Verslaving

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1175 woorden
  • 27 mei 2003
  • 121 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
121 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud: 1. Inleiding 2. Wat is verslaving? 3. Welke verslaving heb je? 4. Wat zijn de oorzaken van verslaving? 5. Hoe merk je dat iemand verslaafd is? 6. Wat zijn de risico’s/gevolgen van verslaving? 7. Is er eventuele hulpverlening voor verslavingen? 8. Interview
9. Campagnes zijn zinloos: jongeren leven ongezond
10. Drank is leuk, mits met mate gebruik
11. Boys dood mocht niet voor niets zijn
12. Roken in de reclame: gezond en glamoureus

13. Conclusie 10. Bronnen & taakverdeling Inleiding Dit boekje gaat over verslavingen. Er zijn heel veel verschillende soorten verslavingen en daarom
hebben wij daar 3 uit gekozen, namelijk: - Roken - Alcohol - Drugs
Wij hebben hier veel informatie over kunnen vinden en wij hopen
dat we u voldoende hebben kunnen informeren en dat u er meer
over weet en van snapt als u dit boekje heb gelezen. We leggen u onder andere uit wat een verslaving eigenlijk inhoud en wat de gevolgen en risico’s kunnen zijn. Veel leesplezier!!! Wat is verslaving? In het woordenboek staat bij verslaafd: lichamelijk of geestelijk afhankelijk van iets door gewenning. Je kunt ook zeggen dat je slaaf bent geworden van je eigen begeerten en neigingen. Het verlangen naar dat waar je aan verslaafd bent, beheerst grotendeels je denken. Als je verslaafd bent kun je niet meer zonder die drug (of het nou drugs, alcohol of tabak is) leven. Je kunt niet meer zelf bepalen of je het middel wilt gebruiken of niet, je moet gewoon. Je bent afhankelijk van die drug. Het proces is altijd schadelijk voor de gebruiker zelf. Je hebt 3 verschillende soorten verslavingen
Geestelijke verslaving, lichamelijke verslaving en sociale verslaving
Geestelijke verslaving: Er bestaat een onweerstaanbare behoefte aan het middel (hunkering of zucht). Hij/zij heeft het gevoel dat men het middel nodig heeft en verlangt terug naar het effect. Hij/zij is in denken en doen continu bezig met het middel. Tegelijkertijd wordt het overmatige gebruik nogal eens ontkend en verheimelijkt. Naast deze directe verschijnselen gaat verslaving regelmatig gepaard met symptomen als angst, depressie en verwardheid. Steeds sterker naar een middel verlangen en zich eigenlijk niet meer prettig kan voelen zonder, wijst op het bestaan geestelijke afhankelijkheid Lichamelijke verslaving: Je lichaam went aan de stof met het gevaar dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te voelen. Ook kan je lichaam niet meer zonder die drug: Je wordt ziek zodra je stopt met gebruiken. Je krijgt onthoudings- en ontwenningsverschijnselen (daar komen we later in dit boekje op terug). Sociale verslaving: Omdat de gebruiker niet meer goed functioneert, kunnen problemen met de omgeving (partner, gezin, familie en vrienden) en op het werk ontstaan. Aan de ene kant beperkt de gebruiker zijn bestaan steeds meer tot die personen en die situaties die direct te maken hebben met het verkrijgen van het middel; aan de andere kant nemen mensen uit de omgeving vaak veroordelend afstand van de gebruiker
Verslaafd ben je niet zomaar van de ene op de andere dag. Dat kan van enkele maanden tot wel enkele jaren duren. Wanneer je middelen gebruikt om je prettig te voelen of om problemen uit de weg te gaan, loop je een groot risico om verslaafd te worden. Welke verslavingen heb je? Je hebt natuurlijk heel veel verschillende verslavingen. Van alles wat er is kan je ongeveer wel een verslaving van maken bijv. medicijnenverslaving, internetverslaving en ga zo maar door. Wij hebben gekozen tot deze 3 verslavingen: - roken - drugs - alcohol Roken: Tabak wordt gemaakt van de gedroogde bladeren van de tabaksplant. Er zijn verschillende soorten tabak. Er bestaat tabak om te snuiven of om op te kauwen (pruimtabak), maar dat is erg ouderwets. Tabak is voor de pijp, sigaren, sigaretten of shag. Tabak wordt dus meestal gerookt. In die rook zitten een heleboel giftige stoffen. Als je rookt komen die stoffen dus in je longen (bijv. nicotine en teer) Tabak heeft invloed op je hersenen. Tabak is oppeppende drugs. Er zijn 2 soorten rookverslavingen: De mensen die verslaafd zijn aan nicotine: Nicotine geeft eerst een opwekkende werking en daarna een kalmerende werking. Haast alle mensen die roken gebruiken een sigaretje voor de concentratie of voor de zenuwen. Ze roken niet meer voor de gezelligheid, maar omdat ze niet zonder kunnen. Voor iemand die al een tijdje rookt, is er altijd een moment dat hij moet roken
