In dit PO probeer ik meer te weten te komen over witte en zwarte scholen, doe ik onderzoek over de posters van Loesje en stichting vluchtelingen werk. En doe ik de inburgeringstest.
Witte en zwarte scholen, opdracht 1
Rond de jaren tachtig was er veel belangstelling van de media omtrent zwarte
en witte scholen omdat toen de instroom van allochtone leerlingen net opgang was gekomen. In de tweede helft van de jaren tachtig kwam het onderwerp uitgebreider en langduriger in de belangstelling. Dit kwam omdat er op dat moment meer wijken in de grote steden waren die te maken hadden met scholen die in een snel tempo ‘zwart’ werden, en problemen hadden met het vinden van een antwoord daarop. De media besteedden hier veel aandacht aan, en ook de politiek begon zich met het vraagstuk bezig te houden.
Volgens de schrijver is er in ieder geval één ding zeker, leerlingen uit lagere milieus zijn het meest gevoelig voor de verschillen in kwaliteit van de leeromgeving op school. Omdat zij vrijwel alles voor hun ontwikkeling uit de school moeten halen hebben zij ook het meest baat bij een krachtige leeromgeving. Dit blijkt uit een onderzoek gedaan naar de invloed van de leerlingensamenstelling op de leerprestaties.
Naar mijn mening is etnische segregatie in het onderwijs ook wel de schuld van de overheid. Mensen zoals gastarbeiders die naar Nederland kwamen kregen van de overheid massaal huisjes op de zelfde plek toegewezen. Alle kinderen uit zo'n wijk gingen dus naar de dichtstbijzijnde school waardoor deze school in een snel tempo 'zwart' werd. Zodra een school 'zwart' werd kozen veel Nederlandse ouders voor een andere school.
Een andere vorm van onderwijssegregratie is bijvoorbeeld is bijvoorbeeld het verschil tussen bijzondere scholen en openbare scholen, zoals Bonhoeffer en Kottenpark. Bijzondere scholen zijn bedoeld voor gelovige kinderen. Ook is er verschil tussen speciale en gewone scholen. Speciale scholen zijn bedoeld voor kinderen die het gewone onderwijs niet kunnen volgen. Deze soorten van onderwijssegregratie staan niet zo in de belangstelling als etnische segregatie aangezien ze niks te maken hebben met verschillende bevolkingsgroepen of ras en er ook geen problemen mee zijn.
Loesje, opdracht 2
Loesje wil dat de wereld vooruit gaat en het leven op de wereld beter en mooier maken. Loesje gebruikt posters om meer invloed te krijgen, posters zijn namelijk eenvoudig, direct, op straat, op sociale media en onder de mensen. Loesje vind posters maken ook gewoon heel leuk om te doen, het is creatief en je wordt er ook een stuk slimmer en gehaaider van.
-
Asielbeleid: "Asielbeleid succesvol. De KLM maakt weer winst op vluchten naar Somalië." Dit heeft te maken met het terug zenden van asielzoekers naar landen zoals Somalië. En dan verdient de KLM er ook nog geld op aangezien ze met het vliegtuig terug worden gezonden.
-
Religie: "Producten bieden geen vrijheid. En keuze is geen religie." Religie is een keuze... Maar keuze is geen religie. En heb jij pas vrijheid als je een bepaald product hebt? Of heb je vrijheid zonder dat product… Vrijheid kun je niet kopen, maar een product wel.
-
Vluchteling: "vluchtelingen in de bak. Je sluit je logees toch ook niet op in de schuur." Deze poster laat mensen door middel van een vergelijking zien dat het niet goed is als we vluchtelingen in de gevangenis zetten.
Ten eerste wilde ik zeggen dat ik echt schrok van de poster die ik bij het begrip asielbeleid heb gekozen. Ik vond het niet grappig, en je kan er ook niks van leren.
Als 'leukste' poster kies ik die bij het begrip vluchteling: "vluchtelingen in de bak. Je sluit je logees toch ook niet op in de schuur." omdat ik hoop dat mensen zich hierdoor beter kunnen inleven in vluchtelingen.
Mijn ‘Belletje’ poster zou worden: “Duo penotti is toch veel lekkerder.”
De inburgeringstest, opdracht 3
Ik heb een 9,3 voor de inburgeringstest. Dit betekend dat ik een goed ingeburgerde Nederlander ben. De meeste vragen over wat de gemiddelde Nederlander doet in een bepaalde situatie, zoals het sturen van een kaartje als er een baby geboren is en het opvegen van de straat de ochtend na oud en nieuw. Dit zijn wel goede vragen, alleen je beantwoord ze natuurlijk makkelijk ´fout´, aangezien echt niet iedereen zin heeft om de straat aan te vegen en zo aardig is om een kaartje te sturen. De vragen over de regels, het land en de geschiedenis weet lang niet iedereen, maar daarentegen hebben de mensen die een inburgeringstest officieel moeten afleggen dat natuurlijk allemaal geleerd uit een lesboekje.
Vragenzoals waar je je winkel moet registreren, welke verzekering de bouw van je huis betaald nadat het door brand is verwoest en wie een nieuwe huisarts moet regelen vind ik wel nuttig. Maar het is niet per se logisch of nuttig om te weten hoe lang de reisafstand is als je met de trein van Enschede naar Amsterdam wilt reizen, of waar de bloembollensector het grootst is.
Goede vragen gaan bijvoorbeeld over de hoe je iemand begroet, hoe je een gesprek met iemand aan kan gaan en andere dagelijkse manieren. Ook mis ik de vragen over de data en betekenissen van feestdagen.
Verschillende instanties, opdracht 4
De IND, Stichting Vluchtelingenwerk, het COA en Stichting Nidos zorgen voor vrijwel alles dat met de vluchtelingen en asielzoekers te maken heeft. Zo helpen bijvoorbeeld met vergunningen, het verblijf, en bij het wegwijs maken in de Nederlandse cultuur.
-
Het IND is de toelatingsorganisatie van Nederland, deze behandeld alle aanvragen voor asiel, gezinshereniging, visa en andere verblijfsvergunningen.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden