Irakoorlog
Inleiding
De Irakoorlog vond plaats in 2003 en duurde nog geen anderhalve maand. Maar nu, zes jaar later, lijkt het onderwerp actueler dan ooit tevoren. De eerste aanloop naar de oorlog was de terroristische aanslag op 9 september 2001 in de VS. In reactie hierop riep de toenmalige Amerikaanse president George W.Bush de wereld op tot een oorlog tegen het terrorisme. Bush betichtte de Irakese president Saddam Hussein ervan nauwe banden te onderhouden met terroristische organisaties. Ook zou de Irakese dictator massavernietigingswapens in zijn bezit hebben. Op 20 maart 2003 viel de VS Irak binnen. Bush deed dit zonder VN-mandaat, toch steunden veel westerse NAVO-lidstaten hem. Samen met Britse troepen lukte het de VS in de 40 dagen die erop volgden de dictatuur in Irak omver te werpen. Op 1 mei 2003 verklaarde president Bush de oorlog voor geëindigd. Nederland steunde de inval van de VS alleen politiek, niet militair. De discussie leeft nu in Nederland dat ons kabinet informatie voor ons heeft achtergehouden. Nederland zou namelijk wel degelijk met militaire middelen deel hebben genomen aan de Irakoorlog. Mocht dit waar zijn dan zou dat een enorme aantasting van onze democratie zijn, want het Nederlandse volk heeft zich destijds massaal tegen de Irakoorlog uitgesproken. Het vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging heeft nu al een enorme deuk opgelopen maar zou dan onherstelbaar beschadigd kunnen blijken.
Hoofdvraag
Moet er een parlementair onderzoek komen naar de Nederlandse steun aan de Irakoorlog?
Ik heb deze hoofdvraag gekozen omdat het zich expliciet richt op een parlementair onderzoek; een onafhankelijk onderzoek is reeds gaande. Ik wil voorts graag wijzen op een onjuiste toepassing van synonymie in mijn tekst. Uit de tekst zou opgemaakt kunnen worden dat een parlementaire enquête en een parlementair onderzoek één en hetzelfde zijn, dit is echter niet het geval. Het verschil is dat bij een parlementaire enquête wél de mogelijk bestaat personen onder ede te verhoren, bij een parlementair onderzoek is dit niet het geval. Echter voor de strekking van dit onderzoek speelt dit verschil geen rol van belang.
Deelvragen
De sociaal-culturele optiek
Wie hebben er aan de discussie bijgedragen?
De politiek juridische optiek
Wie hebben er aangedrongen op een onderzoek?
De sociaal-economische optiek
Wie hebben er belang bij een parlementaire enquête?
De veranderings- en vergelijkende optiek
Welke landen hebben een parlementair onderzoek naar de Irakoorlog verricht?
Antwoorden op de deelvragen
Wie hebben er aan de discussie bijgedragen?
De hele discussie is aan het licht gekomen dankzij de media:
- Het VPRO-radioprogramma Argus heeft in totaal 6 programma’s aan de Irakkwestie gewijd.
- Het links georiënteerde tijdschrift Vrij Nederland publiceerde in 2003 een stuk.
- Het RTL-nieuws kwam met geheime ministeriële documenten naar buiten.
Het RTL-nieuws kreeg deze papieren in haar bezit door een beroep te doen op de WOB, de wet openbaar bestuur. Deze WOB is zeer belangrijk voor de onderzoeksjournalistiek, met een beroep op deze wet kunnen journalisten en andere burgers toegang krijgen tot beleidsplannen, adviezen en rapporten die nooit zijn gepubliceerd.
De beschuldigingen van de media komen erop neer dat het kabinet behalve politieke steun ook militaire steun heeft geleverd aan de inval in Irak. De media baseert dit op de volgende bevindingen:
- in okt. en nov. 2002 hebben F16’s fotoverkenningsvluchten boven Irak uitgevoerd;
- direct na de invasie zijn er Nederlandse commando’s in Irak ingezet;
- spionage voor de Amerikanen door de H.M. Walrus;
- het fregat van Nes was in de Perzische Golf aanwezig ten tijde van de inval;
- een orion-vliegtuig was gestationeerd in de Verenigde Arabische Emiraten;
- aanwezigheid van een Nederlandse officier op een persconferentie van generaal Franks (VS).
De hele discussie is dus aan het licht gekomen dankzij de media die hiermee haar politieke onderzoeksfunctie vervulde. Dit lukte haar dankzij één van de grondrechten die met een democratie gepaard gaat; de persvrijheid. De Nederlandse samenleving raakte bij dit onderwerp betrokken conform de agenda-theorie, wat zoveel wil zeggen als dat de media bepaalt welke zaken er in het nieuws komen.
Wie hebben er aangedrongen op een onderzoek?
Politiek links samen met D66 heeft zich altijd sterk gemaakt voor een parlementair onderzoek. Voor regeringspartij PvdA is het een heikel onderwerp gebleken. Het was een verkiezingsbelofte van de partij in 2006, een parlementaire enquête naar de politieke steun van Nederland aan de oorlog in Irak. Maar begin 2007 werd tijdens de kabinetsformatie onder druk van het CDA afgesproken dat er deze kabinetsperiode geen parlementair onderzoek mag komen. De PvdA legde zich daar toen bij neer net als de Christen Unie.
6 Februari 2009 betuigde fractieleider Arie Slob van de CU hierover zijn spijt in het tijdschrift De Elsevier toen bleek dat er in 2003 schriftelijke stukken over de Irakoorlog geheim waren gehouden.
De eerste concrete stappen werden genomen door de Eerste Kamer op 7 mei 2008 door ruim 100 vragen over de Irakoorlog bij de regering in te dienen. Het grootste deel van die vragen (64) was afkomstig van de PvdA-fractie, maar ook de fracties van SP, GroenLinks, D66 en de PvdD droegen vragen aan. Op 19 december 2009 antwoordde de regering hierop maar de antwoorden werden algemeen als ontoereikend beschouwd. Het gevolg is dat op 19 februari 2009 dezelfde fracties met toevoeging van die van de SGP circa 120 nieuwe vragen hebben ingediend.
Ook de Nederlandse bevolking heeft aangedrongen op een onderzoek. De kwestie Irak heeft altijd gevoelig gelegen, mede doordat de VS twijfelachtige motieven voor de oorlog had.
De officiële redenen die de VS aandroeg voor de oorlog waren:
- het weghalen van een dictator om een democratie te installeren;
- terreur bestrijden;
- massavernietigingswapens weghalen;
- zelfverdediging.
Aannemelijker is dat de VS twee totaal andere motieven voor de oorlog had:
- oliebelangen;
- economische belangen.
Ook het vermoeden dat de agressor zich schuldig maakte aan buitenproportioneel geweldsgebruik zorgde voor veel weerstand onder de Nederlandse bevolking. Aan Irakese zijde vielen tussen de 11.000 en 15.000 doden. Dit tegenover 191 Amerikaanse en 31 Britse militairen.
De meerderheid van de Nederlanders heeft zich om bovenstaande redenen altijd uitgesproken tegen de Irakoorlog. Voorstanders van een onderzoek verenigden zich in de actiegroep ‘Openheid over Irak’. Dat zij deze pressiegroep op konden richten dankten zij aan het feit dat Nederland een parlementaire democratie is en er dus vrijheid van vereniging en vergadering heerst. Gesteund door GroenLinks, de SP en de coalitie ‘Stop de Oorlog’ trok Openheid over Irak 100 dagen door het land met een campagne om handtekeningen te verzamelen. De in totaal 137.555 verzamelde handtekeningen werden vervolgens met een petitie bij de Eerste Kamer aangeboden. Na een reeks van debatten en vragen stemde een meerderheid van de Eerste Kamer in op 23 december 2008 voor een parlementaire enquête.
Wie hebben er belang bij een parlementaire enquête?
Premier Balkenende heeft zich altijd stug verzet tegen een onderzoek maar is uiteindelijk toch overstag gegaan, op 2 februari 2009 maakte de premier dit bekend tijdens een speciaal daarvoor ingelaste persconferentie. Oud-president van de Hoge Raad Willibrord Davids leidt de onafhankelijke onderzoekscommissie die hij zelf samen heeft mogen stellen. De commissie telt in totaal 8 leden. Het onderzoek moet uiterlijk 1 november 2009 afgerond zijn. Het kabinet mag gedurende deze periode geen uitlatingen doen over de kwestie. Alle door de Eerste en Tweede Kamer gestelde vragen worden ook in de handen van de commissie gelegd.
De coalitiepartijen toonden zich blij verheugd met dit besluit van de premier maar vanuit de oppositie klonk meteen al kritiek. Want door het besluit van de premier wordt volgens hun de Tweede Kamer buiten spel gezet, zij krijgt de uitslag van het rapport namelijk pas als dit afgerond is. Bij een enquête is dit niet het geval. Kamerleden vormen dan een onderzoekscommissie. Daarnaast beschikt zo’n enquêtecommissie ook nog eens over een belangrijke troef. Bij een enquête kunnen betrokkenen verplicht worden voor de commissie te verschijnen om onder ede te getuigen. De verhoren die bij een parlementaire enquête plaatsvinden zijn openbaar. Vaak worden de verhoren op televisie uitgezonden.
Ook de Nederlandse bevolking staat achter een parlementaire enquête. Het TNS Nipo publiceerde op 17 Januari 2009 een enquête waaruit blijkt dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking (58%) voor een parlementair onderzoek is naar de Nederlandse steun.
Maar er is ook een partij te noemen die niet met een parlementair onderzoek in het belang gediend wordt. Zelfs al zou de uitkomst haar onschuld aantonen, dan nog zou een onderzoek negatief uit kunnen pakken voor het kabinet. Tegenstanders van een parlementair onderzoek wijzen erop dat de linkse partijen erop uit zouden zijn het kabinet haar gezag te ontnemen. Door de vragen die de senaatsfracties stelden over dit onderwerp zou het kabinet verstrikt kunnen raken in minutieuze details en zo betrapt kunnen worden op tegenstrijdige berichten.
Dus al mochten de aantijgingen niet juist zijn dan nog zou er door het onderzoek getornd kunnen worden aan het vertrouwen van het kiezersvolk in het kabinet.
Welke landen hebben een parlementair onderzoek naar de Irakoorlog verricht?
Onder druk van de publieke opinie is er in de VS, Groot-Brittannië, Australië, Denemarken en Polen al een parlementair onderzoek verricht naar de steun voor de Irakoorlog. De conclusie die uit al die onderzoeken getrokken kon worden was dat de volksvertegenwoordigers van die landen niet goed voorgelicht waren door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De overheden werden er destijds van overtuigd dat Saddam Hussein beschikte over massavernietigingswapens waardoor zij zich bedreigd voelden. Er is achteraf gebleken dat Saddam Hussein helemaal niet over de wapens beschikte. Aangezien de Irakoorlog een preventieve oorlog was had deze verkeerde voorlichting verstrekkende gevolgen.
Antwoord op de hoofdvraag
Moet er een parlementair onderzoek komen naar de Nederlandse steun aan de Irakoorlog?
De grootste tegenstander van een parlementair onderzoek is onze premier Balkende. Premier Balkende dankt zijn functie aan het feit dat hij zich verkiesbaar heeft kunnen stellen als representant van zijn partij het CDA, een partij die haar ideologie vrij mag uitdragen omdat Nederland een democratie is waar vrijheid van meningsuiting geldt. Balkenende is een man die zelf een groot voorstander is van de democratische bestuursvorm. Het was één van de hoofdredenen waarom de Irakoorlog begonnen is; het brengen van democratie in Irak.
Als we kijken naar de antwoorden op de deelvragen kunnen we de conclusie trekken dat de hele maatschappelijke discussie te danken is aan het feit dat wij in een democratisch land leven. Persvrijheid, een grondbeginsel van de democratie, maakte het de media mogelijk als klokkenluider te fungeren. Het is dankzij de sociale voorwaarden van een democratie dat de Nederlanders zich hebben kunnen verenigen, protesteren. Daarom lijkt het mij niet meer dan logisch dat deze maatschappelijke discussie op een democratische manier beslist dient te worden. Het volk heeft met een meerderheid voor een parlementaire enquête gestemd. Daarnaast is het ook nog eens de taak van het parlement om het kabinet te controleren, terwijl ze nu door het onafhankelijke onderzoek buiten spel is gezet.
Bronvermelding
Literatuurlijst
Couwenberg, S.W., Van Koude Oorlog naar oorlog tegen terrorisme, Budel 2007
Soeterik, R., Irak, Amsterdam 2004
Harten, van, P., R. Meijer, Irak in chaos, Amsterdam 2007
Internetsites
www.ad.nl
www.eerstekamer.nl
www.mindef.nl
www.mnf-iraq.com
www.google.nl
www.openheidoverirak.nu
www.regering.nl
www.rtl.nl
www.nieuwsbank.nl
www.nu.nl
www.parlement.com
www.pvda.nl
Inleiding
De Irakoorlog vond plaats in 2003 en duurde nog geen anderhalve maand. Maar nu, zes jaar later, lijkt het onderwerp actueler dan ooit tevoren. De eerste aanloop naar de oorlog was de terroristische aanslag op 9 september 2001 in de VS. In reactie hierop riep de toenmalige Amerikaanse president George W.Bush de wereld op tot een oorlog tegen het terrorisme. Bush betichtte de Irakese president Saddam Hussein ervan nauwe banden te onderhouden met terroristische organisaties. Ook zou de Irakese dictator massavernietigingswapens in zijn bezit hebben. Op 20 maart 2003 viel de VS Irak binnen. Bush deed dit zonder VN-mandaat, toch steunden veel westerse NAVO-lidstaten hem. Samen met Britse troepen lukte het de VS in de 40 dagen die erop volgden de dictatuur in Irak omver te werpen. Op 1 mei 2003 verklaarde president Bush de oorlog voor geëindigd. Nederland steunde de inval van de VS alleen politiek, niet militair. De discussie leeft nu in Nederland dat ons kabinet informatie voor ons heeft achtergehouden. Nederland zou namelijk wel degelijk met militaire middelen deel hebben genomen aan de Irakoorlog. Mocht dit waar zijn dan zou dat een enorme aantasting van onze democratie zijn, want het Nederlandse volk heeft zich destijds massaal tegen de Irakoorlog uitgesproken. Het vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging heeft nu al een enorme deuk opgelopen maar zou dan onherstelbaar beschadigd kunnen blijken.
Hoofdvraag
Ik heb deze hoofdvraag gekozen omdat het zich expliciet richt op een parlementair onderzoek; een onafhankelijk onderzoek is reeds gaande. Ik wil voorts graag wijzen op een onjuiste toepassing van synonymie in mijn tekst. Uit de tekst zou opgemaakt kunnen worden dat een parlementaire enquête en een parlementair onderzoek één en hetzelfde zijn, dit is echter niet het geval. Het verschil is dat bij een parlementaire enquête wél de mogelijk bestaat personen onder ede te verhoren, bij een parlementair onderzoek is dit niet het geval. Echter voor de strekking van dit onderzoek speelt dit verschil geen rol van belang.
Deelvragen
De sociaal-culturele optiek
Wie hebben er aan de discussie bijgedragen?
De politiek juridische optiek
Wie hebben er aangedrongen op een onderzoek?
De sociaal-economische optiek
Wie hebben er belang bij een parlementaire enquête?
De veranderings- en vergelijkende optiek
Welke landen hebben een parlementair onderzoek naar de Irakoorlog verricht?
Antwoorden op de deelvragen
Wie hebben er aan de discussie bijgedragen?
De hele discussie is aan het licht gekomen dankzij de media:
- Het VPRO-radioprogramma Argus heeft in totaal 6 programma’s aan de Irakkwestie gewijd.
- Het links georiënteerde tijdschrift Vrij Nederland publiceerde in 2003 een stuk.
Het RTL-nieuws kreeg deze papieren in haar bezit door een beroep te doen op de WOB, de wet openbaar bestuur. Deze WOB is zeer belangrijk voor de onderzoeksjournalistiek, met een beroep op deze wet kunnen journalisten en andere burgers toegang krijgen tot beleidsplannen, adviezen en rapporten die nooit zijn gepubliceerd.
De beschuldigingen van de media komen erop neer dat het kabinet behalve politieke steun ook militaire steun heeft geleverd aan de inval in Irak. De media baseert dit op de volgende bevindingen:
- in okt. en nov. 2002 hebben F16’s fotoverkenningsvluchten boven Irak uitgevoerd;
- direct na de invasie zijn er Nederlandse commando’s in Irak ingezet;
- spionage voor de Amerikanen door de H.M. Walrus;
- het fregat van Nes was in de Perzische Golf aanwezig ten tijde van de inval;
- een orion-vliegtuig was gestationeerd in de Verenigde Arabische Emiraten;
- aanwezigheid van een Nederlandse officier op een persconferentie van generaal Franks (VS).
De hele discussie is dus aan het licht gekomen dankzij de media die hiermee haar politieke onderzoeksfunctie vervulde. Dit lukte haar dankzij één van de grondrechten die met een democratie gepaard gaat; de persvrijheid. De Nederlandse samenleving raakte bij dit onderwerp betrokken conform de agenda-theorie, wat zoveel wil zeggen als dat de media bepaalt welke zaken er in het nieuws komen.
Wie hebben er aangedrongen op een onderzoek?
6 Februari 2009 betuigde fractieleider Arie Slob van de CU hierover zijn spijt in het tijdschrift De Elsevier toen bleek dat er in 2003 schriftelijke stukken over de Irakoorlog geheim waren gehouden.
De eerste concrete stappen werden genomen door de Eerste Kamer op 7 mei 2008 door ruim 100 vragen over de Irakoorlog bij de regering in te dienen. Het grootste deel van die vragen (64) was afkomstig van de PvdA-fractie, maar ook de fracties van SP, GroenLinks, D66 en de PvdD droegen vragen aan. Op 19 december 2009 antwoordde de regering hierop maar de antwoorden werden algemeen als ontoereikend beschouwd. Het gevolg is dat op 19 februari 2009 dezelfde fracties met toevoeging van die van de SGP circa 120 nieuwe vragen hebben ingediend.
Ook de Nederlandse bevolking heeft aangedrongen op een onderzoek. De kwestie Irak heeft altijd gevoelig gelegen, mede doordat de VS twijfelachtige motieven voor de oorlog had.
De officiële redenen die de VS aandroeg voor de oorlog waren:
- het weghalen van een dictator om een democratie te installeren;
- terreur bestrijden;
- massavernietigingswapens weghalen;
- zelfverdediging.
Aannemelijker is dat de VS twee totaal andere motieven voor de oorlog had:
- oliebelangen;
- economische belangen.
Ook het vermoeden dat de agressor zich schuldig maakte aan buitenproportioneel geweldsgebruik zorgde voor veel weerstand onder de Nederlandse bevolking. Aan Irakese zijde vielen tussen de 11.000 en 15.000 doden. Dit tegenover 191 Amerikaanse en 31 Britse militairen.
De meerderheid van de Nederlanders heeft zich om bovenstaande redenen altijd uitgesproken tegen de Irakoorlog. Voorstanders van een onderzoek verenigden zich in de actiegroep ‘Openheid over Irak’. Dat zij deze pressiegroep op konden richten dankten zij aan het feit dat Nederland een parlementaire democratie is en er dus vrijheid van vereniging en vergadering heerst. Gesteund door GroenLinks, de SP en de coalitie ‘Stop de Oorlog’ trok Openheid over Irak 100 dagen door het land met een campagne om handtekeningen te verzamelen. De in totaal 137.555 verzamelde handtekeningen werden vervolgens met een petitie bij de Eerste Kamer aangeboden. Na een reeks van debatten en vragen stemde een meerderheid van de Eerste Kamer in op 23 december 2008 voor een parlementaire enquête.
Premier Balkenende heeft zich altijd stug verzet tegen een onderzoek maar is uiteindelijk toch overstag gegaan, op 2 februari 2009 maakte de premier dit bekend tijdens een speciaal daarvoor ingelaste persconferentie. Oud-president van de Hoge Raad Willibrord Davids leidt de onafhankelijke onderzoekscommissie die hij zelf samen heeft mogen stellen. De commissie telt in totaal 8 leden. Het onderzoek moet uiterlijk 1 november 2009 afgerond zijn. Het kabinet mag gedurende deze periode geen uitlatingen doen over de kwestie. Alle door de Eerste en Tweede Kamer gestelde vragen worden ook in de handen van de commissie gelegd.
De coalitiepartijen toonden zich blij verheugd met dit besluit van de premier maar vanuit de oppositie klonk meteen al kritiek. Want door het besluit van de premier wordt volgens hun de Tweede Kamer buiten spel gezet, zij krijgt de uitslag van het rapport namelijk pas als dit afgerond is. Bij een enquête is dit niet het geval. Kamerleden vormen dan een onderzoekscommissie. Daarnaast beschikt zo’n enquêtecommissie ook nog eens over een belangrijke troef. Bij een enquête kunnen betrokkenen verplicht worden voor de commissie te verschijnen om onder ede te getuigen. De verhoren die bij een parlementaire enquête plaatsvinden zijn openbaar. Vaak worden de verhoren op televisie uitgezonden.
Ook de Nederlandse bevolking staat achter een parlementaire enquête. Het TNS Nipo publiceerde op 17 Januari 2009 een enquête waaruit blijkt dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking (58%) voor een parlementair onderzoek is naar de Nederlandse steun.
Maar er is ook een partij te noemen die niet met een parlementair onderzoek in het belang gediend wordt. Zelfs al zou de uitkomst haar onschuld aantonen, dan nog zou een onderzoek negatief uit kunnen pakken voor het kabinet. Tegenstanders van een parlementair onderzoek wijzen erop dat de linkse partijen erop uit zouden zijn het kabinet haar gezag te ontnemen. Door de vragen die de senaatsfracties stelden over dit onderwerp zou het kabinet verstrikt kunnen raken in minutieuze details en zo betrapt kunnen worden op tegenstrijdige berichten.
Dus al mochten de aantijgingen niet juist zijn dan nog zou er door het onderzoek getornd kunnen worden aan het vertrouwen van het kiezersvolk in het kabinet.
Welke landen hebben een parlementair onderzoek naar de Irakoorlog verricht?
Onder druk van de publieke opinie is er in de VS, Groot-Brittannië, Australië, Denemarken en Polen al een parlementair onderzoek verricht naar de steun voor de Irakoorlog. De conclusie die uit al die onderzoeken getrokken kon worden was dat de volksvertegenwoordigers van die landen niet goed voorgelicht waren door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De overheden werden er destijds van overtuigd dat Saddam Hussein beschikte over massavernietigingswapens waardoor zij zich bedreigd voelden. Er is achteraf gebleken dat Saddam Hussein helemaal niet over de wapens beschikte. Aangezien de Irakoorlog een preventieve oorlog was had deze verkeerde voorlichting verstrekkende gevolgen.
Antwoord op de hoofdvraag
De grootste tegenstander van een parlementair onderzoek is onze premier Balkende. Premier Balkende dankt zijn functie aan het feit dat hij zich verkiesbaar heeft kunnen stellen als representant van zijn partij het CDA, een partij die haar ideologie vrij mag uitdragen omdat Nederland een democratie is waar vrijheid van meningsuiting geldt. Balkenende is een man die zelf een groot voorstander is van de democratische bestuursvorm. Het was één van de hoofdredenen waarom de Irakoorlog begonnen is; het brengen van democratie in Irak.
Als we kijken naar de antwoorden op de deelvragen kunnen we de conclusie trekken dat de hele maatschappelijke discussie te danken is aan het feit dat wij in een democratisch land leven. Persvrijheid, een grondbeginsel van de democratie, maakte het de media mogelijk als klokkenluider te fungeren. Het is dankzij de sociale voorwaarden van een democratie dat de Nederlanders zich hebben kunnen verenigen, protesteren. Daarom lijkt het mij niet meer dan logisch dat deze maatschappelijke discussie op een democratische manier beslist dient te worden. Het volk heeft met een meerderheid voor een parlementaire enquête gestemd. Daarnaast is het ook nog eens de taak van het parlement om het kabinet te controleren, terwijl ze nu door het onafhankelijke onderzoek buiten spel is gezet.
Bronvermelding
Literatuurlijst
Couwenberg, S.W., Van Koude Oorlog naar oorlog tegen terrorisme, Budel 2007
Soeterik, R., Irak, Amsterdam 2004
Harten, van, P., R. Meijer, Irak in chaos, Amsterdam 2007
Internetsites
www.ad.nl
www.eerstekamer.nl
www.mindef.nl
www.mnf-iraq.com
www.google.nl
www.openheidoverirak.nu
www.regering.nl
www.rtl.nl
www.nieuwsbank.nl
www.nu.nl
www.parlement.com
www.pvda.nl
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
https://www.survio.com/survey/d/K5B1L3Q2Q1H4N2X8N
6 jaar geleden
Antwoorden