Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Wat wordt beïnvloed door de economische groei van China?

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 4956 woorden
  • 7 september 2006
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Inleiding

Op school kregen wij een opdracht om iets te schrijven over een bepaald economisch onderwerp. Heel veel mensen deden het over de jeugd en al hun geld problemen. Dit leek ons eerst ook een leuk onderwerp, maar dan zouden we niet origineel meer zijn.
Thomas had een discussie met een vriend over China, hierbij kwam ook het onderwerp de economie van China ter sprake. We gingen praten over de groei en de vooruitgang van heel het land China. Hierdoor kwamen wij op het idee om ons verslag over China te doen.
China wordt een steeds grotere wereldmacht als je kijkt naar de economie. De invloed van China wordt ook steeds groter op de wereldeconomie. Het opvallende aan de groei van China is, is dat deze groei nu nog steeds plaats vindt. Dit is zeer opmerkelijk. Meestal duur een groei niet zo lang. Wij vroegen ons af waardoor deze enorme groei is ontstaan? Want zoiets als dit komt maar heel weinig voor. Dit gaan wij dus onderzoeken en te beantwoorden aan de hand van dit verslag. We gaan ook nog kijken naar welke sectoren in China het meest beïnvloed worden door deze groei. Dit is belangrijk, want als alleen maar een deel van China er rijker van wordt, is de vooruitgang alsnog klein, want het hele land moet groeien. Dus gaan we ook nog kijken naar de gevolgen voor de bevolking, kijkend vanuit economisch opzicht maar ook vanuit sociaal opzicht, en ook hoe deze groei het buitenland beïnvloedt.

Nog even kort samengevat.
Hoofdvraag:
Wat wordt beïnvloed door de economische groei van China?
Deelvragen:
Waardoor ontstond de economische groei van China?
In welke economische sectoren is de groei goed te voelen?
Wat zijn de gevolgen voor de bevolking, in economisch en sociaal opzicht?
Wat zijn de economische gevolgen voor het buitenland?
Extra deelvragen:
Wat is de WTO?
Wat is protectionisme in de economie?
Waardoor ontstond deze enorme groei in de Chinese economie?

Na de val van het communisme in de jaren ‘80 is China erop vooruit gegaan. Eigenlijk begon de groei al in de jaren ’70, maar was toen nog niet merkbaar. China heeft nu ook veel invloed op de wereldeconomie. De Chinese economie stijgt nu ook met ongeveer 7 procent per jaar, in 2004 was het zelfs 9,4. Deze stijgingen komen vooral door het liberaliseringsbeleid dat in China speelt. Het BBP (bruto binnenlands product) is tussen 1978 en 1998 met ongeveer 400% gestegen.
De vele redenen die antwoord kunnen geven op de vraag waarom deze groei plaats vindt, zullen we uitleggen aan de hand van dit hoofdstuk.

Goedkope arbeiders op het platteland:
Iedereen kent dit plaatje wel: ‘MADE IN CHINA.’ Tegenwoordig kan je bijna geen product meer kopen zonder deze tekst tegen te komen. Dit komt omdat China goedkoop kan produceren en verkopen. Het gemakkelijk en goedkoop kunnen produceren komt door de goedkope arbeiders van China. In China wonen namelijk 1,3 miljard mensen die allemaal hard werken. De Chinezen hebben een speciale cultuur waarbij ze zich vereerd voelen als ze een bepaalde baan krijgen en mogen werken. Dit komt de fabrikanten mooi uit, want de stroming van platteland naar de steden neemt ook toe.
Veel boeren die op het platteland wonen en werken, kunnen niet goed meer rond komen van hun ‘huidige’ inkomen. Ze hebben de keuze om bij te scholen of te verhuizen naar de steden en werk zoeken daar waar meer geld te verdienen is. Er zijn in China ongeveer 900 miljoen boeren en 400 miljoen stedelingen. Tussen deze twee is een hele grote welvaartskloof. De stedelingen van China verdienen ongeveer 908 euro per jaar, de boeren verdienen ongeveer 114 euro. De boeren willen wel het vuile werk doen om hun eigen inkomen toch toe te laten nemen.
Het feit dus dat je bijna overal ‘made in China’ tegenkomt, is een teken dat China een steeds grotere rol gaat spelen in de dagelijkse economie.
Bepalende factoren:
De groei die tot op de dag van vandaag aanwezig is, wordt bepaald door een paar factoren.
Het is algemeen wel bekend dat China niet altijd rijk is geweest. China was vroeger een arm land. Het inkomen per hoofd van de bevolking lag in 1952 nog rond de 57 dollar en later (1997) was dat ongeveer 620 dollar.
Onderwijs:
De stijging van het inkomen per hoofd komt vooral omdat China het onderwijs sterk heeft gefinancierd, en daarnaast ook meer is gaan kijken naar de huisvesting. Deze investeringen hielpen mee aan de bestrijding van het analfabetisme in China.
Technische vooruitgang:
Later begon China ook mee te gaan met de techniek die plaats vond over de gehele wereld. Ze begonnen te moderniseren, dit houdt in dat ze de ‘oude gebruiken’ (kijkend naar de verbouwingsmethoden) vervangen door ‘nieuwe gebruiken’ bij het productieproces van sommige onderdelen in de productiemethoden. Ze hebben dus ook geïnvesteerd in de industrialisatie. Eerst was er alleen lichtere industrie, maar toen er in China kolen en ijzererts werd gevonden, kwam er een wat meer zwaardere industrie. Deze is nog steeds de basis van de Chinese economie.
In 1953 kwam China met het idee om een vijfjarenplan te beginnen. Dit deden de Russen ook, en hun economie ging er ook goed op vooruit.
China richtte zich vooral op de zware industrie. Het ‘Grote Sprong Voorwaarts’ programma, dat zich afspeelde van 1958 tot 1990, mislukte. De misoogsten (door de weerstomstandigheden enz.) op het platteland speelden hierbij een rol, maar ook de stopzetting van de hulp van de Sovjet-Unie.
Mao:
Toen kwam Mao, hij begon een revolutie die ook wel de ‘Culturele Revolutie’ wordt genoemd. Hij wilde graag de traditionele gebruiken bewaren, en zag dat het kapitalisme juist het tegenovergestelde deed. Hij had veel macht gekregen dankzij de Russen, maar ook dankzij de propaganda die de communisten tijdens het bondgenootschap met de nationalisten onder de boeren en arbeiders hadden verspreid. Tot oktober 1949 werd China bestuurd door een militaire regering geleid door Mao. Op 1 oktober 1949 riep Mao China uit tot Volksrepubliek China. Mao werd hier ook tot staatshoofd benoemd. Mao is nu dood, zijn machtspositie heeft ongeveer voor 70 miljoen mensen het leven gekost. Althans zo staat het in het boek : Mao: “Het onbekende verhaal.”, geschreven door Jung Chang.
China wilde graag een hervorming van Staat en Economie. Dit werd versneld in 1991 en 1992. deze versnelling heeft een positief effect gehad op de economie.
De wereldeconomie:
Omdat het zo goed ging met China wilden ze zich officieel integreren in de wereldeconomie. Het land heeft gekozen voor een geleidelijke overgang naar de martkeconomie. Hoewel Peking nog wel is het socialisme vastzit, lijkt het toch nog te lukken. In december 2001 lukte het ze zijn nu lid van de Wereldhandelsorganisatie WTO. WTO staat voor ‘World Trade Organization.’ Deze organisatie zorgt ervoor dat er weinig of zelfs geen handelsbarrières bestaan, dat de wetten en regels transparant zijn en dat ze voor iedereen precies hetzelfde zijn.
Dit pakt natuurlijk voor China goed uit, want nu kunnen ze ook in het buitenland hun producten gaan verkopen.
De toetreding tot de WTO heeft als gevolg dat de toegankelijkheid op de afzetmarkt toe neemt. De aantrekkelijkheid van China voor internationale bedrijven neemt dan af. Dit beïnvloedt dan weer de concurrentiepositie van China. Door deze concurrentie van buitenlandse bedrijven moet de landbouw in China ook hervormd worden en meer winst gaan maken.
Na de toetreding waren de positieve effecten meteen merkbaar. China heeft na de toetreding de op vijf na grootste economie van de wereld. Het is een interessante afzetmarkt geworden.
In welke economische sectoren is de groei goed te voelen?

Hier een krantenstukje wat betrekking heeft op dit onderwerp:
“China is tegenwoordig in alle kringen een belangrijk gespreksonderwerp. Geen enkel ander land in de wereldgeschiedenis heeft ooit een economische groei gekend zoals China de afgelopen 25 jaar.
Elke acht jaar verdubbelt het land in omvang. Waar je bij een eerste bezoek één gebouw vindt, zie je er bij een volgende twee of drie staan. China voert zijn goedkope kleding uit naar alle hoeken van de wereld, ruilt de fiets voor de auto en doet massaal onderzoek naar genetisch gemanipuleerde organismen. Europa en de Verenigde Staten volgen de ontwikkelingen met argusogen. Professor Scott Rozelle van de universiteit van California en het Centrum voor Landbouweconomie in Peking is één van de grootste experts op het vlak van de Chinese voedsel- en landbouweconomie en de armoede in China. Hij was twee weken te gast aan het LICOS Center for Transition Economics van de Faculteit ETEW.
Het leven in China is de afgelopen jaren enorm veranderd. Iedereen probeert zijn graantje mee te pikken van de boomende economie. En de ene slaagt daar al beter in dan de andere. Rozelle: “De meeste mensen hebben er hun voordeel bij gedaan, maar over het algemeen zijn verstedelijkte gebieden er meer op vooruitgegaan dan het platteland, doen kuststreken het beter dan het binnenland en bereiken hoog opgeleide mensen meer dan andere.”
“Vijfentwintig jaar geleden telde China 350 miljoen mensen die onder de armoedegrens leefden. Nu zijn er dat nog 50 miljoen — nog altijd een hallucinant cijfer, maar de algemene vooruitgang is spectaculair. Het huidige probleem is de steeds groeiende kloof tussen arm en rijk. Een belangrijk vraagstuk waar de Chinese regering zich in de toekomst over zal moeten buigen is hoe ze die gaat aanpakken.”
Al ruim 25 jaar is China aan het groeien. Wang Mengkui, de voorzitter van het Centrum voor Ontwikkelingsonderzoek van de Chinese regering zegt: ‘Wij moesten als eerste onze bevolking voeden en kleden. Dit probleem is nu grotendeels opgelost.’ In 2004 is het BNP, dat wat de economie aan goederen en diensten produceert, sterk toe genomen. De armoede in het land is sterk afgenomen, en als je naar de statistieken kijkt klopt dit ook.
Citaat: ‘Een strategie om armoede te bestrijden
In armoede bestrijdingsprogramma’s werden specifieke doelstellingen opgesteld en werden acties ondernomen om deze doelstellingen te bereiken. Dankzij deze aanpak is er sinds 1970 vooruitgang geboekt inzake het verminderen van de armoede, alhoewel deze vermindering niet in gelijke mate verspreid is over de hele wereld. De daling van de armoede heeft vooral in Oost Azië, in het bijzonder in China, plaats gevonden. In ontwikkelingslanden is de kindersterfte met 40% gedaald en analfabetisme bij volwassenen met 50%. Een pasgeboren kind heeft zijn levensverwachting met 10 jaar zien stijgen en het netto inschrijvingen in lager en secundair onderwijs is gestegen met ongeveer 50%. Maar tegelijkertijd is er de laatste jaren ook achteruitgang geboekt en zijn enorme problemen blijven bestaan.
Gebaseerd op de ervaringen van de laatste jaren, is de consensus tussen nationale en internationale bewindslieden gestegen omtrent wat wel en niet werkt voor armoedebestrijding. Volgende zijn enkele succesvolle beleidsmaatregelen;
Inclusieve en breed uitgebouwde economische groei: Economische groei is een van de belangrijkste factoren voor het verminderen van armoede, maar het is echter niet voldoende. De doeltreffendheid van economische groei voor het verminderen van armoede is afhankelijk van de structuur van deze groei, van de bestaande niveaus van ongelijkheid en van de manier waarop de voordelen van de groei verdeeld worden.
Inkomensongelijkheid staat in functie van de distributie van economisch activa (land, industrieel en financieel kapitaal) en van "menselijk kapitaal", in de vorm van onderwijs en vaardigheden. Overheden moeten werk maken van een rechtvaardigere distributie van inkomen en activa.
De doeltreffendheid van groei in het verminderen van armoede, hangt ook af van de omvang van de groei en de werkgelegenheid, en of deze plaats heeft in gebieden en sectoren waar de armen zich bevinden. In het merendeel van de gevallen, met uitzondering van de Zuidoost Aziatische landen (Zuid Korea, Taiwan, Maleisië) tijdens hun fase van hoge groei, werd er onvoldoende werkgelegenheid geschept in de formele sector. De aandacht moet nu besteed worden aan de informele sector van de economie.
Volgens het Millennium Rapport van de Secretaris-Generaal kan een groei van 1% in het bruto nationaal product (BNP) van een land een groei van de inkomens van het 20 percent armste deel van de bevolking tot gevolg hebben. Maar dit kan niet plaats vinden wanneer, door ongelijkheid in de samenleving, de groei niet ten bate staat van de armen.
China is een voorbeeld van wat kan worden bereikt met snelle economische groei gestoeld op investeringen in mensen: het verschil, in gemiddeld inkomen, tussen China en de rest van de wereld is de laatste 40 jaar met 50% gedaald.
Het perspectief voor groei in de wereldeconomie is momenteel echter pover. De wereldeconomie lijkt te langzaam te groeien om genoeg werk te kunnen creëren of om een werkelijke impact te hebben op de armoede. Zelfs de geïndustrialiseerde landen kennen hoge werkloosheidscijfers, wat een belangrijke oorzaak is van armoede. Dit doet vermoeden dat economieën niet kunnen berusten op groei om uit de armoede te geraken, maar specifieke stappen moeten ondernemen die zich direct richten op armoede bestrijding.
Groei kan tevens, wanneer deze bereikt wordt ten koste van het milieu, de levensomstandigheden ondermijnen van de armen die afhankelijk zijn van natuurlijke rijkdommen. Het ontwikkelingsbeleid moet dus rekening houden met het sociaal en economisch milieu van de armen.
Na de Aardetop van 1992 (Rio de Janeiro, Brazilië), waren de Filippijnen het eerste land waar een Raad voor duurzame ontwikkeling werd opgericht met partners uit de overheid, de civiele maatschappij en de bedrijfswereld. Belangrijke bedrijven voerden initiatieven uit voor duurzame ontwikkeling ‚ hergebruik van bijproducten, controleren van de niveaus van vervuiling en integratie van milieubepalingen in collectieve akkoorden met arbeidssyndicaten.
Het potentieel van de globalisatie verwezenlijken: het fenomeen, in vele landen, van de grote ondernemingen, die in de handen zijn van privé personen die beslissingen nemen omtrent opening/sluiting en reorganisatie van operaties die het leven van vele mensen beïnvloedt, is realiteit geworden in het nieuwe millennium. Het globaliseringproces en de stijgende economische integratie bieden landen veel markt- en werkgelegenheidsgelegenheden. Maar er gaan echter ook risicoís en problemen mee gepaard. Het zijn de armen in arme landen die vandaag meestal het slachtoffer zijn van dit proces. (zie Briefing Paper on Globalization voor een uitvoerig debat rond de proís en contraís van de globalisatie) Landen dienen zich voor te bereiden op de globalisatie, en dit door:

• het competitief voordeel van hun industrieën uit te bouwen.
• de problemen aan te pakken van diegenen die het zullen afleggen ten opzichte van de globale competitie; en
• technologische verbeteringen en het verhogen van de productiviteit, om zo de competitie op basis van lage lonen, slechte werk reglementeringen en uitbuiting te vermijden.
Zelfs na dit allemaal te hebben gedaan, bestaat er geen zekerheid. Markten kunnen verzadigd geraken en ondanks de globalisatie blijven veel geïndustrialiseerde landen hun markten afschermen met tarieven en quotaís en discrimineren ze de producten van ontwikkelingslanden. Een beter handelsbeleid, eerlijkere regels en termen - die arme landen toegang bieden tot de markten van de ontwikkelde landen - moeten worden ontwikkeld. De Secretaris-Generaal van de VN heeft alle geïndustrialiseerde landen dringend verzocht om een tol- en quotavrije toegang in overweging te nemen voor vrijwel alle exporten van de Minst ontwikkelde landen (MOLs). Overheden en internationale instanties moeten tevens landen helpen zich voor te bereiden door hen assistentie te verlenen voor de ontwikkeling van regulariserende maatregelen die de negatieve impact van volatiele financiële stromen zullen helpen verlichten.’ (http://www.runic-europe.org/nederlands/ecosoc/armoedepoverty.html)
In 1978 leefde 53% van de Chinese bevolking onder de armoedegrens, en in 2001 was dit nog maar 8%.
Landbouw:
Tegenwoordig leven 800 miljoen mensen op het Chinese platteland. Door de economische groei gaat het goed met de boeren, maar toch heeft de landbouw veel minder aandacht gekregen ten opzichte van de industrie.
China kon je in 1949 vergelijken met West-Europa in 1750. China wilde heel graag het socialisme tot realiteit brengen, maar om dit te kunnen doen moest er industrialisatie plaats vinden. Dit ging ten koste van de landbouw.
Dit heeft dus veel invloed op de economie. De landbouw is veruit de belangrijkste groep, meer dan 50% van de bevolking werkt hier.
Zoals hierboven in het eerste krantenstukje staat wordt er veel onderzoek gedaan naar nieuwe methoden, die de boeren kunnen helpen, zoals bijvoorbeeld methoden tegen ongedierte of ziekten. China probeert ook het samensmelten van boerderijen te stimuleren. Tegenwoordig zijn er meer dan 2000 staatsboerderijen met een gemiddelde van 2300 ha. In vergelijking met de zelfstandige boeren hebben de mensen op de staatsboerderijen een inkomen dat 30% hoger is.
De drie belangrijke landbouwgebieden:
- Het gebied in het zuiden tegen over de Yangtze. Hier valt voldoende neerslag en er kan twee keer per jaar rijst geoogst worden.
- Het gebied in het noorden. Het klimaat is hier niet zo goed voor de landbouw, er kan dus maar een keer per jaar geoogst worden.
- Het gebied tussen de Yangtze en de Gele Rivier. Hier kan ook twee keer rijst en/of tarwe geoogst worden.
Rijst blijft toch een van de belangrijkste voedselgranen voor China. Hierna komen tarwe, maïs en andere granen.
Katoen:
Katoen speelt ook nog een belangrijke rol in China. Door middel van meer vrijheid te geven in de planning van de oogst is er een toename geweest van 22% in het katoenareaal. Katoen is het meest bekende handelsgewas en grondstof voor de exporterende industrie.
Veehouderij, bosbouw en visserij:
De ontwikkeling van de veehouderij is een beetje achtergebleven door al de aandacht die geschonken werd aan de akkerbouw. Maar vee wordt voor meer boeren steeds interessanter. Ongeveer 55% van het landbouwgebied van nu is grasland. Veel koeien en paarden en andere beesten, worden hier door de hele steppe gehouden.
In heel China vindt wel fokkerij van kleinvee plaats. Varkens komen hier het meeste voor. Van 1949 tot 1994 is deze veestapel van 160 miljoen naar 778 miljoen gegroeid.
In het noordoosten liggen de belangrijkste bosgebieden. Deze bossen zijn flink toegetakeld door roofbouw. Gelukkig is er ook weer veel herbost.
Mijnbouw:
China heeft veel kolen als reserve, ongeveer meer dan miljoenen kilo’s (heel veel dus) Maar jammer genoeg is de kwaliteit niet altijd goed. China is een groot land en heeft dus veel energie nodig. Ongeveer 75% van de energieproductie wordt geproduceerd met behulp van kolen.
China bevat ook veel ijzererts. Ongeveer 495 miljard ton. Als sinds 1996 is China de grootste producent van ruw staal ter wereld. Maar de kwaliteit van dit ijzererts is niet goed.
Ondanks de grote hoeveelheid die China zelf heeft, moet er door de slechte kwaliteit toch nog geïmporteerd worden.
Industrie:
In de industrie heeft ook een hervorming plaatsgevonden. Er wordt tegenwoordig met minder mensen meer geproduceerd. Hierdoor dreigde er een werkeloosheid te ontstaan. Een andere vestigingsplaats voor de industrie zou dit kunnen oplossen. Sinds 1978 werken er ongeveer 50 miljoen Chinese boeren in plattelandsbedrijven en in toeleveringsbedrijven voor de stedelijke industrie.
Het is sinds de jaren tachtig mogelijk om te kiezen voor een individueel ondernemerschap. Dus om een bedrijf te beginnen of volledig over te nemen.
Textielindustrie:
Deze industrie levert een van de belangrijkste bijdragen aan de Chinese uitvoer. De loonkosten zijn laag en dit stimuleert de concurrentie positie. China is zelfs een eigen mode-industrie begonnen.
Transportmiddelenindustrie:
De Chinese auto-industrie staat na Japan op de tweede plaats van Azië. Het grappige is wel dat China de laagste autodichtheid heeft van Azië, want veel mensen gaan op de fiets. De wegen zijn ook veel minder toegankelijk voor gebruik van de auto. Veel mensen kunnen er ook geen een kopen.
China zorgt ook voor een goede positie bij de internationale vliegtuigbouwers. Ze hebben zelfs de ruimtevaart aangetrokken.
De scheepsbouw moeten we ook niet vergeten. China heeft meer dan 2100 scheepswerven en is dus belangrijk voor de export. Zes procent van de productie is bestemd om naar het buitenland te gaan. De scheepsbouw wordt ook goed gestimuleerd door de technische vooruitgang over de gehele wereld. Omdat de bouw van de schepen in China zo snel gaat, is hun concurrentie positie er goed op vooruit gegaan.
Handel:
In 2002 heeft China voor 295 miljard dollar producten geïmporteerd. Maar dit werd goed gemaakt met de producten die ze voor 325 miljard dollar geëxporteerd hadden. China verdient zo goed in de export door de export van machines en textiel.
Veel landen zullen zich nog steeds aangetrokken voelen tot China vanwege hun goedkope arbeidskrachten.
Wat zijn de economische gevolgen voor het buitenland?

Door de sterke economische groei in Azië en vooral China wordt er veel meer brandstof gebruikt. En daardoor zal misschien een liter benzine binnenkort wel drie euro kosten en wordt de gasrekening twee keer zo hoog. De Chinezen bepalen ook voor een groot deel de prijs van olie, ijzer, koper, aluminium en platina op de wereldmarkt. Een van de belangrijkste oorzaak hiervan is de grote hoeveelheid staalproductie in China. Het verbruik van ijzererts was in 1990 nog 14 miljoen ton. Maar in 2003 was dat al 148 miljoen. China produceert elk jaar 220 miljoen ton staal. De Verenigde Staten en Japan produceren dat samen nog niet eens. Dit komt omdat China snel aan het verstedelijken is. Nu al woont meer dan 40 procent van de bevolking in de steden. Voor de bouw van nieuwe gebouwen is staal nodig. En daarom voert China ook nog eens 40 miljoen ton staal extra in.

Met het cement gaat het net zo. China is nu de grootste producent van cement en ook de grootste gebruiker. China produceert 40 procent van de wereldproductie. De Chinezen gebruiken nu 640 miljoen ton per jaar. In Amerika is dat 6 keer minder. Dat is ook niet zo gek, want in elke stad in China wordt gigantisch veel gebouwd.
China gebruikt ook veel olie. Vorig jaar waren dat 6,2 miljoen vaten per dag. Ze zijn op de VS na de grootste gebruiker van olie op de wereld. Tot aan het begin van de jaren ‘90 exporteerden ze zelfs nog olie. Nu moeten de Chinezen 2,5 miljoen vaten per dag invoeren. In 2015 zullen dat er bijna 6 miljoen zijn.
Het enorme verbruik van olie in China wordt veroorzaakt door de industriële groei. Steeds meer Chinezen kopen een auto. Er wordt zelfs verwacht dat er in 2010 zelfs 28 miljoen auto’s zullen rijden. Dat betekent dat 40 procent van het Chinese olieverbruik voor de rekening komt van de automobilist.
China exporteert gigantisch veel goedkope machines, elektronica, textiel en telecommunicatie. De Chinese exportmarkt van goedkope machines, enz. worden gevoed door het consumentisme van de VS. De VS ‘leent’ van China. En hierdoor blijft China zijn producten verkopen.
China is nu het land van de onbegrensde mogelijkheden. Bedrijven uit de hele wereld willen zaken doen met China. Sinds de jaren tachtig werd China steeds kapitalistischer. Vanaf die tijd groeide de Chinese economie snel. In 2005 is de economie met 9 procent gegroeid. Ze staan nu op de 6e plaats van grootste economie ter wereld. Waarschijnlijk zal de Chinese economie nog wel even door groeien.
De Chinezen zijn druk op zoek naar nieuwe oliebronnen en stellen veel brand- en grondstoffen veilig. Dat is niet makkelijk, want de meeste grondstoffen en brandstoffen staan al onder controle van Europese landen en de VS. Daarom sluit China veel vrijhandelsakkoorden. Op dit moment is China aan het onderhandelen met Australië. China heeft al een vrijhandelsakkoorden met: Koeweit, Oman, Qatar, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Ook is China erg actief in Latijns-Amerika. Brazilië, Argentinië Chili en Cuba wilden wel praten over een economisch partnerschap met China. Ook is China erg geïnteresseerd in Afrika.
China beschermt de investeringen met militairen. In Sudan doen ze dat met 4000 soldaten.
In Zimbabwe proberen de Chinezen ook grondstoffen te bemachtigen. Een Chinees bedrijf heeft ook een contract afgesloten met een Iran. In ruil voor de jaarlijkse afname van 10 miljoen ton aan vloeibaar gas voor de komende 25 jaar.
Wat zijn de gevolgen voor de bevolking van China?

De meeste Chinezen merken zelf niet zo heel veel van de economische groei in China.
Van de 1,3 miljard inwoners die China heeft zijn er ongeveer 130 miljoen werkloos. Van die 1,3 miljard Chinezen zijn er maar weinig die echt van de welvaart profiteren. Het inkomen per hoofd van de bevolking is in China 1100 dollar. In Nederland is dat bijna 28 duizend dollar.

Meer dan de helft van de Chinezen werkt in de landbouw. De meerderheid van de bevolking is geconcentreerd in het oostelijk deel van China. Sinds de jaren '70 heeft China de landbouw gedecollectiviseerd, het heeft een enorme productie groei op geleverd. Zelfs met deze verbeteringen vertegenwoordigt de landbouw slechts 20 procent van het bruto nationaal product van het land. Terwijl er toch meer dan 50 procent van de Chinezen in die sector werkzaam zijn.
Het inkomen van de landbouwers is in het begin van de jaren ’80 gestegen maar de belastingen en prijzen hebben er voor gezorgd dat je in de landbouw moeilijk kan rondkomen.
Sinds enkele jaren hoort China niet meer bij de minst ontwikkelde landen. Maar toch leeft 16,6 procent van de mensen uit China nog onder de grens van één dollar per dag. De armoede zit vooral in de westelijke en noordoostelijke regio’s van het land. De overgang naar een vrijemarkteconomie heeft meer werkloosheid tot gevolg gehad.
De kustprovincies van China profiteren het meest van de economische groei van China. De regionale overheden moeten de kosten van het onderwijs en de gezondheidszorg bijna helemaal zelf betalen. Dat is erg moeilijk in de armere gebieden in China
Door de economische hervormingen zijn veel sociale voorzieningen en werkgelegenheid verdwenen. Dat zorgt voor een enorme onzekerheid, waardoor de mensen hun geld niet meer uit durven te geven.
Volgens de Wereldbank waren Chinese gezinnen tussen 1990 en 2001 de fanatiekste spaarders ter wereld. De binnenlandse bestedingen blijven daardoor achter. Deze kopersstaking zorgt voor extra export naar Europa en de VS, want ze moeten toch van hun producten af. Als dat niet gebeurt dan zal de werkloosheid gaan stijgen door de grote overproductie. Het kan nog wel 20 jaar duren voordat de Chinezen weer meer geld gaan uitgeven.
Door het communisme in Schina warem er in 2004 74.000 rellen, stakingen en dergelijke waaraan enkele miljoenen mensen deelnamen. Vooral landonteigeningen wekken woede op. Maar de leiding in Peking wil rust en sociale stabiliteit en treedt daarom hard op.
Gebruikte bronnen voor deelvraag over bevolking
http://www.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=0EC981ADAB6F4E539216311867F4093EX3X57714X04
www.wikipedia.nl zoek: China
Extra deelvragen
Wat is de WTO?

WTO staat voor ‘World Trade Organisation.’ Deze organisatie doet uitspraken in handelsconflicten tussen twee landen. In veel landen werd in de jaren ‘30 een protectionistisch beleid gevoerd. In 1947 werd General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) opgericht. Deze organisatie probeerde via bepaalde stappen de handelsbelemmeringen af te schaffen.
Bij een onderhandeling zijn er altijd twee landen aanwezig. Hierbij moeten de regels hetzelfde zijn als bij andere landen. Dit heet ook wel met een moeilijk woord, meestbegunstigings-clausule. Bij GATT hadden ze wel een paar uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld ontwikkelingslanden.
Later werd de WTO opgericht, deze moet controleren of de deelnemende landen zich wel houden aan de gemaakte afspraken. Als dit niet zo is kan de WTO deze landen dwingen zich zo snel mogelijk aan te passen aan de GATT-afspraken.

Wat is protectionisme in de economie?

Protectionisme houdt in dat sommige landen hun economie beschermen tegen buitenlandse invloeden. De werkgelegenheid speelt hier een hele belangrijke rol. Protectionisme houdt ook in dat jonge bedrijfstakken een aanloopperiode hebben. Dit gebeurt omdat deze net nieuw zijn en ze nog geen opgebouwde ‘spaarpot’ hebben, en ook nog weinig ervaring.
Een vorm van protectionisme is de zogenaamde antidumpingmaatregel. We spreken van dumping wanneer een bepaald product in een ander land voor een goedkopere prijs verkocht wordt.
Er zijn nog andere manier voor de protectie van een land. Denk maar aan invoerrechten, deze heten ook wel tarifaire maatregelen.
Maar er zijn ook non-tarifaire maatregelen. Denk maar aan een quotum vaststellen, maar ook kostprijsverlagende subsidies.

Conclusie:

Door de hoofdvraag te beantwoorden doormiddel van deelvragen, zijn we meer te weten te komen hoe nou een land economisch kan groeien en welke invloeden deze kan hebben op in het land en buiten het land. De hoofdvraag luide :Wat wordt beïnvloed door de economische groei van China?. Het antwoord hierop kort samengevat is dat deze groei op veel dingen invloed heeft. Overal op. Als het met China goed gaat kan dit positieve stimulans hebben voor het buiten land. Neem bijvoorbeeld het land Amerika, dit is een van de grootste schuldenlanden van de wereld. Amerika koopt producten heel goedkoop vanuit China, en blijft maar lenen en kopen. Dit is natuurlijk positief voor China, want ze hebben altijd een koper.
De deelvragen die we hebben gebruikt voor het beantwoordden van de hoofdvraag luidden:
Waardoor ontstond de economische groei van China?
China heeft een grootte voorgeschiedenis, en heeft dus ook armoede gekend als geen ander. Het handige was voor China dat er veel mensen waren die voor weinig geld wel wilden werken.
In welke economische sectoren is de groei goed te voelen?
In elke sector waren er wel merkbare dingen. Wij hebben de meest bekende sectoren van China behandelt, maar er zijn natuurlijk meer waarbij de groei ook invloed had.
Wat zijn de gevolgen voor de bevolking, in economisch en sociaal opzicht?
Als je niet kijkt naar de grote sector maar naar de bevolking zelf, zie je natuurlijk ook nog kleine andere invloeden.
Wat zijn de economische gevolgen voor het buitenland?
Na de toetreding tot de WTO heeft China alleen nog maar meer invloed gekregen op de hedendaagse wereld economie. China wordt misschien wel een van de belangrijkste handelslanden van de aankomende tijd.
Om bepaalde dingen nog wat te verduidelijken hebben we nog wat extra kleine deelvragen gemaakt, deze luiden:
Wat is de WTO?
Hierin staat kort samengevat wat de WTO inhoud.
Wat is protectionisme in de economie?
Hierin staat kort uitgelegd wat protectionisme is.

Wij hebben samen veel geleerd dat er bij een economische groei veel komt kijken. Meer dan we eigenlijk hadden verwacht. We snappen nu ook hoe een groei kan plaats vinden en dat concurrentie en protectionisme heel belangrijk kan zijn. Ook de manier van regeren is belangrijk.

We hebben ook geleerd dat samenwerking erg belangrijk is bij het maken van een gezamenlijke opdracht. Aangezien het in het begin mis ging wilde ik dit toch nog even vermelden. Het verslag is gelukkig nog wel op tijd afgekomen, maar het moet en zal ook de volgende keer anders gaan en aangepakt worden. Thomas: Ik wil u nog bedanken voor het telefoontje en voor het gesprek op school over de samenwerking.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.