Het probleem
1.Wat is het probleem? Mijn Po gaat over het lerarentekort in Nederland. Nationaal gezien hebben we te weinig leraren om onderwijs te geven van goede kwaliteit. Vooral in het westen, voornamelijk de randstad, van Nederland blijven er heel erg veel vacatures open. Het tekort geldt voor alle type onderwijs, zowel primair onderwijs als middelbaar onderwijs en beroepsopleidingen. Daarnaast nemen de aanmeldingen op de PABO niet toe. 2.Hoe omvangrijk is het probleem? In de grote steden bleven ruim 10% van de vacatures onvervuld alleen al in het basisonderwijs in 2001/2002. Dat zijn ongeveer 6750 banen. In 1998/1999 waren er ongeveer 5600 onvervulde vacatures. Op middelbare scholen konden in 2001/2002 13% van de vacatures geen leraar vinden terwijl dat in 1998/1999 nog 8% was. Hier gaat het om ongeveer 3500 banen. Het meest zorgelijk zijn de tekorten op het Mbo en in het speciaal onderwijs, zowel primair als middelbaar. Op het Mbo bleef 20% van alle vacatures onvervuld en in het speciaal onderwijs ruim 25% in 2001/2002. Het meest zorgelijke zijn de grote procentuele stijgingen van onvervulde vacatures. Als dit zo doorgaat voorziet de Algemene Onderwijs Bond dat er een tekort van 27.000 leraren zal zijn volgend jaar in 2004. Dat zal dan een noodtoestand zijn. 3.Is het een sociaal en/of politiek probleem? Beide, voor ons als maatschappij heeft het grote gevolgen doordat de kwaliteit van het onderwijs achteruit gaat en er bijvoorbeeld nu al complete klassen naar huis worden gestuurd. Of ouders worden gevraagd om voor de klas te staan. Maar als het op deze manier moet kan iedereen wel leraar worden. De maatschappij kijkt tegenwoordig heel anders tegen het beroep ‘leraar’ aan dan vroeger. Vroeger was het een hoog beroep met een van de hoogste salarissen wat alleen voor de adel was weggelegd, hetzelfde gold voor het onderwijs zelf. Nu wordt het onderwijs gezien als een verplicht iets. Ook leraren verdienen ten opzichte van vroeger minder. Het beroep leraar is gewoon gedaald op de maatschappelijke trap van aanzien. Omdat scholen in handen zijn van de overheid vinden veel mensen dat die het maar moet oplossen. Ouders willen namelijk het beste voor hun kinderen maar helaas is dat niet mogelijk. De politiek houdt zich wel degelijk bezig met het probleem alleen is er te weinig resultaat vinden ouders en scholen zelf. 4.Hoe is het probleem ontstaan? De oorzaak van het lerarentekort heeft te maken met verschillende factoren. De laatste eeuw zijn er veel uitvindingen gebeurt die ons leven beïnvloeden. Ook de keuze van beroep. Doordat er veel meer variatie kwam op de banenmarkt en bedrijven grote wervingsacties houden/hielden om mensen de voordelen van hun bedrijf te laten zien lijkt zo’n baan aantrekkelijker dan het onderwijs. Daarbij komt dat Nederland groeit. Er is dus meer vraag naar leraren maar het aanbod haalt deze vraag niet. Ook bedenkt de overheid allemaal projecten waardoor het onderwijs minder ingewikkeld zou moeten worden zoals Vmbo, 2e fase, kleinere scholen en klassen en gedeeltelijk afschaffen van bijzonder onderwijs maar daarvoor zijn meer mensen nodig. 5-6.Wie zijn er bij het probleem betrokken? Welke opvattingen hebben de verschillende groepen over de aard van het probleem, de oorzaken, en het huidige beleid? Natuurlijk de overheid die vaak voor de scholen bepaald en regels instelt waar de scholen zich aan moeten houden. De overheid wil alles zo goedkoop en efficiënt mogelijk zodat er zoveel mogelijk geld overblijft voor andere dingen. De overheid heeft volgens de scholen en leraren veel te veel macht over de school, zo zien liever dat ze veel meer zelf mogen bepalen zodat ze hun eigen problemen kunnen oplossen op hun manier. Ze willen kwalitatief goed onderwijs geven en veel aandacht voor het individu terwijl dit voor de overheid te veel geld kost. De ouders zien het liefst zo hoog mogelijke opgeleidde kinderen die alle vrijheid krijgen op de arbeidsmarkt. Die bedrijven willen zo veel mogelijk mensen zodat hun bedrijf kan groeien. Wel moeten deze mensen goed opgeleid zijn zodat er geen extra cursussen en bijscholing gegeven hoeft te worden. En de onderwijsbond kijkt hier allemaal overheen en wil graag dit probleem uit de wereld helpen en hoopt op goede oplossingen door de regering. Ook politieke partijen zetten zo´n punt als het lerarentekort op hun lijst en denken allemaal wel een oplossing te hebben. Daarnaast zijn er mensen die op zoek zijn naar een baan, zij zelf moeten de knoop doorhakken of dat een baan in het onderwijs wordt. Iedereen is het eens over het feit dat er echt iets moet gebeuren.
Opvattingen
7. Welke normen hanteren de groepen en wat heeft dat te maken met hun waarden? Waarden zijn idealen om na te streven en normen de maatstaven voor gedrag. Een belangrijke norm in Nederland is dat iedereen goed onderwijs krijgt. Voor de scholen staat dit voorop. De scholen en leraren willen weer prettig les kunnen geven waardoor ook de kwaliteit van het onderwijs verbeterd kan worden. Ze willen aandacht voor het individu en ouders. Ouders willen dit ook. Goed onderwijs want men betaalt al genoeg belasting. Kleinere klassen en kleinere scholen is hun wens. Goed contact met de leraar moet weer mogelijk worden. Doordat beide partijen zich open naar elkaar opstellen komen er weinig conflicten tussen de leraar en ouder. Ook de ouder ziet dat het niet de schuld van de school is. De overheid is er om deze norm waar te kunnen maken. Zij wil voor iedereen een zodanig prettig mogelijke maatschappij creëren en daarvoor is geld nodig. Het liefst wil de overheid alles zo goedkoop en efficiënt mogelijk doen. Er worden veel plannen gemaakt om het onderwijs te bevorderen denk de overheid. Hierover ontstaan meningsverschillen tussen ouder/school en overheid. Dat komt omdat ze dezelfde norm hebben maar het beide op een andere manier willen oplossen. De onderwijsbond probeert een brug tussen beide te slaan maar staat aan de kant van de school. Het bedrijfsleven heeft hele andere belangen en wil goed opgeleidde en genoeg personeel. De werkzoekende of de twijfelaars willen een leuke baan maar is dat leraar/lerares? 8. Zijn de opvattingen van de betrokken groepen in de loop van tijd veranderd? En hoe is het in andere samenlevingen met dit probleem gesteld? Omdat het een probleem is dat pas de laatste jaren is komen bovendrijven hebben de groepen pas sinds kort een mening hierover gevormd. Andere landen hebben niet zo met een lerarentekort te maken. De oorzaken dat het in Nederland wel aan bod is en in andere landen niet heeft misschien te maken met de status van het beroep ‘leraar’ in Nederland. In België en Frankrijk krijgen leraren bijvoorbeeld een hoger salaris en is het politieke beleid heel anders.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden