Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bureau Halt

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 6412 woorden
  • 3 juni 2003
  • 78 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
78 keer beoordeeld

Deelvragen: Hoofdstuk 1
1.1 Wat doet Bureau Halt? * 1.2 Wat zijn de eisen om bij Bureau Halt terecht te komen? * 1.3 Wat is Bureau Halt? * 1.4 Wat houdt de Halt-procedure in? * Hoofdstuk 2
Wat betekent bureau halt voor de maatschappij? *** 2.1 de jeugdcriminelen zelf. * 2.2 van de ouders van de jeugdcriminelen. * 2.3 Voor de mensen met een baan in het werkveld waar de jongere iets heeft vernield of gestolen. * Hoofdstuk 3
Hoe denken andere “groeperingen” over de aanpak van jeugdcriminaliteit? 3.1 Groen Links

3.2 VVD * 3.3 CDA * 3.4 D66 * 3.5 Christenunie * 3.6 PvdA * 3.7 Lijst Prins * Hoofdstuk 4
Wat voor soort delicten vinden er plaats die bij Halt terechtkomen en wat voor straffen krijgen ze daarvoor? 4.1 wat zijn de delicten die bij Halt terechtkomen? * 4.2 Wat voor straffen worden er gemiddeld voor gegeven? * Hoofdvraag: Hoofdstuk 5
Wat is de plaats van bureau Halt in de aanpak van de jeugdcriminaliteit? Tijdsindeling: Hoofdstuk 1: +/- 3 uur **** Hoofdstuk 2: +/- 5 uur **** Hoofdstuk 3: +/- 6 uur **** Hoofdstuk 4: +/- 3 uur **** Hoofdstuk 5: +/- 5 uur **** Keuzeverantwoording: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat jeugdcriminaliteit niet goed was, omdat het te veelomvattend was. De leraar adviseerde mij om het dan maar over bureau halt alleen maar te houden. Dus dat is de reden waarom ik dit onderwerp gekozen heb. Ontstaansgeschiedenis: De leraar adviseerde mij het onderwerp klein te houden en voor Halt te kiezen, dat heb ik dus gedaan. Bedankjes: Bedankt voor elk antwoord dat ik heb gekregen via de mail en via het interview. ChristenUnie, VVD, Lijst Prins en het CDA. Inleiding: Het werkstuk gaat over bureau halt. In dit werkstuk staat wat Bureau Halt nou eigenlijk is en wat het doet. De voorwaarden om bij Halt te komen staan erin. De meningen over de aanpak van de jeugdige criminelen volgens de politieke partijen staan er ook in. In het slot van dit werkstuk, van de hoofdtekst, de hoofdvraag dus, wordt behandeld wat de positie van Halt nou eigenlijk is in het aanpakken van de jeugdige criminelen. De hoofd- en deelvragen: Wat doet Bureau Halt en wat is bureau Halt nou eigenlijk? Bureau Halt is een organisatie die zich richt op de jeugdige criminelen onder ons, daar verstaan wij jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Bureau Halt geeft straffen zoals werk in het werkveld waar jij de schade hebt aangericht, onbetaald. De ernstigheid van het gepleegde feit maakt de ernstigheid van jou straf. In sommige gevallen, zoals met het aansteken van vuurwerk, terwijl het nog niet eens mag, krijg je vaak een leerproject en moet je een werkstuk maken over vuurwerk. Wat betekend Bureau Halt voor de maatschappij? Bureau Halt betekend behoorlijk veel voor de maatschappij, want 60 % van de jongeren die bij Halt hebben gelopen zijn niet meer terug gekomen wegens een strafbaar feit. Dit wil dus zeggen dat Bureau Halt effect heeft en dus een goede invloed heeft op de maatschappij. Ik zelf vind dat Halt mag blijven. Hoe denken andere groeperingen over de aanpak van jeugdcriminaliteit? De meeste willen een Lik-op-stuk-beleid en een strenger toezicht, ook meer politie is tegenwoordig bij de politiek een rage geworden. Een paar maar vinden Halt een positieven werking hebben. De meeste willen een strenger beleid in de jeugdcriminaliteit. Wat voor soort delicten vinden er plaats die bij Halt terechtkomen en wat voor straffen krijgen ze daarvoor? Er vinden allerlei soorten delicten plaats, maar de straffen hangen af van de ernstigheid van de zaak. Soms is het zelfs zo erg dat ze niet eens in aanmerking komen voor Halt. D.w.z. dat ze een aantekening krijgen van de officier van Justitie. Wat is de positie van Bureau Halt in de aanpak van de jeugdcriminaliteit? De meeste willen dat halt strenger optreedt tegen de jeugdcriminelen. Weinig mensen vinden dat ze goed ter werk gaan, de ChristenUnie is het meest positief over Halt, die wil dat er meer Halt moet komen. Zelf vind ik dat Halt de beste manier is om jeugdcriminaliteit te voorkomen of tegen te gaan. Niet alleen vanwege de statistieken hoor. 60 % doet het na de eerste keer niet meer, na bij Halt te hebben gelopen, maar daar kijk ik niet naar. Ik zou zelf namelijk niet strafbare feiten plegen, omdat ik weet dat het fout is en je daar ook voor gestraft moet worden. Als ik dan zoiets zou doen zou ik de gevolgen wel accepteren, maar ik zou liever in de gevangenis zitten voor een paar dagen, dan te werken voor niks of een werkstuk te maken. Bronnenanalyse: Bron Relevant Betrouwbaar Gezaghebbend

www.halt.nl Ja Ja Ja
www.d66.nl Ja Ja Ja
Nancy Burger VVD Ja Ja Nee
Corrie Rentenaar CDA Ja Ja Nee
www.groenlinks.nl Ja Ja Ja
Henk Vos ChristenUnie Ja Ja Nee
Dhr. Prins Lijst Prins Ja Ja Nee
Hennie Abbenes PvdA Ja Ja Nee
Ikzelf Ja Ja Zeker weten
www.halt.nl de informatie die ik daarvanuit heb gedownload. Ja Ja Ja Hoofdstuk 1 Wat doet bureau halt en wat is bureau halt nou eigenlijk? 1.1 Wat doet bureau halt? De politie verwijst jongeren die een criminele daad op hun geweten hebben door naar Bureau Halt. Om de jeugdige criminelen door te sturen moeten de crimineeltjes wel eerst aan een aantal eisen voldoen. Meestal legt Halt een taakstraf op. 1.2 Wat zijn de eisen om bij bureau halt terecht te komen?  De eerste eis is dat de leeftijd van de criminelen tussen de 12 en de 17 jaar moet liggen.  De tweede eis is dat ze moeten voldoen aan de volgende misdaden, vallen ze erbijten komen ze ook niet bij halt terecht. openlijke geweldpleging tegen goederen (art. 141) eenvoudige vernielingen, inclusief graffiti (art. 350) eenvoudige vormen van brandstichting (art. 157) (poging tot) diefstal/ verduistering (art. 310/311/321) heling (art. 416/417) verwisselen van prijskaartjes (art. 326) baldadig gedrag in het openbaar (art. 424) het zich bevinden op verboden terrein (art. 461) bezit van illegaal vuurwerk, afsteken van legaal en illegaal vuurwerk buiten de toegestane tijd, bezit van vuurwerk buiten de periode dat vuurwerk verkocht mag worden, bezit van meer dan 10 kg vuurwerk in de periode dat vuurwerk verkocht mag worden (art. 1.2.2, 2.3.6 en 1.2.4 Vuurwerkbesluit) strafbare feiten in plaatselijke verordeningen die betrekking hebben op vuurwerk of baldadig gedrag.  De derde eis is dat de crimineel zelf ook toegeeft dat hij dat strafbare feit heeft gepleegd.  De vierde eis is dat de jongere maximaal een keer eerder bij halt is geweest, daar komt nog eens bij dat het minstens een jaar terug moet zijn geweest.  De vijfde eis is dat de jongere het eens is met de verwijzing naar Halt. Als hij niet wil, hoeft het ook niet. Als een jeugdige crimineel niet aan deze eisen voldoet, dan kan hij alleen maar door de politie naar Halt verwezen worden met toestemming van de officier van justitie.
1.3 Wat is bureau Halt? Bureau Halt is een instelling dat als initiatief is opgericht door de politie en justitie. Halt richt zich voornamelijk op jongeren. Als Halt niet ingrijpt denkt de jeugd dat het criminele gedrag gewoon geaccepteerd wordt. 1.4 Wat houdt de Halt-procedure in? Gesprek
Na een verwijzing van Halt door de politie wordt de jongere uitgenodigd voor een gesprek bij Halt. In dit gesprek kan de jongere uit leggen waarom hij het deed en wordt er uitgelegd wat er van de jongere verwacht wordt. De jongere kan dan kiezen of hij de Halt-procedure wil doorlopen of dat hij doorgestuurd wil worden naar de officier van Justitie. De ouders/ verzorgers ontvangen ook een uitnodiging om bij het gesprek bij Halt aanwezig te zijn. Werken
In de regel bestaat de Halt-procedure uit een aantal uren werken en het vergoeden van de eventueel aangerichte schade. Soms wordt, naast of in plaats van de werken, aan jongeren een speciaal op de situatie gemaakt/ verzonnen leerproject aangeboden. Halt wil de jongere confronteren met wat hij heeft gedaan, daarom leggen ze hem een werkstraf op dat met het begaande delict te maken heeft. Om de jongere te laten inzien wat voor schade hij aanricht of aan kan richten. Ook doen ze dat om te laten zien wat voor werk ze degene bezorgen die die baan uitvoert. De jongere kan daardoor ook zelf een deel van de aangerichte schade herstellen. Als de jongere niet aan de slag kan bij de benadeelde, omdat bijvoorbeeld het werk te gevaarlijk is of de jongere niet meer met het delict geconfronteerd wil worden, worden zij vaak ingezet bij een gemeentelijke dienst, zo’n dienst kan zijn een plantsoen schoonmaken of bijvoorbeeld klusjes op een kinderboerderij. De werkzaamheden worden buiten de schooltijden van de jongere verricht, onder de begeleiding van een volwassene. Schaderegelingen
Als de jongere de schade die hij heeft aangericht niet kan herstellen, moet hij (een deel) betalen. Er wordt dan in overleg met Bureau Halt een deal gesloten over hoe de betaling zal moeten worden gedaan. Afspraken
De afspraken met de jongeren worden door Bureau Halt op papier gezet en ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. Als de jongere dan instemt met het besluit organiseert Bureau Halt de werkzaamheden of het leerproject en ziet toe op de schadebetaling. Voor jongeren tot 16 jaar geldt dat de ouders/ verzorgers schriftelijk toestemming moeten geven voor de met Bureau Halt gemaakte afspraken. De afloop
Als de jongere alle afspraken die met Bureau Halt zijn gemaakt ook nagekomen is, is de Halt-procedure geslaagd. Halt rapporteerd de vorderingen aan de politie, die de zaak seponeert (dit betekent dat er geen proces-verbaal wordt ingestuurd naar de officier van Justitie en de zaak voor de jongere is afgedaan). Als de jongere zich niet aan de afspraken houdt of als de procedure tussentijds wordt afgebroken, is de Halt-procedure mislukt. Halt rapporteert hierover aan de politie en die stuurt het proces-verbaal naar de officier van Justitie. Dan beslist de officier van Justitie de verdere afhandeling van de zaak. Het nadeel voor de jongere is dat er in zo’n soort geval een aantekening in de justitiële documentatie plaatsvindt.
Hoofdstuk 2 Wat betekent Bureau Halt voor de maatschappij? De voordelen van de Halt-procedure zijn: o Een beter vervangend middel voor de traditionele officier van Justitie. o De methode is erg effectief, omdat het de zaak snel afsluit. (‘lik-op-stuk’) o een ‘buitenjustitiële afdoening’ wil zeggen dat de jongere een aantekening in de Justitiële Documentatie vermijden kan. o De schadevergoeding wordt geregeld in de procedure. Er is uit onderzoek meerdere malen gebleken dat het een effectief middel is tegen delictgedrag: ruim zestig procent van de Halt-jongeren werd niet voor een tweede keer door de politie aangehouden. Een landelijk recidiveonderzoek is in voorbereiding. Hieruit kun je concluderen dat de aanpak in orde is en dat het voor de jongeren beter is als ze bij Halt komen dan bij de officier van Justitie. De officier van Justitie maakt namelijk aantekeningen van jou gepleegde “strafbare” feiten. Die aantekeningen kunnen in de toekomst vooral tegen zitten als je bijvoorbeeld op zoek bent naar een baan. Ze kunnen je dan weigeren op grond van een vroegere gebeurtenis, dat dan in jou nadeel werkt natuurlijk. Bijvoorbeeld: Je hebt op je veertiende iemand ernstig verwond tijdens een inbraak, dat je niet naar Halt kon, en dus naar de officier van Justitie ging. De officier van Justitie heeft een aantekening gemaakt en de zaak was hiermee afgedaan… zou je denken. Tien jaar later heb je een goede opleiding achter de rug, waar je veel kanten mee op kunt. Nu ga je solliciteren, jij denkt omdat je de papieren ervoor hebt, dat je de baan sowieso krijgt. Nu merkt echter de baas op dat jij op je veertiende iemand ernstig verwond hebt tijdens een inbraak, nu gaat hij erover nadenken of jij echt wel zo geschikt bent voor die baan. Hij besluit echter om je niet aan te nemen, natuurlijk wordt je niet verteld waarom je niet aangenomen bent en jij gaat met een teleurstelling weer verder met je leven. Die ene aantekening heeft voor jou het leven zuur gemaakt. Als je bij Halt zou hebben gelopen, zou dit niet zijn gebeurt. Voor de ouders: Ouders denken vaak dat hun kind zoiets niet doet. Als hun kinderen het doen denken de ouders gelijk aan verkeerde vrienden. De ouders hebben vaak ook niets in de gaten. Ouders geven vaak het voorbeeld voor de jeugd. Als ouders hun kinderen aan hun lot overlaten, vraag je er als ouder eigenlijk ook wel om dat jou kind dan zoiets gaat doen. Als er ruzie thuis is, of problemen op school en je ouders doen er niets aan, heb je ook grote kans dat je de mist in gaat en de wetten overtreedt. Als zo’n jongere bij Halt terecht komt, zien de ouders wat hun kind doet, of gedaan heeft. Ook zien de meeste ouders in wat de problemen van hun kinderen zijn, dat ze zoiets doen. De ouders gaan er dan op letten, en proberen dan ook oplossingen te vinden om hun kinderen te helpen. De ouders zijn vaak positief naar Bureau Halt toe. Omdat ze dan weten dat het fout gaat met hun kinderen. Voor de mensen met een baan in het werkveld waar de jongere iets heeft vernield of gestolen: Zijn erg positief, alles wordt weer terugbetaald en/ of weer hersteld. Ook kost het minder moeite om de schade te herstellen omdat ze er hulp bij hebben. Vaak kunnen ze die hulp wel gebruiken, want het is altijd een hele klus, dat soort werk. Door Halt kan dit allemaal gebeuren. Als Halt er niet was krijgt de jongere een aantekening en een forse boete en daar is de zaak mee afgedaan. Bij Halt moet je ervoor werken en de schade betalen. Hoofdstuk 3 Hoe denken andere “groeperingen” over de aanpak van jeugdcriminaliteit? 3.1 Groen Links Op dit moment is het jeugd- en jongerenbeleid bij uiteenlopende departementen ondergebracht. Het ministerie van VWS draagt bijvoorbeeld zorg voor de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de politie, die jeugdige verdachten arresteert. Het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor jeugdcriminaliteitspreventie, de vervolging van jeugdige verdachten en de tenuitvoerlegging van sancties. In het recente verleden heeft deze gefragmenteerde aanpak ertoe geleid, dat betrokken departementen drukker zijn met het coördineren en afbakenen van hun eigen terrein dan met het daadwerkelijk aansturen van alle betrokken partners in het veld. Hoe dat in de praktijk uitpakt is te illustreren aan de hand van het Veiligheidsplan van dit kabinet. Justitie, BZK en VWS willen zich alledrie inzetten om te voorkomen dat first offenders, jongeren die voor het eerst in aanraking met de politie komen, afglijden naar een criminele carrière. Politie, OM en de Raad voor de Kinderbescherming moeten nauwer samenwerken om te voorkomen dat jongeren terugvallen in de criminaliteit. Justitie gaat het straftraject ‘regisseren’, terwijl VWS voor een sluitend vangnet van jeugdzorg dient te zorgen. Te vrezen valt dat deze mooie voornemens verzanden in extra overlegstructuren en gebrek aan geld. Een staatssecretaris voor Jeugdzaken met eigen budget kan dit voorkomen. De staatssecretaris voor Jeugdzaken richt zich op zes prioriteiten: 1. De coördinatie van alle preventieve én repressieve jeugdmaatregelen. 2. Een daadkrachtige bestrijding van de kindermishandeling, door het versterken van de jeugd- & zedenpolitie, de kinderbescherming, de meldpunten kindermishandeling en het invoeren van een kinderombudsman. 3. Het terugdringen van de werkbelasting voor jeugdhulpverleners, door uitvoering van het GroenLinks 1000-banenplan voor de jeugdhulp-verlening. Waarmee onder meer het aantal gezinsvoogden flink kan worden uitgebreid, zodat ze 15 i.p.v. 40 jongeren onder hun hoede hebben. 4. Het ontwerpen en invoeren van een programma rond opvoedingsonder-steuning aan probleemgezinnen. 5. Het investeren in extra inrichtings- en/of opvangplaatsen voor jongeren, zodat voorkomen wordt dat (500!) jongeren onnodig in gevangeniscellen worden ondergebracht. 6. Het zorgdragen voor voldoende recreatie- en sportvoorzieningen voor jongeren. In de tegenbegroting van GroenLinks voor het jaar 2003 wordt 150 miljoen € boven op het bestaande budget voor veiligheid en jeugdhulpverlening voor deze doelen vrijgemaakt. Femke Halsema
Den Haag
1 december 2002 3.2 VVD 1. Cliënt-volg-systeem
Meten is weten. Om te voorkomen dat jongeren beginnen met een carrière als crimineel moet elk contact met politie, justitie en jeugdzorg worden geregistreerd. Het Cliënt-volg-systeem is hiervoor ingevoerd. Dit systeem zal gebruikt moeten worden om actief bij te sturen in het gedrag van ontspoorde jongeren. Privacy doet er niet toe. 2. Individuele begeleiding
Het bieden van individuele trajectbegeleiding is een goede stap in de richting. Voor een half jaar tot een jaar wordt aan recidiverende jongeren een intensieve begeleiding geboden. Het project mist een stevige stok achter de deur. Bij gebrek aan motivatie kan een jongere zich aan de begeleiding onttrekken. Dit moet worden omgedraaid. Het niet naleven van de voorwaarden van de begeleiding moet gaan leiden tot het uitzitten van de straf. 3. Strafrechtelijke opvang

Dit is de combinatie van straf en opvoeding. Jongeren uit de harde kern moeten niet alleen worden bestraft met een taakstraf of een aantal maanden cel. Voor hen moet een strafrechtelijke opvang worden geïntroduceerd Een opvang die tot twee jaar kan duren en waarbij de jongere zijn vrijheid terugverdient. De bestaande Glenn Millsschool laat zien dat deze aanpak succes heeft. 4. Nachtdetentie
Op school leer je meerdere en betere dingen. Ook de jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd moeten naar school. Dit wordt mogelijk gemaakt door het gebruik van nachtdetentie. Overdag ga je naar school en ’s nachts zit je vast. 5. Uitgaansverbod
De burgemeester moet de bevoegdheid krijgen om een uitgaansverbod in te stellen voor jongeren in gebieden waar overlast door jongeren uit de hand is gelopen. Het zijn de ouders die op het gedrag van hun kinderen mogen worden aangesproken. Als hun kinderen zich niet aan het verbod houden, krijgen zij een boete. In de Verenigde Staten heeft instelling van een uitgaansverbod geleid tot halvering van de jeugdcriminaliteit. Ook het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk ontdekken de waarde van deze maatregel. 6. Elektronische huisarrest
Jongeren die zich verantwoordelijk voelen plegen geen criminaliteit. Verantwoordelijkheidsbesef krijg je altijd van huis uit mee. Daarom biedt het elektronisch huisarrest een garantie dat criminele jongeren zich niet ongehoorzaam maken aan het ouderlijk gezag. 7. Jeugd- en zedenpolitie
De aanpak van jeugdcriminaliteit is en blijft een specialisme. Daar heb je dus een gespecialiseerde politiedienst voor nodig. Er moet weer gespecialiseerd worden op de jeugd en zedenpolitie. 8. Volwassenstrafrecht
Nu al is het mogelijk om minderjarigen te bestraffen volgens het gewone strafrecht (Hoe de volwassenen bestraft worden). Dit is bijvoorbeeld het geval als plegers van zeer ernstige misdrijven de meerderjarigheidsgrens naderen. Naast de mogelijkheid om het gewone strafrecht op te leggen bij ernstige gedragingen moet dit ook worden toegepast bij ernstige recidive. Bij een volwassen strafbaar feit waarmee je je criminele carrière begint, hoort een volwassen straf. Ook als het gaat om jongeren. 9. Ouders zijn verantwoordelijk
Ouders zijn verantwoordelijk voor het gedrag van hun minderjarige kinderen. Ouders die dit niet kunnen moeten daar hulp bij krijgen. Opvoedingsondersteuning is hierbij inbegrepen. Ouders die deze verantwoordelijkheid niet willen dragen moeten met civiele middelen worden geconfronteerd met de gevolgen van het gedrag van hun kinderen. 10. Jonge criminele illegalen
Onderzoeksrapporten tonen aan, dat er in Nederland sprake is van een ernstig criminaliteitsprobleem met een onevenredig groot aantal personen van buitenlandse afkomst. Dit staat de integratie van de vele immigranten die zich wel correct gedragen in de weg. De verblijfsvergunning moet eerder dan nu, in geval van wetsovertreding worden ingetrokken (inbreuk op de openbare orde). Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning in behandeling is, moet die sneller worden afgewezen. De wet moet zodanig veranderd worden dat alle illegalen die een misdrijf hebben gepleegd en zijn veroordeeld, na het uitzitten van hun straf vast blijven zitten tot uitzetting uit Nederland mogelijk is. Alle illegalen die van een misdrijf worden verdacht, moeten in voorlopige hechtenis worden gehouden tot de rechtszitting. 3.3 CDA Aansluitend op mijn eerdere mail komt hier een stukje tekst uit het lokal CDA-gemeenteprograma 2002-2006. De slogan van het CDA is: SCHOON, HEEL EN VEILIG. Openbare ruimten

Vrijheid is wat anders dan het terugtreden van de overheid. Vrijheid begint bij veiligheid en rechtszekerheid. De middelen van politie en justitie om die begrippen te garanderen zijn achter gebleven bij de ontwikkeling van criminaliteit en vandalisme. Enerzijds is dat een financieel probleem, anderzijds is ook de organisatie van die instituties daar debet aan. Ook de vele vacatures bij de politie kunnen hierbij worden genoemd. De vorming van een regiopolitie heeft de politie op grotere afstand van de burgers gebracht. De directe democratische controle op de politie is verdwenen. (Nu noem ik één van de speerpunten die bij dit hoofdstuk past en waar jij om hebt gevraagd) Speerpunt: Het CDA wil een politieorganisatie die direct bereikbaar en aanspreekbaar is. Daarnaast wil het CDA flexteams per wijk die door preventieve maatregelen de (jeugd-)criminaliteit en vandalisme terugdringen en voorkomen. IK HEB IN DE VORIGE MAIL AL VERMELD DAT ER GEMEENTELIJK BELEID IS VOOR HET TERUGDRINGEN EN VOORKOMEN VAN JEUGDCRIMINALITEIT EN VANDALISME. DAT BELEID STEUNT HET CDA. Veel sterkte met je werkstuk. Hopelijk ben ik niet te laat met de reactie. Groet, Corrie Rentenaar, fractiemedewerkster 3.4 D66 Een lik-op-stuk-beleid is volgens D66 noodzakelijk voor een geloofwaardige rechtshandhaving. Daarvoor zijn meer officieren van justitie, rechters en ondersteunend justitieel personeel nodig. D66 wil dat er een einde komt aan de versplintering van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit. Gespecialiseerde rechercheteams worden onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten. D66 is voor ruimere toepassing van DNA en biometrische technieken bij opsporing van delicten. Als criminaliteitsbestrijding op gespannen voet staat met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte moet de rechter of de officier vooraf beoordelen of de belangen van de verdachte niet onevenredig worden geschaad. Elk politiekorps moet beschikken over voldoende technische rechercheurs om bij elke woninginbraak dadersporen te kunnen onderzoeken en extra personeel voor DNA sporenonderzoek. D66 wil de positie van slachtoffers en nabestaanden in de gehele justitiële keten versterken met betere informatie tijdens het strafproces en een spreekrecht op de openbare terechtzitting. D66 wil een ‘elektronisch aangifte-volgsysteem’; mensen moeten eenvoudiger en sneller aangifte kunnen doen. D66 wil de harde kern van criminele jongeren krachtig aanpakken. Gemeente, scholen, buurt en welzijnswerk spannen onder regie van justitie een veiligheidsnet rond hen heen. De mogelijkheden om de daders hun schuld aan de samenleving te laten terugbetalen worden uitgebreid, en indien gepast moeten ook de ouders van delinquenten jongeren deelnemen aan ondersteuningsprojecten. Privacyregels mogen goede samenwerking tussen instanties niet afremmen maar D66 wil voorkomen dat privacygevoelige gegevens in verkeerde handen komen. D66 wil een uitbreiding van de toepassing van taakstraffen. Ook een opgelegde gevangenisstraf moet leiden tot resocialisatie. Het sobere regime, waarbij de gedetineerde lange tijd in zijn cel zit, moet worden afgeschaft. Een systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling moet voor D66 in de plaats komen van het systeem van automatische korting met 1/3de van de opgelegde gevangenisstraf. D66 wil een uitbreiding van de reclassering. Gedetineerden die in enige mate psychisch gestoord zijn maar wel toerekeningsvatbaar, moeten tijdens en na hun detentie adequaat behandeld worden. Een betere samenwerking met psychiatrische ziekenhuizen is daarvoor noodzakelijk. D66 wil een modernisering van het TBS-systeem. Voor de veiligheid van de samenleving moet het mogelijk zijn dat TBS’ers hun DNA-profiel afstaan als voorwaarde voor verlof of ontslag. 3.5 Christenunie Deze man heb ik geïnterviewd. De naam is Henk Vos. Fractievoorzitter van de ChristenUnie. Ik heb de resultaten hieronder informatief neergezet. Wij verstaan onder jeugdcriminaliteit het overtollige gebruik van alcohol, drugs, overlast (geluid enz) en winkeldiefstal. Zo’n beetje hetzelfde als Halt. De ChristenUnie is tegen koffieshops, want softdrugs lijken wel harddrugs. Koffieshops moeten zich houden aan de wet AHOJG: d.w.z. verboden om reclame te maken, harddrugs te gebruiken of te verkopen, alle soorten van overlast te bezorgen, jeugd toe te laten en een grote hoeveelheden te verkopen. Bij gokverslaafden is het niet zo erg, de criminaliteit bij de jongeren, al hoe wel sommigen er wel alles voor over hebben om een gokje te wagen. Wat de criminaliteit over alcohol betreft, daar komt veel jeugdcriminaliteit in voor. Jongeren maken misbruik van de drank die ze nuttigen, kijk ik vind het niet erg, als het maar met mate gebeurt. In de stad is het altijd raak, eigenlijk is het in alle steden altijd raak. Jongeren die door het drankgebruik dingen gaan vernielen en plunderen. De ChristenUnie wil strakke regelgeving in de criminaliteit, voorlichting moet er komen van huis uit en vanuit school vandaan. De meeste criminelen hebben thuis ander gedrag dan op school, of buitenshuis. De ChristenUnie is voor het achterhalen van de schade op de ouders. Bij akkevietjes zoals het spuiten van graffiti moet de verantwoording liggen bij de ouders en dat tot het moment dat ze 18 worden. Ik geloof dat het bij een vermogensdelict tot je 21e is. Jeugdcriminaliteit moet je aanpakken op snelheid. Eigenlijk moet je als je het vandaag hebt gedaan, morgen al weten wat voor straf je krijgt. Dit heet het Lik-op-stuk-beleid. Ook is de ChristenUnie voor preventie (dat is het voorkomen van…). Buurtgebonden politiezorg, de Valga is daar een goed voorbeeld van. Het was daar een groot succes. Dat zouden wij eigenlijk ook wel willen hebben, want de politie die daar dan loopt, kent de mensen die daar rondlopen. Hij kent dus ook de criminelen en weet dan al vaak waar ze achteraan moeten gaan, ook herkennen ze dan sneller een nieuw gezicht. Het werkt sneller en is volgens ons efficiënter. Vroegtijdig schoolverlaters moet je betrekken bij de maatschappij. Dat zijn dan de vaak wat oudere jongeren, je moet ze een stukje verantwoordelijkheid geven. Een baan zeg maar, niet als straf, maar voor het voorkomen van criminaliteit onder de vroege schoolverlaters. Ze weten zelf namelijk al dat ze geen luizenleventje kunnen leiden. Dat is een beetje zoals bij Halt. 3.6 PvdA Beste Vincent, De jeugdcriminaliteit zal goed moeten worden aangepakt door lik op stuk beleid. Uiteraard moet worden gekeken naar de oorzaken van de criminaliteit om zo te voorkomen dat jongeren in het criminele circuit terecht komen. 3.7 Lijst Prins Beste Vincent, ik weet niet precies wat jij onder jeugdcriminelen verstaat. Zou het kunnen zijn dat je het hebt over jongeren die, omdat de ouderen vergeten zijn om ze duidelijk te maken waarom er waarden zijn en waarom we proberen die waarden met een normenstelsel te handhaven, dingen doen die niet door de beugel kunnen???? Je begrijpt het al, ik zou ons opvoedingsstelsel weer op de rails willen zetten. Wat betreft echt crimineel gedrag is er plek weggelegd voor de psychiater en de begeleide opvoeding. Ook vraagt de samenleving genoegdoening in de vorm van straf. Hoop dat je hier iets mee kunt. Groet, RTG Prins, Lijst Prins Hoofdstuk 4 4.1 Wat zijn de delicten die bij Halt terechtkomen? Er zijn heel veel soorten van misdrijven, dit zijn de meest belangrijke misdrijven: Baldadigheid

Graffiti
Heling
Mishandeling
Vernieling
Vuurwerk(misbruik) Winkeldiefstal
Hieronder zie je een tabel waarin je kunt zien hoeveel geslaagde Halt-afdoeningen er zijn naar delict. Geslaagde Halt-afdoeningen naar delict
Categorie Aantal Percentage
Baldadigheid 1128 7% Graffiti 466 3% Heling 234 2% Mishandeling 241 2% Overige delicten 927 6% Overig vermogen 2567 16% Vernieling 3487 22% Vuurwerk 2829 18% Winkeldiefstal 3769 24% Totaal 15648 100% Het totaal aantal delicten ligt hoger dan het totaal aantal geslaagde afdoeningen omdat bij een aantal afdoeningen meerdere delicten geregistreerd zijn. Vernieling, vuurwerk en winkeldiefstal maken tezamen 64% van het aantal delicten uit. Niet geslaagde Halt-afdoeningen naar delict
Categorie Delicten Percentage

Baldadigheid 45 6% Graffiti 19 2% Heling 15 2% Mishandeling 13 2% Overige delicten 89 11% Overig vermogen 131 17% Vernieling 153 19% Vuurwerk 128 16% Winkeldiefstal 200 25% Totaal 793 100% 4.2 Wat voor straffen worden er gemiddeld voor gegeven? Dit is eigenlijk een en rare vraag, want dit is in ieder geval anders. Maar bij de site van Halt staat wel dat er een taakstraf van 10-20 uur wordt opgelegd, en zo mogelijk in dat werkveld waar het misdrijf in is gepleegd. Ook kun je een project doen om over de gevaren en gevolgen te leren wat je doet. Voor jongeren die jonger dan 12 jaar zijn wordt een Stop-teken gegeven. Als het delict te erg is om bij Halt terecht te komen, dan beslist de officier van Justitie wat er verder met de jongere gebeurt. Natuurlijk moet je ook een boete betalen en als er schade is aangericht de schade betalen. Hoofdstuk 5 Wat is de plaats van bureau Halt in de aanpak van de jeugdcriminaliteit? Halt pakt jonge criminelen die tussen de 12 en de 18 jaar zijn flink aan, door middel van taakstraffen en/ of leerprojecten, ook moeten ze de schade, als ze die hebben aangericht, terugbetalen. De ouders van de kinderen die de criminaliteit in gaan, zijn Halt vaak dankbaar. Sommige ouders vinden dat ze hun kinderen harder moeten aanpakken, maar dat komt zelden voor. Je hebt ook ouders die vinden dat ze hun kinderen zachter moeten aanpakken, maar ook dat komt weinig voor. De meeste zijn het eens met de aanpak van hun kinderen. Halt zelf vindt dat ze de criminaliteit onder de jeugd goed aanpakken. Omdat het een goede werking op de jeugd heeft, die je niet bereikt door ze naar de gevangenis te sturen. Hoe denken de politieke partijen over hoe Halt de jeugd aanpakt? GroenLinks: Op dit moment is het jeugd- en jongerenbeleid bij uiteenlopende departementen ondergebracht. Het ministerie van VWS draagt bijvoorbeeld zorg voor de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de politie, die jeugdige verdachten arresteert. Het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor jeugdcriminaliteitspreventie, de vervolging van jeugdige verdachten en de tenuitvoerlegging van sancties. In het recente verleden heeft deze gefragmenteerde aanpak ertoe geleid, dat betrokken departementen drukker zijn met het coördineren en afbakenen van hun eigen terrein dan met het daadwerkelijk aansturen van alle betrokken partners in het veld. Hoe dat in de praktijk uitpakt is te illustreren aan de hand van het Veiligheidsplan van dit kabinet. Justitie, BZK en VWS willen zich alledrie inzetten om te voorkomen dat first offenders, jongeren die voor het eerst in aanraking met de politie komen, afglijden naar een criminele carrière. Politie, OM en de Raad voor de Kinderbescherming moeten nauwer samenwerken om te voorkomen dat jongeren terugvallen in de criminaliteit. Justitie gaat het straftraject ‘regisseren’, terwijl VWS voor een sluitend vangnet van jeugdzorg dient te zorgen. Te vrezen valt dat deze mooie voornemens verzanden in extra overlegstructuren en gebrek aan geld. Een staatssecretaris voor Jeugdzaken met eigen budget kan dit voorkomen. De staatssecretaris voor Jeugdzaken richt zich op zes prioriteiten: 1. De coördinatie van alle preventieve én repressieve jeugdmaatregelen. 2. Een daadkrachtige bestrijding van de kindermishandeling, door het versterken van de jeugd- & zedenpolitie, de kinderbescherming, de meldpunten kindermishandeling en het invoeren van een kinderombudsman. 3. Het terugdringen van de werkbelasting voor jeugdhulpverleners, door uitvoering van het GroenLinks 1000-banenplan voor de jeugdhulp-verlening. Waarmee onder meer het aantal gezinsvoogden flink kan worden uitgebreid, zodat ze 15 i.p.v. 40 jongeren onder hun hoede hebben. 4. Het ontwerpen en invoeren van een programma rond opvoedingsonder-steuning aan probleemgezinnen. 5. Het investeren in extra inrichtings- en/of opvangplaatsen voor jongeren, zodat voorkomen wordt dat (500!) jongeren onnodig in gevangeniscellen worden ondergebracht. 6. Het zorgdragen voor voldoende recreatie- en sportvoorzieningen voor jongeren. In de tegenbegroting van GroenLinks voor het jaar 2003 wordt 150 miljoen € boven op het bestaande budget voor veiligheid en jeugdhulpverlening voor deze doelen vrijgemaakt. Femke Halsema
Den Haag
1 december 2002
VVD: Jongeren uit de harde kern moeten niet alleen worden bestraft met een taakstraf of een aantal maanden cel. Voor hen moet een strafrechtelijke opvang worden geïntroduceerd Een opvang die tot twee jaar kan duren en waarbij de jongere zijn vrijheid terugverdient. De bestaande Glenn Millsschool laat zien dat deze aanpak succes heeft. Dit denkt de VVD over de aanpak van de jeugdcriminelen. De aanpak van Halt is dus weer iets te soft. CDA: Meer politie en strengere controle, harder aanpakken. Ze zijn het dus niet helemaal met elkaar eens, Halt pakt het te soft aan volgens het CDA. Halt moet harder optreden en meer of hardere werkomstandigheden. D66: Er moet meer politie komen en strenger opgetreden worden. Ze zijn het dus niet helemaal eens met halt. Halt moet strenger en harder zijn, zo leren ze het het beste. Harder optreden tegen de jeugd, om te voorkomen dat ze weer de mist in gaan. ChristenUnie: Wij vinden Halt een enorm goede organisatie, je zou Halt eigenlijk meer in moeten zetten, De voordelen van Halt zijn dat er activiteiten zijn, ze voeren Lik-op-stuk-beleid, dat is dat ze snel handelen, in een rechtzaak moet je vaak veel langer wachten. Gevangenis is te erg straffen, zo erg dat het niet echt helpt. Halt is perfect voor de jeugd. Ze hebben een soort relatie met de ouders en de criminelen zelf, ze leren elkaar eigenlijk een beetje kennen. Je moet agenten hebben die er een beetje verstand van hebben. PvdA: Wangedrag en criminaliteit door jongeren moet direct worden aangepakt door intensieve samenwerking tussen scholen, bureau’s jeugdzorg, reclassering, politie en justitie in de buurt. De PvdA vindt dat ook de ouders hier een belangrijke verantwoordelijkheid hebben. Jongeren die toch op het criminele pad zijn beland, worden effectief aangepakt en begeleid met het oog op hun toekomst. Bij jongeren die voor het eerst worden veroordeeld, is alle inspanning er op gericht te voorkomen dat er een tweede veroordeling komt. De PvdA zou voor deze jongeren een persoonlijke coach willen die hen begeleidt totdat ze hun opleiding hebben afgemaakt en werk hebben gevonden. Ze vinden het dus te soft. Halt zou weer harder moeten optreden. Lijst Prins: Ze denken dat het in de opvoeding ligt, ze zijn voor de strenge straffen, hard aanpakken die handel. Ik denk dan ook niet dat ze het helemaal eens zijn met Halt. Ik denk dat Lijst Prins het liefste zou willen dat de jeugd strenger werd opgevoed en harder zou moeten worden aangepakt. Ze vinden Bureau Halt te soft. Slotwoord: Wat doet Bureau Halt en wat is bureau Halt nou eigenlijk? Bureau Halt is een organisatie die zich richt op de jeugdige criminelen onder ons, daar verstaan wij jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Bureau Halt geeft straffen zoals werk in het werkveld waar jij de schade hebt aangericht, onbetaald. De ernstigheid van het gepleegde feit maakt de ernstigheid van jou straf. In sommige gevallen, zoals met het aansteken van vuurwerk, terwijl het nog niet eens mag, krijg je vaak een leerproject en moet je een werkstuk maken over vuurwerk. Mijn mening: Ik vind dat Halt goed ter werk gaat, ik zou het niet anders doen, het is een goede manier om jeugdcriminaliteit te bestrijden.
Wat betekend Bureau Halt voor de maatschappij? Bureau Halt betekend behoorlijk veel voor de maatschappij, want 60 % van de jongeren die bij Halt hebben gelopen zijn niet meer terug gekomen wegens een strafbaar feit. Dit wil dus zeggen dat Bureau Halt effect heeft en dus een goede invloed heeft op de maatschappij. Ik zelf vind dat Halt mag blijven. Mijn mening: Ik vind dat Bureau Halt veel voor de maatschappij betekend, al zijn sommige partijen het niet met mij eens, dat maakt mij geen bal uit, ik vind dat ze voor iedereen wel veel betekenen. Hoe denken andere groeperingen over de aanpak van jeugdcriminaliteit? De meeste willen een Lik-op-stuk-beleid en een strenger toezicht, ook meer politie is tegenwoordig bij de politiek een rage geworden. Een paar maar vinden Halt een positieven werking hebben. De meeste willen een strenger beleid in de jeugdcriminaliteit. Mijn mening: Ik vind dat Halt een goed werk verricht en ik zou het niet anders doen, ik bedoel, jongeren kun je nog veranderen door ze te laten zien dat ze fout zitten en de dingen fout doen moeten verbeteren en in 60% van de gevallen lukt dat ook. Wat voor soort delicten vinden er plaats die bij Halt terechtkomen en wat voor straffen krijgen ze daarvoor? Er vinden allerlei soorten delicten plaats, maar de straffen hangen af van de ernstigheid van de zaak. Soms is het zelfs zo erg dat ze niet eens in aanmerking komen voor Halt. D.w.z. dat ze een aantekening krijgen van de officier van Justitie. Mijn mening: In sommige gevallen zou ik wel willen dat ze zwaardere straffen zouden krijgen, maar ik denk dat Halt een puik werk verricht. Ik zou het niet anders aanpakken. Hoofdvraag: Wat is de positie van Bureau Halt in de aanpak van de jeugdcriminaliteit? De meeste willen dat halt strenger optreedt tegen de jeugdcriminelen. Weinig mensen vinden dat ze goed ter werk gaan, de ChristenUnie is het meest positief over Halt, die wil dat er meer Halt moet komen. Mijn mening: Zelf vind ik dat Halt de beste manier is om jeugdcriminaliteit te voorkomen of tegen te gaan. Niet alleen vanwege de statistieken hoor. 60 % doet het na de eerste keer niet meer, na bij Halt te hebben gelopen, maar daar kijk ik niet naar. Ik zou zelf namelijk niet strafbare feiten plegen, omdat ik weet dat het fout is en je daar ook voor gestraft moet worden. Als ik dan zoiets zou doen zou ik de gevolgen wel accepteren, maar ik zou liever in de gevangenis zitten voor een paar dagen, dan te werken voor niks of een werkstuk te maken. Evaluatie: Het onderzoeksproces verliep goed, de bronnen zijn te vertrouwen en zijn vaak wel relevant. Dit wil zeggen dat ik goede bronnen heb gezocht, ik had alleen iets meer werk met het werkstuk dan dat ik voor tijd heb opgegeven. Ik heb er langer dan 30 uur aan gezeten, dit kwam ook omdat ik het eigenlijk samen zou doen met iemand, maar die deed niks, dus heb ik hem maar gedag gezegd en heb het alleen gedaan. Ik typ niet zo snel, dus was het iets langer werk dan bij een ander. Ik heb er erg mijn best op gedaan en ik hoop dat u het leuk vond.
Notenlijst: Bron 1: Halt
Bron 2: GroenLinks
Bron 3: VVD (Nancy Burger) Bron 4: CDA (Corrie Rentenaar) Bron 5: D66
Bron 6: ChristenUnie (Henk Vos) Bron 7: PvdA
Bron 8: Lijst Prins (Dhr. Prins zelf) Bron 9: Halt, cijfers (statistieken) Bron 10: Mijzelf natuurlijk, ik mijn meningen gegeven. Bibliografie: Abbenes, Henk- PvdA- 24 mei 2003 om 15.15 uur- op de mail van mijn ouders. Burger, Nancy- VVD- 20 mei 2003- op de mail van mijn ouders. D66- D66- 22 mei 2003- internet, www.d66.nl . Halsema, Femke- GroenLinks- 24 mei 2003- Op internet. Halt- Halt- mid mei 2003 (ik weet niet precies wanneer)- www.halt.nl
Halt- Halt cijfers- mid mei 2003- www.halt.nl
Prins, ?- Lijst Prins- 21 mei 2003- mail van mijn ouders. Rentenaar, Corrie- CDA- 22 mei 2003- mail van mijn ouders. Vos, Henk- ChristenUnie- 23 mei 2003- interview bij hem thuis. Bijlagen: Logboek: In het begin heb ik bronnen verzameld. Die heb ik bestudeerd en bekeken of ze wel relevant en betrouwbaar genoeg waren, als ze dat waren, heb ik ze gebruikt bij mijn werkstuk, natuurlijk had ik eerst hoofd- en deelvragen gemaakt. Dat is drie keer fout gegaan en de vierde keer ging het goed. Het werkstuk liep iets uit, maar nu ben ik er bijna klaar mee. De 23e had ik een interview gedaan met Henk Vos, die is fractievoorzitter van de ChristenUnie, was trouwens een aardige man. Ik had de rest gemaild, van een paar heb ik het nog niet binnen, dus had ik het maar van het internet afgehaald, net als de info over Halt. Ik hoop dat dit een goed genoeg logboek is, want ik weet niet meer precies per dag te beschrijven wat ik allemaal heb gedaan en wanneer.

REACTIES

M.

M.

Ik vond je werkstuk erg goed, maar ik vroeg me af waar je de percentages vandaan hebt gehaald. Die wil ik nl. graag gebruiken in een presentatie en ik moet wel kunnen zeggen waar ze vandaan komen. Zou je me dat willen mailen?

Alvast bedankt!

Marije

20 jaar geleden

B.

B.

ik vond het niet goed

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.