Zoals bijv. na het eten, bij de koffie, bij een drankje en ga zo maar door. Wanneer eigenlijk geen sigaretje? Probeer dan maar eens te stoppen. Er is dan niet een ding wat je zo vaak hebt gedaan als roken
Drugs: Veel mensen zijn bang voor drugs. Iedereen komt op een bepaald moment in zijn leven wel met drugs of drugsgebruik te maken krijgt. In Nederland is het gebruik van drugs illegaal. Dat is om de schade bij de gebruikers te beperken en overlast te voorkomen. De wet maakt onderscheid in softdrugs (drugs die bij gebruik minder gevaar opleveren dan de harddrugs) en harddrugs (geestbeïnvloedende middelen die bij gebruik ernstig risico voor de gezondheid opleveren o.a wegens de sterk verslavende werking) We kunnen onderscheid maken in drugs die stimulerend, verdovend of bewustzijnsveranderend zijn. Stimulerend: Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. Voorbeelden van stimulerende middelen zijn cocaïne, amfetamine (‘speed’) maar ook tabak en koffie. Verdovend: Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Door de kalmerende en ontspannende werking worden de scherpe kanten van het leven afgeslepen. Voorbeelden van verdovende middelen zijn heroïne en andere opiaten, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Bewustzijnsveranderend: De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven. Voorbeelden van bewustzijnsveranderende middelen zijn LSD, hasj, weed, paddo’s en andere tripmiddelen. Het onderscheid naar werking is niet altijd scherp te maken. Sommigen hebben een ‘gemengd’ effect (bijv. XTC, oppeppend maar ook bewustzijnsveranderend en versuffend). Alcohol: Alcoholische dranken worden geaccepteerd in het sociale leven. Bij elke gezellige en belangrijke gebeurtenis word er wel alcohol geschonken. Alcohol is bijna overal te koop en de meeste mensen hoeven drank ook niet om het geld te laten staan. Meer dan 80% van de Nederlandse bevolking tussen de 15 en 60 jaar drinken dan ook regelmatig alcohol. Het gebruik van alcohol levert vaak een gevoel van warmte en ontspanning op. Bij veel drinken biedt alcohol verdoving en vergetelheid. Dit maakt drank een aantrekkelijk middel voor mensen die bijv. moeite hebben met contacten leggen, problemen thuis of zich om welke reden dan ook rot voelen. Je bent niet gelijk verslaafd als je eens een glaasje drinkt. Hier heb je een vuistregel voor het aantal glazen dat je maximaal kan drinken zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor je gezondheid. Voor mannen geldt: drink gemiddeld niet meer dan 2 a 3 glazen per dag
Voor vrouwen geldt: drink gemiddeld niet meer dan 1 a 2 glazen per dag
Vrouwen hebben minder lichaamsvocht dan mannen, waardoor zij minder alcohol kunnen verdragen. Voor beiden geldt: drink tenminste twee dagen per week geen alcohol
Let op een uitzondering!: Jongeren onder de 18 jaar en ouderen (65+) kunnen minder goed alcohol verdragen
Even wat cijfertjes!! Alcohol 25.510 mensen 38% Heroïne e.d. 22.658 mensen 62% Cocaïne 7.846 mensen 12% Hasj en weed 3.947 mensen 6% XTC 281 mensen <1% Speed e.d. 747 mensen 1% Medicijnen 659 mensen 1% Gokken 3.941 mensen 6% Overig 1.153 mensen 2% Wat is de oorzaak van verslaving? Waarom beginnen mensen eigenlijk aan alcohol, drugs of roken. De meeste mensen roken een sigaret of drinken een glaasje bier of
gebruiken een keer drugs omdat ze nieuwsgierig zijn. Ze zien het anderen doen vrienden familie of zien het op tv (bijv. al die reclames en in veel programma’s/series) en overal om hun heen. Jongeren vinden het stoer om dit allemaal te proberen. Ze worden overgehaald en als ze het niet doen horen ze er niet bij. Fase 1: 'experimenteerfase' Meestal begint het, vaak op jonge leeftijd met experimenteel gebruik: uit nieuwsgierigheid probeert men een bepaald middel uit. Fase 2: fase van 'sociaal of geïntegreerd gebruik' De gebruiker zoekt de positieve effecten van het middel en weet dit in zijn leven in te passen zonder dat men er last van heeft. Fase 3: fase van 'overmatig en schadelijk gebruik' Het gebruik krijgt een steeds grotere rol in het dagelijks leven. Men gebruikt niet alleen om zich lekker te voelen, maar ook om spanningen en onlust te verdrijven. Fase 4: 'de verslavingsfase' In deze fase wordt vrijwel het hele leven door gebruik beheerst. Er zijn schadelijke gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Alcoholverslaving. Veel mensen hebben problemen en zitten in ernstige situaties waar niemand in wil zitten. De meeste van zulke mensen met ernstige problemen gaan teveel alcohol drinken doordat ze hun problemen op korte termijn niet meer aan hun hoofd hebben. Rookverslaving. Het gebruiken van een sigaret doen mensen meestal voor de gezelligheid. Maar een sigaretje roken helpt ook voor de zenuwen en de concentratie. Maar voor sommige mensen zijn er altijd even rook momenten omdat ze niet anders weten dat ze op dat moment geen sigaretje roken. Bijvoorbeeld na het eten, in de auto, bij de koffie, na het werken, bij een drankje en ga zo maar door. Drugsverslaving. Het gebruiken van drugs doe je omdat je erdoor lekkerder door gaat voelen. Iedere keer als iemand drugs heeft gebruikt gaat zich lekkerder voelen. Als de drugs is uitgewerkt ga je steeds minder lekkerder voelen en ga je dus steeds meer drugs gebruiken doordat je het lekkere gevoel weer terug krijgt.
Hoe merk je als iemand verslaafd is? Er zijn 5 vragen vastgesteld waaraan je kunt zien of iemand verslaafd is: 1. Doet hij of zij dingen onder invloed die tegen zijn of haar regels ingaan? 2. Komt hij of zij beloften aan zichzelf niet na over het gebruik? 3. Betaalt hij of zij een emotionele prijs zoals: schaamte, boosheid, schuld, spijt? 4. Heeft hij of zij een ander verhaal over het eigen gebruik dan anderen? 5. Zou hij of zij defensief reageren als deze vragen hem gesteld zouden worden? Alcoholverslaving. Of iemand alcohol verslaafd is of niet, kan je niet zomaar zien uit het glazen dat hij per dag drinkt. Er zijn alcoholverslaafden die wekenlang nog geen biertje aanraken, om na een paar weken weer stevig te gaan drinken. Je kunt pas goed controleren of alcohol een probleem voor je is door langer tijd te laten staan. Mensen bij wie sprake is van gewenning kun je het volgende merken: - Het missen van drank heel vervelend vindt. - Er een slecht humeur van krijgt. - Zich fysiek minder plezierig voelen. Bij verslaving kunnen er flinke onthoudingsverschijnselen voordoen. Zoals: - Trillingen. - Misselijkheid. - Braken. - Angst. - Snelle hartslag. Alcoholverslaving is ook aan een bepaald gedrag te zien. Zoals: - Als iemand te snel en te veel drinkt. - Transpireert erg en loopt snel rood aan. - Gebruikt smoesjes of leugens om te kunnen blijven drinken. - Verstopt flessen drank in huis. - Probeert dranklucht weg te werken met bijv. kauwgum. Rookverslaving. Als je verslaafd bent aan roken kunt je dit niet makkelijk opmerken. Er kunnen wel trillingen ontstaan als iemand te veel rookt, of door een zware hoest. Als je dit bij iemand opmerkt en dat het door teveel roken komt dan kunnen de gevolgen voor die persoon naar aflopen. Over de gevolgen van rokerverslaving is in dit werkstuk ook te lezen. Drugsverslaving. Als je drugs gebruikt ga je erdoor fijner voelen. Degene die de drugs gebruikt merkt dit alleen. Als de drugs is uitgewerkt dan merk je het veel beter als iemand verslaafd is. Hij gaat zich neerslachtiger voelen en wordt erg onrustig, waardoor hij weer naar drugs op zoek te gaan om dit verschijnsel tegen te gaan. Je kunt het goed zien als iemand verslaafd is, door: - Rode ogen. - Pupillen zijn groter dan normaal. Wat zijn de risico’s/gevolgen van de verslaving? Alcohol: Het slijmvlies van de slokdarm en de maag kunnen door overmatig
