Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Analyse van vrijwilligerswerk en mantelzorg

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3853 woorden
  • 24 juni 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Dit is een praktische opdracht over vrijwilligerswerk en mantelzorg, deze opdracht sluit aan bij het vak maatschappijleer of maatschappijwetenschappen. Vrijwilligerswerk en mantelzorg worden in deze praktische opdracht vanuit 4 invalshoeken bekeken. Sorry voor eventuele spel- en of typfouten!

Analyse vanuit 4 invalshoeken – Vrijwilligerswerk en mantelzorg

  1. De politiek-juridische invalshoek

Wetten en overheidsbeleid – algemeen

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beleid van vrijwilligerswerk. Ze mogen zelf bepalen hoe ze dat doen. De Rijksoverheid heeft wel een stappenplan voor gemeenten opgezet om vrijwilligerswerk goed te kunnen organiseren. Verder is het toegestaan voor mensen om vrijwilligerswerk te doen wanneer zij een WW-uitkering hebben, het mag dan alleen geen belemmering zijn voor het zoeken naar een betaalde baan. Het kan zelfs zo zijn dat vrijwilligerswerk je kans op een betaalde baan vergroot, dan kan het zijn dat iemand ontheffing van de sollicitatieplicht krijgt. Het is wel verplicht om bij de gemeente aan te geven dat je vrijwilligerswerk doet.

De Arbowet geldt soms bij vrijwilligers. In de Arbowet staan speciale regels opgesteld voor jongeren onder de 18 jaar, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. De regels die voor deze doelgroepen zijn opgesteld gelden ook voor vrijwilligersorganisaties.

Als laatste heeft de Vereniging van Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) speciale gedragsregels en een stappenplan gemaakt. Deze zijn gemaakt om de samenwerking tussen vrijwilligers aangenamer te maken. Voor begeleiders is het zo ook duidelijk hoe ze moeten handelen. Ook is het de bedoeling dat seksueel misbruik van minderjarigen binnen een vrijwilligersorganisatie te voorkomen. Voor sommige functies in vrijwilligerswerk is een verklaring van goed gedrag nodig.

Wetten en overheidsbeleid - aansprakelijkheid

Iedere organisatie werkt met een andere doelgroep en doet andere werkzaamheden dus iedere organisatie heeft te maken met andere vormen van aansprakelijkheid. Voor iedere “locatie” zijn er bijvoorbeeld andere verzekeringen nodig. Wanneer er vrijwilligers bij mensen thuis worden ingezet, zal er een aansprakelijkheidsverzekering tegen diefstal afgesloten moeten worden.

Over het algemeen is een vrijwilliger zelf aansprakelijk wanneer hij of zij schade (opzettelijk of niet) aanricht. Of een organisatie aansprakelijk ligt eraan hoe strak de relatie en het vrijwilligerswerk is georganiseerd. Wanneer de relatie tussen een organisatie en vrijwilliger lijkt op een echte arbeidsovereenkomst, zal de organisatie veel eerder aansprakelijk worden gesteld omdat deze dan meer verantwoordelijkheid draagt. Of hier sprake van is ligt dus erg aan de situatie en aan de organisatie.

Wetten en overheidsbeleid – eigen accommodatie

Organisaties die een eigen accommodatie hebben krijgen te maken met veel verschillende wetten en regels bijvoorbeeld: de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit waarin de algemene regels waar een gebouw aan moet voldoen in staan. Als er activiteiten met bijvoorbeeld muziek of teksten zijn, zullen de auteursrechten geregeld moeten worden. Wanneer er een bar is met een tap dan is de drank en horecawet van toepassing. Wanneer er sprake is van een drank en horecawet moeten er ook nog huisregels opgesteld worden met schenk- en openingstijden bijvoorbeeld. Ook moet er personeel aanwezig zijn dat beschikt over een verklaring voor Sociale Hygiëne. Wanneer er een barbecue of een andere eetgelegenheid wordt verzorgd moet voldaan worden aan de Warenwet.

Wetten en overheidsbeleid – organisatie van evenementen

Wanneer een organisatie een evenement wil organiseren, krijgt deze organisatie te maken met allerlei vergunningen bijvoorbeeld: de evenementenvergunning, de milieuvergunning, de bouwvergunning als er standjes of een tent komt te staan, een parkeervergunning. Dit zijn nog lang niet alle vergunningen die aangevraagd moeten worden bij het organiseren van een evenement.

