Vergilius Aeneïs 2

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 1300 woorden
  • 17 januari 2005
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
16 keer beoordeeld

De Aeneïs een epos. De Romeinen zagen een epos graag als de bron van hun beschaving. Epos is het Griekse woord voor heldenverhaal. Het gaat meestal (zeer uitgebreid) over de avonturen van een held of soortgelijke sterke figuur. Het kan ook gaan over een al dan niet legendarische gebeurtenis zoals een veldslag of veldtocht. Er zijn drie verschillende soorten epos die zich in de Hellenistische tijd hebben ontwikkeld. Deze komen allemaal in het werk van Vergilius voor. De drie verschillende soorten zijn, mythologisch, historisch en regionaal epos. De Aeneis is een mythologisch epos omdat vertelt over de godenzoon die na de val van Troje op weg gaat om een nieuwe stad te stichten. De Aeneis is een historisch epos omdat het behandelt in ‘toekomstconflicten’ de belangrijkste momenten en personen van de Romeinse geschiedenis. De Aeneis is ook een regionaal epos omdat de ontwikkeling van het Romeinse volk en van de stad Rome centraal staat. Vergilius begon dit epos te dichten in het jaar 29 v. Chr., een tijdstip dat daar als het ware om vroeg. In het jaar 31 had Octavianus door de overwinning bij Actium een einde gemaakt aan de laatste burgeroorlogen die een eeuw lang Rome hadden geteisterd. Octavianus, enkele jaren later augustus genaamd, werd de eerste keizer van Rome; de rust keerde terug in het rijk en daarmee de behoefte zich te beroemen op een groots verleden. Eén van zijn vrienden, Maecenas, nam vele dichters onder zijn hoede zodat deze zonder zorgen aan gedichten konden werken. Octavianus was onder de indruk. Hij wilde het talent van Vergilius gebruiken om het nieuwe Rome, dat hij met zijn politiek van vrede en wederopbouw zou vestigen, onsterfelijke roem te geven. Rome moest een eigen nationaal epos krijgen dat zou kunnen wedijveren met de epische gedichten van Homerus. Vergilius zou dit epos schrijven. Vergilius koos voor de Trojaan Aeneas als centrale held in zijn epos Aeneis. Daarmee sloot hij aan bij de gangbare opvatting in de Romeinse epische traditie de geschiedenis van Rome begint in Troje. Vergilius voegde echter een dimensie toe aan de traditie. Aeneas, die na talloze na een hevige strijd een nieuwe stad stichtte, werd vergelen met de jonge keizer Augustus, die een nieuw Rome bouwde op de puinhopen van de burgeroorlogen. De Aeneis is in te delen in twaalf stukken, ieder stuk wordt een zang genoemd. In het eerste deel van het verhaal wordt Aeneas met zijn schepen in het zicht van Italië gegrepen door een helse storm. Hierdoor worden de schepen van Aeneas op de Noord Afrikaanse kust geworpen. Hier wordt Aeneas opgevangen door koningin Dido in Carthago. Als Aeneas bij koningin Dido is aangekomen gaat hij zijn verhalen vertellen. De verhalen die Aeneas dan vertelt staan vermeldt in de zangen twee en drie, deze twee zangen zijn dus een flashback van Aeneas. De tweede zang gaat over de inneming en de verwoesting van Troje, de mysterieuze verdwijning van Aeneas' echtgenote Creüsa en de vlucht van Aeneas en zijn gezellen, o.a. zijn vader Anchises en zijn zoontje Ascanius / Julus. In derde zang wil Aeneas een nieuw Troje gaan stichten volgens de wil van de goden. Wanneer Troje door de Grieken wordt ingenomen doen zij dat met een groot houten paard. De Trojanen zijn achterdochtig en besluiten op aanraden van de priester Lacoön het paard te vernietigen. Toen kwam er een vreemd persoon aan, het was de Griekse Sinon, hij zei dat hij door zijn strijdmakkers weggestuurd was. Zo gingen de Trojanen, door zijn enorme leugens, hem geloven. Hij kon de Trojanen doen geloven dat het houten paard een offergeschenk was voor de godin Athena. Ook kon hij hen doen geloven dat het bezit ervan de Trojanen de macht over de Grieken zou verzekeren. Daarna, toen Lacoön en zijn beide zonen door twee vanuit de zee opgedoken reusachtige slangen werden gewurgd, twijfelden de Trojanen niet langer aan de woorden van Sinon en haalden zij het houten paard in hun stad binnen. De goden / overledenen hebben bij veel dingen de doorslaggevende rol. Een persoon geloofde men in die tijd niet zo snel, wanneer hetgeen echter bevestigd werd door een god of overleden persoon was er geen twijfel meer mogelijk. Dit is ook goed te zien bij het binnenhalen van het paard. Men geloofd Sinon wel maar men weet niet zeker of dat hij gelijk heeft, en zo ja, liegt Lacoön dan. Als Lacoön en zijn twee zonen daarna echter worden gewurgd, de slangen zijn een komen van de goden, dan is er geen twijfel meer mogelijk want als Lacoön niet de waarheid spreekt, spreekt Sinon wel de waarheid. De schrijver wekt ook medelijden op bij de lezer in dit geval wordt er medelijden opgewekt voor Priamus. “Als hij de stad na haar val in nood, de deur van zijn woning losgerukt ziet, en de vijand in het hart van zijn huis, legt hij de rusting, die hij als grijsaard al lang is ontwend, vergeefs om van ouderdom trillende schouders, gespt ook zijn nutteloos zwaard aan en gaat om te sterven recht op de drom van de vijanden af.” Er wordt medelijden voor Priamus opgewekt omdat hij al zo oud is en omdat hij zich toch wil verdedigen en dit niet kan. Ook hier wordt medelijden opgewekt voor Priamus. “Sterf nu. Nog terwijl hij dit zegt, sleept hij hem, trillend, glibberend in het vele bloed van zijn zoon, tot vlak voor het altaar, grijpt met de linker zijn haar, heft in de rechter het flikkerend zwaard en bergt dat tot aan het gevest in zijn zij.” Pyrrhus is veel sterker dan Priamus en Priamus kan zo niks beginnen, door het woord trillend wordt extra medelijden voor Priamus opgewekt. De overledenen in dit epos hebben veel invloed op de handelingen van de overledenen. Dit blijkt o.a. uit het volgende gedeelte. (Blz 27-28) Hier ziet Aeneas zijn moeder en zijn moeder zegt dat hij zijn vader, Anchises, zijn vrouw, Creüsa en zijn zoon, Ascanius moet gaan opzoeken. Hij moet hen gaan redden voordat de ze doorboord zijn door het vijandige zwaard. Zijn moeder zal altijd aan z’n zijde blijven en hem veilig naar zijn vaders deur voeren. Aeneas gaat deze opdracht ook uitvoeren, hieruit blijkt dat de mensen uit die tijd luisterden naar overledenen en / of goden. Wat vind ik persoonlijk van de Aeneïs? Ik vind dat de vertaling moeilijk leesbaar is vanwege de omslachtige omschrijvingen van dingen en de lange zinnen. Ik vond het volgende stuk nogal omslachtig vertelt, maar het is uiteraard wel erg dichterlijk. (Blz 24, 1e kolom, onderaan) “Geweld vindt zijn weg en binnenstromend breken de Grieken een toegang, houwen de voorsten neer en vullen de ruimte rondom met soldaten. Zelfs de schuimende stroom die bij een dijkbreuk verschijnt en kolossale obstakels kolkend overwint, stort zich niet zo met zijn razende kruinen op het land, waar hij kudden met stallen en al door de velden meesleurt.” Ik denk dat dit stuk erg dichterlijk is omdat Vergilius hierin een prachtige vergelijking maakt met het kolkende water en de binnenstromende soldaten. Zo’n vergelijking maak je zelf niet in het dagelijks leven en deze vergelijking is natuurlijk prachtig om te gebruiken in een dichterlijk verhaal. Ik vind dit dus best lastig om te lezen, zo’n uitgebreide vergelijking, maar ja, dat is nu eenmaal Latijn en als je een Latijnse tekst of een vertaling ervan leest blijf je deze moeilijkheden houden. Er zullen ongetwijfeld vertalingen zijn van het verhaal waarbij alles makkelijk wordt omschreven en de lange zinnen kort worden gemaakt, maar ik vind het jammer wanneer je een Latijnse tekst met de Latijnse manier van schrijven op een Nederlandse manier gaat vertalen, dus met makkelijke zinnen en simpele omschrijvingen. Ik vind dus dat Koolschijn de Aeneïs goed heeft vertaald omdat hij de Latijnse manier van schrijven handhaaft.

REACTIES

J.

J.

men gelooft, niet men geloofd

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.