Drugs

INHOUD

1. Inleiding

2. Hoofdvragen
(Bestaand uit: 1. Aard/2. Oorzaken/3. Standpunten)

3. Beantwoording van hoofdvragen
(Bestaand uit: 1. Aard/2. Oorzaken/3. Standpunten)

1. Inleiding

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat drugs tegenwoordig veel gebruikt wordt, vooral onder jongeren. Het is ook een bekend probleem, dus het lijkt het mij niet zo moeilijk om hier een verslag van te maken. Ook zou het mij wel leuk lijken om van het drugsgebruik iets meer te weten te komen.

In dit verslag kijken we naar het probleem "drugsgebruik".

Veel mensen raken verslaafd aan drugs en sommige overlijden zelfs door het gebruik ervan.

Ook kijken we in dit verslag naar de AARD, OORZAKEN en STANDPUNTEN van het probleem “drugsgebruik’’.

2. HOOFDVRAGEN

In deze PO Maatschappijleer beantwoord ik de volgende hoofdvragen om meer te weten te komen over het onderwerp “drugs(gebruik)”:

1. AARD
*Hoort dit onderwerp wel bij Maatschappijleer?
*Hoe ernstig is het probleem?
*Wat zijn de gevolgen van het probleem?

2. OORZAKEN
*Wat zijn de oorzaken van het probleem?

3. STANDPUNTEN
*Wat vinden betrokken groepen ervan?
*Wat doet de overheid eraan?
*Hoe kunnen betrokken groepen de overheid beïnvloeden?

3. Beantwoording van de hoofdvragen

1. AARD

*Hoort dit onderwerp wel bij Maatschappijleer? (a+b)

Het probleem “drugsgebruik” is een sociaal probleem, want drugs wordt vooral door jongeren gebruikt en dat kan te maken hebben met maatschappelijke problemen. Bijvoorbeeld als een jongere thuis verwaarloosd wordt en het gaat op school slecht, is de kans groot dat die jongere drugs gaat gebruiken om zijn problemen te vergeten.
Er wordt in Nederland en andere landen veel drugs gebruikt, maar in Nederland vooral veel. Nederland wordt gezien als het icoon van drugs, omdat je in Nederland bepaalde soorten drugs mag kopen.

Drugs wordt al jaren gebruikt, en het lijkt of het alleen maar toeneemt in Nederland.

Ook is er sprake van een politiek probleem, want het probleem is veranderbaar, het is een maatschappelijk probleem die de staat moet regelen, en door verschillende meningen ontstaan er conflicten. Ook houden regering, parlement en een aantal politieke partijen houden zich bezig met het toenemende drugsgebruik. Onder andere de SP, CU, CDA en D´66. Zij onderhandelen of drugs gelegaliseerd moet worden of niet en hoeveel drugs er dan verkocht mag worden.

*Hoe ernstig is het probleem? (b)

Tegenwoordig zijn de meeste mensen tegen drugsgebruik.
De overheid vindt dat drugs gelegaliseerd moet worden.
Veel andere mensen vinden dat het drugsgebruik helemaal verboden moet worden.
Mensen vinden dat je drugs nooit moet gebruiken en ze weten dat het slecht voor je is en dat wordt ook aan jongeren uitgelegd.
Veel mensen hebben deze mening, behalve een andere groep, de gebruikers zelf. Drugsgebruikers zelf zien er geen gevaar in en dat komt omdat ze door het gebruiken van drugs hun problemen vergeten en ze zich goed gaan voelen.

*Wat zijn de gevolgen van het probleem? (a)

De waarden en normen van drugsgebruikers veranderen heel sterk als ze drugs gaan gebruiken. Door zich bij een bepaalde groep aan te sluiten, nemen ze de waarden en normen van zo´n groep over. Vaak zijn dit juist slechte waarden en normen. Neem bijvoorbeeld een groep gabbers (neonazi’s). Zo´n groep vindt dat onder andere Marokkanen en mensen met het Downsyndroom niet thuis horen in Nederland. Maar om toch bij zo´n groep te willen horen, passen drugsgebruikers zich aan aan de waarden en normen van de groep.
Veel beginnende gebruikers stoppen met hun schoolopleiding. Zo vermindert de kans op een goede plaats in de maatschappij. Ze komen niet meer aan een baan en komen uiteindelijk op straat te staan.

Ze hebben ook niets meer te zeggen in de maatschappij en raken dus zo hun macht kwijt.

2. OORZAKEN

*Wat zijn de oorzaken van het probleem? (c)

Ons land is een democratie. Er wordt veel aandacht aan het probleem “drugsgebruik” geschonken. Er zijn al veel discussie´s over gevoerd. De regering heeft uiteindelijk besloten om drugsgebruikers toestemming te geven om softdrugs te kopen. Softdrugs mag alleen verkocht worden in coffeeshops.
Door deze verkoop ontstaan problemen bij jongeren. Als ze verkeerde vrienden hebben, doen ze vaak snel met hun vrienden mee, ze verkennen hun grenzen, of het gaat thuis of op school niet zo goed. Dan hopen ze die problemen voor even te vergeten en een ‘geweldige’ ervaring op te doen.

3. STANDPUNTEN

*Wat vinden betrokken groepen ervan? (a)

We kijken bij deze vraag naar twee verschillende groepen die met het probleem “drugsgebruik” te maken. Eerst naar de mening van de drugsgebruikers zelf, dan naar de mening van de overheid en tenslotte naar de coffeeshopeigenaren.
Drugsgebruikers zelf willen natuurlijk dat alle drugs gelegaliseerd wordt, zodat ze niet meer bang hoeven te zijn om opgepakt te worden. Als het wel gelegaliseerd zou worden, zou de kwaliteit waarschijnlijk ook beter worden, door de strenge controles. Drugs kan dan gewoon in Nederland geproduceerd worden. Het wordt dan minder duur en waarschijnlijk door veel meer mensen (hoofdzakelijk jongeren) gebruikt.
Bij de overheid verschillen de meningen nogal. Ze weten allemaal dat het drugsgebruik toeneemt. Ze willen allemaal dat het drugsgebruik afneemt en ook zeker veiliger wordt. Ze willen dus meer controle en een beperkt aantal gram softdrugs dat verkocht mag worden. Ook willen velen betere preventie, anderen willen dat er meer gedaan moet worden aan de opvang en hulp bij afkicken. Weer anderen zeggen dat de gebruikers strenger aan moeten worden gepakt, dat de straffen hoger moeten.

De coffeeshopeigenaren willen veel winst maken. Zij willen dat het gebruik van softdrugs meer zal worden geaccepteerd in de maatschappij. Daardoor krijgen zij meer klanten. Ik zelf vind dat ze ook verantwoordelijk zijn voor hun klanten.

*Wat doet de overheid eraan? (a)

De overheid geeft veel informatie aan mensen, vooral aan jongeren. Dit doen ze door bijvoorbeeld naar scholen toe te gaan en daar voorlichting te geven. Ook worden folders en reclameposters gemaakt met daarop waarschuwingen voor drugsgebruik. Door middel van deze dingen doet de overheid aan propaganda, ze proberen de aandacht op zich te vestigen zodat vooral jongeren naar hun luisteren.

*Hoe kunnen betrokken groepen de overheid beïnvloeden? (b)

Vaak stemt de groep die voor het legaliseren van softdrugs, op partijen die dat in willen voeren, zoals alleen de SP.
De groep die tegen het legaliseren van softdrugs is, stemt vaak op partijen die daar tegen zijn, zoals de CU, het CDA en de D´66.
De groepen willen ook opvallen bij de mensen en bij de overheid. Daarom voeren ze actie, door bij voorbeeld spandoeken te maken en daarmee op straat te gaan om hun mening te laten zien.