alcoholgebruik ontstoken raken. De lever heeft het zwaar te verduren: een vetlever kan ontstaan en de lever kan ontstoken raken. Blijft men veel drinken, dan worden de levercellen echt vernietigd (levercirrose). De lever is dan onherstelbaar beschadigd. Overmatig alcoholgebruik kan ook schade opleveren voor hersenen en zenuwstelsel. Men kan vroegtijdig dement worden. De dementie kan variëren van een verminderd geheugen tot het optreden van het zeer ernstige Korsakov-syndroom. In het begin kan men zich dingen die net gebeurd zijn niet meer zo goed herinneren. Later kan men zich hele stukken niet meer herinneren en fantaseert men verhalen om die stukken op te vullen. Ten slotte herkent men personen niet meer. Ook is er een duidelijk verband tussen bepaalde kankers en alcohol, met name kanker van de mond, keel, strottenhoofd en slokdarm. Zwangerschap en alcoholgebruik gaan niet samen. Zelfs matig alcoholgebruik kan al gevolgen hebben voor het kind. Het reactievermogen neemt bij drankgebruik zeer snel af, ook bij een geroutineerde drinker. Bij twee glazen duurt het al een halve seconde langer voordat men, als het moet, op de rem trapt. Bij 80 kilometer per uur betekent die halve seconde dat de remweg elf meter langer wordt. Ook het afstanden schatten gaat slechter en men ziet minder goed wat er aan de rechter- en linkerkant gebeurt. Daar komt nog eens bij dat men overmoedig wordt en denkt juist beter te kunnen rijden. Alcohol in het verkeer zorgt jaarlijks voor vele slachtoffers en gewonden. Nogal wat mensen die te veel drinken, krijgen grote problemen met familie, vrienden, werk en politie. Relaties komen onder druk te staan. Op het werk wordt steeds meer verzuimd. Agressie en geweld komen na overmatig alcoholgebruik regelmatig voor, zowel thuis als in het uitgaansleven. Roken: Roken leidt tot een reeks van lichamelijke klachten en ziekten. Door koolmonoxide, nicotine en mogelijk andere stoffen in de tabaksrook raken de vaatwanden beschadigd. Vet kan zich makkelijker afzetten waardoor aderverkalking kan ontstaan. Op de langere termijn raken vaten vernauwt of slibben dicht. Afhankelijk van de plaats waar dit gebeurt, kan dit leiden tot pijnlijke ledematen, een hersenbloeding of een hartinfarct. Roken is ook zeer slecht voor de ademhalingsorganen en voor de stembanden (met hese stem als gevolg en kan op keelkanker) Hoofdschuldige is de teer. Teer belemmert de werking van de trilharen van het slijmvlies. Hierdoor kunnen de trilharen hun werk - afvoer van vuil en stof - niet meer goed doen. Het vuil en overtollige slijm moet worden opgehoest waardoor longblaasjes kapot gaan. Dit kan tal van longziekten veroorzaken, zoals bronchitis, longemfyseem en longkanker. Bronchitis is een chronische ontsteking van het slijmvlies, longemfyseem is kortademigheid omdat de longen te weinig zuurstof krijgen. Longkanker ontstaat doordat beschadigde plekken in de longen veranderen in abnormale cellen die een bron vormen voor kankercellen. Op alle beschadigde plekken kunnen kankers ontstaan, zoals neus-, keel-, slokdarm- en strottenhoofdkanker. Met roken beschadig je niet alleen jezelf. Ook je directe omgeving rookt mee. Meerokers hebben 20% meer kans op longkanker. Roken is ook schadelijk voor het ongeboren kind. De foetus groeit trager en het gemiddelde geboortegewicht is lager. Ook bij borstvoeding krijgt de baby schadelijke stoffen binnen. Drugs: Risico’s op korte termijn: Het effect van een drug hangt voor een belangrijk deel af van de conditie en de stemming van de gebruiker op het moment dat hij het middel neemt. Veel drugs versterken die stemming, en daarbij kunnen de effecten soms anders uitpakken dan de gebruiker had verwacht. Onvrede kan omslaan in diepe neerslachtigheid, angst kan omslaan in paniek. Ook lichamelijk kan een drug ‘verkeerd vallen’. Dat kan zich uiten in misselijkheid, braken of onpasselijkheid. Het gebruik van drugs is extra gevaarlijk voor mensen die geestelijk kwetsbaar zijn, voor mensen met hart- en vaatziekten, mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en voor zwangere vrouwen. Vrouwen die hun kind borstvoeding geven, moeten weten dat de werkzame stoffen van de drugs via de melk doorgegeven kunnen worden. Een risico van bepaalde drugs is overdosering: het innemen van een dodelijke hoeveelheid. Sommige drugsgebruikers nemen bewust een te hoge dosis. Wat vaker voorkomt is dat iemand iets anders inneemt dan hij verwacht. Het komt voor dat een pil of poeder niet bevat wat de verkoper beweert. Voor illegale drugs bestaan immers geen kwaliteitscontroles. Veel gebruikers nemen verschillende drugs door of naast elkaar. De effecten van combinaties zijn onvoorspelbaar en kunnen ook dodelijk zijn. Drugs beïnvloeden de waarneming en het concentratievermogen van de gebruiker. In het verkeer en op het werk vergroot drugsgebruik de kans op ongelukken. Drugsgebruik in het verkeer is strafbaar. Ook prestaties op school kunnen onder het gebruik van drugs lijden.De risico’s van drugs staan ook in verband met de wijze van toedienen. Door drugs in te spuiten met gebruikte injectiespuiten, kunnen infectieziekten als HIV (aids) en hepatitis verspreid worden. Risico’s op langere termijn: Bij langdurig gebruik van drugs is vaak sprake van ‘moeten’ gebruiken, ofwel van verslaving (lichamelijke en/of geestelijke afhankelijkheid). Bij verslaving is op lange termijn de kans op lichamelijke en geestelijke schade groot. Lichamelijk kunnen er voor een gebruiker vervelende klachten optreden. Door overbelasting functioneren bepaalde organen bijvoorbeeld minder goed. Geestelijk kan bij langdurig gebruik een soort van ‘oververhitting’ plaatsvinden. Gebruikers kunnen hun gedachten dan alleen nog maar richten op drugs en draaien als het ware door.De manier van leven van de verslaafde kan ervoor zorgen dat de lichamelijke en geestelijke schade beperkt blijft of niet. Wanneer alleen het middel nog van belang is en gezond eten en drinken en het onderhouden van sociale contacten niet meer, kan de gebruiker lichamelijk en geestelijk snel aftakelen. Dit geldt voor vrijwel alle drugs. Is er eventuele hulpverlening voor verslaving? Er zijn verschillende soorten hulpverlening en infolijnen voor verslavingen. Hieronder zie je verschillende soorten hulpverleningen en infolijnen. De alcoholinfolijn: Bij deze organisatie kan je bellen naar 0900- 5002021. Als je deze informatielijn belt dan kun je naar informatie luisteren, je kunt folders bestellen, je kunt er een persoonlijk gesprek voeren en je kunt naar het regionale adres voor hulp en voorlichting vragen. In dit werkstuk nog een foldertje over de alcoholinfolijn voor verdere informatie. De drugs informatielijn: Dij deze organisatie kan je bellen naar 0900- 1995. Hier krijg je informatie en je persoonlijke gesprekken voeren. Of Jellinek preventie voor drugs en alcoholverslaving. 1e Weteringplantsoen 8
Postbus 3907
1001 AS Amsterdam
Tel: 020 570 23 55
Fax: 020 626 72 49
alcohol en drugsinformatielijn in 1: Alcohol- en drugs informatielijn maandag, dinsdag, donderdag van 15.00 tot 17.00
Tel. 020- 626 71 76
Zelfhulpgroepen: Voor informatie over zelfhulp groepen voor verslaafden is meer informatie te vinden op deze internet- sites: www.aa-nederland.nl voor alcoholisten. www.Isovd.non-profit.nl voor drugsverslaafden. Roken en tabak informatielijn: Informatie over roken en tabak kan je bellen naar 0900 - 500 20 25. Conclusie: Nu weet u meer over dit onderwerp Verslavingen. U weet nu:  Meer over de 3 verslavingen: Roken

Drugs
Drank  Dat de meeste mensen die echt verslaafd zijn, vaak problemen hebben  Dat er veel folders en informatie te vinden is over verslavingen  Dat er nog veel meer verslavingen zijn  Dat er heel veel verschillende soorten hulpverlening en instellingen zijn  Wat ongeveer de ‘afkick’verschijnselen zijn  Dat u het niet altijd merkt
Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Bronvermelding: Boek
Vademecum psychosociale informatie
Kennis van doelgroepen
Internet
www.jellinek.nl
www.centrummaliebaan.nl
www.trimbos.nl
Dit zijn de sites waar we veel informatie vanaf hebben gehaald, we hebben natuurlijk nog wel andere sites gebruikt, maar die zijn niet echt van belang
Informatie aangevraagd: Centrum maliebaan
Via: www.centrummalibaan.nl

REACTIES

A.

A.

Hallo, Ik vind het echt heel goed dat jullie deze site hebben gemaakt. Je leert er veel van en het is erg handig voor werkstukken!
Bedankt!

12 jaar geleden

S.

S.

heei ik heb dot opdracht ook gekregen maar watmoet je doen bij die hoofdstuk over Alcohol is leuk mits met mate?

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.