Warenar

Beoordeling 3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 6e klas vwo | 1240 woorden
  • 5 mei 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 3
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

Warenar                                                                         Anoir Koolhoven A6B

Proloog

1.Het stuk Warenar werd gespeeld bij de opening van de Academie. De oprichters van de Academie, Hooft, Bredero en Coster, hebben mogelijk samen het stuk geschreven. Maar alleen van Hooft is het zeker.

3. Het karakter ‘de Dood’ in de musical Elizabeth is een personificatie. Ik vind personificaties een effectief middel. Dit omdat een eigenlijk abstract iets een vorm krijgt dat ervoor zorgt mensen begrijpen wat de kunstenaar bedoelt. In het proloog van Warenar vind ik het daarom ook heel verhelderend.

Hoofdstuk 2

6.         ▪ Warenar heeft het nooit over de liefdadigheidsinstellingen die er voor arme mensen        zijn.

            ▪ Warenar heeft personeel (Reym).

            ▪ Warenar was lid van de schutterij. Daar moest je zelf je wapenuitrusting betalen.

8.

 

In de bovenstaande foto zijn een stel mensen afgebeeld die er qua gezondheid niet al te best uit zien; ze missen lichaamsdelen, hun kleding is vies en lijken onder bloed te zitten. De meest rechtse figuur lijkt te vragen om een aalmoes. De kreupelen zitten allemaal midden in de straat.

Dit lijken eerlijke armen. Ze zijn kreupel en kunnen daarom geen geld verdienen. Voor hen zullen er waarschijnlijk liefdadigheidsinstellingen zijn geweest.

Hier zie je een licht kreupele oude vrouw me een klein kindje. Ze zijn vrij armoedig gekleed en zien er wat vies uit. Daar tegenover staat een rijke man (te zien aan de kleding) en een klein meisje in een mooie jurk. De man kijkt naar de oude vrouw alsof hij haar weg wil hebben.

De oude vrouw en het kleine kindje zijn waarschijnlijk aan het bedelen en dat werd in de Gouden Eeuw niet erg gewaardeerd. Dat deden vaak de oneerlijke armen. Men vond vaak dat zij nog wel konden werken. De vrouw heeft mankementen maar ze kan wel lopen met behulp van een stok. Zo kon ze alsnog bedelen.

Dit was een aalmoezeniershuis. Hier konden armen die niet konden werken, dus eerlijke armen, spullen krijgen. Alleen eerlijke armen mochten hier naartoe komen.

Dit wil je ook lezen:

Er zijn op dit schilderij veel mensen te zien. Een paar welvarende mannen in het zwart die dingen uitdelen aan armoedig uitziende mensen. De mannen in het zwart geven pakketjes aan de mensen.

Hoofdstuk 3

12. Regel 76, 92 en 97. Dit zijn terzijdes van Warenar over zijn dienstmeid. In de terzijdes laat hij het publiek merken wat hij over haar denkt. Hij denkt niet heel aardig over haar.

13. De eerste scéne uit het tweede bedrijf heeft komische situaties. Zo beschrijft Lekker uitgebreid hoe gierig Warenar wel niet is. En zodra ze bij Warenars huis komen roept Reym allerlei dingen naar hun hoofd.

14. Lies Labbekaks is een roddelaarster.

Niesje Neuswijs is een wijsneus, een betweter.

Reim’rig Kakels praat ontzettend veel, een kletskous dus.

15. film:            ▪ De slechterik, heeft altijd iets slechts in zin.

                         ▪ De held, die zorgt altijd dat alles goed afloopt.

                         ▪ Het hulpje, die hoort bij de held en is soms juist heel slim, maar soms                                   klunzig.

De strip:           ▪ De chagrijn, moppert over alles in het verhaal.

                         ▪ De moedige, die altijd achter alles aan wil om het op te lossen.

                         ▪ Het onschuldige karakter, de vrouw in nood of een arm dier.

De mop:          ▪ Het domme blondje, is dom en snapt er nooit wat van.

                         ▪ De ‘vul naam van een land in’, vaak worden er karakteristieke dingen uit die                            landen gebruikt in de mop.

                         ▪ Jantje, vaak een eigenwijs jongetje.

Hoofdstuk 4

20a. Nee, ik vind niet dat ze plagiaat pleegden. Er worden tegenwoordig nog steeds klassieke verhalen gebruikt als leidraad voor een nieuw verhaal. Mensen kunnen zich vaak goed identificeren met de karakters of herkennen de emoties in het verhaal. Zolang een oud verhaal maar in een nieuw jasje wordt gestoken, vind ik het geen plagiaat. Toevallig heb ik laatst een Engelsexamen gemaakt waar ook werd geconstateerd dat de beste literatuur altijd voor een deel bestaat uit eerder gemaakte werken van anderen.

21. De verhalen van Asterix en Obelix. De verhalen spelen zich af in de klassieke oudheid. Het volk van Asterix en Obelix (Galliërs) hebben vaak ruzie met de Romeinen. Dit komt overeen met de oorlogen tussen de Romeinen en Germaanse volken voor de volksverhuizingen. Ik vind dit geen plagiaat maar een creatieve bewerking. De tijd, plaats en de grootste gebeurtenissen zijn overgenomen maar het verhaal is heel anders dan de echte gebeurtenissen van die tijd. Het is allemaal komischer afgebeeld.

Hoofdstuk 5

23a. Klaartje weet inderdaad niet van wie ze zwanger is. Dat lijkt heel raar, maar later hoor je dat Ritsert verkleed was.

b. Een vroedvrouw mocht de naam van de vader vragen. Als de vrouw niet wilde antwoorden, hoefde de vroedvrouw niet te blijven. Aan Reyms opmerking is te merken dat dit waarschijnlijk bij Klaartje was gebeurd.

24. Er bestonden nog geen pensioenuitkeringen in de Gouden Eeuw. De kinderen hadden de taak voor hun ouders te zorgen. Ritsert wordt Warenars schoonzoon dus het is niet gek dat Ritsert zegt voor Warenar te zorgen.

27.

Een man en een vrouw zitten rustig met hun kinderen in een huisje.Op tafel staat kaas en ander eten.

De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Een man en een vrouw zitten rustig met hun kinderen in een huisje.Op tafel staat kaas en ander eten.

Man en vrouw staan hier bij brood (een bakkerij) en aan de zijkant is een kind te zien. De man en vrouw glimlachen.

Jan Steen stemt in met het algemene huwelijksmoraal uit de Gouden Eeuw. Man en vrouw moesten bescheiden leven en samen werken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.