Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Compleet Literatuuronderzoek

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 7819 woorden
  • 23 oktober 2008
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding

In 4 havo moet we een literatuuronderzoek doen waarvan hier het verslag voor u ligt. Verder krijgen we hier nog een tentamen over die vervolgens weer mee telt voor ons examen.
Om te bepalen waarover dit literatuur onderzoel moet gaan heb ik de onderstaande dingen gedaan:

- Bepaald welke boeken ik zou gaan onderzoeken
- Recensies zoeken en daarna analyseren door de onderwerpen en de kernzinnen er uit te halen
- Samenvattingen samenstellen

- Onderzoeksvraag bedenken
- Onderzoeksvraag beantwoorden door middel van citaten uit de boeken en recensies
- Antwoorden van de boeken samenvoegen tot een eindantwoord
- En als allerlaatste heb ik een conclusie getrokken

Wat u in dit verslag gaat lezen is de vraagstelling die ik heb gebaseerd op de analyses van de recensies. Hierna ziet u een samenvatting van het eerste boek samen met een antwoord op de onderzoeksvraag onderbouwd met citaten uit het boek. Dit geldt ook voor het tweede boek wat daarna zal volgen.
Dan komt u het primaire antwoord tegen wat gebaseerd is op de twee andtwoorden van de twee boeken. Daarna krijgt u citaten uit de recensies die het secundaire antwoord gaan vormen. En dan als afsluiting komt u het eindantwoord en de conclusie tegen.


Analyse recensie 1

Vervoort, H., ‘Kort verhaal van Tim Krabbé. Het Geweten uitgeschakeld.’, NRC Handelsblad, 06-07-1984

Alinea
Onderwerp Kernzin
Alinea 1 Schrijfstijl ‘Het genre wordt in Nederland niet veel beoefend, de overgangen tussen de ik- en hij- figuren, het achteruitlopen van tijd en zo nog veel meer.’

Alinea 2 Inhoud ‘Tim Krabbe heeft een juweel geschreven.’

Alinea 3 Droom ‘De titel van het boek heeft te maken met een droom van Saskia, waarin ze in een gouden ei zit, de enige uitweg is de dood.’

Alinea 4 Je geweten ‘In "Het Gouden Ei" gaat het over het testen van het Superego, wat je geweten wel en niet wil.’


Alinea 5 Uitgeschakeld geweten ‘Hij doet het stap voor stap, z'n geweten blijft uit.’

Alinea 6 Het verhaal ‘Het is een fascinerend verhaal, uitstekend geschreven, goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen.’



Alinea 7 Teruglopende omzet ‘Als Franse pomphouders klagen over teruglopende omzet is dat logisch.’

Analyse recensie 2

Boer, P. de, 'Een gouden ei en een double', Vrij Nederland, 21-07-1984

Alinea
Onderwerp Kernzin
Alinea 1 Het verhaal ‘Het gouden ei gaat over twee moorden, over de moord op Rex en over de moord op Saskia.’

Alinea 2 De inhoud ‘De ontknoping is in hoofdstuk vier, waarin Rex bezoek krijgt van Lemorne.’

Alinea 3 Moorden ‘De moorden spiegelen elkaar, ze zijn wezenlijk gelijk.’

Analyse recensie 3

Meijsing, D., ‘Vlak over mooi en lelijk’, Elsevier, 25-11-1989

Alinea
Onderwerp Kernzin
Alinea 1 Bekendheid van Tessa ‘Tessa de Loo kreeg nationale bekendheid met De meisjes van de suikerfabriek.’

Alinea 2 De verdwijning ‘Het verhaal speelt zich af in Auvergne, waar een filmster na grote speurakties niet gevonden wordt, hetgeen meegedeeld wordt alsof de lezer haar lot maar zou moeten vergeten.’


Alinea 3 Ontvoerd en vastgehouden ‘De rest van het boek gaat over hoe Isabelle ontvoerd is, hoe ze vastgehouden wordt om model te zijn en hoe de onderwijzer uit het dorp toch naar Isabelle blijft zoeken.’

Alinea 4 Obsessie ‘Alleen deze obsessie, die van Jeanne Bitor, is het vastleggen van het verval van schoonheid.’

Alinea 5 Vragen Geen kernzin. Dus mijn kernzin is: ‘Bij dit boek zijn heel veel vragen te stellen, maar Tessa de Loo stelt geen vragen en verteld alleen een verhaal.’


Alinea 6 Spanning ‘Denken is niet de Loo's sterkste kant, maar ze houdt door het wisselende perspectief de spanning er wel in.’
Alinea 7 De band ‘Er groeit een band tussen de twee hoofdpersonen.’
Alinea 8 Manier van schrijven ‘Door de afstandelijke manier van schrijven ontstaat er een helder beeld over het leven op het Franse land.’

Gemeenschappelijke onderwerpen

In deze twee boeken zie je duidelijk een overeenkomst naar voren komen, dit is de ontvoering. In het boek Het gouden ei worden Saskia en Rex ontvoerd en vermoord, in Isabelle word Isabelle ontvoerd. Ook de opbouwende spanning word in alle drie de recensies genoemd, samen met het feit dat de recensenten de manier van schrijven bij allebei de boeken vreemd vinden. Het geweten is bij de ontvoerder van Het Gouden Ei uitgeschakeld, zo is het bij de ontvoerder van het boek Isabelle niet, maar zei is wel geobsedeerd en kan dus niet meer helder nadenken. Dit kan je ook zien als een soort overeenkomst.




Vraagstelling

De ontvoeringen komen in beide boeken voor, daarom wilde ik hier ook mijn vraagstelling van maken. Er wordt in beide boeken uitgelegd waarom de daders hun slachtoffers wilden ontvoeren en in een van de gevallen ook wilde vermoorden. Het enige is dat mensen meestal dit niet bewust in zich opnemen. Daarom wilde ik mijn onderzoekvraag hierop baseren; mijn onderzoeksvraag is dan ook geworden:


Wat zijn de motieven van de daders om iemand te ontvoeren en wat zijn de verschillen in motieven tussen de boeken?

Samenvatting Het gouden ei

Dit boek bestaat maar uit vijf hoofdstukken daarom heb ik ze per hoofdstuk samengevat.

Hoofdstuk 1
Rex Hofman is met zijn vriendin, Saskia Ehlvest, op vakantie. Ze waren op weg naar een hotel aan de Middellandse Zee en ze moesten tanken. Drie jaar geleden was de benzine tijdens een vakantie een keer op geweest en moest Saskia drie uur lang alleen in de auto zitten. Dit had haar herinnerd aan een droom die zij eens had. Als kind had ze gedroomd dat ze in een gouden ei opgesloten zat. Dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren. Er was maar een hoop. Er vloog nog zo’n ei in de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot! Saskia ging nog wat drinken halen, en daarna zou zij gaan rijden, ondertussen was Rex aan het tanken. Rex maakte zich zorgen, want Saskia kwam niet meer terug. Rex wachtte een tijdje en ging haar toen zoeken. Hij vond haar niet en besloot de politie te bellen. Rex voelde wat Saskia ook voelde, de angst en de eenzaamheid van het Gouden Ei.

Hoofdstuk 2
Acht jaar na de verdwijning van Saskia, heeft Rex weer een nieuwe vriendin, Lieneke. Tijdens een vakantie in Marina di Camerota spelen Lieneke en Rex een potje badminton tegen een stel Fransen. Rex had gezegd dat hij met Lieneke zou trouwen als zij zouden winnen. Zij wonnen ook. Rex en Lieneke hadden nooit echt over Saskia gepraat, tot een zeker moment. Rex zei: “als ze terugkwam zou ik bij jou blijven, maar als ik terug mocht naar dat benzinestation zou ik dat doen”. Lieneke begrijpt dit.

Hoofdstuk 3
Het is het jaar 1950. Een jongen, Raymond Lemorne, is zestien jaar oud. Hij vraagt zich af wat er zou gaan gebeuren als hij van een flatgebouw afsprong. Hij doet dit en ligt vervolgens zes weken in het ziekenhuis. Eenentwintig jaar later. Raymond is getrouwd, heeft twee dochters en heeft als beroep Scheikundeleraar. Als hij een kind helpt dat verdrinkt, krijgt hij een rare gedachte. Als hij iemand kan redden, kan hij dan ook een misdaad plegen? Na deze gedachte neemt hij al de eerste stappen, hij besluit een perfecte moord te plegen. Tegen zijn gezin zegt hij dat hij het huis wilt opknappen, maar ondertussen bereidt hij zich voor op zijn misdaad. Hij had besloten om een buitenlandse vrouw te vermoorden en kocht een matras en een pistool. Na veel voorbereidingen en mislukte experimenten vond hij de beste manier: met een arm in een mitella zou hij bij een tankstation aan een buitenlandse vrouw vragen of zij hem wilde helpen met het aankoppelen van zijn aanhangwagentje. Raymond zat met zijn sleutelhanger te spelen, waar een grote R aan hing. Een Nederlands meisje zag dat en vroeg waar hij deze gehaald had. Raymond zei dat hij er vertegenwoordiger in was en zei dat hij een hele lading in zijn auto had liggen. Het meisje ging met hem mee, hij bedwelmde haar en ontvoerde haar.

Hoofdstuk 4
Acht jaar later, maar wel na de vakantie in Italie met zijn huidige vriendin Lieneke, start Rex een opsporingscampagne. Hij kan de verdwijning van Saskia niet loslaten. Hij wil heel graag weten wat er nu is gebeurd. Hij had advertenties geplaatst overal, maar er kwamen geen bruikbare reacties.

Op een ochtend kwam er een Franse man op Rex afgestapt, die zich voorstelde als Lemorne. Lemorne wilde precies uitleggen wat er allemaal was gebeurd, op een voorwaarde: Rex moest precies hetzelfde ondergaan als Saskia. Rex ging hiermee akkoord, terwijl hij wel wist dat hij dood ging. Rex wou zo graag weten wat er met Saskia gebeurd was, dat hij zijn eigen leven daarvoor opgaf. Rex reed met Lemorne naar het tankstation. Hij kreeg koffie waar slaapmiddel inzat. Hij dronk het op en Lemorne vertelde alles wat er was gebeurd. Rex werd wakker op een matras, in een doodskist. Hij was levend begraven, net als Saskia.

Hoofdstuk 5
Rex is weg, spoorloos verdwenen, net als Saskia. Lieneke zoekt Rex, maar kan hem niet vinden. Van Rex en Saskia wordt nooit meer iets vernomen.

Antwoord Het gouden ei

Saskia wordt ontvoerd, dit is de vriendin van de hoofdpersoon. De ontvoerder is Raymond Lemorne, hij heeft niet lang daarvoor een meisje gered uit het water, omdat zij bijna verdronk. (1) Vanaf dit moment bedacht hij hoe makkelijk het is om een misdaad te begaan. (2) Hij is bang om het te doen omdat het misschien mis kan gaan, maar de gedachte dat hij altijd nog kan stoppen ermee is een geruststelling voor hem.

Een motief heeft de dader niet echt, het is voor Lemorne de kick die het hem geeft. Hij heeft geen specifiek slachtoffer voor ogen, maar heeft Saskia willekeurig uitgekozen. Ze was gewoon op de verkeerde plaats, op het verkeerde moment en met de verkeerde dingen bezig. Puur toeval dat het haar werd.

Citaten Het gouden ei

1.
• “De zwempartij voelde nu als een buitenkansje; Lemorne tintelde in zijn nieuwe, perfect passende kleren, hij genoot van de zwijgende bewondering die hem bij iedere stap omringde, en hij dacht: 'Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?’” (Blz. 50)
• “Drie jaar lang ging er geen dag voorbij waarop hij niet minstens een maal terug dacht aan zijn gedachte van het kanaal” (Blz. 50)


2.

• “Pas toen drong het verschil met zijn sprong tot hem door. Hij kon onderweg stoppen!” (Blz.50)
• “Was het dan niet zo dat het krijgen van de gedachte hem op z’n minst verplichtte tot het doen van de eerste stap?” (Blz. 50)
• “Om de gedachte te bepalen stelde Lemorne eerst vast wie het slachtoffer zou zijn. Vanafd e eerste seconde was dat een meisje geweest – misschien omdat het geredde kind een meisje was.” (Blz. 54)

Samenvatting Isabelle

Op een dag verdwijnt de beroemde actrice Isabelle Amable. Er wordt in de bossen van de Auverge zeer nauwkeurig naar haar gezocht, maar zonder resultaat. De aandacht verflauwt en de zoektocht wordt uiteindelijk gestaakt. Er zijn verschillende personen ondervraagd, maar een gesprek met de lelijke Jeanne Bitor wordt zo snel mogelijk afgehandeld. Zij woont in een bouwvallig huis en werkt in het dorpscafé 'La Truite Dorée'. In haar vrije tijd schildert ze vooral dood en verval. Voor haar nieuwe werk heeft ze de mooie Isabelle ontvoerd om de aftakeling van de mens te schilderen. Ze wordt gedreven door jaloezie, vanwege haar eigen lelijkheid en de schoonheid van Isabelle. Jeanne wil Isabelle laten verhongeren en deze raakt daardoor helemaal uitgeput. De schilderes wil niet met haar 'model' praten maar Isabelle toont zich in haar geïnteresserd. Jeanne voelt zich hierdoor zeer gevleid. Zij voert voor het eerst van haar leven een klaagzang op over haar lelijkheid en haar ideeën over schoonheid.

Isabelle probeert het vertrouwen van Jeanne te winnen door te vertellen over de moeilijkheden, waar zij door haar schoonheid tegenaan loopt. Zij vertelt over de vernederende huwelijksrelaties en het misbruik door haar stiefvader. Jeanne krijgt zelfs medelijden met haar slachtoffer. Ze hoopt dat Isabelle bij haar wil blijven. zodat ze haar problemen met iemand kan delen. Ze verleent Isabelle enkele gunsten.

De enige die nooit de moed heeft opgegeven in de zoektocht naar Isabelle, is Bernard Buffon. Hij is onderwijzer in het dorp waar Isabelle ooit gelogeerd heeft. Bernard werd vroeger altijd gepest vanwege zijn dikke figuur, dat aan een schildklieraandoening te wijten is. Deze pesterijen liepen zo uit de hand, dat ze hem in een waterton geduwd hebben. Isabelle en haar vader hebben hem toen gered. Sindsdien is hij idolaat van de actrice. Hij weet van een jeugdvriendin van Isabelle dat zij een gelukkige jeugd heeft gehad en verloofd is met Jean-Pierre.


Bernard merkt in het dorpscafé dat Jeanne steeds vrolijker wordt en dat vindt hij verdacht. Hij praat met haar over Isabelle. Jeanne ontdekt dat Isabelle over haar privé-leven gelogen heeft. Het blijkt dat ze helemaal niet onder haar schoonheid lijdt. Bij thuiskomst besluit Jeanne om Isabelle weer onder streng regime te stellen. Isabelle acteert huilbuien en smeekbedes, maar Jeanne is niet onder de indruk. De volgende ochtend ziet zij dat Isabelle zich heeft opgehangen. Geschokt door het verlies van haar 'vriendin', verbrandt ze al haar schilderijen en loopt weg.

Op dat moment bezoekt Bernard het huis van Jeanne en hij ontdekt Isabelle. Het blijkt dat zij haar ophanging heeft geacteerd. Dat had bijna een fatale afloop. De twee pitbulls van Jeanne hadden namelijk de kisten, waarop ze stond, omgegooid. Bernard bevrijdt haar. Isabelle wil niet dat Jeanne gestraft wordt en Bernard kan dat niet begrijpen. Zijn verering voor Isabelle is verleden tijd. Hij besluit een zoektocht naar Jeanne te starten, omdat hij gefascineerd is door haar lelijkheid en benieuwd is naar haar beweegredenen voor de ontvoering.


Antwoord Isabelle

Jeanne Bitor ontvoerd in dit boek Isabelle Amable. Isabelle is een bloedmooi meisje die ook nog beroemd en rijk is, daar in tegen is Jeanne een lelijk mens, ze is arm en absoluut niet beroemd. Jeanne is bij haar ontvoering dan ook gedreven door jaloesie. (1)
Haar motief is dan ook bewijzen dat schoonheid alleen maar aan de buitenkant is en dat als iemand die mooi is zich niet kan verzorgen ook lelijk wordt. (2)

Zij ontvoerd haar slachtoffer dus om wraak te nemen, dus met een rede. Ze heeft geen willekeurig slachtoffer gekozen, maar een specifiek persoon gekozen. Dit was om persoonlijke redenen en dus niet zomaar iemand die op de verkeerde plaats en tijd was.

Citaten Isabelle

1.
• “Om je schoonheid natuurlijk,' zei Jeanne bits.” (Blz. 29)
• “Jeanne zuchtte. 'De mensen hebben de loop der eeuwen normen bedacht voor de ware, zuivere schoonheid. Wat van die norm afwijkt is lelijk. Ik... voldoe aan geen enkele schoonheidsnorm...” (Blz. 29)
• “Ze keek strak naar het doek en bracht met een vaste hand een minutieus veegje paars achter Isabelle's oor aan. 'Dankzij schoonheid ben ik lelijk”
• “Ze houden van me… Isabelle haalde diep adem, ‘om mijn buitenkant, mijn omhulsel, niet om mijzelf. Of ze haten me erom, zoals jij, zonder me te kennen” (Blz. 34&35)
• “Je bent beroemd,’ zei Jeanne, geforceerd doorschilderend, ‘rijk, je wordt aanbeden, je kunt iedere kerel krijgen die je hebben wilt. Moet ik medelijden hebben met jóú…?” (Blz. 35)



2.
• “’Ik wil aantonen,’ zei ze ferm, ‘dat schoonheid niet meer dan schijn is. De natuur creëert haar alleen om haar weer te vernietigen.” (Blz. 29)
• “Jeanne bekeek haar koeltjes. Wat een schim was ze, wat een dunne armen en benen. Toch was ze nog ver verwijderd van het laatste stadium. Haar magerte was nog niet te vergelijken met die van de uitgehongerde Afrikanen op krantenfoto’s.” (Blz. 27)
• “Wat had voor haar ogen gestaan toen ze besloot Isabelle als model te gebruiken? Had ze niet gedacht: als je haar bijna niets te eten geeft zal ze, haast onmerkbaar, steeds minder levend en meer… dood worden? Een proces waar niemand schuld aan had – het zou zich in haar lichaam voltrekken als iets vanzelfsprekends en onontkenbaars. Jeanne’s enige taak zou zijn dit proces vast te leggen.” (Blz. 54)

• “Rond het middaguur vroeg Isabelle met neergeslagen ogen: ‘Mag ik misschien wat… eten?’ ‘Eten?’ Jeanne richtte een kwast op haar alsof ze haar onder vuur nam. ‘voorlopig wordt er niet meergegeten.’ Isabelle schoot overeind uit haar pose. ‘Nee… niet weer… ik moet toch wat eten! Zonder… zonder eten red ik het niet…” (Blz. 56)

Primair antwoord

Uit mijn antwoord van Isabelle en Het Gouden Ei is duidelijk gebleken dat de ontvoerders allebei andere motieven hadden voor de daad.
Voor Lemorne uit Het Gouden Ei gaat het hem vooral om de kick. Hij wil voor zichzelf bewijzen dat als hij iemand kan redden, ook de perfecte misdaad kan plegen. Dit is absoluut niet het geval bij Jeanne in Isabelle zij ontvoerd de mooie Isabelle uit wraak op haar schoonheid, dus zij doet het uit obsessie.
De verschillen zijn dus wel duidelijk:

Het Gouden Ei Isabelle
- Ontvoerd om de kick
- Ontvoerd uit wraak
- Vroeg zich af of hij ook een misdaad kon plegen

- Was vast besloten om te ontvoeren en te laten lijden.
- Zonder geweten
- Met geweten (omdat Jeanne op een geven moment medelijden met Isabelle krijgt)

- Slachtoffer niet van te voren gekozen
- Slachtoffer wel van te voren gekozen

- Gedreven door niets
- Gedreven door jaloesie
- Ontvoerd omdat Saskia op het verkeerde moment bij het tankstation was
- Ontvoerd om persoonlijke redenen

Behalve de verschillen hierboven zijn er ook een aantal overeenkomsten:

Het Gouden Ei Isabelle
Het slachtoffer is een Meisje
Meisje
De ontvoerder wil zichzelf bewijzen Ja, hij wil bewijzen dat hij een perfecte misdaad kan plegen
Ja, zij wil bewijzen dat schoonheid ook lelijk kan zijn

Er geen andere overeenkomsten te vinden die betrekking hebben op de vraag. De boeken zijn qua ontvoerders dus heel verschillend.

Citaten recensie 1 Het gouden ei

Nierop, Ricco van, ‘Een sterk plot en twee niet-seksuele erecties’,
www.derecent.nl, 14 Juli 2005

• “Ook hij ziet een kind in het water, maar denkt niet na, springt en redt het kind van de verdrinkingsdood. Vervolgens geniet hij van de hem omringende bewondering en bedenkt het volgende: "Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?" Neem daarbij de anekdote dat hij op 5-jarige leeftijd als experiment van een balkon sprong en we hebben een intelligent maar verknipt persoon, in staat tot niets en alles.”
• “Flauw genoeg is het nog een scheikundeleraar ook die tot in precisie zijn misdaad plant.”
• “Alsof de misdaad een toevalligheid is die zich dit maal voor het slachtoffer als noodlot manifesteert.”

Citaten recensie 2 Het gouden ei

Vervoort, H., 'Kort verhaal van Tim Krabbe. Het geweten uitgeschakeld', NRC Handelsblad, 06-07-1984

• “Stel je krijgt de kans je collega te vermoorden zonder getuigen, doe je dat, voel je je schuldig, prettig of opgelucht? Je weet het pas als je het doet. In Het Gouden Ei gaat het over het testen van het Superego, wat je geweten wel en niet wil.”
• “Saskia verdwijnt als ze naar het toilet gaat.”
• “De hoofdpersoon van het verhaal laat Saskia verdwijnen, zonder dat zijn geweten opspeelt.”
• “Stel je krijgt de kans je collega te vermoorden zonder getuigen, doe je dat, voel je je schuldig, prettig of opgelucht? Je weet het pas als je het doet.”

• “De hoofdpersoon doet het wel. Hij doet het stap voor stap, z'n geweten blijft uit.”

Citaten recensie 3 Het gouden ei

de Boer, P., 'Een gouden ei en een double', Vrij Nederland, 21-07-1984

• “In het derde hoofdstuk ontmoet de lezer de moordenaar van Saskia (en later ook van Rex): Raymond Lemorne. De lezer volgt hem in het voorbereiden van de daad.”
• “De moorden spiegelen elkaar, ze zijn wezenlijk gelijk.”

• Citaten recensie 4 Isabelle

Meijsing, D., ‘Vlak over mooi en lelijk’, Elsevier, 25-11-1989

• “De rest van het boek gaat over hoe Isabelle ontvoerd is, hoe ze vastgehouden wordt om model te zijn” (…)
• “In boek Isabelle is obsessie het thema van het boek. Alleen deze obsessie, die van Jeanne Bitor, is het vastleggen van het verval van schoonheid.”
• “Ze is bezeten door de tegenstelling mooi-lelijk en wat die dingen bepalen in een mensenleven. "Lelijkheid mag niet bestaan", zegt Jeanne.”
• “Is schoonheid een ideaal of een afspraak?

Er zijn zo wel honderden vragen te bedenken. Tessa de Loo stelt geen van deze vragen. Jeanne was ongelukkig door haar lelijkheid, Isabelle gelukkig en mooi.”

Citaten recensie 5 Isabelle

Matthijsse, André, ‘Ontluisterend proces van vergankelijkheid’, Haagsche Courant, 27-10-1989

• “Aan de ene kant is er de lelijke vrouw. De kunstenares Jeanne Butor” (…) “die zich heeft toegelegd op het vastleggen van het ontluisterende proces van de vergankelijkheid.”
• “En zo wil zij ook Isabelle schilderen: in een serie schilderijen die de onttakeling laten zien. Isabelle verhongert bij kans tijdens haar gevangenschap bij Jeanne.”
• “Tijdens haar gevangenschap moet Isabelle de rol van haar leven spelen om Jeanne er van te overtuigen hoe erg (lelijk) haar leven altijd is geweest.”
• “Het lelijke blijkt een gelijkwaardige tegenpool te zijn. Het taboe om lelijk te zijn, waarover Jeanne het heeft, wordt doorbroken.”

Citaten recensie 6 Isabelle

Durlacher, J., ‘In de kleren van de Rommelmarkt’, De Volkskrant, 10-11-1989

• (...) “mooi jong meisje, een filmster nog wel, verdwijnt in bergachtig gebied in Frankrijk. Ze blijkt ontvoer door een erkend monsterlijke vrouw.’ (...) ‘om haar te schilderen, in toenemende staat van verval. De heks is gefascineerd door rotting, bederf, dood. En ze haat schoonheid. Doordat er schoonheid bestaat is zijzelf lelijk, legt ze desgevraagd uit.”
• “En omdat iemand zichzelf, meestal, niet uit vrije wil tot verval laat overgaan, beletten twee pitbulls de argeloze schone de vlucht, zodat de heks haar slachtoffer in een koude vochtige kelder, zonder eten, vrolijk magerder en smeriger kan zien worden.”

• “Dat zij geen liefde heeft gekend maar slechts verachting en weerzin, hoe iedereen haar altijd uitsloot en nog zo wat triestigheden.”
• “Hun samenzijn krijgt door al deze vertrouwelijkheid bijna iets idyllisch.”
• “Het schilderij biedt een spiegel van Dorians zwarte ziel, waar hijzelf zijn puurheid en schoonheid behoudt, (...), Jeannes hang naar dood en bederf naast gemeen vooral zielig is.”
• “Gaaien kon "veilig haar gekwetste ziel luchten – het gevoel van totale verlatenheid eruit schreeuwen" of: "Over de hele linie heb ik gefaald, dacht ze, als vrouw... als mens... als kunstenaar ..." ”

Secundair antwoord

Zoals je zag bij het primaire antwoord hebben de ontvoerders van beide boeken een ander motief voor hun misdaad. In Het Gouden Ei ging het om de kick en in Isabelle om de wraak. In Het Gouden Ei ging het erom dat hij zichzelf en zijn mede mens kon bewijzen dat een misdaad makkelijk begaan kan worden. In Isabelle ging het vooral om de wraak van Isabelle haar schoonheid.
Ze hadden allebei een andere manier van slachtoffers kiezen. Zo wist Jeanne precies wie, wat en waar en Raymond wist niet wie wel wat hij ging doen en ook niet echt waar.

Er waren natuurlijk ook wel wat overeenkomsten. In allebei de boeken was het Slachtoffer een meisje. Dit was met Het Gouden Ei toeval. De ontvoerders willen allbei wat bewijzen, zowel voor zichzelf als voor de buitenwereld.

Hetgeen ik hier nog aan toe kan voegen is dat de meningen over deze boeken verdeeld zijn.
De ene recensent zeg dat een van de boeken slecht geschreven is en de ander vind het een pracht boek. Sommige vinden het ook slecht geschreven en andere weer helemaal geweldig.
In alle 3 de recensies van de twee boeken worden de ontvoerders als psygopaten gezien. Het zijn hele slechte personen en worden gehaat.


Eindantwoord

Hier ga ik antwoord geven op de vraagstelling. Hieronder nog even herhaalt:

Wat zijn de motieven van de daders om iemand te ontvoeren en wat zijn de verschillen in motieven tussen de boeken?

Jeanne Bitor is de ontvoerder uit Isabelle. Haar motief om Isabelle te ontvoeren is dat zij mooi is en Jeanne zelf heel lelijk. Ze wil bewijzen dat als je een schoonheid als Isabelle niet verzorgt, ook zij lelijk is. Daarin tegen heeft Raymond Lemorne, de ontvoerder uit het boek Het Gouden Ei, Saskia ontvoerd om de kick. Hij wilde bewijzen dat een misdaad eigenlijk vrij snel en makkelijk gepleegd kan worden.
Hier zie je dat het motief en verschillen heeft, maar ook overeenkomsten. De twee ontvoerders willen allebei wat bewijzen aan de buitenwereld. Ze leven in de boeken allebei in hun eigen wereld, ookal is Raymond een leraar en heeft hij kinderen en een vrouw. Jeanne leeft verweg van het dorp en doet afstandelijk.
De twee ontvoerders zijn ook allebei in conflict met zichzelf. Jeanne vecht eigenlijk in haar eentje tegen alles wat mooi is, omdat zij heel lelijk is. Ze neemt wraak op het feit dat mooi bestaat, omdat zij daardoor lelijk word genoemd. Raymond die wil zich vooral focussen op wat hij wel allemaal niet kan doen, zonder dat hij gepakt wordt. Hij wil zichzelf zo graag bewijzen dat hij niet nadenkt over de gevolgen voor een ander.

Als je de boeken gaat bekijken zonder dit onderzoek lijken de boeken over hetzelfde te gaan. Maar als je het op deze manier vergelijkt zie je dat er toch wel degelijk grote verschillen in zitten, terwijl ze allebei over ontvoering gaan.

Besluit

Ik vond het erg moeilijk om aan dit onderzoek te beginnen. Ik had echt geen idee waar het over moest gaan en hoe het onderzoek er uit moest gaan zien en hoe het in elkaar moest zitten. Ik heb het dan ook heel erg voor me uitgeschoven.

Op een geven moment ben ik er wel aan begonnen, ik kwam er toen achter dat als je eenmaal begonnen was het wel ging. Het enige wat ik minder leuk vond was dat je soms binnen een uur nog niet eens een blaadje kon vol schrijven. Dus ik heb hier dan ook heel erg veel werk aan gehad.

Waar ik achter kwam toen ik de citaten uit het boek moest halen, was toch dat ik niet een hele makkelijke vraagstelling had gekozen. Ik vond dit eigenlijk wel leuk, omdat ik op deze manier een beetje uitdaging had.


De antwoorden van de boeken apart ben ik veel tijd aan kwijt geweest, ik vond het erg moeilijk om een goed antwoord te formuleren. Het promaire antwoord ging wel weer, omdat ik alleen maar de twee antwoorden die ik al had moest gaan vergelijken.
Het eind antwoord was voor mij niet het antwoord dat ik helemaal in het begin verwacht had, maar in de loop van het onderzoek begon ik zo’n antwoord wel al te verwachten.

Nu ben ik wel tevreden met me onderzoek, ik ben het nog een keer gaan doorkijken en had zoiets van: “Zo dat heb je toch wel mooi voorelkaar gekregen.”
Hoe lang ik er ook over gedaan heb en hoe moeilijk het ook was, ik vond het leuk om te doen.

Onder het onderzoek maken heb ik geleerd dat je niet te snel moet opgeven en dat één fout nog niet betekend dat je alles fout hebt gedaan. Ik heb geleerd hoe je een vraag makkelijker kan beantwoorden met behulp van boeken en recensies en dat een groot project zoals dit niet altijd vervelend is om te doen, maar ook leuk.

Bibliografie


Boeken:

- Krabbe, T., Het gouden ei, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1984, Druk*

- de Loo T., Isabelle, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1989, Druk*

Recensies:

- van Nierop, R., ‘Een sterk plot en twee niet-seksuele erecties’, www.derecent.nl, 14 Juli 2005

- Vervoort, H., 'Kort verhaal van Tim Krabbe. Het geweten uitgeschakeld', NRC Handelsblad, 06-07-1984

- de Boer, P., 'Een gouden ei en een double', Vrij Nederland, 21-07-1984

- Meijsing, D., ‘Vlak over mooi en lelijk’, Elsevier, 25-11-1989


- Matthijsse, A., ‘Ontluisterend proces van vergankelijkheid’, Haagsche Courant, 27-10-1989

- Durlacher, J., ‘In de kleren van de Rommelmarkt’, De Volkskrant, 10-11-1989





* De druk weet ik niet meer. De boeken zijn al terug naar de bibliotheek, dus kan het ook niet meer opzoeken.

Bijlage


Recensie 1 Het gouden ei:
Ricco van Nierop, ‘Een sterk plot en twee niet-seksuele erecties’, www.derecent.nl, 14 Juli 2005

Tim Krabbé (1943) begint zijn journalistieke en literaire carriëre in 1967, schrijft sindsdien voor vele bladen en levert 8 romans, 4 verhalenbundels, diverse schaakboeken en zelfs een dichtbundel af. Zijn eerste boeken zijn zo goed als onopgemerkt gebleven, maar sinds De renner (1978) begint het te lopen. Dit boek is volgens velen het beste wielren- of sportboek. Mijn sportbibliotheek bevat maar een boek of drie, en toch ben ik het geheel eens. De renner leest als een spannende wedstrijd, maar dan met humoristisch insight commentaar. Overigens is Krabbé ondertussen touroperator geworden van zijn eigen wielerkoers. Van Krabbé's korte verhalen springen De paardentekenaar en De postzegelmoordenaar (beiden uit de bundel De stad in het midden) er het meest uit. Naast een sterk observatievermogen, vallen hierin de gedachtes van de hoofdpersoon op. Een kind dreigt te verdrinken: een man overdenkt de praktische bezwaren om het water in te springen en laat minuten voorbij gaan. Noem het gruwelijk, noem het menselijk. Dit soort passages blijken oefeningen te zijn voor Krabbé's bekendste boek, Het gouden ei uit 1984.
Halverwege Het gouden ei volgen we Lemorne. Ook hij ziet een kind in het water, maar denkt niet na, springt en redt het kind van de verdrinkingsdood. Vervolgens geniet hij van de hem omringende bewondering en bedenkt het volgende: "Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?" Neem daarbij de anekdote dat hij op 5-jarige leeftijd als experiment van een balkon sprong en we hebben een intelligent maar verknipt persoon, in staat tot niets en alles.

Maar dan zijn we al halverwege het verhaal en heeft de misdaad al plaatsgevonden. In hoofdstuk 1 zijn Rex en Saskia op weg naar Frankrijk. Bij een pompstation haalt zij wat drinken en verdwijnt. Een hoofdstuk en acht jaar later heeft Rex een nieuwe vriendin, maar is hij nog steeds op zoek naar Saskia. In de laatste drie hoofdstukken ontvouwt de ware toedracht zich langzaam voor de lezer en voor Rex.
Het gouden ei staat al 20 jaar op de boekenlijsten van scholieren, is al aan zijn 20e druk toe en werd vele malen vertaald. Je kunt dit succes al te makkelijk verklaren door naar de dikte van het boekje te kijken; nog geen 100 bladzijden. Maar hierin zit maar een deel van het succes. Een ander, belangrijker deel zit in Krabbé's heldere vertelstijl. Daarnaast voert Krabbé personages op die dankzij zeer menselijke karaktertrekken toch ergens de fout ingaan. Zijn grootste troef is echter het plot; de verdwenen vriendin, de zoekende achterblijver, de dader en vooral de wijze waarop achterblijver het mysterie ontrafelt.
Krabbé introduceert zijn personages summier, je leert ze vooral kennen door wat ze meemaken. Dat levert de lezer een hoop tijdwinst op; voor je het weet zit je in het verhaal. Door het pakkende gegeven van de verdwijning is identificatie ook niet ver weg. Maar Krabbé geeft de lezer niet alleen actie, wel degelijk duikt hij in de psyche van zijn karakters. Sterk aan de gedachtekronkels is de eerlijkheid. Als Rex gokt dat Saskia waarschijnlijk verkracht is en daarna misschien wel hun hotel zal kunnen terugvinden, volgt een zo onethische gedachte dat die wel menselijk moet zijn: "Het was niet eens gezegd dat de vakantie reddeloos was." Logischerwijze heeft ook de dader onethische gedachten, maar juist zijn experimenteerdrift valt op. Flauw genoeg is het nog een scheikundeleraar ook die tot in precisie zijn misdaad plant. Krabbé heeft voor de goede lezer nog wat overeenkomsten ingebouwd tussen de dader en Rex. Een klein dingetje is bijvoorbeeld de niet-seksuele erectie die Rex krijgt van spanning als hij met zijn nieuwe vriendin het idee opvat om te gaan trouwen. Ook de dader heeft een erectie van niet-seksuele spanning als hij zijn misdaad aan het uitproberen is op willekeurige dames. De overeenkomsten lijken te willen zeggen dat het ook jou had kunnen gebeuren: dat je geliefde kan verdwijnen of dat je die misdaad pleegt. Alsof de misdaad een toevalligheid is die zich dit maal voor het slachtoffer als noodlot manifesteert.
Met zo'n sterk plot lag een verfilming voor de hand. En het was niet eens Krabbé's eersteling. Zijn vroege roman Flanagan (1970) werd al in 1975 verfilmd en het korte verhaal De paardentekenaar in 1983. George Sluizer maakte Red Desert penitantiary (1984) naar een scenario van de schrijver en vervolgens Spoorloos (1988) naar Het gouden ei en wegens succes ook nog de Hollywood-versie daarvan The Vanishing (1993). Veel van de roman bleef overeind in de Nederlandse verfilming, maar de Amerikaanse versie raakt halverwege het spoor bijster om tenslotte het meest sterke element van het boek volledig teniet te doen. En dat meest sterke element van het plot, is ook de reden om het boek zo snel mogelijk uit te lezen.

Recensie 2 Het gouden ei:
H. Vervoort, 'Kort verhaal van Tim Krabbe. Het geweten uitgeschakeld', NRC Handelsblad, 06-07-1984

Het genre
Het genre wordt in Nederland niet veel beoefend, de overgangen tussen de ik- en hij- figuren, het achteruitlopen van tijd en zo nog veel meer. Het zijn herhalingen van gebeurtenissen.

Korte inhoud
Tim Krabbe heeft een juweel geschreven. Saskia verdwijnt als ze naar het toilet gaat. Rex zijn leven wordt een raadsel. Hij stelt z'n eigen leven in de waag om achter Saskia's lot te komen. Krabbe bouwt gedurende het hele verhaal de spanning op.

Claustrofobie
Rex houdt veel van z'n vriendin, hij observeert haar en het windt hem op om slecht te zijn ( d.m.v. plagerijen) De titel van het boek heeft te maken met een droom van Saskia, waarin ze in een gouden ei zit, de enige uitweg is de dood. Hij plaagt haar soms met haar angst voor de droom. De hoofdpersoon van het verhaal laat Saskia verdwijnen, zonder dat zijn geweten opspeelt.


De gedachte
Stel je krijgt de kans je collega te vermoorden zonder getuigen, doe je dat, voel je je schuldig, prettig of opgelucht? Je weet het pas als je het doet. In "Het Gouden Ei" gaat het over het testen van het Superego, wat je geweten wel en niet wil.

Het gebeurt
De hoofdpersoon doet het wel. Hij doet het stap voor stap, z'n geweten blijft uit.

Het verhaal
Het is een fascinerend verhaal, uitstekend geschreven, goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen. Hij vlecht hedendaagse taferelen, zodat het geloofwaardig blijft.

Slotwoord
Als Franse pomphouders klagen over teruglopende omzet is dat logisch.
Recensie 3 Het gouden ei:
P. de Boer, 'Een gouden ei en een double', Vrij Nederland, 21-07-1984

Het verhaal algemeen
Het gouden ei gaat over twee moorden, over de moord op Rex en over de moord op Saskia. Saskia sterft acht jaar eerder dan Rex en de lezer brengt met Rex de zware acht jaar daarna door. Om onzekerheid draait het verhaal feitelijk helemaal.

De indeling
In het eerste hoofdstuk word Saskia ontvoerd bij een tankstation. In het tweede, acht jaar later, is Rex op vakantie met Lieneke (zijn vriendin),maar hij kan Saskia niet los laten. In het derde hoofdstuk ontmoet de lezer de moordenaar van Saskia (en later ook van Rex): Raymond Lemorne. De lezer volgt hem in het voorbereiden van de daad. De ontknoping is in hoofdstuk vier, waarin Rex bezoek krijgt van Lemorne.


Korte conclusie
De ene moord lost de andere op, het is een vondst die er mag zijn. De moorden spiegelen elkaar, ze zijn wezenlijk gelijk.

Recensie 4 Isabelle:
D. Meijsing, ‘Vlak over mooi en lelijk’, Elsevier, 25-11-1989

Boeken van de Loo
Tessa de Loo kreeg nationale bekendheid met De meisjes van de suikerfabriek. Met haar eerste roman De meander bewees zij dat ze ook een grote oppervlak kon bestrijken.
Isabelle is een roman, maar het is met 125 pagina's meer een novelle.

Het begin
Het verhaal speelt zich af in Auvergne, waar een filmster na grote speurakties niet gevonden wordt, hetgeen meegedeeld wordt alsof de lezer haar lot maar zou moeten vergeten.

Grove inhoud
De rest van het boek gaat over hoe Isabelle ontvoerd is, hoe ze vastgehouden wordt om model te zijn en hoe de onderwijzer uit het dorp toch naar Isabelle blijft zoeken.

Obsessie
In boek Isabelle is obsessie het thema van het boek. Alleen deze obsessie, die van Jeanne Bitor, is het vastleggen van het verval van schoonheid.
Jeanne vind het haar taak dit proces vast te leggen.

Ze is bezeten door de tegenstelling mooi-lelijk en wat die dingen bepalen in een mensenleven.
"Lelijkheid mag niet bestaan", zegt Jeanne.

Vragen
Wat is wat wij mooi noemen?Verandert dat door de jaren?
Is schoonheid een ideaal of een afspraak?
Er zijn zo wel honderden vragen te bedenken. Tessa de Loo stelt geen van deze vragen. Jeanne was ongelukkig door haar lelijkheid, Isabelle gelukkig en mooi.

Spanning
Ze houden van me om mijn omhulsel, zegt Isabelle. Een praatclub van een 11 jarig meisje zou haar verbeterd hebben. Denken is niet de Loo's sterkste kant. maar ze houdt door het wisselende perspectief de spanning er wel in.

Medelijden
Er groeit een band tussen de twee hoofdpersonen.
Men krijgt bijna medelijden met Jeanne, maar dat weet de Loo aardig te omzeilen

Afstandelijk
Door de afstandelijke manier van schrijven ontstaat er een helder beeld over het leven op het Franse land. "Alsof je met een omgekeerde verrekijker naar een minuscuul drama zit te kijken"

Recensie 5 Isabelle:
André Matthij sse, ‘Ontluisterend proces van vergankelijkheid’, Haagsche Courant, 27-10-1989


De nieuwe roman van Tessa de Loos is een goed geschreven spannend boek. Daar valt niets op af te dingen. Hoezo afdingen? Is er soms iets tegen een spannend en goed geschreven roman? Wie weet! Maar eerst het boek zoals het is. Dat heeft alles in zich om een besteller te worden. Het is een vlot, maar toch ook subtiel geschreven roman met een duidelijke thematiek. En dan de plot: de plotselinge verdwijning van een filmster! Wie is immers niet
geïnteresseerd in alles over mooie filmsterren? Hoe onzinnig het ook allemaal is, de werkelijkheid laat zich door de fictie niet overtreffen. Een rechtstreekse bron van inspiratie vormt naar alle waarschijnlijkheid de kortstondige verdwijning van de Franse actrice Isabelle Adjani enkele jaren geleden. Om aan alle roddels in de pers een einde te maken, verscheen zij noodgedwongen voor de televisiecamera's: kijk, kletskoek allemaal, ik ben er gewoon nog. Alarmerend Ook Tessa de Loo begint alarmerend: Niet lang geleden verdween in Auvergne, een streek in Frankrijk die vermaard is om zijn uitgedoofde vulkanen, groene kratermeren, met amethist geplaveide wegen en huizen van zwarte Volvicsteen, op klaarlichte dag de beroemde filmster Isabelle Amable. Men was geschokt. Hoe kon dit gebeuren, in een modem land met een groot internationaal aanzien, met talloze kerncentrales, een land dat atoomproeven deed in overzeese koloniën? Kon dit land de veiligheid van zijn burgers wel waarborgen? Radio en televisie, kranten en weekbladen maten breed uit over de vermissing en de kolosale opsporingsactie die op gang kwam. Spannend! Tegelijkertijd zegt het citaat veel over de auteur. Dit is geen plompverloren inzet voor een detectiveromannetje. Landschapsbeschrijving en maatschappelijke reflectie geven te verstaan dat het hier om meer gaat. Niet voor niets verraadt Tessa de Loo al op bladzijde 15 hoe de vork in de steel zit. Maar dan wordt het pas echt spannend. Onttakeling Beroemde filmactrices roepen behalve bewondering ook afgunst op. Zo ook hier. Deze twee polen leveren in deze roman de wisselwerking voor wat er uitziet als een perfect filmscenario. Aan de ene kant is er de lelijke
vrouw. De kunstenares Jeanne Butor (let op: haar honden heten Jules en Jim!), zonder succes, die zich heeft toegelegd op het vastleggen van het ontluisterende proces van de vergankelijkheid. En zo wil zij ook Isabelle schilderen: in een serie schilderijen die de onttakeling laten zien. Isabelle verhongert bij kans tijdens haar gevangenschap bij Jeanne. Aan de andere kant is er de bewonderaar, de leraar Bemard Buffon, een Schubert-achtig type. De een ontvoert Isabelle, de ander bevrijdt haar. Leugen Tessa de Look thema is dat van de lelijkheid. Tijdens haar gevangenschap moet Isabelle de rol van haar leven spelen om Jeanne er van te overtuigen hoe erg (lelijk) haar leven altijd is geweest. De leugen werkt, wil door Jeanne graag gehoord worden. En als na de bevrijding van Isabelle Jeanne op haar beurt verdwijnt, realiseert Bemard zich dat hij door een nieuwe fascinatie wordt gedreven: zoals hij in Isabelle het goede en het schone had aanbeden, zo meende hij, afgaand op de kien van onmenselijkheid die hij bij zichzelf had ontdekt, in Jeanne het kwade en het lelijke te herkennen. Wie was zij? Zijn oorspronkelijke woede en wraakzucht waren volledig ondergeschikt geworden aan deze tergende vraag. Het lelijke blijkt een gelijkwaardige
tegenpool te zijn. Het taboe om lelijk te zijn, waarover Jeanne het heeft, wordt doorbroken. Tessa de Loo speelt het spel tussen die twee polen knap uit. Eerst in de krachtmeting tussen de twee vrouwen, ten slotte in de beleving van de man. Terug naar het begin. Want wat zou er tegen zo'n roman zijn in te brengen? Misschien dit: dat hij inderdaad iets teveel van een
uitgekiend filmverhaal heeft. Als Jeanne ten slotte verdwijnt, mag dat een probleem voor Bernard zijn, het is het niet voor de lezer. De aantrekkingskracht van Isabelle is te sterk. Naar haar is de roman genoemd, op haar is het focus gericht. En dus loopt de roman toch nog goed af. Dat is voor een film vaak noodzakelijk, voor de overtuigingskracht van een roman ligt dat anders. Het is een probleem, waarmee ook W.F. Hermans in zijn nieuwe roman 'Au pair' worstelt. In tegenstelling tot Flaubert (met Emma Bovary) grijpt Hermans persoonlijk in om het leven voor zijn au pair-meisje draaglijker te maken. Maar juist hierom is 'Au pair' niet de grote, tragische roman die 'Madame Bovary' wel is. Om een soortgelijke reden valt ere op
deze knappe roman van Tessa de Loo iets af te dingen, hij is niet tragisch genoeg. Het happy end voor Isabelle staat in schrille tegenstelling met de werkelijkheidsbeleving van de lezer. De tragiek van Jeanne en Bernard doet daar niets aan af.

Recensie 6 Isabelle:
J. Durlacher, ‘In de kleren van de Rommelmarkt’, De Volkskrant, 10-11-1989

Stof voor een verhaal: mooi jong meisje, een filmster nog wel, verdwijnt in bergachtig gebied in Frankrijk. Ze blijkt ontvoer door een erkend monsterlijke vrouw. Niet uit wellust, niet om een losgeld, maar om haar te schilderen, in toenemende staat van verval. De heks is gefascineerd door rotting, bederf, dood. En ze haat schoonheid. Doordat er schoonheid bestaat
is zijzelf lelijk, legt ze desgevraagd uit. En omdat iemand zichzelf, meestal, niet uit vrije wil tot verval laat overgaan, beletten twee pitbulls de argeloze schone de vlucht, zodat de heks haar slachtoffer in een koude vochtige kelder, zonder eten, vrolijk magerder en smeriger kan zien worden. Maar het mooie meisje (Isabelle Amable) wint tot het aanvankelijk ongenoegen van haar onderdrukker meer en meer het vertrouwen van die onderdrukker; wist Gaaien (zo heet de afzichtelijke) wel dat het geen lolletje was om mooi te zijn, om nooit "om je persoonlijkheid" gewaardeerd te worden, maar alleen vanwege je fraaie voorkomen? En wist ze wel van het misbruik dat mannen van je denken te kunnen maken, doordat je met je schoonheid hun "gore verbeelding" zo hevig hebt geprikkeld? Gaaien Bitor (wat reiger betekent, een treffende naam voor haar fysiek van gekromd, haakneuzig, knokig vrouwmens, zo moeten we geloven), door deze openbaring verbijsterd en verrukt, vertelt aan haar slachtoffer voor het eerst haar bittere levensverhaal. Dat zij geen liefde heeft gekend maar slechts verachting en weerzin, hoe iedereen haar altijd uitsloot en nog zo wat triestigheden. Hun samenzijn krijgt door al deze vertrouwelijkheid bijna iets idyllisch. Maar dan verandert

er iets en alles loopt nog verrassend af. .. De roman Isabelle van Tessa de Loo, waarvan het bovenstaande een halve samenvatting gaf, laat zich gemakkelijk navertellen. Dat is soms een goed teken, maar nu niet. Er staat in Isabelle weinig meer dan je nodig hebt voor het verhaal, het is dan ook meer een novelle dan een roman en weer meer een sprookje dan een novelle.
Het thema van Isabelle: schoonheid/waarheid versus lelijkheidíleugen, verraadt diepere achtergronden. Het lijkt enigszins op dat in The picture of Dorian Gray, van Oscar Wilde, maar het verval dat het schilderij van Dorian afbeeldt is behalve fysiek ook moreel. Het schilderij biedt een spiegel van Dorians zwarte ziel, waar hijzelf zijn puurheid en schoonheid behoudt, terwijl in Isabelle, minder sprookjesachtig en veel minder gruwelijk, Jeannes hang naar dood en bederf naast gemeen vooral zielig is. Het kwaad is bij haar niet decadent, maar ingegeven door depressiviteit. Simpel gezegd lijkt het er in De Look verhaal op neer te komen dat de schoonheid, het goede, het leven (Isabelle) de macht tot verleiden heeft; kan spelen en daardoor de macht heeft om te overwinnen en dat lelijke (Gaaien), schijnbaar de uiterlijke
verschijningsvorm van verdorvenheid en dood, slechts de een dimensionaliteit van de oprechtheid tot zijn beschikking heeft en dus ten onder gaat. Isabelle lijkt daarmee net zo goed over de kunst zelf te gaan als over zijn mooie en lelijke personages; daar wordt trouwens ook niet erg geheimzinnig over gedaan. Schilderen Gaaien Bitor concludeert na het ineenstorten van haar snode opzet dat zij in haar werk misschien wel op het verkeerde spoor had gezeten, "aangezien zij zelfs in het levende het dode had weten te treffen" en "de essentie van kunst zou zijn iets van het leven te vangen" maar een erg verrassende visie is dat niet. Raadselachtiger is dan misschien de combinatie hiervan met de queeste van de dikke Bemard
Buffon, die ook wanneer iedereen het zoeken naar Isabelle heeft gestaakt, nog bleef speuren naar zijn idool en ideaal. Maar wanneer hij haar inderdaad vindt en bemerkt dat zij "een mens van vlees en bloed" is, eindigt zijn verering en dan kiest hij een ander doel, de verdwenen Gaaien Bitor notabene, de lelijkerd, want in haar kan hij nog een beeld najagen. Het idee is voor hem kennelijk een sterkere stimulans dan de werkelijkheid en daarmee worden schoonheid en lelijkheid alsnog gerelativeerd. O, rijkdom van het onvoltooide ... De stof voor dit verhaal lijkt doordacht genoeg, hoewel niet erg nieuw, maar de stijl, eigenlijk dus het onderwerp van deze roman, is in de vaart wat verwaarloosd. Het thema schoonheid verdient beter dan bezocht te worden in kleren van de rommelmarkt. Dan is Oscar Wilde's Dorian Gray beter toegerust. De compositie is meestal wel helder, die maakt het verhaal bijna tot een thriller, ondanks een enkele onnodige explicitering die de lezer onderschat - maar de taal, de beschrijving van de personages en hun beweegredenen, blijven overal vlak en op het brutale af sentimenteel en draderig. Niet de magerte van het verhaal maakt het boek dan ook irritant,
maar de stij 1, vol clichés en versleten stijlbloempjes. Dat rondstrooien van semi-archaïsch gebruikte taal is misschien een middel om het verhaal meer het karakter van een sprookje te geven, maar die ingreep was volgens mij niet echt nodig geweest. De personages zijn ook al niet meer dan personificaties en de loop der gebeurtenissen is op het schematische af
symbolisch. Met die schoolse stijl wordt het verhaal goedkoop en bijna verbijsterend banaal. Om een paar voorbeelden te noemen: De Loo heet het over Isabelle's "duizelingwekkende bekoorlijkheid" en schrijft zinnen als: Gaaien kon "veilig haar gekwetste ziel luchten – het gevoel van totale verlatenheid eruit schreeuwen" of: "Over de hele linie heb ik gefaald, dacht
ze, als vrouw... als mens... als kunstenaar ..." Pure kitsch! Erger zijn de stijlfouten. Van Gaaien Bitor wordt bijvoorbeeld gezegd dat zij haar naam met recht eer aandeed" Of dit: Isabelle vertelt over de "gedwongen hongerstaking die haar door gaaien wordt opgelegd". Een pleonasme en een paradox samen in een zin is een prestatie. Jammer dat een goed idee zo
braaf maar ook zo slordig tot boek werd gefabriekt. Over schoonheid moet toch iets moois te maken zijn.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.