Practicum Natuurkunde: Bepaling veerconstante
Doel: Het bepalen van de veerconstante met behulp van de trillingstijd. Uitvoering: Ik heb eerst de opstelling gebouwd met een statief en daaraan vast een mannetje waaraan ik de veer heb opgehangen. Aan de veer heb ik een massa gehangen, eerst 60 gram, dan heb ik de veer uitgerekt en losgelaten, en toen steeds tien trillingen gemeten met de stopwatch. Die proef heb ik daarna nog vijf keer herhaald. Daarna heb ik hetzelfde gedaan voor de massa’s met 20, 40, 80, 100 en 120 gram.
Meetresultaten: Opdracht 1: bij een massa van 60 gram kwamen deze 6 resultaten uit, dit is de tijd voor tien trillingen: 8,33 8,17 8,20 8,20 8,34 8,20
Opdracht 2: massa (g) 10.T (s) T (s) T² (s²) 20 4,92 0,492 0,242 40 6,63 0,663 0,440 60 8,24 0,824 0,679 80 9,37 0,937 0,878 100 10,38 1,038 1,077 120 11,32 1,132 1,281
Opdracht 3:
Opdracht 4: T² is rechtlinig met m omdat de grafiek een rechte lijn is.
Opdracht 5: S= T²/m = 0,011 (s²/g) = 1,1 . 10 (s²/kg)
Opdracht 6: De veerconstante volgt dan uit de formule: T²= 4 m/C
Dat is dan T²/m =
C = 3589 N/cm
Conclusie: Mijn conclusie is dus dat de veerconstante van de veer die ik heb gebruikt 3589 N/cm is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
hoi lisette,
ik moet ook iets voor natuurkunde maken enz.
maar hoe doe je bij b.v cm3 die drie hoog??
b.v.d.
esther
20 jaar geleden
Antwoorden