Verschillende politieke partijen over vrijwilligerswerk/mantelzorg

Het CDA pleit voor:

  • Zorgverleners geven ruimte aan familie, vrienden en buurtgenoten die bijdragen aan de zorg. Er wordt wat werk uit handen gegeven aan familieleden zodat zij actief deel kunnen nemen aan het verzorgen van hun naaste.
  • Mantelzorg en professionele zorg dienen elkaar te versterken. De professionele zorg springt bij waar de mantelzorg het zelf niet meer kan, of moeilijk heeft.
  • Ruimte voor burgerinitiatieven, vrijwilligerswerk en maatschappelijke organisaties. Er moet ruimte zijn voor nieuwe plannen, ideeën en oplossingen.
  • Vrijwilligers hebben een streepje voor.
  • Het persoonsgebonden budget blijft bestaan als ‘trekkingsrecht’ in de AWBZ: mensen kunnen individueel hun zorgverleners kiezen. Zo is het voor de mensen zelf ook prettiger en is er een fijner en vertrouwder gevoel bij de zorgverlening.
  • Ondersteuning van de mantelzorg dient meer prioriteit te krijgen. Zo wordt het voor mantelzorgers gemakkelijker gemaakt voor hun naaste te blijven zorgen.
  • Mantelzorg en reguliere arbeid dienen beter op elkaar afgestemd te worden. Mantelzorgers moeten d.m.v. bijvoorbeeld cursussen ook in staat zijn een vorm professionele hulp te verlenen.

De ChristenUnie pleit voor:

  • Meer keuzevrijheid voor zorgvragers.
  • Uitbreiding van eigen kracht bijeenkomsten naar ouderen- en gehandicaptenzorg. Zo kunnen naasten beter ingelicht worden over zorgverlening en over hoe ze om moeten gaan met bepaalde situaties, waardoor alles beter georganiseerd wordt.
  • Persoonsgebonden budget wettelijk borgen.
  • Mantelzorgers en familieleden krijgen een belangrijkere rol in de hulpverlening. Zij gaan een deel van de werkzaamheden van de professionele zorgverleners overnemen.
  • Er moet sprake zijn van een warme overdracht en samenwerking tussen de informele en formele zorg. Er mag nog maar weinig verschil zijn tussen die twee, niet alleen op het gebied van werkzaamheden maar ook op het gebied van contact met de hulpvrager.
  • Formulieren zijn zo eenvoudig dat ook mantelzorgers ze kunnen invullen. Dit is een ander onderdeel van het uit handen nemen van werkzaamheden van professionele hulpverleners door mantelzorgers.
  • Stapeling van eigen bijdragen voorkomen door vaststellen van een maximale inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Zo moeten mensen met een erg hoog inkomen niet alles afstaan.
  • Financiële ondersteuning van landelijke projecten voor deskundigheidsbevorderingen van vrijwilligers. Door deze projecten wordt het verschil tussen informele en formele zorg kleiner gemaakt.
  • Verworven competenties in vrijwilligerswerk promoten bij opleidingen en werkgevers.
  • Om overbelasting te vorkomen krijgen mantelzorgers toegang tot informatie, ondersteuning en respijtzorg.

De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

D66 pleit voor:

  • Zo lang mogelijk zorg thuis ontvangen en zelfredzaamheid bevorderen, met hulp van familie, buren, anderen en thuiszorg indien nodig en als mantelzorg niet voldoende aanwezig kan zijn. Op die manier kan er bezuinigd worden, maar raken mantelzorgers ook niet overbelast. 
  • Eerst in eigen omgeving naar oplossingen zoeken, pas daarna vrijwilligers of collectieve voorzieningen inzetten.
  • Werkdruk op mantelzorgers en vrijwilligers verlichten.
  • Inzetten van casemanagers om mantelzorgers te ontlasten.
  • Individuele zeggenschap over de keuze van zorg en zorgverleners is belangrijk: een toekomstbestendig persoonsgebonden budget. Mantelzorgers of hulpvragers moeten zelf aan kunnen geven wanneer er professionele hulp nodig is en wanneer het met mantelzorg alleen niet meer lukt.

GroenLinks pleit voor:

  • Er komt één onafhankelijke indicatiestelling voor zorg, onderwijs, werk en inkomen.
  • Betere ondersteuning mantelzorgers door gemeenten, bijvoorbeeld door respijtzorg.
  • Persoonsgebonden budget blijft behouden en stimuleert eigen regie. Mensen zullen minder snel kiezen voor professionele hulp omdat ze zelf een tegemoetkoming krijgen.
  • Wettelijk recht op flexibel werken.
  • Langdurig zorgverlof beter toegankelijk voor alleenstaanden. Zo kunnen zij werk en zorg gemakkelijker combineren.
  • Binnen de Wet werk en bijstand kunnen gemeenten individuele afspraken maken over vrijwilligerswerk en mantelzorg. Zo kan worden gekeken wat het beste bij de gemeente past en welke aanpak het meeste effect heeft.

PvdA pleit voor:

  • Het persoonsgebonden budget blijft, zorg kan in directe omgeving worden geregeld.
  • Wijkverpleegkundige, vrijwilliger, mantelzorger, huisarts, zorgverzekeraar, welzijnsinstellingen en gemeente werken per regio samen om tot de meest effectieve aanpak te komen.
  • Meer eigen regie en betere zorg thuis door slim gebruik van zorginnovatie.
  • Persoonlijke begeleiders bij dementie. Zo is er één vertrouwde persoon en wordt de zorg niet onpersoonlijk.
  • Combineren van arbeid- en zorgtaken makkelijker maken, bijvoorbeeld door thuiswerken. Zo kan het tussendoor afgewisseld worden met zorg.
  • Om mantelzorgers te ontzien is goede, toegankelijke dagopvang nodig voor de zorgvrager. Zo is de zorgvrager overdag voorzien van een activiteit en kan de mantelzorger naar zijn werk of voor zijn of haar kinderen zorgen.
  • Het draaiend houden van een organisatie van vrijwilligers verdient structurele ondersteuning vanuit de overheid, zodat alle vrijwilligers in de zorg de ondersteuning krijgen die ze verdienen.

SGP pleit voor:

  • Keuzevrijheid van cliënt is erg belangrijk, dus blijft persoonsgebonden budget behouden.
  • Introductie van een fiscale korting in de inkomensbelasting als beloning voor mantelzorgers om zo de mantelzorg te stimuleren.
  • Voorkomen dat chronisch zieken en gehandicapten een ‘dubbele korting’ krijgen opgelegd door een opeenstapeling van bezuinigingen.
  • Er moeten goede regelingen zijn voor zorgverlof.
  • De ondersteuning van vrijwilligers en hun organisaties moeten beter.
  • Gemeenten krijgen verantwoordelijkheid voor begeleiding thuis.
  • Instellingen worden gestimuleerd mantelzorgers en vrijwilligers te betrekken bij de professionele zorg.

De SP pleit voor:

  • Mantelzorgers actiever ondersteunen om hulpbehoevende ouderen langer thuis te kunnen laten wonen, zodat er bezuinigd kan worden op de zorg.
  • Eigen regie en eigen wens van zorgbehoevende ouderen staan daarbij centraal. De situatie moet wel aangenaam blijven voor de hulpvrager.
  • Mensen met dementie krijgen een vast aanspreekpunt (casemanager). Een vast persoon die vertrouwd is met de persoon met dementie.
  • Mantelzorgers hebben mogelijkheid zorgverlof op te nemen, zodat het werk gecombineerd kan worden met de zorg.
  • Mantelzorgers en vrijwilligers krijgen meer ondersteuning.
  • Thuis- en respijtzorg ruimhartiger toewijzen.
  • Stimulans voor gemeenten om actiever mantelzorgbeleid te voeren.
  • Bouw van mantelzorgwoningen op eigen erf mogelijk maken, om extra te stimuleren tot mantelzorg en het gemakkelijker en meer uitvoerbaar te maken.
  • Mantelzorg telt zwaar mee bij toewijzing van een woning.
  • Mensen die het nodig hebben kunnen blijven rekenen op een persoonsgebonden budget.

De VVD pleit voor:

  • Waar mogelijk groter beroep op zelfredzaamheid.
  • Meer zelfzorg thuis o.a. door e-health
  • Persoonsgebonden budget voor complexe, langdurige zorg wettelijk vastleggen.
  • Begeleiding van persoonlijke verzorging gaan over naar de gemeente zodat op kleine schaal goed gekeken kan worden naar waar behoefte aan is.

Welke macht hebben diverse groepen om het overheidsbeleid te beïnvloeden

De Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) is belangenorganisatie binnen het vrijwilligerswerk in Nederland. De leden van NOV bepalen samen het beleid voor de toekomst. Bij deze organisatie zijn veel vrijwilligersorganisaties aangesloten.

