Inleiding
Barok. Grof gezegd is het een stijlperiode van kunst (en architectuur) die plaatsvond tussen 1600 en, inclusief Rococo, 1770. Het was vooral een beweging die zich recht tegenover de Reformatie opstelde en het Absolutisme in de armen viel. De Barokstijl was hoofdzakelijk populair in de gebieden waar de Rooms-katholieke kerk overheerst.
Het is intussen wel duidelijk: de Barok is het onderwerp van deze PO.
Hierin centraal staan bijvoorbeeld de invloed van de Rooms-katholieke kerk in de Barokke kunststijl. En natuurlijk het verschil tussen de twee stijlen ‘klassiek’, ‘flamboyant’ en de Rococo is een belangrijk punt.
Veel te bespreken dus,
Have Fun!
Opdracht 1
De naam ‘barok’ is afgeleid van het Portugese woord barocco. Vrij vertaald betekent dat ‘onregelmatige parel’.
Het is niet toevallig dat deze naam gekozen is. De Barokstijl is namelijk een stijl die gericht is op schoonheid en realisme. Dat verklaart meteen de ‘parel’.
Dat die parel onregelmatig gevormd is, is ook geen toeval geweest. De Barok week sterk af van de in die tijd geaccepteerde standaard qua kunst. De Renaissance was altijd een beetje sober en stijf, maar vol van betekenis.
Barokke kunst kwam aan als een grote schok. Het was veel te vrolijk en feestelijk, tegelijkertijd ontzettend chaotisch, en de onderwerpen waren heel anders dan men gewend was. Vandaar de onregelmatigheid van die prachtige, vernieuwende parel.
Deze vergelijking maakt duidelijk dat er een groot verschil was tussen de Renaissance (links) en de Barok (rechts).
Opdracht 2
In feite heeft Maarten Luther (samen met Calvijn) een nieuwe stijlperiode veroorzaakt. Door met zijn stellingen te komen die ook kritiek leverden op de Rooms-katholieke kerk, begonnen de hoge heren van de Roomse kerk na te denken wat er fout was. Luther had gelijk, dat wisten ze. Ze hebben bijna twintig jaar lang vergaderd en vernieuwingen en veranderingen uitgevoerd. Dat resulteerde in de Contrareformatie, de tegenhanger van de Reformatie die Luther begonnen was.
De Rooms-katholieke kerk ‘ontwikkelden’ een stijl die de kerk weer aanzien gaf: feestelijk, uitbundig, veel te duur, versieringen, beelden en prachtige architectuur. Het was de bedoeling dat het gewone volk onder de indruk was van de ‘gezuiverde kerk’, en zich weer bij Rome aansloot.
Rome stimuleerde de bouw van nieuwe kerken en klooster, en gaf daar erg veel geld aan uit.
Alle dingen die aan de niet-gezuiverde Rooms-katholieke kerk deed denken, werd vernieuwd of opnieuw gebouwd. De stijl die gebruikt werd om de overwinning te vieren, heet Barok.
Al deze feestelijke dingen kom je niet terug bij de Protestanten, aanhangers van de Reformatie. Zij geloofden niet in geld, of veel aanzien. Het gaat om het ware geloof. Dat uit zich ook in de kerken van de protestanten. Veel soberder, geen overdadige versiering of andere fratsen. Daar was het geld gewoon niet voor. De Contrareformatie werd uiteraard gesteund door het Vaticaan, die veel geld bezat en investeerde in de Barok.
Opdracht 3
Toen Lodewijk IV geboren werd, kwam dat als een grote verrassing. Zijn ouders waren voor een lange periode kinderloos geweest, ze waren dan ook al vrij oud. De vader van Lodewijk stierf toen hij 5 jaar oud was, niet in staat te regeren. Zijn moeder evenmin, die kon hooguit functioneren als regentes. De taak werd op Kardinaal Mazarin gelegd, die groot respect afdwong, bij de bevolking én Lodewijk.
Op het moment dat Lodewijk over Frankrijk mocht regeren, had hij zijn plan allang klaarliggen. Hij zou een absoluut vorst worden. Dat houdt in dat alle macht naar de koning gaat, iedereen die in de weg staat zijn plannen uit te voeren, wordt omgebracht.
Lodewijk deed deze inspiratie op uit het boek “Il Principe’. Daarin stond onder andere dat de koning alle macht verdiende. Dat beviel Lodewijk wel.
Zoals de koning beviel, trouwde hij met Maria-Theresia van Spanje. Zij gaf hem 6 kinderen die, op de eerste na, allen niet ouder werden dan 5 jaar. Maria-Theresia stierf, en na veel relaties te hebben gehad, kwam Lodewijk uit bij Madame de Maintenon. Zij was intelligent, had grote invloed op Lodewijk en was katholiek.
Het is niet verwonderlijk dat ook de kunst van Madame de Maintenon op Lodewijk werden overgedragen, namelijk: de Barok. Lodewijk wilde het net zo doen als de Rooms-katholieke kerk met de Contrareformatie; de bevolking imponeren met rijkdom en macht. Dat gebeurde zeer voorspoedig en al snel was Barok de gebruikelijke hofstijl in Europa. Met name de Franse tuinen waren erg geliefd in de hogere kringen van de samenleving.
Opdracht 4
Klassieke en flamboyante Barok. Ze horen bij elkaar en toch verschillen ze aardig wat.
Klassieke Barokke architectuur ziet er heel mooi en statig oud, bijna zoals de Renaissance, maar dan toch iets feestelijker en luxueuzer. Er worden niet veel versieringen gebruikt als je ter vergelijking kijkt naar de flamboyante Barok. De vormen zijn daarin ronder, krulleriger en mooier uitgewerkt.
Dat er in het Zuiden meer flamboyante Barok te vinden was (en in het Noorden klassieke Barok), heeft uiteraard een oorzaak.
De Rooms-katholieke kerk had in het zuiden, vooral Italië, veel meer macht dan in het Noorden. Zoals al uitgelegd, wilde Rome die macht alleen maar uitbreiden en de bevolking nog verder te imponeren. Er ging daar erg veel geld in om, waardoor het mogelijk was om tot kunstwerken en gebouwen te komen die men in het Noorden niet voor mogelijk hield.
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat staten als bijvoorbeeld Engeland en Nederland (in die tijd ‘Republiek der Verenigde Provinciën’) nog grotendeels denken vanuit de Renaissance. Als er een groot gebouw moest komen, werd dat lang niet zo uitbundig ontworpen als in het Zuiden.
In Frankrijk heeft dat meer oorzaken dan alleen het ‘achterlopen’ in de kunst. In de eerste helft van de 17e eeuw was het erg onrustig in Frankrijk. Er waren veel politieke spanningen die de bevolkingsgroepen tegenover elkaar zetten, en bijna een burgeroorlog veroorzaakten.
Pas in de tweede helft van de 17e eeuw werd de politiek weer stabiel en kon men weer na ga denken over kunst. Want, wat heb je aan grote, mooie gebouwen die een maand later tegen de vlakte gaan door gewelddadige burgers?
Na het Maniërisme gaat men in de Barok zich weer op realisme richten. De afbeeldingen die worden gemaakt, zien er zeer realistisch en natuurlijk uit. De orde die in de Renaissance gebruikelijk was, is feitelijk verdwenen. In het echt staan mensen of dieren niet perfect op een rijtje, dus hoort dat op een schilderij ook niet. Vandaar dat men meer chaos probeerde te scheppen, wat overigens heel aardig gelukt is. Beweging is een van de belangrijkste kenmerken van de schilderkunst uit de Barok.
Het verschil tussen klassiek en flamboyant wat schilderkunst betreft, is niet zo duidelijk als het verschil tussen Renaissance en Barok. De flamboyante Barok maakt wat meer gebruik van de ‘diagonalen’, die er voor zorgen dat er beweging komt in het schilderij. Ook worden er verschillende composities door elkaar heen gebruikt (bijvoorbeeld driehoeks- en cirkelcompositie), waardoor het geheel een nog natuurlijkere indruk achterlaat.
Opdracht 5
5.1: Beeldanalyse schilderij Rembrandt; De blindmaking van Simson; 1636; olieverf op doek Vorm Op dit werk van Rembrandt is te zien hoe Simson blindgemaakt wordt. Hij wordt door soldaten vastgehouden, zodat hij nauwelijks kan bewegen. Een andere soldaat steekt zijn ogen uit. Delila, op dit schilderij in het licht gezet, rent weg met een haarlok van Simson, en het mes waarmee ze zijn haar afgesneden heeft. Zoals veel van Rembrandt’s werken, is er veel gespeeld met licht. Vaak wordt een bepaalde figuur ‘uitgelicht’, net als hier. Delila staat in het licht, zodat veel van de aandacht naar haar toe getrokken wordt. Ook Simson is belicht, de gebeurtenis is duidelijk weergegeven daardoor. In de harnassen is een groot contrast tussen donker en licht terug te vinden. Dat resulteert in een glimmend oppervlak, waardoor goed te zien is dat het van metaal gemaakt is. De kleuren zijn vrij warm. Er wordt bijvoorbeeld donkerrood gebruikt in het kostuum van de linkse soldaat met speer. Alleen in de kleding van Delila komt pastelblauw voor. De lijnvoering is duidelijk, met als uitzondering het meest rechtse deel waar het erg donker is. Het zijn wel klassieke lijnen. Er wordt geen gebruik gemaakt van extreme vormen of overdreven proporties, maar gewoon zoals het hoort. De compositie is niet echt duidelijk waar te nemen, daarvoor is er te veel beweging. Weliswaar kan beweging worden bereikt door diagonalen te gebruiken, maar in dit schilderij is er zoveel door elkaar heen gebruikt, dat het niet meer goed zichtbaar is. Zoals in zoveel schilderijen wordt er door middel van overlapping en lichtspeling ruimte gesuggereerd. Wel moet er bij gezegd worden dat Rembrandt daar zeer goed in geslaagd is. Inhoud De titel maakt het al duidelijk. Dit werk beeld de verblinding van Simson uit. Delila heeft na zoveel keer proberen eindelijk het geheim ontdekt van de bijzondere kracht van Simson. Het zit in zijn haar. Daarom knipt ze het af, en levert Simson over aan de Filistijnen (de vijanden van Israël, tegen wie Simson nu juist moest opstaan). Het geheel geeft de indruk dat de Filistijnen erg machtig waren. Op dit moment maken ze de sterkste man uit het gebied, blind. Simson is compleet machteloos, niet in staat zich te verzetten. Dat is waarschijnlijk het beeld wat Rembrandt wilde scheppen. De voorstelling is zeer realistisch en natuurlijk afgebeeld. Geen enkele vorm van abstractie is te vinden. Alle componenten zien er uit zoals ze er in het echt uitzien. Of het werkelijk zo gegaan is, weet niemand zeker. Het is een Bijbelse voorstelling, maar het zou goed kunnen.
Functie
Omdat het een Bijbelse voorstelling is, heeft het waarschijnlijk geen economisch of vermakelijk doel. Het is meer gericht op het bewust worden van de situatie en daar je eigen mening over vormen. Esthetisch zou het doel dus zeer goed kunnen zijn. De kijker wordt geconfronteerd.
Wellicht heeft het ook een zelfreflectieve betekenis. Simson werd van zijn kracht beroofd omdat hij zijn geheim aan Delila verteld had, iets wat God verboden had. Je zou jezelf bij het zien van dit schilderij af kunnen vragen of je zelf trouw bent aan Gods woord. Maar dat is misschien wat vergezocht.
5.2: Beeldanalyse schilderij Rubens
Maria de Medici komt aan in Marseille; 1620; olieverf op doek
Vorm
Maria de Medici staat in het midden van het doek, haar aanstaande man houdt haar arm vast. Onderaan het schilderij is Neptunus en een paar van zijn onderdanen te zien. De zwevende figuur is de godin Fama, zij kondigt de aankomst van Maria de Medici aan bij het Franse volk. Een man verwelkomt haar terwijl ze over de loopplank loopt.
Dit werk bezit aparte lijvoeringen. Kloppend, maar meer overdreven dan men in het echt zou tegenkomen.
Uiteraard is het organisch, er worden immers levende wezens letterlijk afgebeeld. Het is redelijk open, je kunt bijvoorbeeld dwars door het ‘koepeltje’ heen kijken. Op de achtergrond bevindt zich daadwerkelijk de achtergrond. Er bevinden zich niet veel objecten die dat verhinderen.
Overlapping neemt het grootste deel voor zijn rekening om ruimtelijkheid te creëren. Een duidelijk voorbeeld is Maria de Medici zelf. Ze staat voor de vrouw in het zwarte kostuum, maar áchter de vrouw (voor ons) links van haar.
Het licht komt niet duidelijk van één kant. Aan de Naïaden (de vrouwen onderaan) is wel te zien dat het voor een deel van ons oogpunt komt. Achter de Naïaden is het immers donker, en naarmate het lichaam verder naar de achtergrond raakt, valt er meer schaduw op.
Inhoud
Op dit schilderij is weergegeven hoe Maria de Medici aankomt in Marseille na een lange tocht met schip, welke begon in Lyon. Alle elementen suggereren dat Maria de Medici een hooggeplaatst persoon was. Dat is op te maken uit de godin die haar bij het volk introduceert. En nog wel met twee trompetten.
Op haar reis werd ze begeleidt door Neptunus en zijn Naïaden, die haar beschermden tegen onheil. Ze trekken nu aan land, speciaal omdat Maria de Medici aan land is.
Functie
Rubens heeft veel geschilderd over Maria de Medici. Op alle 24 werken is ze te zien als een rijke, vooraanstaande vrouw met redelijk wat macht. Wellicht was dat bedoeld als een benadrukking van status, of als huldiging.
Het is ook mogelijk dat het werk (en de serie) gemaakt zijn vanuit economisch perspectief. Rubens werd goed betaald voor de schilderijen, door Maria. Tegelijkertijd kon Rubens zo zijn kunsten presenteren en de roem binnenhalen. Er zijn dus veel redenen te noemen die aanleiding gaven voor Rubens om dit werk te maken.
5.3: Vergelijking Rembrandt ↔ Rubens
Rembrandt schilderde ‘De blindmaking van Simson’, Rubens maakte ‘Maria de Medici komt aan in Marseille’.
Ik val meteen met de deur in huis. Tussen deze genoemde schilderijen, bevind zich een wereld van verschil.
Allereerst: wat meteen opvalt, is dat de twee meesters hele andere onderwerpen aanhalen en daarbij ook verschillende motieven hebben. Rembrandt beeld namelijk een Bijbels onderwerp uit, en heeft daar vermoedelijk de opdracht voor gekregen. Rubens daarentegen, gaat grotendeels zijn eigen gang, kan het maken zoals hij het belieft. De inhoud van zijn werk is totaal anders. Een rijke vrouw die aankomt in een stad, is nou niet bepaald Bijbels te noemen. En alsof het nog niet genoeg is, verschillen ook de compositie, kleurgebruik, ruimtesuggestie en vorm.
In Rubens’ werk is vrijwel alle ruimte benut, overal gebeurt of beweegt iets. Toch straalt het een vorm van rust uit. Het middelpunt van het schilderij staat immers stil. Dat effect wordt mede bereikt door de driehoekscompositie (het hoofd van Maria de Medici als top, langs de rug van Neptunus, via de arm van Maria naar de paal waaraan de meest rechtse naakte figuur zich vasthoudt). Rembrandt’s werk bevat alle behalve rust. Je zult ook geen ‘driehoek’ tegenkomen.
Rembrandt gebruikt warme kleuren, maar voert ze wel erg donker uit. Het midden is echter wel belicht. Rubens maakt ook gebruik van warme kleuren. Alleen de kleurtinten op zich verschillen niet zo. Bijna overal even donker of licht. Er zijn geen grote verschillen te ontdekken. Wel is er veel kleurvariatie, hij gebruikt dus veel verschillende kleuren.
De manier waarop ruimte wordt gecreëerd, is ook verschillend. Beide schilders doen dat door overlapping, maar ze hebben allebei een extraatje. Bij Rembrandt is goed waar te nemen wat zich op de voorgrond en wat zich op de achtergrond bevindt. De voorgrond is veel donkerder. Rubens heeft een zekere vorm van perspectief in zijn schilderij verwerkt. Kijk maar naar het houten goudkleurige ‘koepeltje’. Het dak ervan loopt schuin af naar achteren waardoor de onderkant van het dak te zien is. Het had naar onze standaard beter uitgewerkt kunnen worden, maar toch is duidelijk dat het diepte bevat.
Er zijn niet alleen maar verschillen. Een overeenkomst is, om een voorbeeld te gebruiken, dat op beide werken van alles tegelijk gebeurt. Delila die met het haar wegloopt, de Filistijnen die op het zelfde moment Simsons ogen uitsteken. In werkelijkheid zal er vast een uur tussen hebben gezeten. Rembrandt doet dat bewust om de gebeurtenis duidelijk te maken. Bij Rubens vliegt er een godin over, er komt een soldaat aan die Maria de Medici zeer nederig verwelkomt. Verder klimmen de zeefiguren aan wal en de hogere burgers zijn blij, Maria in hun midden te hebben.
De uitwerking van de schilderijen zijn ook iets verschillend. Rembrandt heeft weinig bijzondere elementen, zoals Rubens dat heeft. Het koepeltje is overdadig versierd, compleet met bewaker, de kledij is zeer luxe. Alles is echt ‘flamboyant’. ‘Meester Pietro Paulo Rubens’ heeft ook de neiging om bewegingen iets overdreven weer te geven. Is het realistisch hoe de Naïden zich vastklampen aan het touw en elkaar? Hun houding is niet echt natuurlijk...
Zo. Nu weet je de verschillen (en weinige overeenkomsten) tussen Noordelijke (klassieke) en Zuidelijke (flamboyante) schilderkunst.
Opdracht 6
De Gouden Eeuw staat in Nederland bekend als een rijke, luxe periode. Vooral in Amsterdam waren veel rijke kooplieden te vinden die in Amsterdam, of in de omgeving, woonden. Vaak in prachtige villa’s, het liefst met veel reliëf in de gevel. Dat gaf immers aanzien, omdat het betere mooiere, en dus duurdere, afwerking symboliseerde. Het liet zien dat je flink wat geld bezat. In het huis stonden niet zomaar meubels. Het waren bijna beeldhouwwerken. Het had zelfs de neiging meer naar vorm dan naar functionaliteit gemaakt te zijn. Op de meubels, bijvoorbeeld op de poten, werden soms ook verhaaltjes of gebeurtenissen uitgebeeld, die dan prachtig uitgewerkt waren met een groot oog voor detail.
Op de muren hingen schilderijen van bekende schilders. Over het algemeen gewoon te decoratie. Het was niet zeldzaam dat er een schilderij hing van de eigenaar van het huis, die hij of zij had laten maken door iemand die daar zeer begaafd in was.
In de luxe uitgevoerde kasten stond glaswerk en servies. Dat kon niet zomaar van metaal gemaakt zijn. Nee, dat moest van zilver, of goud gemaakt zijn. Huur dan ook een dienstmeisje die elke dag het zilver oppoetst. De vormen van de alledaagse voorwerpen waren kunstig. Of het een functie had, deed er niet zo toe. Als het er maar duur en kostbaar uitzag. Op de grond hoorde een tapijt te liggen. Zo dik en zo groot mogelijk. In die tijd hadden tapijten ook een redelijk grote functie wat betreft de florijnenfactor van de eigenaar. Hoe beter afgewerkt en hoe langer het duurde om te maken, hoe meer de opdrachtgever moest betalen. Dus, als je een enorm tapijt in je bezit had, en het was goed afgewerkt, dan kon iedereen zien dat je goed in de ‘groene cijfers’ zat.
Zelfs de wetenschap had voorwerpen in gebruik die niet echt functioneel waren, maar er gewoon duur uitzagen.
In de kerk is de rijkdom van de Gouden Eeuw ook goed terug te zien. De lampen, wierookvaatjes, en meer van dat soort voorwerpen, werden ontzettend mooi vervaardigd. Het materiaal waarvan het gemaakt was moest duur en duurzaam zijn. De burgers moesten natuurlijk niet denken dat de kerk geen geld had, en dat het eigenlijk maar een armoedig zaakje was. Dan zou de burgerlijke stand de kerk verlaten.
Zonder geld hoorde je er gewoon niet bij. Hard, maar in die tijd heel normaal.
Opdracht 7
Om een carrière te beginnen als schilder, moest je in de Gouden Eeuw een aantal dingen weten die absoluut van belang zijn.
Er werden verschillende categorieën gemaakt. Van boven naar beneden, beginnend met de categorie met de hoogste waardering.
7.1; Historiestukken
Als je bekend was omdat je goede schilderijen van historische gebeurtenissen gemaakt had, mocht je erg gelukkig zijn. Dat was namelijk de belangrijkste categorie.
Niet zo verwonderlijk overigens. Als goed historieschilder was het niet mogelijk om je te specialiseren. Het is namelijk zo dat er op een historiestuk altijd levende wezens zijn afgebeeld. Je moet dus goed de verhoudingen weten, en kunnen uitwerken. Daarnaast is het landschap of de achtergrond erg van belang. Het moet een realistische omgeving zijn, die goed past bij het onderwerp. Ook moet je over de capaciteit bezitten om alledaagse gebruiksvoorwerpen te schilderen. (Denk aan de speer en dolk op ‘De blindmaking van Simson). Een historiestuk kon een Bijbelse gebeurtenis of een mythologisch verhaal zijn. Je had redelijk wat vrijheid. De personages van een mythologisch historiestuk mochten naakt zijn. Ook Adam en Eva werden vrijwel altijd naakt geschilderd. Alle verschillende elementen moesten goed uitgewerkt zijn. Vandaar de reden dat dit echt nummer 1 is.
7.2; Portretschilderkunst
Dat de portretschilderkunst een dergelijk hoge rang inneemt, is misschien een beetje verrassend. Je zou zeggen, het is helemaal geen groot onderdeel van alle kunst. Dus waarom? Je begrijpt dat het zeer moeilijk is om een gezicht te tekenen, laat staan om te schilderen. Dan moet je niet alleen de vorm goed hebben, maar de kleuren moeten ook nog eens perfect de natuurlijke kleuren nabootsen. Elk gezicht is weer anders, je kunt niet heel lang oefenen en dan weet je hoe het moet. Elk gezicht moet goed bestudeerd worden en met een zeer nauwkeurige hand worden uitgevoerd. De rimpels in het gezicht, en de ‘plooien’ bij de nek, schaduwwerking, contrast. Ik noem nu zo een paar dingen op, maar alles bij elkaar moet je toch even slikken. Daarnaast moet de kleding perfect aansluiten bij het lichaam en je moet duidelijk kunnen zien van welk materiaal de kleding gemaakt is. Een rijke koopman wil natuurlijk niet dat hij daar in een zijden kostuum gaat staan, om vervolgens op het schilderij op een zwerver te lijken.
7.3; Genrestukken
Als je alleen afgaat op de moeilijkheidsgraad, bevinden de genrestukken zich op dezelfde plaats als de historiestukken. Je moet immers over dezelfde kwaliteiten bezitten om een dergelijk stuk te schilderen. Lichaamsverhoudingen, portret, gebruiksvoorwerpen en landschappen. Misschien is uit de uitleg al op te maken wat een genrestuk inhoudt.
Het is een voorstelling die herkenbaar is voor het gewone volk. Een picknick in het bos ofzo.
De burgers waren al die hooggegrepen werken helemaal zat. Waarom zouden ze die in huis willen hebben? Ze begrepen toch niet wat erop stond. De schilders speelden daar handig op in door herkenbare, alledaagse voorstellingen te schilderen.
Dat verklaart het andere deel van de waardering. Men wilde dus moeilijke te maken schilderijen, én herkenbare voorstellingen zien.
7.4; Landschappen
Landschappen worden over het algemeen niet extreem gewaardeerd. Het is heel leuk en aardig, maar zo saai. Er gebeurt niets, er staat hooguit een dier op dat gras aan het eten is.
Soms staan er op de achtergrond van een landschap een stad. Je hoeft feitelijk alleen maar over gevoel voor perspectief te hebben voor de steden, en verder probeer je natuurlijke kleuren zo realistisch mogelijk op doek te zetten.
Om een landschap nog iets spannender te maken wordt er soms een regenboog of een ondergaande zon bijgeplaatst, maar veel uitwerking heeft dat niet. Molens zijn ook geliefde objecten. Niet al te moeilijk, maar ze beïnvloeden wel het landschap. Het straalt een vredig sfeertje uit. Het komt ook wel eens voor dat alleen de zee is geschilderd, met een paar bootjes voor de aardigheid. Havens kom je ook redelijk vaak tegen. Daarin kun je een boel extra’s verwerken. Maar de kijker is er niet gecharmeerd van.
7.5; Stillevens
Als laatste op de lijst staan de stillevens. Het is weliswaar zo dat ze ontzettend mooi uitgewerkt zijn, en technisch dicht bij de historiestukken liggen. Maar, er zijn geen levende wezen te zien, dus ook geen portretten. Er hoeft ook geen rekening gehouden te worden met het landschap, want meestal liggen er gewoon een paar voorwerpen op een tafel. Elk detail van een voorwerp is van superieure kwaliteit. Het materiaal is binnen een seconde bekend. Een dinertafel is een geliefd onderwerp. Als je eens goed naar een brood kijkt, het lijkt sprekend! Het ligt dus duidelijk niet aan de techniek of de kwaliteit. Die is uitmuntend.
Een nadeel is echter, dat wij mensen het niet echt hebben op schilderijen waarop niets gebeurd. Het stelt niets voor, geen legercompagnie, of een uitgebreide picknick. Nee, gewoon een aantal attributen.
Opdracht 8
Op dit schilderij is een werk te zien van Johannes Vermeer: de liefdesbrief. De vrouw, zittend op een stoel, houdt de brief in haar hand. In haar andere hand houdt ze een luit vast. Een luit staat in de Barok symbool voor harmonische liefde. Perfect. Echter, dat is alleen als twee mensen spelen. Als er een persoon speelt, verwijst dat naar het feit dat de dame op haar geliefde wacht. Die is namelijk op reis. Dat is te zien aan de twee schilderijtjes achter haar. Een man die op reis is, en een schip op zee. Een schilderij in een schilderij geeft vaak al de inhoud van het werk weer. Ook de landkaart op de donkere muur aan de linkerkan t van de deuropening verwijst daarnaar.
Het schilderijtje met het schip heeft ook nog een andere betekenis. In de 17e eeuw stond de zee namelijk voor de liefde, het schip voor de minnaar. Er bestond zelfs een spreekwoord voor: ‘Al zijt ghy vert, noyt uyt het Hert’. Het is dus duidelijk dat het om een liefdesbrief gaat.
De bladmuziek voor de luit is te vinden in de kast, rechts onderin.
Wellicht was het liefdesleven van de voorname dame een beetje onstuimig de laatste tijd. Slofjes die rondslingeren, bezem zomaar ergens neergekwakt, net of het haar niet zoveel meer scheelt. Het is onrustig.
In veel genrestukken uit de Barok zijn vergelijkbare aanwijzingen terug te vinden. Het was dus belangrijk. Misschien snapte niet iedereen het, maar er zat toch een diepere betekenis achter.
Opdracht 9
‘Trompe-l'oeil’ betekent letterlijk: bedrieg het oog. Dat is precies de omschrijving van dit begrip. Trompe-l’oeileffecten worden met hulp van perspectief bereikt, of het is geschilderd. Met deze speciale effecten kun je de kijker het idee geven dat er bijvoorbeeld een gat in het dak is, met een doorkijkje naar de hemel. Als je iets groter wilt laten zien dan het eigenlijk is, kun je dat bereiken door op de achterwand verder te schilderen, zodat het net lijkt alsof de gang oneindig lang is. Maar als je dan tegen de wand aanloopt, moet je wel even denken hoe het in elkaar zit. Dat is een beetje het principe van trompe-l'oeil. Je kunt ook gewelven creëren in een vlak plafond. Er is van alles mogelijk om de kijker te bedriegen.
Een ‘gesamtkunstwerk’ is een zeer aparte vorm van architectuur. Eigenlijk niet alleen van architectuur, maar ook van schilderkunst en beeldhouwkunst. De ontwerper ervan probeert al deze vormen van kunst zo vloeiend mogelijk in elkaar over te laten lopen. Hij ontwierp dus ook de meubels, het servies, stofontwerp voor op de meubels, en soms zelfs de kleding van de bewoners. Bij deze vorm van kunst komen alle kunsten samen.
Als je een vooraanstaand gebouw mag ontwerpen, wil je natuurlijk dat het in een mooie omgeving terechtkomt die goed bij het gebouw past. Dus waarom zou je niet gewoon de omgeving ook ontwerpen. Zo zit de pleinarchitectuur in elkaar. Je had een gebouw, met daarom omheen, of ervoor, een plein die in dezelfde stijl was gebouwd.
Opdracht 10
Het is niet onmenselijk de gedachte te hebben dat de kunst niet over serieuze onderwerpen hoeft te gaan. Met die gedachte in het achterhoofd begonnen sommige mensen een ‘losser’ denkbeeld te vormen. De Barok was zeker heel luxe, maar niet alles hangt daar van af. Je moet ook wel plezier hebben in het leven.
Men begon minder serieuze onderwerpen aan te halen. Daar was niet eens een grote overgang voor nodig. Men schilderde immers al dingen als picknicks en alledaagse handelingen. Toch zat er altijd iets achter, een diepere betekenis.
Langzaam maar zeker kwam er steeds meer ondeugendheid in de kunst. Er werd een tikkeltje overdreven, maar dat ondersteunde juist de bedoeling van de schilder. De kleuren werden iets meer ‘pastel’, vooral roze en (licht)blauw waren al gauw populair. De rococokunstenaar heeft een afkeer van rechte lijnen. Alles moet meer ‘rond’ gevormd zijn. De schilder wil niet in aanzien komen door zijn geweldige boodschap of achterliggende betekenis, ook niet omdat zijn werk zo aangrijpend is. Zijn doel is alleen maar om de burgers te laten genieten van de normale dingen van het leven die vooralsnog veel te serieus zijn opgevat.
Ook de architectuur maakt een ontwikkeling door. De vormen in het interieur worden zwieriger, nog meer dan de Barok, hoewel die toch niet stijf te noemen is. Veel dingen krijgen een speels karakter.
De burgerlijke stand kan deze overgang goed verwerken en neemt het denkbeeld snel over. Binnen de kortste keren ook de koningshuizen. En zo verspreid het zich zeer snel door heel Europa, de Barok in de vergetelheid achterlatend.
Dit schilderij is het bewijs dat Rococo toch echt ondeugender is dan de Barok
Opdracht 11
Uiteraard zal ik Van Dale gaan citeren, zoals u van mij gewend bent...
Illusionisme
Van Dale: stijlvorm die op het wekken van illusies uit is.
Tempe-l’oeil is een vorm van illusionisme. Het geeft de indruk dat er bijvoorbeeld een gat in het dak zit, terwijl dat helemaal niet het geval is, maar gewoon geschilderd is.
Het lijkt net of er beelden uit het plafond komen op de afbeelding links, maar het is geschilderd.
Stofuitdrukking
Als een schilderij goede stofuitdrukking bevat, dan kun je goed zien welke materialen in het schilderij voorkomen. De afbeelding rechts is een goed voorbeeld. Het hout van de tafel is niet te onderscheiden van echt hout. Het aardewerk is werkelijk fantastisch uitgewerkt.
Bij geen stofuitdrukking kun je niet of nauwelijks zien welke stoffen er voorkomen in het werk.
Dynamiek
Van Dale: bewogenheid, vaart.
Het komt in de buurt. Er is veel beweging te zien op een schilderij, overal gebeurt iets. Het schilderij bevat dynamiek. Een stilleven bevat geen beweging en alles blijft op zijn plek. Het schilderij heeft geen dynamiek. Als iets dynamisch gevormd is, wil dat zeggen dat het lijkt te bewegen.
Glaceren-glacis
Transparante manier van werken, waarbij gebruik wordt gemaakt van dunne, vloeibare olieverf, die in lagen over elkaar heen wordt aangebracht.
Personificatie
Van Dale: voorstelling van een dier, zaak of begrip, als persoon.
Er zijn een aantal veelvoorkomende voorbeelden. Onder andere Vrouwe Justitia, Mars, Venus, enzovoort. Wanneer Mars wordt afgebeeld als persoon, heeft het iets met oorlog te maken, hij is de god van de oorlog. Zo bestaan er voor veel begrippen een persoon.
Mecenas
Een mecenas is vaak een rijk persoon. Het is niet zeldzaam dat een mecenas van adel is. Het is een persoon die voor kunstenaars, sporters en geleerden een beschermheer is en deze voorziet van voldoende financiële steun. De term is afgeleidt van Gaius Cilnius Maecenas, die een beschermheer vormde voor schrijvers uit zijn tijd.
Iconografie / iconologie
Van Dale: beeldbeschrijving
Sommige voorwerpen staan symbool voor iets. Zoals een schilderij met schip verwijst naar een reizend iemand, en als schip de minnaar, de zee als liefde. Er zijn talloze gebruiksvoorwerpen te noemen die een dergelijke functie hebben, vooral in genrestukken komen ze vaak voor. Johannes Vermeer maakte er graag gebruik van. Iconografie is de leer over die symbolische voorwerpen. Je maakt dan bijvoorbeeld een analyse van het schilderij en pluist alles uit. Je hebt dan een iconografie van dat werk geschreven. Bronvermelding Internet: http://nl.wikipedia.org/wiki/Barok_%28stijlperiode%29
http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek
http://images.google.com
http://www.casa-in-italia.com/arte/Sint_Pieter.htm
http://www.diana-ozon.nl/images/willemclaeszheda.jpg
http://www.digischool.nl/ckv2/bevo/kunstvakken2_2006/ http://www.rijksmuseum.nl/aria/aria_assets/SK-A-1595?lang=nl
http://www.google.com
Boeken: Kunsthistorisch Overzicht
Zienderogen Kunst
Eeuwige Schoonheid; E.H. Gombrich
5.1: Beeldanalyse schilderij Rembrandt; De blindmaking van Simson; 1636; olieverf op doek Vorm Op dit werk van Rembrandt is te zien hoe Simson blindgemaakt wordt. Hij wordt door soldaten vastgehouden, zodat hij nauwelijks kan bewegen. Een andere soldaat steekt zijn ogen uit. Delila, op dit schilderij in het licht gezet, rent weg met een haarlok van Simson, en het mes waarmee ze zijn haar afgesneden heeft. Zoals veel van Rembrandt’s werken, is er veel gespeeld met licht. Vaak wordt een bepaalde figuur ‘uitgelicht’, net als hier. Delila staat in het licht, zodat veel van de aandacht naar haar toe getrokken wordt. Ook Simson is belicht, de gebeurtenis is duidelijk weergegeven daardoor. In de harnassen is een groot contrast tussen donker en licht terug te vinden. Dat resulteert in een glimmend oppervlak, waardoor goed te zien is dat het van metaal gemaakt is. De kleuren zijn vrij warm. Er wordt bijvoorbeeld donkerrood gebruikt in het kostuum van de linkse soldaat met speer. Alleen in de kleding van Delila komt pastelblauw voor. De lijnvoering is duidelijk, met als uitzondering het meest rechtse deel waar het erg donker is. Het zijn wel klassieke lijnen. Er wordt geen gebruik gemaakt van extreme vormen of overdreven proporties, maar gewoon zoals het hoort. De compositie is niet echt duidelijk waar te nemen, daarvoor is er te veel beweging. Weliswaar kan beweging worden bereikt door diagonalen te gebruiken, maar in dit schilderij is er zoveel door elkaar heen gebruikt, dat het niet meer goed zichtbaar is. Zoals in zoveel schilderijen wordt er door middel van overlapping en lichtspeling ruimte gesuggereerd. Wel moet er bij gezegd worden dat Rembrandt daar zeer goed in geslaagd is. Inhoud De titel maakt het al duidelijk. Dit werk beeld de verblinding van Simson uit. Delila heeft na zoveel keer proberen eindelijk het geheim ontdekt van de bijzondere kracht van Simson. Het zit in zijn haar. Daarom knipt ze het af, en levert Simson over aan de Filistijnen (de vijanden van Israël, tegen wie Simson nu juist moest opstaan). Het geheel geeft de indruk dat de Filistijnen erg machtig waren. Op dit moment maken ze de sterkste man uit het gebied, blind. Simson is compleet machteloos, niet in staat zich te verzetten. Dat is waarschijnlijk het beeld wat Rembrandt wilde scheppen. De voorstelling is zeer realistisch en natuurlijk afgebeeld. Geen enkele vorm van abstractie is te vinden. Alle componenten zien er uit zoals ze er in het echt uitzien. Of het werkelijk zo gegaan is, weet niemand zeker. Het is een Bijbelse voorstelling, maar het zou goed kunnen.
Sommige voorwerpen staan symbool voor iets. Zoals een schilderij met schip verwijst naar een reizend iemand, en als schip de minnaar, de zee als liefde. Er zijn talloze gebruiksvoorwerpen te noemen die een dergelijke functie hebben, vooral in genrestukken komen ze vaak voor. Johannes Vermeer maakte er graag gebruik van. Iconografie is de leer over die symbolische voorwerpen. Je maakt dan bijvoorbeeld een analyse van het schilderij en pluist alles uit. Je hebt dan een iconografie van dat werk geschreven. Bronvermelding Internet: http://nl.wikipedia.org/wiki/Barok_%28stijlperiode%29
http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek
http://images.google.com
http://www.casa-in-italia.com/arte/Sint_Pieter.htm
http://www.diana-ozon.nl/images/willemclaeszheda.jpg
http://www.digischool.nl/ckv2/bevo/kunstvakken2_2006/ http://www.rijksmuseum.nl/aria/aria_assets/SK-A-1595?lang=nl
http://www.google.com
Boeken: Kunsthistorisch Overzicht
Zienderogen Kunst
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden