Midden- en kleinbedrijf

Het MKB De bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (bedrijven met minder dan 100 werknemers) verwachten dat het volgendjaar economisch beter gaat. Ook met de werkgelegenheid zal het beter gaan. Maar op dit moment is er nog veel werkloosheid. De werkloosheid is het afgelopen jaar gedaald met 93.000 banen. Toch verwachten de mkb¡¦s dat de werkloosheid in de zector gaat dalen. De mkb¡¦s zijn dus optimistisch en verwachten dat de afzet het komende jaar zal gaan stijgen. Maar, is er wel reden voor zoveel optimisme? Er zullen namelijk alleen meer orders worden binnengehaald, als de prijzen dalen. Daarom zal de winstmarge minder worden. Gelukkig krijgt het mkb nu wel een keer wat hulp van de overheid. Minister de Geus wil namelijk de arbeidstijdenwet versoepelen, en daardoor word het mkb flexibeler. De werknemers en werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf kunnen nu onderling de arbeidstijden regelen. Door het versoepelen van de arbeidstijdenwet, gaat de arbeidsproductiviteit van de werknemers in het mkb omhoog. interview vragen. 1. Eerst wil ik u vragen om u even voor te stellen. 2. Wat voor een bedrijf heeft u? 3. Kunt u mij vertellen wat het MKB eigenlijk inhoud? 4. Weet u eigenlijk waar de afkorting MKB voor staat? 5. Wat voor een bedrijfsvorm heeft u? (nv, bv, nof, enz.) 6. Het MKB heeft een aantal problemen. Weet u wat de problemen van het MKB zijn? a. Zo ja, heeft u zelf ook last van deze problemen? „X Zo ja, wat probeert u er aan te doen? „X Zo nee, Heeft u nog last van andere problemen? 1. zo ja, welke problemen, en wat kan er aan worden gedaan? 2. zo nee, denkt u nog problemen te krijgen? a. Zo ja, hoe probeert u dat te voorkomen? b. Zo nee, waarom denkt u dat? b. Zo nee, komt u wel andere problemen tegen? „X Zo ja, welke problemen, en wat kan er aan worden gedaan? „X Zo nee, denkt u nog problemen te krijgen

1. zo ja, hoe probeert u dat te voorkomen? 2. zo nee, waarom denkt u dat? 7. Minister de Geus heeft een plan gemaakt voor het versoepelen van de arbeidstijdenwet. MKB-Nederland vind dit een goed plan. Denkt u er ook zo over? a. Zo ja, waarom vindt u het een goed idee? „X Heeft u nog een andere oplossing? b. Zo nee, heeft u er dan helemaal geen baat bij? 8. Heeft u last van de slechte economie? a. Zo ja, hoe merkt u dat dan? „X Hoe denkt u dat te gaan oplossen? „X Wat zou de overheid er aan moeten doen? b. Zo nee, waarom denkt u dat u er geen last van heeft? „X Waarom hebben andere ondernemingen er wel last van, en u niet? 9. De afgelopen maanden hebben veel bedrijven een prijzenslag gevoerd. Heeft uw bedrijf last gehad van de prijzenslag? a. Zo ja, Wat heeft u er aan gedaan, of gaat u er nog aan doen? b. Zo nee, Denkt u nog last te krijgen van de prijzenslag? „X Zo ja, hoe gaat u dat dan oplossen? „X Zo nee, waarom denkt u dat? 10. Vorig jaar is er een recordaantal faillissementen uitgesproken. Merkt u dat er bedrijven in uw omgeving failliet gaan? Bijv. uw leveranciers. Resultaten De eigenaar van het bedrijf dat ik had gekozen vertelde me dat hij ook last had van een aantal problemen die alle midden- en kleinbedrijven hebben, zoals de slechte economie. Dhr. Boonk kwam ook met nieuwe problemen, waar ik nog niet aan had gedacht. Zo noemde hij de problemen die hij had met de wetgeving rond het mkb. Hij vindt dat er te veel regels en wetten zijn, en dat dat niet goed is voor het mkb. Een ander probleem dat hij noemde, en waar ik niet eerder aan had gedacht was het anti-rookbeleid van de regering. Hij vertelde dat zijn bedrijf er zoveel last van heeft, dat hij andere klanten moet gaan zoeken. Er komen namelijk steeds minder rokers. Ik had verwacht dat het bedrijf veel last zou hebben van de slechte economie. Tot mijn verbazing is dat echter niet zo. Het bedrijf merkt wel dat de mensen minder geld te besteden hebben, maar ze hebben er verder niet veel last van. De verkoop van loten van kansspelen in wel flink gekrompen. Dhr. Boonk vertelde dat ze hun producten veelal voor vaste prijzen verkopen. Daarom hebben ze geen last van de slechte economie. De producten zijn namelijk overal even duur, dus de consument blijft steeds komen. Verder vertelde Dhr. Boonk dat er veel bedrijven failliet gaan, doordat er voor een ondernemer geen vestigingsdiploma meer vereist is. Dit is tegenstrijdig met het verhaal dat hij eerder vertelde, waarin hij zij dat er teveel regelgeving is voor het mkb. Ik denk dat er te weinig regelgeving is voor bedrijven die willen beginnen, en te veel regelgeving voor bedrijven die al een aantal jaar bezig zijn. --- Na het interview --- Conclusie Het bedrijf dat ik heb geinterviewd heeft wel last van problemen in het mkb, maar weet het heel goed op te lossen. Veel bedrijven in het mkb gaan failliet omdat ze te weinig kennis in huis hebben om een zaak goed te runnen. De slechte economie heeft voor het soort bedrijf dat ik heb geinterviewd nauwelijs invloed op de winst, vanwege de vaste verkoopprijzen. Het bedrijf van Dhr. Boonk verwacht de komende jaren niet in de problemen te komen. --- Nawoord --- Ik vond het leuk om een praktische opdracht economie te maken over de problemen van het midden- en kleinbedrijf. Ik weet namelijk nu welke problemen het mkb heeft, en wat ze er aan proberen te gaan doen. Ook heb ik geleerd dat niet alle bedrijven van het mkb te maken hebben met dezelfde problemen. Ieder midden- en kleinbedrijf heeft zijn eigen problemen, en lost dat weer anders op. Ondanks de tegenslagen bij het maken van de praktische opdracht (computer problemen) denk ik toch dat het een goed geheel is geworden