De NOV gaat in gesprek met de politiek over het beleid, regels en de wetgeving voor vrijwilligerswerk. Ze laten van wat voor maatschappelijk belang vrijwilligerswerk is. Bij de NOV komen ze dus op voor de belangen van de vrijwilligers en zorgen ze ervoor dat vrijwilligerswerk een betere positie in de samenleving krijgt.

Bepaalde standpunten waar de NOV voor staat:

  • Vrijwilligerswerk als tegenprestatie niet verplichten

Vrijwilligerswerk is een goede tegenprestatie wanneer je in de bijstand zit, maar het hoeft niet verplicht te worden.

  • Vrijwilligers mogen betaalde krachten vervangen

In sommige gevallen mogen vrijwilligers betaalde krachten vervangen, betaalde krachten mogen namelijk ook vrijwilligers vervangen. Er zitten wel een aantal duidelijke voorwaarden aan vast.

  • Asielzoekers mogen vrijwilligerswerk verrichten

De NOV is vóór het feit dat asielzoekers vrijwilligerswerk mogen verrichten. Zo kan worden bijgedragen aan de ontwikkeling van deze mensen en aan de invulling en verrijking van vrijwilligerswerk.

  • Voor vrijwilligerswerk is een gedragcode nodig

Iedere organisatie hoort een gedragcode te hebben. Er moeten duidelijke basisprincipes zijn waar vrijwilligers zich aan moeten houden.

  • Vrijwilligerswerk mag worden gebruikt voor de maatschappelijke stage

Dit standpunt is erg belangrijk, omdat het vrijwilligerswerk meer toegankelijk en bekend maakt voor jongeren.

  • Werklozen moeten gestimuleerd worden tot vrijwilligerswerk

Inzet van langdurig werklozen in het vrijwilligerswerk moet gestimuleerd worden. De gemeenten moeten wel een mogelijkheid biedende uitkering te behouden.

  1. Sociaaleconomische invalshoek  

Welke belangen hebben de betrokken groepen

Bij vrijwilligerswerk spelen verschillende betrokkenen een rol. Denk aan een vrijwilligersorganisatie, de vrijwilligers zelf, mensen voor wie gezorgd wordt, familie van mensen voor wie gezorgd wordt. Er zijn natuurlijk belangen van vrijwilligers die behartigd moeten worden, maar ook organisaties en hulpvragende mensen hebben verschillende belangen bij vrijwilligerswerk. Verder is vrijwilligerswerk van belang voor de hele samenleving.

Een aantal belangen van vrijwilligers:

  • Vrijwilligers moeten in ieder geval invloed hebben op de organisatie van hun werk.
  • Zij kunnen aangeven wat wel en wat niet goed loopt en hoe bepaalde zaken beter te regelen zijn.
  • De kwaliteit van het werk is daar zeker mee gediend.
  • Zaken die het werk van de vrijwilligers raken, kunnen ook onderwerp voor inspraak zijn.
  • Denk hierbij aan de taakafbakening tussen vrijwilligers en beroepskrachten, de rechten en plichten van de vrijwilligers, de faciliteiten die voor vrijwilligers beschikbaar zijn, zoals onkostenver­goedingen, verzekeringen en de mogelijkheid om een cursus te volgen.
  • Ook de aanschaf van materialen voor het werk hoort hierbij.
  • Het algemeen beleid van de organisatie raakt altijd het belang van vrijwilligers.
  •  Zeker als de organisatie groten­deels steunt op vrijwilligers, is het belangrijk hen bij dit beleid te betrekken.
  • Dit kan door hen bijvoorbeeld in te schakelen bij de werving van nieuwe bestuursleden.

Een aantal belangen van de maatschappij en de samenleving:

  • Zonder vrijwilligerswerk zouden een heleboel (sport)verenigingen, organisaties en zorginstellingen niet bestaan
    • Veel daklozen zouden bijvoorbeeld geen dak boven hun hoofd hebben zonder vrijwilligers
    • Een groot aantal mensen krijgt zijn voedsel van de voedsel bank, die ook draait op heel veel vrijwilligers

Welke samenhang is er tussen de nagestreefde belangen en de sociaaleconomische positie van de betrokken groepen

Vaak wordt vrijwilligerswerk verricht door mensen die het zelf niet makkelijk hebben, omdat ze weten hoe het is en omdat deze mensen weten hoe belangrijk het bestaan van vrijwilligers is.

Ondanks dat, zijn vrijwilligers toch wel vaak mensen die wat meer te besteden hebben. Of ze het nu voor eigen belang doen of niet, ook deze mensen zetten zich in voor mensen die het wat minder goed hebben.

De sociaaleconomische positie van de betrokken groepen is dus heel erg verschillend. De belangen die de verschillende groepen over het algemeen nastreven, zijn belangen die wel passen bij de groepen. De belangen zouden eigenlijk voor iedereen haalbaar moeten zijn en het zou niet zo moeilijk moeten zijn om de belangen te behartigen omdat het volgens mij niet te veel gevraagd is.

Welke financiële consequenties hebben bepaalde maatregelen

Aan bepaalde maatregelen zitten wel financiële consequenties verbonden, maar dat kan je natuurlijk niet uit de weg gaan. Vrijwilligerswerk is door en voor mensen, dus dat kan nooit helemaal gratis en vrijuit gaan.

Denk aan een belang dat voor veel vrijwilligers geldt:

  • Onkostenvergoedingen, verzekeringen en de mogelijkheid om cursussen te gaan volgen

Het is logisch dat dit gevraagd wordt en dat dit voor veel vrijwilligers een belangrijk belang is, maar voor deze activiteiten is wel geld nodig. Ook wordt bij dit belang gevraagd naar een vergoeding voor de aanschaf van materialen om mee te werken. Ik denk niet dat dit te veel gevraagd is, maar er is wel geld voor nodig.

Een belang dat voor de samenleving geldt:

  • Het bestaan van organisaties en verenigingen

Dit is natuurlijk belangrijk voor de samenleving, maar ondanks dat alles, wordt er toch vaak een kleine bijdrage of contributie gevraagd, omdat de organisaties en verenigingen anders simpelweg niet kunnen blijven bestaan. Deze kleine bijdrage of contributie is vaak niet veel, maar het moet wel betaald worden.

  1. Sociaal-culturele invalshoek

Welke waarden en normen spelen een rol bij de diverse groepen bij vrijwilligerswerk en mantelzorg

1.Migranten

In andere culturen was het al langer vanzelfsprekend, of in ieder geval wel de bedoeling. Kinderen die voor hun ouders zorgen wanneer de ouders oud en hulpbehoevend zijn. Dit is vaak ook de reden waarom in het buitenland meer kinderen gebaard worden. Al deze kinderen komen er namelijk, zodat er later veel mensen zijn die voor de ouders kunnen gaan zorgen.

Mensen die naar Nederland komen nemen natuurlijk de waarden en normen die daarbij horen met zich mee. Ook hier in Nederland kunnen de ‘jongeren’ voor de ‘ouderen’ zorgen, of in ieder geval kind voor ouder. Dat zit gewoon in de cultuur van deze mensen.

2.Ex-gedetineerden

Voor ex-gedetineerden is het vaak lastig weer terug te komen in de samenleving en goed deel te kunnen nemen. Vaak willen zij hun leven wel verbeteren, maar weten ze niet precies hoe.

De waarde die deze mensen, die weer deel willen nemen in de samenleving, kunnen hebben is: iets doen voor de samenleving, weer deelnemen. De norm die je hierbij kunt bedenken is dus vrijwilligerswerk verrichten.

3.Jongeren

Voor veel jongeren is vrijwilligerswerk een manier om kennis te maken met een baantje in de zorg bijvoorbeeld. Voor jongeren kan een waarde zijn: deelnemen in de samenleving en nuttig werk verrichten. Een norm die hierbij kan horen is dan dus vrijwilligerswerk (of een andere vorm van werk) te verrichten. (Vrijwilligers)werk is voor jongeren vaak een soort van nuttige bezigheid. Ze houden zich nog niet echt bezig met het feit dat ze iets kunnen betekenen voor andere mensen.

4.Overige mensen

Ook in Nederland kan je opgevoed worden met het feit dat kinderen later voor de ouders gaan zorgen, maar sinds het ontstaan van verzorgingstehuizen, thuiszorg enz. is dit lang niet meer zo vanzelfsprekend. Dit bij het onderwerp mantelzorg dus. Vanwege het feit dat er bezuinigd moet worden, beginnen mensen wel weer meer na te denken over dit geval van mantelzorg.

De waarde die je hierbij kunt noemen is: iets terugdoen voor mensen die ooit iets voor jou hebben gedaan (ouders die vroeger voor hun kind hebben gezorgd).

De norm die hier dan bij hoort is: voor je ouders zorgen wanneer zij oud en hulpbehoevend zijn.

Deze waarden en normen zullen de komende jaren en Nederland steeds vaker terug (moeten) komen.

Naast mantelzorg zijn er natuurlijk ook andere vormen van vrijwilligerswerk. Denk aan werken bij de voedsel- of kleding bank. Vaak kun je bij deze vormen van vrijwilligerswerk denken aan een waarde als: iedereen heeft recht op voedsel, een dak boven zijn hoofd enz. De norm die hier dan bij hoort is dus bijvoorbeeld: ervoor zorgen dat deze mensen ook voedsel of kleding hebben, deze mensen kiezen er dan voor zich vrijwillig aan te bieden bij de voedselbank of de kleding bank.

De normen en waarden die voor jou van toepassing zijn, zijn vaak redelijk afhankelijk van je opvoeding. Ook zijn de normen en waarden voor vrijwilligerswerk per persoon vaak erg verschillend. Wel is duidelijk dat wat voor waarden en normen jij hebt liggen aan je opvoeding of cultuur.

  1. Vergelijkende invalshoek

Hoe werd vroeger en hoe wordt nu met het probleem omgegaan

Wat wel duidelijk voor iedereen is, is dat onze samenleving verandert. Dit heeft natuurlijk een effect op alles en iedereen en dus ook op vrijwilligerswerk.

Vroeger:

  • Zorgzame samenleving
    • Iedereen zorgde graag voor elkaar
    • Als je zelf wat minder te besteden had, maakte dat niet uit, je deelde met iedereen
    • Je kon vertrouwen op elkaars hulp en bijstand

Nu:

  • Geïndividualiseerde samenleving
    • Tegenwoordig denkt iedereen eerst aan zichzelf, dan pas aan een ander
    • Veel mensen zijn blij met wat ze hebben en kunnen moeilijk delen
    • De samenleving is een stuk onpersoonlijker, je kan dus automatisch wat minder goed op elkaars hulp vertrouwen

Naast het feit dat onze samenleving aan het veranderen is, is ook de vrijwilliger zelf aan het veranderen. De verandering van de samenleving heeft hier natuurlijk ook wel invloed op. Op deze manier is wel het duidelijkst te zien hoe de opvattingen per tijd verschillen.

Vroeger:

  • Naastenliefde en mensen helpen
    • Hier had ook de kerk invloed op
    • Het was een voldoening voor mensen om dit te doen
    • Mensen maakten tijd voor vrijwilligerswerk
    • Vrouwen werkten minder of niet en hadden er dus tijd voor

Nu:

  • Minder tijd
    • Iedereen heeft het druk met werk, kinderen en het huishouden
    • Veel vrouwen werken en ook zij hebben dus geen tijd ‘over’
    • Mensen willen vaak niet zo graag tijd maken voor vrijwilligers
    • Tijd is geld

Daarnaast is ook nog eens duidelijk te zien dat het vrijwilligerswerk aan het veranderen is. Bij deze veranderde samenleving en veranderde mens, hoort natuurlijk ook een nieuwe soort vrijwilligerswerk. Er komt vraag naar dingen die er vroeger nog niet waren, of die mensen vroeger zelf nog konden.

Vroeger:

  • Gericht op het verenigingsleven of zorgen voor elkaar
    • Werk binnenshuis of binnen de familie werd opgelost door de familie, daar waren geen buitenstaanders voor nodig
    • Er was nog niet veel geld om verenigingen enzovoorts op te zetten, vrijwilligers waren alleen daar nodig

Nu:

  • In andere sectoren is er vraag naar vrijwilligers
    • Je kunt dit duidelijk zien in de zorg
      • Er wordt bezuinigd
      • Er zijn vrijwilligers nodig
    • Ook andere dingen zoals huishoudelijke klusjes worden tegenwoordig nogal eens door de buurman of door een neef of oom gedaan
    • Het verenigingsleven is wel gebleven, maar het heeft zich ook zeker uitgebreid

Het laatste punt, is het feit dat de sociale ondersteuning verandert. De instelling van de maatschappij is verandert en er gelden andere waarden en normen.

Vroeger:

  • Onderlinge zorgzaamheid
  • Gericht op het aanbod van zorg
    • Het was meer vanzelfsprekend dat je jezelf aanbood om te helpen
    • Mensen waren op die manier opgevoed en vonden het normaal

Nu:

  • Accent ligt op zelfredzaamheid
  • Gericht op de vraag van zorg
    • Mensen komen pas in actie wanneer er een vraag naar zorg is
    • Vaak wordt er eerst nog een oplossing gezocht, die ervoor zorgt dat de hulpbehoevende voor een groot deel zelf nog dingen kan doen
    • Er wordt pas hulp verleend wanneer het moet en wanneer er geen andere optie meer is

Hoe kijken andere landen naar de situatie

In Nederland verrichten in vergelijking met het Europees gemiddelde meer mensen vrijwilligerswerk. Over het algemeen verrichten mensen in de mediterrane en Oost-Europese landen relatief weinig vrijwilligerswerk en mensen in de Scandinavische landen en Nederland relatief veel. Dit blijkt uit diverse onderzoeken (Dekker & Ridder 2011, McCloughan et al. 2011)

Oost-Europa

Ook in Oost-Europa is er niet vaak sprake van vrijwilligerswerk. Dit valt te verklaren doordat daar vooral geleefd wordt in kleine kringen, die vooral bestaan uit familieleden (denk aan Rusland, Litouwen enz.). In deze landen ontstaat vrijwilligerswerk meer in de stedelijke gebieden dan in het ‘landelijke’ deel van het land. Ook het feit dat veel van deze Oost-Europese landen, een lange tijd communistisch zijn geweest, draagt bij aan het feit dat er maar weinig animo voor vrijwilligerswerk was. Spontante, ‘burgerlijke’ organisaties werden vaak niet gewaardeerd. De overheid zorgde wel voor alle belangrijke organisaties en daar werd niet veel aandacht geschonken aan vrijwilligerswerk.

Ook in Oost-Europa is er niet vaak sprake van vrijwilligerswerk. Dit valt te verklaren doordat daar vooral geleefd wordt in kleine kringen, die vooral bestaan uit familieleden (denk aan Rusland, Litouwen enz.). In deze landen ontstaat vrijwilligerswerk meer in de stedelijke gebieden dan in het ‘landelijke’ deel van het land. Ook het feit dat veel van deze Oost-Europese landen, een lange tijd communistisch zijn geweest, draagt bij aan het feit dat er maar weinig animo voor vrijwilligerswerk was. Spontante, ‘burgerlijke’ organisaties werden vaak niet gewaardeerd. De overheid zorgde wel voor alle belangrijke organisaties en daar werd niet veel aandacht geschonken aan vrijwilligerswerk.

Vrijwilligerswerk was in de Oost-Europese landen ook niet helemaal afwezig. Dit kan je terugvinden in de Marxistische ideologie (waar het communisme op gebaseerd is). Geld als handelswaar zou moeten worden afgeschaft en arbeid zou een belangrijk in te zetten handelsmiddel zijn. Maar zoals al eerder gezegd werd alles gecontroleerd door de staat en werd vrijwilligerswerk vaak verplicht gesteld, waardoor het niet meer vrijwillig was.

Tegenwoordig is er in Oost-Europa een duidelijke stijging, van het percentage mensen dat vrijwilligerswerk verricht, te zien.  Dit valt natuurlijk af te leiden van het feit dat veel totalitaire staten (communisme, dictaturen) werden afgebroken en er een overgang naar een democratie plaatsvond. Slowakije (49 procent), Tsjechië (30 procent) en Slovenië (25 procent) zijn landen die een makkelijke overgang naar een democratie hebben meegemaakt, de percentages geven weer hoeveel procent van de bevolking tegenwoordig actief is bij vrijwilligerswerk. Deze landen zijn vroeger ook meer in contact geweest met het westen, waardoor bij hen alles wat gemakkelijker verloopt.

In landen die vroeger deel uitmaakten van de Sovjet Unie, was er dus sprake van een meer verplicht karakter als het ging over vrijwilligerswerk. Zij hebben ook een moeilijkere overgang naar een democratie gemaakt, waardoor het percentage dat actief was bij vrijwilligerswerk, wat lager was dan in andere landen zoals Slowakije en Tsjechië bijvoorbeeld. Aan de andere kant voelen zij zich nu ook vrijer om géén vrijwilligerswerk te doen door het oude verplichte karakter dus.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.