Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Integratie

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 5226 woorden
  • 7 juni 2003
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
59 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding De laatste tijd hoor je steeds meer mensen zeggen dat Nederland vol is. Hiermee bedoelen ze dat er teveel immigranten naar Nederland komen om hier een bestaan op te bouwen. De mensen die uit het buitenland komen hebben een andere cultuur dan er hier in Nederland heerst. Er kunnen grote verschillen tussen deze twee culturen zitten en dit kan leiden tot onbegrip, gebrek aan respect en conflicten. Het is daarom van groot belang dat de verschillende cultuurgroepen dingen moeten veranderen om de samenleving leefbaarder te maken. De culturen van de allochtonen moeten de meeste veranderingen ondergaan. Deze mensen moeten integreren (onze omgangsvormen, taal, normen, waarden, onze cultuur overnemen) om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Pim Fortuyn vond ook dat Nederland vol was. Hij richtte een eigen politieke partij op, om dit ‘probleem’aan te pakken. Zo ontstond de LPF (Lijst Pim Fortuyn). Een paar belangrijke hoofdpunten uit zijn verkiezingsprogramma over het immigratiebeleid zijn: - Gericht emancipatiebeleid voor (allochtone) vrouwen in achterstandswijken - Korten op de uitkering van iedereen die niet zijn best doet om te integreren in Nederland - Achterstandswijken verdelen op basis van land van herkomst en maatschappelijke positie - Maximaal 10.000 plaatsen voor asielzoekers
Jammer genoeg werd hij vermoord, omdat hij uitkwam voor zijn mening. Bij de verkiezingen haalde zijn partij toch veel stemmen. Dit betekent dus dat ook veel mensen van de bevolking, het eens zijn met de mening dat Nederland vol is. Veel allochtonen kennen namelijk de taal niet goed en hebben nog hun eigen cultuur. Dit heeft nadelige gevolgen, zowel voor de allochtonen als de autochtonen. De allochtonen passen niet in onze maatschappij. Ze kunnen geen goede baan vinden, worden gediscrimineerd, zijn arm en komen zo gemakkelijker in het criminele circuit terecht. De autochtonen zien hen hierdoor eigenlijk vooral als last, ze werken niet en kosten alleen maar geld. Het is zelfs voorgekomen dat een allochtoon (Marokkaan) iemand wilde vermoorden om de ‘familie-eer’te redden of dat een vrouw in de Islam niet mee telt. Dit is hier in Nederland natuurlijk abnormaal. Moet er dus iets gebeuren met het immigratiebeleid in Nederland, wat betreft de toestroom van buitenlanders?
Sinds wanneer is de toestroom van buitenlanders ontstaan en hoe is dat zo gekomen? De centrale ligging in Europa, de bloeiende havensteden en de handelsgeest van de Nederlanders maakten van Nederland een open land. Middeleeuwen
Al in de vroege middeleeuwen trokken kleine aantallen vreemdelingen, meestal vanwege handel, uit Zuid- en Oost-Europa naar de Lage Landen. In de periode tussen 1580 en 1780 was het aantal immigranten in verhouding tot de omvang van de bevolking groot: tussen de 6 en 11 procent van de inwoners van wat nu Nederland heet was vreemdeling. Ook deze nieuwkomers woonden voornamelijk in de grote steden. In de zeventiende eeuw lag het percentage buitenlanders in Amsterdam rond de 30 procent. Tijdens de oorlog (WOI) Tussen 1933 en 1940 vluchtten er ongeveer dertigduizend mensen uit nazi-Duitsland naar Nederland. Veel nieuwkomers trouwden hier met Nederlanders of hun kinderen trouwden met Nederlanders. Ongeveer 1 op de 7 inwoners van Nederland in 1990 was ofwel zelf buiten Nederland geboren of 1 of beide ouders was in het buitenland geboren. Zo zijn er in Nederland bijna 450.000 mensen met een Duitse achtergrond. Na de oorlog (WOII) Op dit moment kennen we vier groepen immigranten die om sterk uiteenlopende redenen naar ons land zijn gekomen: Ten eerste zijn dat mensen uit het Middenlandse-Zeegebied (vroeger gastarbeiders genoemd). Een groot deel van hen is tussen 1960 en 1974 via wervingscampagnes hierheen gehaald. Zo werden eerst door het bedrijfsleven en al snel ook door de overheid de tekorten op de arbeidsmarkt opgevuld. De regering in die tijd dacht dat wanneer men de migranten niet meer nodig had, ze teruggingen naar hun eigen land. Integratie was dus niet nodig. Maar ze bleven en gingen niet terug. De tweede groep bestaat uit buitenlanders die uit de landen van de Europese Gemeenschap# komen. Een derde groepering is afkomstig uit de voormalige kolonien, de overzeese gebiedsdelen, uit Indonesie, Suriname en uit de Nederlandse Antillen,. De meesten van hen hebben een Nederlandse paspoort. Tenslotte zijn hier mensen die asiel hebben gevraagd (asielzoekers) of gekregen (erkende vluchtelingen). Oorzaken
Er zijn meer verschillende oorzaken van migratie, dan de hier boven genoemde. Zo is er bijvoorbeeld gedwongen migratie zoals: verbanning, deportatie, slaventransporten. Ook is er vrijwillige migratie zoals landverhuizing, veelal onder druk van economische omstandigheden. De zogenaamde ‘push-factoren’ hebben een afstotend effect op migranten en deze emigreren dan ook, voorbeelden hiervan zijn armoede, werkloosheid, onderdrukking, oorlogsdreiging enz. Zo heb je ook ‘pull-factoren’en deze trekken migranten aan, voorbeelden hiervan zijn welvaart, vrijheid, ruimte enz. Door de aanleg van spoorwegen in de 19de eeuw en de komst van stoomschepen werd het natuurlijk makkelijker om je te verplaatsen naar andere landen. Ander stimulerende oorzaken waren: het doordringen van de beginselen van vrije migratie, vrijhandel en internationale arbeidsverdeling, het toenemen van de bevolking in Europa, het afnemen van de werkgelegenheid onder invloed van de industriële revolutie en technische veranderingen in de landbouw. Nu
Totaal zijn er nu ongeveer 1,5 miljoen allochtonen in Nederland. In 2015 zullen dit er ruim 2 miljoen zijn. Het aantal niet-westerse allochtonen neemt tot 2012 met bijna 420 duizend toe. De totale bevolking van Nederland groeit in diezelfde periode met 560 duizend personen. Dit betekent dat driekwart van de totale bevolkingsgroei voor rekening komt van de niet-westerse allochtonen. Aziaten vormen de snelst groeiende groep allochtonen. Dit blijkt uit de nieuwe allochtonenprognose van het CBS. De groep buitenlanders in Nederland groeit constant en is al heel groot. De overheid kan zo’n groep mensen niet verwaarlozen en moet er dus rekening mee houden. Hoe staat het met de snelheid en de zorgvuldigheid waarmee beoordeeld wordt of een immigrant mag blijven? Voordat een asielzoeker mag blijven in Nederland, onderzoekt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of hij/zij wel een vluchteling is volgens de omschrijving in het Vluchtelingenverdrag van Genève#. Ook kan het zijn dat een vreemdeling om andere redenen bescherming vraagt in Nederland. Asielprocedure (zorgvuldigheid) Eerst moet een asielzoeker een ingewikkelde procedure doorlopen, deze bestaat uit de volgende stappen#: Aanmelding Bij één van de Aanmeldcentra van de IND. Registratie Ze moeten papieren i en reispapieren invullen, paspoorten worden ingenomen voor nader onderzoek. Eerste gehoor Een medewerker van het IND ondervraagt de asielzoeker, hierbij mag een tolk aanwezig zijn en een (rechts)bijstandsverlener. Eerste beoordeling IND beslist of asielaanvraag in behandeling wordt genomen of dat het verzoek wordt afgewezen. Nader gehoor Dit is het tweede gesprek met een medewerker van het IND. Verslag Dit ontvangt een asielzoeker na aanleiding van het nader gehoor. Voornemen en beslissing De IND-medewerker neemt nu een negatieve of een positieve beslissing. Verblijf of vertrek uit Nederland Zoals je kunt zien is het een hele onderneming voor een asielzoeker wil hij kans maken op een verblijfsvergunning. Snelheid
In 1992 moesten asielverzoeken worden ingediend bij zogenaamde onderzoekscentra. In die centra moet de asielzoeker zich op gezette tijden melden. Binnen een maand wordt dan bekeken of het verzoek enige kans maakt. De kansloze asielzoeker blijft in het onderzoekscentrum, in afwachting van de uitslag van een kort geding dat hij of zij tegen de voorgenomen uitzetting aangespannen heeft. De meer kansrijke asielaanvragen (± 30% van totaal), gaan door naar tijdelijke opvangcentra. De asielzoeker heeft daar recht op onderdak, voeding, kleedgeld en een kleine vergoeding. Het verblijf in deze vaak grote centra duurt zes tot twaalf maanden. Tegenwoordig is het zo dat elke asielzoeker die in Nederland asiel aanvraagt, binnen 48 uur na zijn aanmelding bericht ontvangt. De aanvraag wordt als kansloos beoordeeld of verder in behandeling genomen. Kansloze asielzoekers moeten Nederland direct verlaten. De anderen worden overgeplaatst naar een 'opvang- en onderzoekscentrum' van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Binnen zes maanden wordt een beschikking gegeven op de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor een bepaalde tijd. Er wordt dus heel zorgvuldig naar gekeken of een immigrant mag blijven. Uiteindelijk krijgt bijna de helft van alle asielzoekers uiteindelijk een verblijfsvergunning. Wat betreft de snelheid waarmee beoordeeld wordt of een immigrant mag blijven, is het de laatste jaren erg veranderd. Eerst (sinds 1992) duurde het nog een maand voordat een asielzoeker wist of hij of zij kans maakt op een verblijfsvergunning en nu weet hij of zij dat al binnen 48 uur na zijn aanmelding. Het is natuurlijk wel heel fijn dat het nu sneller gaat, maar gaat dit dan niet ten koste van de zorgvuldigheid waarmee beoordeeld wordt of de asielzoeker mag blijven? Is het ethisch verantwoord gezinshereniging te verbieden? In 2001 zijn ruim 20 duizend niet-Nederlanders naar Nederland geïmmigreerd om te gaan samenwonen of trouwen met iemand die reeds in Nederland woont. Bij deze partners van zowel allochtonen als autochtonen ging het in totaal om 5,7 duizend mannen en 14,7 duizend vrouwen. Waar komen die partners vandaan? De grootste groep huwelijksmigranten wordt gevormd door Turkse en Marokkaanse bruiden en bruidegommen. Ruim 6 duizend van hen hebben zich in 2001 bij in Nederland wonende Turken en Marokkanen gevoegd. Dat komt neer op circa dertig procent van alle immigrerende buitenlandse huwelijkspartners. Suriname staat op de derde plaats voor wat betreft herkomstland van aantallen immigrerende partners.
Gezinsvormende immigratie van Niet-Nederlanders naar geboorteland, 2001 Zodra een vluchteling een verblijfsvergunning heeft gekregen, heeft hij drie maanden de tijd om een aanvraag voor gezinshereniging in te dienen. Dat lijkt ruim voldoende, maar soms blijkt het niet mogelijk dit op korte termijn te regelen. Bijvoorbeeld omdat familieleden vermist worden. Na die periode van drie maanden moeten vluchtelingen aan inkomenseisen voldoen om toestemming te krijgen familieleden over te laten komen. Zij moeten dan aantonen dat ze voldoende verdienen om de familieleden te onderhouden en dat hun huis groot genoeg is om hen op te vangen. Beleid
Het beleid op het gebied van gezinshereniging en gezinsvorming is de laatste jaren aangepast. Hieronder volgen een paar wijzigingen: De minimumleeftijd voor gezinsvorming wordt verhoogd van 18 naar 21 jaar. De inkomenseis gaat naar 130% van het wettelijk minimumloon. Er komen minder mogelijkheden om meerdere malen een partner uit het buitenland te laten overkomen. Ik vind dat het niet ethisch verantwoord is om gezinshereniging te verbieden. Vluchtelingen hebben recht op gezinshereniging. Zij hebben immers geen mogelijkheid om in eigen land, het land waar zij vandaan zijn gevlucht, een gezinsleven op te bouwen en vervolgens te onderhouden. Welke eisen kan je stellen aan de bereidheid van immigranten om te integreren? Sinds 1998 werden de inburgeringcursussen, zoals de taal en kennis van de maatschappij, verplicht gesteld voor immigranten die in Nederland zijn gaan wonen. Allochtonen
De allochtonen zelf vinden dat het integreren wel goed gaat. Ze hebben veel meer vertrouwen in het slagen van de integratie dan de autochtonen. Dit blijkt uit de Integratie-enquete van Contrast die is uitgevoerd door de NIPO. Ook vinden ze dat ze voldoende moeite doen om zich aan de Nederlandse samenleving aan te passen. Tenslotte is het zo dat onder de Marokkanen en onder vrouwen uit Turkije een hoog analfabetisme is, het is dan heel moeilijk een andere taal te leren wanneer je je eigen taal niet kan lezen of schrijven. Media
Uit verschillende krantenartikelen zie je dat de inburgeringcursus helemaal niet verloopt zoals men gehoopt had. Hieronder volgt een paar voorbeelden: Den Haag#, De verplichte inburgering van allochtonen in Nederland verloopt nog niet naar wens. Den Haag#, Ongeveer 20 procent van de nieuwkomers in Nederland die een inburgeringcursus volgen, maakt deze cursus niet af. Den Haag#, Het kabinet begint een groot offensief om de inburgering van migranten te verbeteren. Den Haag#, Eén van de vijf allochtonen die verplicht een inburgeringcursus volgt, haakt voortijdig af. Mogelijke oorzaken dat immigranten eerder stoppen met hun verplichte integratiecursus is dat zij werk hebben gevonden, op hun kinderen moeten passen of problemen in eigen omgeving hebben. Voor de mannen die al werken blijven taallessen een extra belasting. Een moeilijke cursus volgen naast een vermoeiende baan, dat kan niet iedereen aan. Aanpak
Werkloze immigranten zijn verplicht Nederlands leren, maar hier komt ook weinig van terecht. CDA denkt er zelfs aan om boetes uit te delen als immigranten hun taalcursussen niet afmaken. Het kabinet hoopt natuurlijk dat het aantal niet afgemaakte inburgeringcursussen daalt, dit willen ze bijvoorbeeld bereiken door de komende vier jaar 250 miljoen euro extra per jaar te investeren (stelt de PvdA voor) of door afspraken te maken met de instanties die de cursussen moet uitvoeren. Ook krijgen immigranten geen uitkering meer als ze de cursus niet hebben afgerond en krijgen ze pas een definitieve verblijfsvergunning als ze hun inburgeringcursus goed hebben afgerond. Tenslotte willen ze dat de inburgeringprogramma’s korter moeten worden. Het kabinet wilt dat immigranten zelf de helft betalen voor hun verplichte inburgering. Ik vind dat de eisen die de Nederlandse regering stelt aan de immigranten om te integreren zeer redelijk zijn. Als de immigranten naar Nederland komen, dan moeten ze gewoon succesvol de inburgeringcursus hebben afgerond. Zij willen hier in Nederland komen wonen en werken, dus moeten ze zich ook aanpassen aan de Nederlandse waarden, normen en de taal leren spreken. Hoe kun je de verspreiding van de immigranten binnen Nederland bevorderen om daarmee grote concentraties in bepaalde gebieden te voorkomen? Het is je vast opgevallen dat heel vaak immigranten van dezelfde afkomst dicht bij elkaar wonen in de zelfde buurten. Over het algemeen komt het nog steeds voor dat migranten met meer mensen in een woning samen wonen. Bij Turken er Marokkanen is de kamerbezetting bijna twee keer zo groot als bij de autochtonen bevolking. Deze groep immigranten zullen zich dan ook minder snel ‘mengen’ met de oorspronkelijke bevolking. En omdat hier alleen maar allochtonen wonen, hoeven ze geen Nederlands te kunnen praten. De normen en waarden tussen deze mensen zijn ook hetzelfde. Dit heeft tot gevolg dat de allochtonen niet goed kunnen communiceren met de autochtonen. Ze kunnen hierdoor geen goede baan vinden, worden gediscrimineerd en zijn arm en komen zo in het criminele circuit terecht (dat komt doordat ze weinig of geen maatschappelijke bindingen hebben), zoals Marokkanen en Antilianen. Het komt voor dat woningbouwcorporaties Turkse, Marokkaanse of Surinaamse woningzoekenden niet willen bemiddelen omdat ze vinden dat er in een wijk anders te veel allochtonen komen. Of ze verwijzen hen door naar de slechtere woningen. Hierdoor kan het voorkomen dat in een bepaalde buurt alle buitenlanders op een kluitje in een torenflat wonen. Er ontstaan hierdoor langzamerhand achterstandswijken (zoals Tarwewijk in Rotterdam, Oud-Krispijn in Dordrecht, Transvaal in Den Haag en Ondiep in Utrecht). Deze wijken zijn niet alleen de slechtste van Nederland als het gaat om woningen, winkels en andere voorzieningen, maar ook wat betreft leefklimaat. Dit staat in het rapport van Joolingen. Hoewel in veel gemeenten waar Turkse en Marokkaanse gezinnen wonen, de stads- vernieuwing op grote schaal ter hand wordt genomen, heeft dit toch niet veel opgeleverd. Talloze Nederlanders hebben namelijk hun benauwde bovenhuis ingeruild voor een mooie woning in een nieuwbouwwijk. Maar de Turkse en Marokkaanse buurtgenoten blijven voor een belangrijk deel aangewezen op de vrijgekomen oudbouw. Aanpak

Volgens FORUM is de bestrijding van segregatie van grote belang, wil het kabinet succesvol integratiebeleid kunnen voeren. De spreiding kan alleen worden gestimuleerd door herstructurering, het slopen van slechte, goedkope woningen die vervangen worden door goede betaalbare woningen. Daarnaast moet geïnvesteerd worden in het verbeteren van kwaliteit van de wijk, in de openbare ruimte, in voorzieningen en in het versterken van de sociale samenhang. De bouwproductiviteit in de vinex-wijken en nieuw te bouwen wijken dient de grootst mogelijke prioriteit te krijgen. Jammer genoeg dreigt de aanpak van deze wijken te stagneren. Dit bleek uit een onderzoek van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting en enkele bij de achterstandswijken betrokken private partijen. Het kabinet vindt dat instellingen hen moeten aanmoedigen om zich te verspreiden over verschillende wijken. Ze willen overbevolking en illegale bewoning bestrijden. Hier hoort in de eerste plaats tot de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur om in samenwerking met verhuurders het bestaan en ontstaan van woonwijken met een oververtegenwoordiging uit etnische groepen tegen te gaan. En om dit te bereiken zal de minister van V&L in overleg met de 25 grote gemeenten een beleidsagenda integratie op lokaal niveau opstellen. Er moet dus nog veel overlegt worden, wil het uiteindelijke resultaat behaald worden. Is er onderzoek gedaan naar opvang van asielzoekers, die teruggezet zijn naar het land van herkomst? De terugkeer van asielzoekers is in de afgelopen jaren zeer problematisch gebleken. Ondanks pogingen van de Nederlandse overheid om de terugkeer van afgewezen asielzoekers gericht aan te pakken, is het aantal gedwongen uitzettingen heel gering geweest. Als een asielzoeker is uitgeprocedeerd, moet hij Nederland verlaten en verliest hij zijn plaats in de opvang. Hij krijgt dan maar enkele weken de tijd om terug te keren naar het land van herkomst. In veel gevallen is deze periode te kort om al het noodzakelijke papierwerk te regelen. Asielzoekers komen vaak zonder reispapieren Nederland binnen en tijdens de lange asielprocedure verlopen de reisdocumenten van de mensen en eveneens de papieren. Knelpunten bij vrijwillig terugkeren: De verantwoordelijkheid is de laatste tijd steeds meer verschoven naar de asielzoeker, die moet bewijzen dat hij buiten eigen schuld niet terug kan keren. Hij kan dan een voorlopige verblijfsvergunning krijgen. Op dit moment gaat de Nederlandse overheid er vanuit dat het de schuld van de asielzoeker is, als hij niet naar het land van herkomst terug kan. Maar terugkeer naar het land van herkomst kan om twee redenen moeilijk zijn: Of de asielzoeker werkt zelf niet of onvoldoende mee aan het verkrijgen van identiteits- reispapieren (eigen schuld). Of het land van herkomst werkt eenvoudig niet of heel langzaam mee aan het verstrekken van die documenten. Landen als China, Liberia en Mauretanië bijvoorbeeld (buiten eigen schuld). Niet vrijwillig terugkeren: De realiteit is dat de meerderheid van de allochtonen in Nederland zal blijven. Hiervoor zijn een aantal redenen: Bij terugkeer zijn de economische uitzichten over het algemeen ronduit slecht. De werkloosheid in de landen rond de Middenlandse Zee is veel hoger dan hier. Een deel kan of wil in verband met de politieke omstandigheden helemaal niet terug naar het land van herkomst (Turkije, Marokko, Suriname). Voor sommigen is het zelfs gevaarlijk om terug te keren. Veel remigranten (allochtonen die zijn teruggekeerd) voelen zich terug in eigen land niet meer thuis. Dat geldt met name voor de kinderen. Een groot deel van hen kampt met aanpassingsmoeilijkheden. Steun: Asielzoekers die wel terugkeren krijgen onder strikte voorwaarden financiële ondersteuning. Meneer Rouvoet, een ChristenUnie-kamerlid, vindt dat asielzoekers die weinig kans maken op een verblijfsvergunning omdat ze bijvoorbeeld uit relatief veilige landen komen, een premie moet worden aangeboden wanneer ze willen vertrekken. Afspraken met de overheden in die landen moeten ervoor zorgen dat deze mensen weer een nieuw leven kunnen opbouwen. Nederland kan nooit echt controleren of de uit geproduceerde asielzoekers inderdaad terugkeren naar land van herkomst. Ze kunnen bijvoorbeeld illegaal in Nederland verblijven. Er wordt ook geen onderzoek gedaan naar de opvang van asielzoekers, die teruggezet zijn naar het land van herkomst. Ik denk dat Nederland ervan uit gaat dat het wel goed gaat. Ze hebben namelijk zeer zorgvuldig onderzoek gedaan voordat ze tot de conclusie zijn gekomen of een asielzoeker wel of niet mag blijven. Ze sturen een asielzoeker dan ook niet terug als hij of zij onveilig is in zijn eigen land. Hoe denken politieke partijen over het immigratie beleid in Nederland? Het is tegenwoordig politiek correct om te zeggen dat allochtonen moeten integreren. Echt grote verschillen in de opvattingen over integratie zijn er niet, wél zijn er verschillen in de mate en de manier waarop allochtonen moeten integreren van de verschillende politieke partijen. Het kabinet wil de instroom van asielzoekers vanaf 2003 terugbrengen tot 18.000 per jaar. Met onder andere betere registratie zal de problematiek van de ongedocumenteerde worden aangepakt. Deze zullen binnen een bepaalde tijd als nog hun identiteit moeten aantonen. Het driejaren beleid, op grond waarvan asielzoekers enkel vanwege het tijdsverloop een vergunning krijgen, verdwijnt. En een tijdelijke verblijfsvergunning asiel wordt verlengd van 3 jaar naar 5 jaar. Standpunten van politieke partijen: CDA vindt dat inburgering kan al beginnen in land van herkomst. Allochtonen die in een achterstandssituatie dreigen te raken aangespoord moeten worden snel aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Als de “aansporingen” niet serieus genomen worden moet de verblijfsvergunning volgens het CDA in gevaar komen. Ook vindt het CDA dat criminele vreemdelingen sneller moeten worden uitgezet en dat illegaliteit bestreden moet worden. Tenslotte vind de CDA dat Nederland geen economisch immigratieland is. LPF vindt dat de Nederlandse identiteit moet worden gekoesterd. Er moet een effectief integratiebeleid zijn waardoor de normen en waarden gerespecteerd worden. Inburgeringcursussen zijn verplicht. Ze willen gezinsvorming beperken en is alleen mogelijk na afleggen proeve van bekwaamheid in de Nederlandse taal. Tenslotte willen ze een streng toelatingsbeleid en Nederland is geen immigratieland. VVD vindt de integratie van allochtonen erg belangrijk en legt ook het accent op scholing, de taal en voorbereiding op de arbeidsmarkt. De partij is voor een inburgeringscontract met vreemdelingen. Hierin kunnen dan verplichtingen voor de allochtoon wat betreft scholing, arbeidsmarkt en huisvesting geregeld worden. Vraagstukken op het terrein van de immigratie zoveel mogelijk binnen EU-verband oplossen. Ze willen gezinshereniging flink verminderen. PvdA vindt dat integratie bevorderd moet worden door vreemdelingen een oriëntatie op Nederland te bieden, de Nederlandse taal te leren en een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt te geven. De allochtonen moeten vooral worden ”gestimuleerd” om te integreren, het is verplicht. Groen Links vindt dat problemen tussen allochtonen en autochtonen vooral veroorzaakt worden doordat Nederlanders op allochtonen reageren met het “aandikken” van hun eigen identiteit. De overheid moet juist de voordelen en niet de nadelen van de immigratie benadrukken. Groen Links wil ook de integratie bevorderen door beleid wat betreft de arbeidsmarkt, de huisvesting en het onderwijs. Nederland is in hun ogen een immigratieland en er moet speciale aandacht voor gezinsvorming van Turkse en Marokkaanse Nederlanders zijn. SP vindt dat inburgeringcursussen voor Marokkanen en Turken in land van herkomst moeten worden gehouden. Huwelijk met buitenlandse partner leidt tot een verblijfsvergunning van een jaar. Daarna gelden eisen van leren van Nederlands en inburgering. D’66 vindt dat integratie van twee kanten moet komen. Aan de ene kant moeten Nederlanders respect hebben voor de andere culturen, maar die culturen mogen niet de oorzaak zijn van een isolement van allochtonen. Bij integratie zullen zowel de allochtone cultuur als de autochtone cultuur veranderen. Nieuwkomers betalen de helft van de kosten en krijgen dit weer terug na succesvolle afronding. Christen Unie vindt dat integratie gestimuleerd moet worden door scholing en een oriëntatie op de Nederlandse cultuur. In het inburgeringtraject moet ook kennis van Nederlandse cultuur, normen, waarden en bijbel voorkomen. LN vindt dat men pas een verblijfvergunning kan krijgen als men in ieder geval is slaagt voor de verplichte inburgeringcursus. Geen dubbele nationaliteit. Er moeten strenge eisen zijn voor toelatingsbeleid, maar recht op immigratie moet blijven bestaan. De CDA is het grootste partij van Nederland. De fractieleider van deze partij Dhr. Balkenende is geen voorstander om van Nederland een multiculturele samenleving te maken. Hij vindt dat de integratie van allochtonen alleen vorm kan krijgen wanneer zij de uitgangspunten van de Nederlandse rechtsstaat aanvaarden en zich aanpassen aan wezenlijke onderdelen van de Nederlandse cultuur. Citaat uit de Telegraaf hoe Dhr. Balkenende erover denkt: "Voor mij is de multiculturele samenleving dus niet iets om naar te streven", zo zei hij donderdag tijdens een lezing in Den Haag bij de 'Dertigers van het CDA'. Hoewel immigratie de Nederlandse cultuur uiteindelijk kan verrijken, stelt Balkenende, zijn vooral gemeenschappelijke waarden en normen van belang. Bij naast elkaar bestaande culturen liggen de conflicten en problemen bij voorbaat op de loer. Het is daarom noodzakelijk om bij inburgeringcursussen de nadruk te leggen op het bijbrengen van de Nederlandse cultuur. Nu zijn de cursussen voor nieuwkomers teveel gericht op het leren van de 'foefjes' van de verzorgingsstaat, zoals het verkrijgen van huursubsidie. De discussie over het belang van de eigen normen en waarden is de afgelopen jaren nauwelijks gevoerd, omdat men bang was om van intolerantie of discriminatie te worden beschuldigd, denkt Balkenende. "Het benoemen van problemen die veroorzaakt worden door culturele verschillen is daardoor lange tijd erg moeilijk geweest". Volgens hem hebben de media en de politici elkaar te lang gevangen gehouden in politieke correctheid. De CDA-voorman stelt verder dat de Nederlandse samenleving de regels die men belangrijk vindt, niet helder benadrukt. Dat schept verwarring bij de nieuwkomers. Er is, constateert hij, gebrek aan houvast over wat op straat en op school wel of niet mag. "De problemen met de vrijwel geheel uit allochtonen bestaande jeugdbendes in Rotterdam bewijzen het gelijk van die stelling", vindt hij. Ook de doorgeschoten tolerantie en de relativering van de eigen cultuur zorgen voor acceptatie van afwijkend gedrag. Sociale problemen zijn onderbelicht gebleven. Ook de regeringspartijen PvdA en VDD zijn wat Balkenende betreft niet op de goede weg. De PvdA richt zijn pijlen eenzijdig op versterking van de vaardigheden om achterstanden te bestrijden. De VVD probeert vooral de
instroom van allochtonen te beperken en criminaliteit te bestrijden. Maar het gaat er wat hem betreft vooral om dat allochtonen de taal goed leren en zich de grondwaarden van de samenleving eigen maken. Wat vind ik zelf van dit probleem? Er zijn verschillende voor- en nadelen als de toestroom van buitenlanders wordt beperkt in Nederland. Immigratiebeleid strenger: Veel allochtonen die naar Nederland komen, kunnen heel moeilijk werk vinden. Sommige hebben dit echter aan hun zelf te danken, omdat ze hun inburgeringcursus niet goed volgen of helemaal niet. Bovendien wonen er in Nederland al heel veel mensen en dat heeft grote invloed op de samenleving. Het hangt samen met een toenemende onveiligheid, waardoor er onrust ontstaat. Dit zorgt er weer voor dat de samenleving onveilig wordt. Als de allochtonen geen werk ‘kunnen’ krijgen, ontvangen ze een uitkering. Deze uitkering wordt betaald van de belastingopbrengsten die de overheid van alle Nederlandse burgers ontvangt. Dit vind ik oneerlijk, want sommige van deze werklozen zijn gewoon te lui om te werken. En aangezien de meeste allochtonen weinig of geen Nederlands kennen en zich niet aanpassen aan de normen en waarden van de Nederlandse samenleving zorgt dat ook weer voor irritatie bij de autochtone bevolking. Ook is het zo dat uitgeprocedeerde asielzoekers in de praktijk het land niet eens verlaten en hier illegaal verblijven. De bevolking in Nederland zal dan licht stijgen terwijl wij er zelf geen weet van hebben. Immigratiebeleid niet strenger: Immigratie had en heeft namelijk vaak een positieve invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse- en de wereldeconomie. Het behoud van onze welvaart vraagt daarom niet om minder, maar om méér buitenlanders. Nederlanders worden gemiddeld steeds ouder, de bevolking vergrijst. Daardoor kan een tekort aan werknemers ontstaan, maar dat is niet mijn belangrijkste argument. Door de vergrijzing zal er meer worden gespaard voor pensioenen en blijft er minder geld over om uit te geven. De economische groei zal hierdoor worden geremd. Ook is het zo dat de meeste welvaartsgroei in ons land wordt gerealiseerd door jonge ondernemende mensen. Er zijn dus juist goede perspectieven (vooruitzichten) voor toekomstige en reeds aanwezige buitenlanders, wanneer zij de gelegenheid krijgen zichzelf te ontplooien via inburgeringcursussen en onderwijs. De Nederlandse economie kan hen dus goed gebruiken. Het aantal asielaanvragen is in de periode september t/m december 2002 met 55% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2001, dit komt doordat het aantal asielaanvragen daalt en de emigratie toeneemt. Dit blijkt uit de rapportage vreemdelingenketen. Tot slot Mijn conclusie is dan ook dat het beleid nu wel redelijk is op het gebied van de toestroom van buitenlanders, maar de aanpak moet dan wel iets veranderd worden. Hoewel het irritatie kan opleveren bij de oorspronkelijke bewoners, kan Nederland toch niet zonder de allochtonen. Zij hebben namelijk ook een positieve invloed op de economie. Ook is het zo dat de laatste paar maanden de asielaanvragen zijn gedaald. De toestroom van buitenlanders is dus afgenomen, alhoewel er natuurlijk nog van alles kan veranderen. Wat betreft de aanpak, vind ik dat als asielzoekers worden afgewezen en dus geen verblijfsvergunning krijgen, ze het land moeten worden uitgezet onder toezicht van de politie. Zo weten we zeker dat ze het land hebben verlaten, en dan zal er ook minder illegaliteit voorkomen. Asielzoekers die wel een verblijfsvergunning krijgen, moeten verplicht de inburgeringcursus goed afronden. Als ze dit niet doen, dan krijgen ze geen verblijfsvergunning en moeten ze het land onder toezicht verlaten. Tenzij ze er niets aan kunnen doen, door bijvoorbeeld een geestelijke achterstand (maar dit geldt alleen in bijzondere gevallen en moet welaantoonbaar zijn) dat ze de cursus niet kunnen volgen of afronden. Dan mag er wel een uitzonderring worden gemaakt, maar ze moeten het dan wel melden.
Conclusie Het immigratiebeleid in Nederland wat betreft de toestroom van buitenlanders is al redelijk. Dit blijkt namelijk uit de cijfers van de rapportage vreemdelingenketen. Er is dus al een daling van asielaanvragen in Nederland. Dit hoeft niet te beteken dat er minder allochtonen bijkomen in Nederland. Integendeel, dit aantal groeit juist. De reden hiervan is dat de allochtonen die een verblijfsvergunning hebben gekregen een bestaan opbouwen in Nederland, waardoor natuurlijk kinderen worden geboren. De mensen die illegaal in Nederland verblijven laat ik buiten beschouwing, omdat nooit een exact aantal kan worden gegeven, anders zouden ze wel opgespoord worden en het land uitgezet. Tot slot Het kabinet mag er nu niet van uitgaan dat alles goed gaat, want het kan zo zijn dat volgend jaar de toestroom van buitenlanders weer toeneemt. Zij moet dus altijd alert zijn op de toestroom van buitenlanders, maar ook op de allochtonen met een verblijfsvergunning. Deze moeten zich aan de regels houden, om irritaties zo goed mogelijk te verkomen in de Nederlandse samenleving Evaluatie van de onderzoeksopdracht Mijn tijdsplanning was niet echt goed. Ik begon er te laat mee, en daardoor had ik een beetje tijdgebrek. Maar gelukkig is het me toch nog gelukt. Ruben en ik besloten om de samenwerking te beëindigen en samen een eigen P.O. te maken. De onderzoeksopdracht, ‘de toestroom van buitenlanders‘, vond ik een erg leuk onderwerp, omdat ik zelf ook een allochtoon ben. Hoewel ik in Nederland ben geboren, vind ik de taal toch nog wel moeilijk. Thuis praat ik namelijk Chinees met mijn ouders. Bij het schrijven van mijn P.O. stuitte ik dan ook op spelfout problemen, voorbeelden hiervan zijn de lidwoorden en meervouden. Sorry hiervoor. Ook moest een deelvraag laten vallen, omdat ik er te weinig informatie over kon vinden, maar voor de andere deelvragen had ik wel genoeg informatie. De begeleiding van de docent was erg goed. Hij hielp mij mee om informatie te zoeken en moedigde mij aan om de hoop niet op te geven, toen ik het niet meer zag zitten. Ik vind dat het niet echt een artikel is geworden, maar meer een soort van werkstuk. Dit komt door de indeling van mijn tekst in hoofdstukken en kopjes. Ik deed dit, zodat het lezen makkelijker gaat en het is overzichtelijker. Ik dacht dat ik meteen kon beginnen met het beantwoorden van een deelvraag, maar als ik dat deed was ik zo klaar met mijn artikel. Vandaar dat ik in elk begin van een hoofdstuk een soort van inleiding heb gegeven van hoe het er toen of nu aan toe gaat. Op het eind van de hoofdstuk gaf ik tenslotte antwoord op de deelvraag. Het maken van deze P.O. was erg leerzaam. Ik weet nu hoe het asielbeleid is in Nederland en hoe het er aan toe gaat. Dit vind ik erg interessant en leuk om te weten. De P.O. maatschappijleer was dus eigenlijk niet zo verschrikkelijk als ik had gedacht, maar juist erg leerzaam en interessant. Literatuurlijst De gebruikte bronnen zijn: Encarta Encyclopedie Winkler Prins
Vreemdelingenwet 2000
Woordenboek
Het boek: ‘Feiten tegen vooroordelen’, door de Anne Frank Stichting. Het internet
Sites:

REACTIES

J.

J.

een goede verslag, heel erg bedankt.

laterzz

jia-liang zhu

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.