven inhuurde zodat de concurrentie van dat bedrijf geen kans maakte. Ook zouden er illegale betalingen worden gedaan door middel van valse rekeningen. Bedrijven die door de Commissie waren ingehuurd konden tegen een hoog salaris familieleden als personeel aannemen. Ongeoorloofde subsidies werden er verleend. En ambtenaren die illegale betalingen hadden gedaan werden niet gestraft. Na deze beschuldigingen stelde het Parlement een commissie op die bestond uit vijf onafhankelijke deskundigen. Zij kregen de opdracht om op onderzoek uit te gaan. Na het onderzoek bleek dat deze beschuldigingen inderdaad terecht waren. De uitkomsten van het onderzoek werden bekend gemaakt in een rapport. Nadat het rapport gepubliceerd was plande het Parlement een motie van wantrouwen. Veertig procent steunde dit, en hoewel dit geen meerderheid was deze veertig procent genoeg om de Commissie dusdanig te bedreigen om de Commissie in haar geheel, vrijwillig af te laten treden. De Commissie heeft dus wel het dagelijks bestuur in handen, maar kan niet om het Parlement heen. Er kleeft wel een nadeel aan het EP. Het is namelijk ontzaglijk groot. Dit maakt het erg moeilijk, bijna onmogelijk, om een doeltreffend debat te voeren. Men kan aan de ene kant van de zaal niet eens de gezichten zien aan de andere kant van zaal. Dit maakt het moeilijk te communiceren. Een ander probleem is de verscheidenheid aan talen. Hierdoor moet alles wat gezegd worst eerst vertaald worden voordat erop kan worden gereageerd. Dit levert vertraging op. Daarom zijn echte discussies niet mogelijk. Alle uitspraken die het Parlement doet moet ook dagen van tevoren worden ingeleverd omdat het in elf talen vertaald moet worden. De Europese Raad
De Europese Raad is de allerhoogste instelling binnen de EU. Het bestaat uit alle regeringsleiders van de lidstaten. Alle besluiten die ze nemen, nemen ze ook namens de lidstaten. Met regeringsleiders worden de ministers bedoeld en de premier of president. De vergaderingen van de Europese Raad vinden plaats achter gesloten deuren. Er kan dus niet door buitenstaanders worden gecontroleerd waar het over gaat. Wel kunnen de nationale parlementen hun regeringsleiders vragen wat er besproken is in de Europese Raad. De ER bepaald het binnenlandse beleid en het buitenlandse beleid. De Europese grondwet als onderwerp is een voorbeeld waar de ER over vergaderd. Dat gaat als volgt: Eerst komen alle regeringsleiders bij elkaar om er over te vergaderen. Daarna wordt er verder gediscussieerd door alle vakministers apart. Dat wil zeggen: De ministers van financiën bij elkaar, de ministers van onderwijs enz.. Bij erg belangrijke zaken zoals landbouw, grondwet of belastingen moet elke lidstaat het er mee eens zijn, er moet unaniem gestemd worden. Elke lidstaat kan een bepaald besluit belemmeren. Bij minder belangrijke zaken heeft een voorstel driekwart van de stemmen nodig. Bij minder dan driekwart van de stemmen zal er na een compromis moeten worden gezocht. Wanneer er dertig procent tegen is gaat het voorstel niet door. De ER heeft ook een voorzitter. Deze is voorzitter voor een half jaar. Daarna wordt er een nieuwe voorzitter aangesteld. In de tweede helft van 2004 was premier Balkenende(Nederland) voorzitter van de ER. In de toekomst zal deze functie door een vast aangesteld iemand worden bekleed. Er zal dus niet meer gewisseld worden. De ER komt maar twee keer per jaar bij elkaar maar tussendoor komen de ministers van dezelfde ministeries bij elkaar. Het Europese Hof
Het Europese Hof is gevestigd in Luxemburg. De belangrijkste taken van het Europese Hof zijn: -Uitmaken wanneer iets een zaak is voor de EU of wanneer iets een nationale kwestie is. -Van alle rechtsregels van de EU een samenhangende ordening maken. -Een harmonische ontwikkeling van het recht in Europa. Het Europese hof is voor iedereen bedoelt: Burgers, bedrijven landen en Europese instellingen.Maar als je kunt niet zomaar naar de Europese rechter stappen. Je moet je zaak via de nationale rechter voorleggen aan de Europese Rechter. Maar dit kan alleen als de zaak in verband komt met Europese regels in contact komt. De uitspraak die de Europese rechter doet kan niet meer veranderd worden door de nationale rechter. Het Europese Hof heeft behoorlijk wat macht. Dat klinkt misschien raar, omdat ze uitspraken doen op basis van regels die al zijn vast gesteld. Maar al die regels zijn nieuw en er zijn nog nooit onenigheden geweest over die regels. Dan moet het Europese Hof beslissen hoe die regels bedoelt zijn. En net als alle Europese verdragen geldt voor een uitspraak van het Europese Hof dat het in heel de EU en voor alles en iedereen in de EU geldig is. Dus als het Hof bij een bepaalde zaak in Nederland een bepaalde uitspraak doet, moet die uitspraak ook in Italië nageleefd worden wat de wetten daar ook zijn. Het kan ook gebeuren dat het Hof een uitspraak doet waar de Europese commissie het helemaal niet mee eens is, maar de Commissie zal zich toch neer moeten leggen bij het besluit. Gerecht van Eerste Aanleg
En er kwamen (en komen) steeds meer Europese regels dus het Hof kreeg het steeds drukker. Sinds 1989 is er daarom een soort onderrechtbank bij gekomen, het ‘Gerecht van Eerste Aanleg’ genaamd. Die heeft de onderwerpen: -ambtenarenzaken, -mededingingszaken, -burgers tegen Europese instellingen -en bedrijven en organisaties tegen Europese instellingen
De naam Gerecht van Eerste Aanleg wordt veranderd in ‘Rechtbank’. Het Europese Hof heeft het ontzettend druk en het aantal zaken per jaar groeit nog steeds. In de jaren zeventig begon waren er niet meer dan honderd zaken. Dat getal is opgelopen tot ruim over de vijfhonderd. En helemaal sinds de uitbreiding van de EU is het aantal zaken opgelopen. Daarom kan het Gerecht van Eerste Aanleg worden uitgebreid in gespecialiseerde rechtbanken die alleen op een bepaald gebied rechtspreken. Waar is de Europese Unie goed voor? De Europese Unie heeft grote invloed op de samenleving. Toch hebben veel mensen het gevoel ver van de EU af te staan. Zij hebben dan ook geen idee wat de EU regelt. En wat levert de uitbreiding van vorig jaar op. Daar geeft dit hoofdstuk duidelijkheid over. Directoraten-generaal

Zoals vermeldt neemt de commissie het dagelijks bestuur op zich. De besturing is opgedeeld in Directoraten-generaal(DG). Alle zaken die Europa aangaat daar bemoeid de Commissie zich mee, dat doen ze dus door middel van Directoraten-generaal. Dat zijn dus afdelingen van de Commissie met elk zijn eigen onderwerp. Hieronder staan de belangrijkste zaken waar de commissie zich mee bezig houdt met een korte toelichting. -Belastingen
Belastingen worden vooral geregeld door nationale regeringen, maar er mag geen belasting worden geheven op verkeer van goederen, personen en kapitaal. Want dit verkeer is immers vrij binnen de EU. Ook wordt er voor gezorgd dat de omzetbelastingen van de handel aan de buitengrenzen van de EU betaalt wordt. -Concurrentie
Het DG van dit onderdeel zorgt ervoor dat er geen onderlinge afspraken tussen bedrijven worden gemaakt. Dit heet kartel en is verboden. En als bedrijven willen fuseren, of als een bedrijf een ander bedrijf wil over kopen maar daarvoor toestemming voor worden gevraagd aan de Europese Commissie. -Economische en financiële zaken
De ambtenaren van dit DG maken tweemaal per jaar economische voorspellingen voor de EU. Zij rekenen uit hoe de economische situatie is van de EU. Ze houden zich bezig met werkloosheid, loonstijgingen en ze kijken of de uitgaven van de Europese consumenten gestegen zijn of gedaald. Een andere belangrijke taak van dit DG is op de kapitaalverplaatsing. Ze letten erop of er geen criminelen of terroristische organisaties zijn die actief zijn in de EU. Zij mogen geen financiële transacties uitvoeren vanuit de EU -Energie en vervoer
Dit DG probeert voor het vervoer binnen Europa een groot netwerk te maken. Dit moet ook goed kunnen aansluiten bij de nieuwe lidstaten. Tijdens deze ontwikkeling mag het milieu er natuurlijk niet onder lijden, dat maakt het allemaal een stuk ingewikkelder. -Onderzoek
Dit is ongelofelijk breed. Er wordt onderzoek gedaan naar allerlei zaken. Van autobanden en biotechnologie, naar internet gebruik ban Europeanen en leven op Mars. -Gezondheid- en consumentenbescherming
Deze instantie grijpt in als er besmettelijke ziektes uitbreken. Ook zorgen zij ervoor dat al het eten in de EU veilig is voor de gezondheid. -Informatiemaatschappij
Men wil dat elke burger op de hoogte is van Europese zaken zodat de burgers zich ook betrokken voelen bij de EU, dit willen ze verwezenlijken door de modernste communicatiemiddelen. -Interne markt
Door de EU zijn alle grenzen binnen de EU vervallen, deze afdeling ziet erop toe dat deze grenzen open blijven. Het is belangrijk dat het vrij verkeer van mensen, diensten goederen en kapitaal ook echt vrij blijft. -Justitie en binnenlandse zaken
Dit is heeft dezelfde functie als de nationale justitie alleen dan over Europa, het bestrijden van veroordelen van criminaliteit. -Landbouw

In deze sector gaat het meeste geld om, namelijk veertig miljard euro. Dat komt door de subsidies die worden verleend aan boeren, ook worden de overschotten opgekocht. Dit moet veranderen, maar dat gaat niet zo gemakkelijk, dus zullen de uitgave aan landbouw geleidelijk moeten worden afgebouwd. Ondanks die nieuwe lidstaten zijn de uitgave voor landbouw niet verhoogd maar het wordt over meer landen verdeeld. Op deze manier wordt er al afgebouwd. -Milieu
Bij elk beleid moet er rekening gehouden worden met het milieu, dit is erg moeilijk, maar de afgelopen vijftig jaar is er flinke vooruitgang geboekt qua milieuvriendelijkheid. Dit DG ziet erop toe dat het milieu beschermd wordt en dat er nog wat over blijft voor de volgende generaties. -Ondernemingen
De Commissie wil het bedrijfsleven laten bloeien. Er wordt onderzoek gedaan in deze sector, en de ontwikkeling van het ondernemerschap wordt geholpen. Zo wil men het ondernemerschap motiveren. -Onderwijs en cultuur
De EU moet een kenniseconomie worden, dus worden er allerlei programma’s opgezet die het mogelijk maken in andere landen te studeren zodat kennis uitgewisseld kan worden. -Regionaal beleid
Hier wordt het geld beheert dat bedoeld is voor de subsidies voor bepaalde regio’s die minder welvarend zijn. Het geld wordt herverdeeld. Meer dan dertig miljard euro wordt aan dit soort gebieden gegeven. Bijvoorbeeld in gebieden waar de infrastructuur onvoldoende goed is. -Visserij
De zeeën worden leeggevist. Dat moet stoppen, maar aan de andere kant wanneer men het de vissers te moeilijk maakt kunnen zij hun brood niet meer verdienen en zullen ze failliet gaan. Door de subsidies voor de vissers te verminderen of te beëindigen willen ze de visserij terug dringen. -Werkgelegenheid en sociale zaken
De doelstelling van dit DG is meer banen en betere banen. Mensen moeten de mogelijkheid hebben om zonder problemen in een andere lidstaat een baan te krijgen. Maar er zijn ook regels dat oude lidstaten arbeiders uit de nieuwe lidstaten mogen weigeren gedurende een paar jaar. Al dit soort zaken wordt onder dit DG geregeld. -Buitenlandse betrekkingen
Brussel wil goede relaties onderhouden met de rest van de wereld, ook met landen die nooit lid zullen worden van de EU. Bijvoorbeeld met Noord-Afrikaanse landen omdat veel immigranten van daar in Europa wonen. -Handel
Dit DG wil de handel bevorderen. Binnen de EU is vrije handel maar van buiten af niet, ondanks dat de EU voor vrije wereldhandel is. De EU wil toch het Europese bedrijfsleven beschermen. Ook staat dit DG in contact met de Wereldhandelsorganisatie. Het houdt eigenlijk alle handel in de gaten van alle landen. -Ontwikkeling
Zeven miljard euro wordt besteedt aan ontwikkeling in derdewereldlanden, dat wordt verdeeld door dit DG. Met dit bedrag is de EU de grootste donor qua ontwikkelingshulp -Humanitaire hulp

Ook dit is ontwikkelingshulp maar dan voor specifieke doelgroepen -EuropAid - dienst voor samenwerking
Dit DG helpt mensen en volken samenwerken en communiceren, waardoor er democratie ontstaat. De grote uitbreiding
Sinds 1 Mei is de Eu uitgebreid van 15 lidstaten naar 25 lidstaten. In 2007 zullen de landen Roemenië en Bulgarije toetreden tot de Eu. En Turkije is aspirant-lidstaat, het wil dus wel toetreden maar het mag nog niet. Alle wetgevingen , richtlijnen en overige afspraken waren bij elkaar 97000 pagina’s. Deze voorschriften moesten allemaal worden ingevoerd in de nieuwe lidstaten. Dit was wel erg veel moet het in de loop van dit jaar vereenvoudigd zijn naar 35000 pagina’s. De nieuwe landen zullen zich ook moeten houden aan de Grondwet voor Europa. Maar omdat de nieuwe lidstaten voor de toetreding al mee gepraat hebben over de grondwet was dit een stuk makkelijker. Zij mochten meeonderhandelen over de ontwerptekst van de Grondwet. Zij hadden wel als nadeel dat ze geen beslissingen konden bevechten waarvan de oude oudere lidstaten het over eens waren. Zoals gezegd geldt de Europese wetgeving boven die van de nationale wetgeving, dus als een lidstaat wetten heeft in strijd met die van de Europese wet zullen die wetten veranderd moeten worden. Zo hebben de nieuwe lidstaten behoorlijk wat aanpassingen moeten verrichten. Vooral aan de volgende zaken: -Liberalisering van de economie -Liberalisering van het bankwezen en geldverkeer -Een streng begrotingsbeleid -Verkoop van staatsbedrijven -Controle van de inflatie -Behoorlijk pensioenstelsel -Legermacht verminderen -Verbetering van mensenrechten. -Respect voor minderheden
Deze zaken zijn voor de West-Europese landen normaal maar voor de nieuwe lidstaten betekend dit een flinke verandering. West-Europese landen hebben deze ontwikkelingen de
afgelopen honderd jaar tot stand gebracht, maar de nieuwe lidstaten hebben dit in een klap moeten veranderen. Ook moeten de nieuwe lidstaten een goed contact onderhouden op bijvoorbeeld economisch gebied. Zij moeten bijvoorbeeld exact doorgeven hoeveel buitenlanders sparen bij banken in hun staat. Hierdoor kan de belastingdienst over dat bedrag belastingen heffen. Ook mogen staten niet altijd belasting heffen bij buitenlandse bedrijven omdat die bedrijven al belasting betalen in hun eigen land. Sommige denken dat de nieuwe lidstaten nog willen onderhandelen over bepaalde regels. Maar de ervaren lidstaten weten wel beter, helemaal als het Hof ergens een uitspraak over heeft gedaan valt daar niets aan te veranderen. Sommige ervaren ambtenaren denken dat de beleidsvorming zal worden vertraagd door de nieuwe lidstaten omdat deze zich nog moeten aanpassen. Doordat er tien nieuwe landen zijn toegetreden betekend dat, dat er ook tien nieuwe culturen bij zijn gekomen. Het is vrijwel onmogelijk om een gedetailleerde wetgeving door te voeren in alle landen omdat alle culturen nou eenmaal verschillen. Daarom zullen er in de toekomst minder gedetailleerde regels komen maar zullen er hoofdlijnen worden opgezet. Hierdoor kan in elke land op de manier van de cultuur daar, haar regels kunnen uitvoeren. Een van de grootste problemen die aangepakt moeten worden is het milieu. In Oost-Europa heeft men nooit echt rekening gehouden met het milieu. Het lidmaatschap betekend dat ze milieuvriendelijker moeten worden. Dit kost erg veel geld. Niet alleen moeten ze net zo milieuvriendelijk worden als de rest van de EU. Maar er moet ook een hoop afval opgeruimd worden. Dit kost natuurlijk ontzettend veel geld. Voor het opruimen wordt behoorlijk veel gesponsord uit het structuurfonds. En dat zijn geen kleine bedragen. Vooral Tsjechië, Hongarije en Slowakije krijgen veel geld. Polen krijgt zelfs enkele miljarden Euro’s per jaar. Sommige zeggen dat het weggegooid geld is. Maar Spanje, Griekenland en Portugal kregen destijds ook veel geld en dat is ook goed terecht gekomen, want hun (economische) achterstand is flink verkleind. Je zou zeggen dat het nadelig is voor de rijkere landen dat er zulke arme landen bij de EU zijn gekomen. Maar de economische groeicijfers van deze landen zijn wel een flink stuk hoger dan die van de oudere lidstaten. De twee volgende landen die in rij staan om toe te treden zijn Bulgarije en Roemenië, op dit moment is de planning dat ze in 2007 toe zullen treden. Maar helemaal zeker is dit nog niet omdat er veel politici zijn die af en toe tegenstribbelen. Vooral over Roemenië is men erg onzeker, vooral ook omdat er veel corruptie. Een veel gevoerde discussie van de laatste tijd is waar de grenzen van de EU ophouden. In artikel 1 van de grondwet van Europa staat dat alle Europese staten lid mogen worden. Dus ook Turkije en Rusland, maar verder niet. Maar Rusland is vrijwel uitgesloten, want als Rusland erbij komt wordt Rusland geen lid van de EU maar de EU zou lid worden van Rusland. Het land is veel te groot en Rusland zou dan wel eens kunnen gaan domineren in het bestuur. Turkije wil maar wat graag lid worden maar ook daar zijn de meningen over verdeeld. De een zegt dat het goed is als Turkije lid wordt omdat het een enorme afzetmarkt is voor producten uit de rest van Europa. Een politiek voordeel is dat het een stabiel islamitisch land is waardoor daardoor zou de relatie met het Midden-Oosten verbeteren. Aan de andere kant zal de toetreding van Turkije voor een enorme migratiestroom plaatsvinden van Turken die hier op zoek naar werk gaan. Terwijl er al genoeg werkloosheid hier is. Nederland is ook een grote nettobetaler. Dat wil zeggen dat Nederland meer geld kwijt is aan de EU dan dat Nederland ontvangt. Turkije zal veel geld gaan kosten en dat is terug te zien aan de belastingen. Ook is men bang dat Turkije teveel te zeggen krijgt door het grote inwonersaantal (ruim64 miljoen mensen). Hoe ziet de toekomst van de EU eruit? Er zijn veel mensen optimistisch over de Europese Unie. Zij zien er echt toekomst en sommigen hopen zelfs op een Verenigde Staten van Europa. Maar zo zijn er ook mensen die de toekomst van de Europese Unie iets minder positief inschatten. Vijftien procent van de bevolking in de Europese Unie vinden de Europese integratie een slechte zaak. Knelpunten binnen de EU
Vooral mensen in nettobetalende landen vinden dat Europa teveel geld kost. Hoewel de achterliggende gedachte is dat rijke de armere helpen zijn veel mensen het er niet mee eens en vinden ze dat ze teveel betalen. Nederland betaald procentueel gezien zelfs het meest. Nederland betaalt 0,65 procent van het nationaal inkomen, terwijl dat voor Duitsland 0,38 procent is. In de toekomst wil men voorkomen dat de nettobetalers ontevreden zijn. Een ander punt wat niet bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de Europese integratie is dat de EU-landen het vaak niet met elkaar eens zijn, vooral over wie de meeste macht heeft een wie het meeste geld betaalt. De EU bestaat nou eenmaal uit vijfentwintig verschillende soorten culturen, en dat maakt het er niet eenvoudiger op om tot een compromis te komen. Conflicten zijn er altijd geweest en discussies zijn vaak moeizaam gegaan. Maar als je kijkt wat de EU de afgelopen jaren allemaal bereikt heeft lijkt het toch wel de moeite waard. Zo is de welvaart in heel Europa flink gestegen en elk land heeft daar baat bij gehad. Dus ondanks alle moeite en conflicten zou het op de lange termijn best eens goed uit kunnen pakken. Een groot minpunt is dat alle processen ongelofelijk lang duren en het gaat altijd gepaard met een hoop papierwerk. De procedures zijn nou niet bepaald eenvoudig. En wanneer men wat gedaan wil krijgen in Brussel zal er energie in moeten steken en veel geduld moeten hebben. Ook de wetgeving is niet praktisch. Brussel maakt de wetgevingen te gedetailleerd. Voor elk klein ding is er wel een regel. Hoewel het vaak goed bedoelt kun je je afvragen wat bepaalde regels voor zin hebben. Bijvoorbeeld: Jam mag alleen marmelade genoemd worden als er bepaalde ingrediënten in zitten. Maar in een gebied ion Oostenrijk was er dus een product dat al eeuwen lang marmelade genoemd werd. Vanaf 1979 mocht dat dus niet meer. Veel mensen ondervinden nadeel aan deze regelzucht. Waarschijnlijk zal dit ook verminderen in de toekomst omdat het erg moeilijk is om voor zoveel culturen gedetailleerde regels op te stellen. Dat werkt gewoon niet. Daarom zullen er meer richtlijnen worden opgesteld. De Europese Grondwet
Een andere grote kwestie is; Moet er een Europese grondwet komen? Sommige zeggen ja, maar het is te betwijfelen of deze er echt komt. De nieuwe grondwet is veel te ingewikkeld. In de Grondwet is vastgesteld dat procedures met de grootste zorgvuldigheid moeten plaatsvinden zodat alles rechtvaardig gebeurd. Klinkt misschien mooi, maar dit betekend weer eindeloos vergaderen adviseren en overleggen, en geen snel eenvoudig systeem wat wel de bedoeling is voor de toekomst. De Europese Grondwet bedraagt ook meer dan driehonderd pagina’s. Dat is niet bepaald kort en krachtig. Wat een voordeel is met name voor de kleinere landen is dat de grote landen(Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) minder machtig zijn samen en geen voorstellen kunnen doordrukken tegen de zin van de kleinere landen. Maar dat is niet de enige positieve verandering met de komst van de Grondwet

Op dit moment is het zo dat besluiten unaniem genomen moesten worden, dus ook op het gebied van justitie. Door het wegvallen van de grenzen en de komst van de euro kunnen criminelen makkelijker hun gang gaan. Dit is moeilijk te bestrijden als besluiten door een land tegen kunnen worden gehouden. Door de grondwet zou dit veranderen en is alleen de meerderheid nodig in de Raad van Ministers. Alleen de heel erg ingrijpende besluiten moeten unaniem genomen worden. Het is dan ook nog niet zeker of er een grondwet komt. In het jaar 2003 stonden referenda op het programma in de lidstaten maar omdat regeringsleiders het niet eens konden worden is dit steeds uit gesteld. In Nederland zal het referendum plaatst vinden op 1 Juni. Om de toekomst over Europa te voorspellen moet je het dus van alle kanten goed bekijken en dan nog is er geen zekerheid of de steeds nauwere samenwerking binnen de EU succesvol zal uitpakken. Ik zelf denk dat een Europa nog niet echt klaar is voor een Grondwet. Ik denk ook dat sommige positieve veranderingen kunnen plaatsvinden zonder Grondwet. Ik denk wel dat er zeker toekomst is in de Europese Unie. Maar sommige dingen gaan te snel zoals de toetreding van de tien Oost-Europese landen. Ik denk dat dat teveel arme landen in een keer zijn. Ik denk dat er pas grote veranderingen moeten plaatsvinden wanneer de nieuwe lidstaten qua welvaart zijn gegroeid. Conclusie Na het maken van dit profielwerkstuk heb ik een veel beter inzicht gekregen over hoe de zaken binnen de Europese Unie verlopen. De vraag is de Europese Unie een zorg of een zegen valt niet in een simpel antwoord samen te vatten. Maar ik heb in iedere geval gezien dat de Europese Unie een hoop minder goede kanten met zich mee brengt. Zo kost het ons Nederlanders meer geld dan dat we er voor terug krijgen. Toch denk ik dat ook de Nederlanders qua economie er op de langere termijn erop vooruit gaan. Alleen betwijfel ik of een politieke samenwerking voldoende voordeel oplevert. Ik weet ook nog niet of ik voor of tegen ga stemmen op 1 juni. Aan de ene kant is het mooi dat we in heel Europa verzekerd zijn van bepaalde rechten. Aan de andere kant kunnen er veranderingen plaatsvinden die niet gunstig zijn in Nederland. Ik denk dat Europa iets te snel integreert. Zo kosten ook de tien nieuwe lidstaten heel erg veel geld, misschien hadden ze beter stap voor stap toe kunnen treden. Nu kost het in een keer veel geld. Verder vind ik dat er pas andere landen bij mogen komen als de Oost-Europese landen voldoende gegroeid zijn qua welvaart omdat als Europa machtig wil zijn in de rest van de wereld moet het ook stabiel zijn. Een ander minpunt van de Europese Unie is, is dat de landen het lang niet altijd met elkaar eens zijn of kunnen worden, terwijl ik denk dat dat juist zo belangrijk is voor een stabiel Europa. Al met al denk ik zeker dat er een mooie toekomst voor Europa inzit en dat het zeker een zegen kan zijn, maar ook dat er genoeg zorgen zijn. LOGBOEK _ Datum Activiteit Tijdsduur
23-3-04 Onderwerp vastgesteld
Hoofd- en deelvragen vastgesteld 1 uur
27-12-04 Informatie verzamelen 2 uur
28-12-04 Informatie verzamelen 50 minuten
29-12-04 Informatie verzamelen 45 minuten
Informatie verzamelen 1 uur en 30 minuten
E-mail verstuurd naar EU 1 uur
18-1-05 Lezen 1,5 uur
19-1-05 Lezen 1,5 uur
20-1-05 Informatie verwerken 1,5 uur
Lezen 1 uur
22-1-05 Informatie zoeken in de bibliotheek 2,5 uur
10-2-05 Lezen 2 uur
11-2-05 Lezen 3 uur
14-2-05 Lezen 1 uur
Informatie verwerken 1 uur
15-2-05 Lezen 2 uur

Informatie verwerken 3 uur
16-2-05 Lezen 1 uur
18-2-05 Informatie verwerken 2 uur
19-2-05 Informatie verwerken 6 uur
20-2-05 Informatie verwerken 2 uur
21-2-05 Lay-out verzorgd 5 uur
Totaal aantal uren 43 uur Bronvermelding Internet
nl.org/wiki.Europese_Economische_Gemeenschap
www.atlom.nl/Eurpopeseveiligheid/inleiding.htm
www.users.belgacom.net/euro/groei.htm
www.eu.nl
www.europa.eu.nl
Boeken
Het ABC van het gemeenschapsrecht -dr. K.D. Borchardt
Europese intergratie 1945-1990 -W.F. Kalkwiek, drs. A.C. de Beer
Brussel, Warschau, Kiev -J. Lagendijk, J.M. Wiersma
Europese Unie voor Dummies -S. Simons
Hoe werkt de Europese Unie? Politiek en Ruimte(Atlantis) -H. van Dijk, H. van Nijnatten

Overige bronnen
Toespraak, 28 september 2004 -Geert Wilders

REACTIES

S.

S.

ik vind het goed hoor maar het is een beetjee te veel om over te schrijven man xd

13 jaar geleden

T.

T.

Nice

12 jaar geleden

T.

T.

goed gedaan hoor!

12 jaar geleden

5.

5.

goed gedaan hoor maar echt te veel om overteschrijven jwz! als minder was kon ik makkelijk over schrijven

11 jaar geleden

B.

B.

"Dit profielwerkstuk gaat over de Europese Unie. Voor veel mensen betekend"

Gestopt met lezen.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.