Solon’s taak was gevaarlijk en moeilijk, vanwege de hebzucht van de ene zijde en de arrogantie van de andere. Om beide zijdes tevreden te stellen, zei Solon: “Eerlijkheid brengt geen conflicten”. Eerlijkheid betekende voor de armen gelijke welvaart. Voor de rijken het houden wat ze bezaten.
Zowel de armen als de rijken geloofden dus voor een tijdje dat Solon aan hen kant stond. Maar al gauw vonden de armen het weerzinwekkend dat Solon zijn macht niet gebruikte om de eigendommen van de rijken af te pakken. Solon’s vrienden adviseerden hem dat hij een dwaas zou zijn als hij geen gebruik zou maken van de mogelijkheid die het lot hem had gegeven. Nu hij deze macht had, zeiden ze, zou hij zichzelf een tiran moeten maken. Solon antwoordde dat tirannie inderdaad een fijne top is, maar dat er geen weg terug van is.
Solon kon niet, zoals Lycurgus, de hele staat van top tot teen veranderen, dus werkte hij alleen aan zaken die te veranderen waren zonder een hele revolutie te veroorzaken. Hij probeerde alleen de dingen waarvan hij dacht dat hij de Atheners kon overhalen ze te accepteren met een beetje gebruik van geweld. Waar mogelijk maakte Solon gebruik van eufemismen, zoals belastingen “bijdragen” te noemen. Met een discrete mix van rechtvaardigheid en kracht, slaagde hij erin om zich wat succes te verwerven. Wanneer Solon later was gevraagd of hij de beste wetten die hij kon maken aan de Atheners had opgesteld, antwoordde hij: “De beste waarvan ze in staat waren ze te ontvangen.”
Solon’s eerste hervorming was het verbieden van beslaglegging op lichamen. Zelfs met de toestemming van de schuldenaar kon de schuldeiser hem en zijn familie niet meer legaal tot slaaf maken. Degenen die al tot slaaf waren gemaakt werden bevrijd en degenen die waren verkocht aan het buitenland werden naar Athene teruggehaald als vrije mannen. Solon beval ook dat openstaande schulden werden vergeven, zodat alle beslagleggingen op land verdwenen.
Maar hier stelde Solon zijn vrienden teleur. Kort voordat hij de wet openbaar maakte die alle beslagleggingen ongedaan maakte, vertelde hij het enkele van zijn meest vertrouwde vrienden.
Ze gingen meteen weg om geld te lenen om daarvan land te kopen en gaven het gekochte land als onderpand voor de terugbetaling van de lening. Toen de wet was ingevoerd, hadden zij hun land zonder de lening hoeven terug te betalen. Hiervoor werd Solon verdacht, maar wanneer duidelijk werd dat hij zelf door deze wet 15 talenten was kwijtgeraakt, werd ernstige schade aan zijn reputatie voorkomen.
Noch de rijken noch de armen kregen alles wat zij wilden door Solon’s hervormingen. Er was geen complete herverdeling van het land, wat de armen wilden en de rijken waren boos over het verlies van het geld dat ze tegoed hadden. Beide groepen haatten Solon nu, omdat hij niet aan hun eisen gehoorzaamde. Zelfs degenen die eerder vriendelijk tegen hem waren zagen hem nu als hun vijand. Maar met de tijd en het succes kwam vergiffenis. Toen de Atheners het goede resultaat van de kwijtschelding van de schulden zagen, benoemden ze Solon tot algemeen hervormer van hun wetten.
Solon trok de wetten van Draco in, die zelfs de kleinste overtreding bestraften met de dood, waardoor er werd gezegd dat de wetten met bloed waren geschreven in plaats van inkt. Toen iemand Draco vroeg waarom hij zij wetten zo streng had gemaakt, antwoordde hij: “We hebben de doodstraf nodig om kleine misdaden te voorkomen en voor grotere misdaden kan ik geen grotere straf verzinnen.” Solon echter gebruikte de doodstraf alleen voor moord.
Solon maakte er een wet van, dat iemand die geen zijde koos in een revolutie, al zijn burgerrechten verloor. Door deze wet zorgde hij ervoor, dat de goeden zich tegen de slechten zouden keren en zich niet zouden verstoppen om zichzelf te redden, of te wachten tot ze zagen welke zijde ging winnen.
Toen Solon eens werd gevraagd welke stad goed geregeerd werd, zei hij: “Die stad, waar degene die niet benadeeld zijn, de zaak opnemen van iemand die het wel is en de zaak zo ernstig opnemen alsof het kwaad aan henzelf was geschied”. Vervolgens stond hij iedereen toe de zaak op te nemen voor een arme man die benadeeld was.
Solon stond toe dat de rijke mannen de officieren bleven, maar hij wilde dat de armen zich ook in de regering handhaafden. Daarom groepeerde hij de burgers volgens inkomen. De laagste klasse, de thetes waren ongeschikt voor verkiezingen voor elke rol. Wel werd hen toegestaan deel te nemen aan de vergadering en als juryleden besloten ze zaken door middel van hun stem. Omdat de wetten van Solon dubbelzinnig en vaag waren, had het hof een belangrijke macht om de wetten te uit te roepen. Wat leek op een onbelangrijke tegemoetkoming voor de armen, bleek een belangrijk voorrecht te zijn.
Solon ontwikkelde een hoger gerechtshof, wiens leden vroegere archons (jaarlijkse presidenten) van Athene waren. Hij zag dat na de vrijlating van obligaties (schriftelijke schuldbekentenis) de mensen oncontroleerbaar en arrogant begonnen te worden, richtte Solon ook een raad van vierhonderd. Honderd van elk van de vier groepen in Athene. Dit was een extra wettelijk lichaam, wiens macht werd beperkt tot het debatteren over zaken voor ze aan het volk werden voorgelegd om over te stemmen. Niets kon worden besloten voordat het was bekeken door de vierhonderd. Met het hoger gerechtshof en de raad van vierhonderd als ankers, was de opwinding van het volk behouden binnen veilige grenzen.
Solon maakte het misdaad om de doden te onteren. En voor de levenden, waren aanvallen op karakter in de raadskamers van de stad en bepaalde festivals verboden. Solon wist dat wrok een onderdeel is van de menselijke natuur, maar hij stichtte bepaalde plaatsen waar het verboden was aan deze zwakte toe te geven. Om het compleet te onderdrukken was volgens Solon onmogelijk geweest.
Veel mensen waren naar Athene gekomen, liever dan op het dorre land van Attica hun leven bij elkaar te schrapen. Zonder iets om te verkopen kon Athene zichzelf niet voeden. Daarom werden ambachten belangrijk voor de voorspoed van de stad. Solon maakte er een wet van dat een zoon niet was gebonden om zijn vaders oude dag te verlichten, tenzij zijn vader hem aan een ambacht had geholpen. Hij maakte er ook een wet van dat iedere man elk jaar moest laten zien hoe hij aan zijn geld kwam en iedereen die geen werk had werd gestraft.
De verkondigde wetten van Solon werden op borden geschreven. Iedereen die een leidinggevende inwoner was moest openbaar zweren dat hij ze in acht zou nemen. Maar nu werd Solon elke dag belaagd door mensen, die vroegen naar de verklarende uitleg van sommige voorzieningen of klachten hadden over hoe een wet nadelig voor hen werkte. Solon besloot dat hij de Atheners een tijdje zou verlaten, zodat zij zouden stoppen met hem lastig te vallen en het zelf uit te zoeken. Hij kreeg toestemming om Athene te verlaten en vertok met een schip naar Egypte (590 v Chr)
Koning Croesus
Nadat Solon Athene heeft verlaten vindt er een ontmoeting plaats met koning Croesus.
Koning Croesus van Sardis, die op dat moment de rijkste man van de wereld was, nodigde Solon uit om zijn paleis te bezoeken. Toen Solon arriveerde bij het paleis zag hij een prachtig geklede man, begeleid door een reeks slaven en soldaten, dus nam hij aan dat deze man Croesus moest zijn. Het bleek echter een lagere ambtsdrager in Croesus’ hof the zijn. Terwijl Solon zijn tocht door het paleis voortzette, zag hij verscheidene ambtsdragers, die net zo belangrijk waren. Tenslotte werd Solon toegelaten tot de kamer van de koning voor een gesprek en zag hij de koning daar met de meest prachtige kleren en juwelen.
Solon was niet in de war gebracht door deze vertoning van barbaarse macht, die anderen zoveel ontzag had ingeboezemd. Daarom beval koning Croesus om zijn schathuizen te openen, zodat Solon kon zien hoeveel prachtige kleren hij had en hoeveel geld. Solon keek beleefd overal naar en kwam toen terug naar de koning. “Nou, Solon,” zei Croesus, “heb je ooit een man gezien die meer fortuin had dan ik?”
Solon antwoordde: “Ja, dat heb ik, en dat was Tellus, een inwoner van Athene. Hij was een eerlijke man die zijn kinderen goed verzorgde en met veel wilskracht achterliet. Hij leefde om zijn kleinkinderen te zien bij zijn zonen en toen stierf hij glorierijk, vechtend voor zijn land.”
Dit openhartige antwoord maakte Croesus woedend, maar Solon kalmeerde hem door eraan toe te voegen: “Oh machtige koning van de Lydiërs. De goden gaven ons Grieken alleen kleine dingen en onze wijsheid betreft alleen kleine dingen en niet de zaken van belangrijke mannen zoals u. Wij beschouwen over hoe het leven van een mens vaak ten prooi valt aan toeval en hoe rampen als complete verrassing kunnen komen. Daarom beschouwen wij geen enkel mens als succesvol, totdat het goed gestorven is, met zijn hele fortuin nog intact op het einde. Als we zouden zeggen dat een levende man een succes is, als er nog zoveel met hem kan gebeuren, zouden we als soldaten zijn, die de overwinning al vieren voor het gevecht over is.” Na deze toespraak ging Solon weg en redde hiermee zijn leven.
Hij kwam toevallig Aesop tegen, de schrijver van beroemde fabels, die ook was uitgenodigd op het paleis van Croesus. Aesop zei: “Of we moeten niet meer naar deze machtige mensen toegaan, of we moeten ze tevreden stellen.” Maar Solon antwoordde: “Of we moeten niet meer naar machtige mensen toegaan, of we moeten ze de waarheid vertellen.”
Later werd koning Croesus verslagen door koning Cyrus van Persië. Croesus verloor zijn koninkrijk en werd gevangen genomen. Hij werd aan een paal vastgebonden en hij stond op het punt levend verbrand te worden voor het amusement van Cyrus, toen Croesus Solon’s naam drie keer uitschreeuwde. Cyrus stopte de voortgang en vroeg Croesus of deze Solon een man was of een van de goden. Croesus antwoordde: “Hij was een van de wijze mannen van Griekenland, die ik had uitgenodigd op mijn paleis. Niet dat ik iets wilde leren, maar zodat hij mijn geweldige fortuin van dat moment kon zien. Het verlies daarvan nu is pijnlijker dan het plezier van dat moment. Mijn rijkdommen waren in werkelijkheid alleen maar woorden en meningen en nu hebben ze mij gebracht tot verbrand te worden aan een paal. Solon zag mij in mijn belachelijke voorspoed en voorzag de ellende van dit moment.
Hij waarschuwde mij dat ik moest denken aan het einde van mijn leven en niet moest bouwen op glibberige grond, omdat geen enkel mens gelukkig is totdat hij goed is gestorven. Na het verhaal realiseerde Cyrus zich de kwetsbaarheid van het geluk van vorsten als Croesus en hemzelf en nam hij Croesus op in zijn hof als één van zijn meest geëerde raadgevers.
Terug in Athene
Terwijl Solon weg was, begonnen de drie fracties (heuvel, vlakte en kust) weer te twisten. Ofschoon ze zijn wetten hielden, keek elke fractie of ze veranderingen konden aanbrengen, waar door ze voorsprong konden krijgen op de anderen. Solon was te oud om een actieve rol te spelen toen hij terugkeerde in Athene, maar hij ontmoette de leiders privé en hij probeerde hen te kalmeren.
Pisistratus, die de armen leidde, bleek het meest welgezind van allen. Hij was een gladde prater en een meester in bedrog. Hij hield de armen voor de gek en zelfs de oude Solon, die zei dat als alleen de eerzucht uit zijn hoofd zou worden gehaald, er geen betere burger zou zijn dan Pisistratus.
Op een dag smeerde Pisistratus zich vol bloed en verscheen dramatisch op het marktplein. Hij vertelde de mensen dat de rijken hem dit hadden aangedaan, omdat hij een vriend van de armen was. Een van zijn volgelingen deed toen een voorstel om een vijftig man grote groep aan te wijzen om Pisistratus te beschermen. Solon doorzag de truc, maar de armen waren vastbesloten om hem te beschermen en de rijken waren bang om hier tegen in opstand te komen.
Niemand ondervroeg Pisistratus toen hij meer dan vijftig bewapende mannen rond zich verzamelde. Niemand had in de gaten wat Pisistratus aan het doen was, totdat hij de burchten van de stad in beslag nam en zichzelf tot tiran maakte (561 v Chr.). De rijken redden hun leven door Athene uit te vluchten. Solon was zwak en oud en hij had niemand die naast hem stond. Hij ging naar het marktplein en schold op de Atheners, omdat zij te bang waren voor Pisistratus en zijn bende om hun vrijheid terug te nemen. “Van tevoren,” zei hij “hadden jullie de tirannie kunnen stoppen, maar nu het al geschied is kunnen jullie nog meer glorie krijgen door het uit te roeien.”
Niemand ondervroeg Pisistratus toen hij meer dan vijftig bewapende mannen rond zich verzamelde. Niemand had in de gaten wat Pisistratus aan het doen was, totdat hij de burchten van de stad in beslag nam en zichzelf tot tiran maakte (561 v Chr.). De rijken redden hun leven door Athene uit te vluchten. Solon was zwak en oud en hij had niemand die naast hem stond. Hij ging naar het marktplein en schold op de Atheners, omdat zij te bang waren voor Pisistratus en zijn bende om hun vrijheid terug te nemen. “Van tevoren,” zei hij “hadden jullie de tirannie kunnen stoppen, maar nu het al geschied is kunnen jullie nog meer glorie krijgen door het uit te roeien.”
Maar de Atheners deden niks en Solon bleef thuis en schreef verbitterde gedichten. Zijn vrienden waarschuwden hem om weg te gaan uit Athene of ten minste Pisistratus niet meer zo boos te maken door zijn vrije manier van spreken. Ze vroegen hem waarom hij dacht dat hij veilig was om zo vrijmoedig te kunnen spreken tegen de tiran en Solon antwoordde: “Mijn leeftijd.” Maar Pisistratus hield groot respect voor Solon en raadpleegde hem continu. Hij hield de meeste van Solon’s wetten en gehoorzaamde deze ook zelf.
Het laatste werk van Solon kwam uit omstreeks 560 v. Chr. Toen schreef hij:
Nu zijn krachten van schoonheid, muziek en wijn,
Die een genot zijn voor de meeste mensen, dat ook voor mij.
Conclusie van Jelmar
Solon is één van de belangrijkste personen geweest in de Griekse oudheid. Hij heeft Athene subtiel hervormd. Solon was een eerlijke, maar vooral zeer slimme man. Hij probeerde door middel van allemaal kleine wetten een maatschappij te ontwikkelen, waar mensen elkaar respecteren en voor elkaar op komen. Solon sprak open en zei wat hij vond. Hij is tevens een belangrijke peiler geweest voor de democratie. De democratie zoals in Athene was goed doordacht en georganiseerd.
Zijn dichtwerken zijn indrukwekkend. De gedichten zitten vol wijsheid en goede raad en hebben op de burgers van Athene veel indruk gemaakt. Zelfs in deze tijd (+/- 2500 jaar later) kan onze maatschappij nog een voorbeeld nemen aan deze gedichten. De gedichten laten zien dat bezittingen en rijkdom niet het belangrijkste zijn. Veel belangrijker is het leven volgens de regels en zorgen voor je familie.
Als leger aanvoerder is Solon ook belangrijk geweest. Hij stimuleerde de mensen weer te gaan vechten voor Salamis en zorgde door middel van een zeer doordachte list voor de overwinning. Ik denk dat zijn verdiensten in het leger hebben geleid tot de aanstelling van diallaktes. Solon wist immers overal wel een oplossing op!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden