Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kanker

Beoordeling 4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 2043 woorden
  • 29 maart 2009
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 4
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wat is kanker eigenlijk precies?
Kanker komt bij oudere mensen heel veel voor. Het is zelfs de tweede doodsoorzaak in Nederland (de eerste is hart- en vaatziekten). Maar kanker is niet èèn ziekte. Er zijn allerlei soorten kanker, die allemaal op een andere manier aangepakt moeten worden. Nierkanker is iets heel anders dan long kanker, en een hersentumor is een ander soort probleem dan leukemie. Toch hebben al die kankersoorten wel iets gemeenschappelijks. Bij alle kankersoorten keert je eigen lichaam zich tegen je.

Je lichaam bestaat uit cellen. Die cellen hebben allemaal hun eigen specialisatie(s). Zo weet een levercel precies wat hij moet doen, en een rode bloedcel weet ook wat zijn taak is. Een levercel bijvoorbeeld, helpt mee met het afbreken van voedsel, en een rode bloedcel moet zuurstof door het lichaam vervoeren.


Cellen verouderen snel en moeten worden vervangen. Dat gaat als volgt: Cellen kunnen zich splitsen. Dat wil zeggen dat èèn cel zich kan delen in twee cellen. Als je kanker hebt, is er iets mis met het delen van cellen. Een cel die kanker heeft, houdt niet meer op met zich te delen. Zo ontstaat er een klompje cellen dat we een tumor, of een gezwel noemen.

Een tumor kan goed of kwaadaardig zijn, Bij een goedaardige tumor blijven de cellen zich weliswaar een tijd delen, maar ze blijven wel als een klompje bij elkaar zitten. Ze drukken organen waar ze tegenaan zitten aan de kant, maar ze groeien er niet doorheen. Kwaadaardige tumoren doen dat wel. Die groeien dwars door bijvoorbeeld het longweefsel heen. En ze groeien nog snel ook.

Goedaardige tumoren zijn geen kanker. Toch kunnen ze wel gevaarlijk zijn. Vooral als ze in de hersenen zitten. De hersenen zitten immers in de schedel, en die is zo hard dat de hersenen nergens heen kunnen als ze aan de kant gedrukt worden.

Goedaardige tumoren houden op een gegeven moment op met groeien, Kwaadaardige tumoren doen dat niet, nog erger zelfs; het kan gebeuren dat een groepje van de kwaadaardige tumor losraakt. Zo'n klompje kan dan in de bloedbaan terecht komen en via het bloed door het lichaam gaan zweven. Het hecht zich dan ergens anders vast en gaat door met delen. Je krijgt dan dus een tweede tumor op een andere plaats in je lichaam. Dit heet een uitzaaiing.

Welke soorten kanker zijn er?
De cellen van ons lichaam hebben verschillende taken, daarom hebben ze ook verschillende eigenschappen. Ook als cellen kankercellen zijn geworden, blijven die verschillen bestaan. Dat maakt elke soort kanker een andere ziekte.

Kanker is dis eigenlijk een verzamelnaam, net zoals infectieziekten. Longontsteking en een zwerende vinger zijn allebei voorbeelden van een infectieziekte, maar een zwerende vinger wordt uiteraard anders behandeld dan een longontsteking. Zo is het dus ook met kanker. Er zijn meer dan honderd soorten kanker bekend. Elke soort kanker wordt genoemd naar de plaats in het lichaam waar de eerste kankercel is ontstaan.

Stel dat iemand longkanker heeft. Dan kan het gebeuren dat er een uitzaaiing ontstaat in bijvoorbeeld zijn hersenen. Het blijft dan longkanker, het wordt geen hersenkanker, maar het zit wèl in de hersenen. Als iemand uitzaaiingen heeft wordt de kanker veel moeilijker te behandelen. Voor de behandeling van kanker is het essentieel om te weten om welke soort kanker het gaat. Longkankercellen in de hersenen behandel je anders dan gewone hersenkanker.
Wij gaan verderop in deze P.O. dieper in op borstkanker.


Hoe erg is kanker?
Kanker is een ernstige ziekte, je kunt eraan sterven. Toch zijn lang niet alle kankersoorten dodelijk. Van alle mensen met kanker geneest ongeveer de helft. Maar sommige kankersoorten zijn veel moeilijker te genezen dan andere. Longkanker is bijvoorbeeld heel moeilijk te genezen, maar van de kinderen met leukemie (dat is bloedkanker) geneest ongeveer 75%.

Toch is iemand die genezen is van kanker er vaak nog niet helemaal vanaf. Daarmee bedoelen we dat iemand geen last meer hoeft te hebben van zijn ziekte, maar zich nog wel zorgen blijft maken of hij de ziekte wel echt kwijt is. Ook bijft de omgeving vaak nog reageren alsof iemand nog steeds kankerpatiënt is. Het is alsof kanker je hele leven bij je blijft.

Hoe geneest men borstkanker?
Voordat we begonnen met deze Praktische opdracht dachten we dat er 2 manieren waren om borstkanker te genezen. Namelijk door Chemotherapie, en door operatie. Er zijn echter veel meer manieren om borstkanker aan te pakken:

'Radiotherapie'.
Radiotherapie is een lokale behandeling waarbij verschillende soorten straling worden gebruikt om de kankercellen te doden. De hoeveelheid benodigde stralen is afhankelijk van het soort kankercellen, de plaats van de tumor en de doelstelling van bestraling; curatief of paliatief. (Curatief behandelen is de echte genezing van de kankercel en palliatief behandelen dient als pijnstiller en bestrijdt niet de kankercel)

Bestraling wordt bij borstkanker vaak toegepast als een curatieve behandeling, die lokaal of electief wordt gegeven. Onder electieve therapie wordt verstaan: de plek waar de tumor heeft gezeten wordt uit voorzorg behandeld om te voorkomen dat tumorcellen die misschien zijn achtergebleven weer tot een nieuwe tumor kunnen uitgroeien. Een voorbeeld hiervan is de bestraling van de gehele borst nadat de tumor is verwijderd. In veel gevallen is daarnaast een adjuvante therapie nodig (dit is een toegevoegde, aanvullende, ondersteunende behandeling bij of na een bestraling of chirurgische ingreep) met medicijnen (chemotherapie en/of hormonen) die eventueel uitgezaaide tumorcellen doden. Het gaat hierbij om tumorcellen die zich reeds voor de behandelingen hebben verspreid in het lichaam, maar die (nog) niet zichtbaar gemaakt kunnen worden met de huidige beeldvormende technieken.


Bestraling wordt ook gebruikt in gevallen waar genezing niet meer mogelijk is, bijvoorbeeld als tumorcellen zijn uitgezaaid in de botten, of in andere organen. Als de uitzaaiingen pijn veroorzaken of extra druk, dan kan men medicijnen en/of bestraling geven om de klachten te verminderen. Zo'n behandeling, die niet meer gericht is op genezing, maar op verlichting van klachten, heet een palliatieve behandeling.

• 'Chemotherapie'
Bij chemotherapie worden cytostatica gebruikt. Deze cytostatica belemmeren celdeling of remmen de celdeling. Zij remmen echter ook de celdeling van gewone cellen die zich snel delen, zoals van het beenmerg (voor de aanmaak van bloed), van de haarwortels, en van de geslachtsorganen. Doordat verschillende cytostatica aangrijpen op verschillende stadia van de celdeling of cel onderdelen, verschillen ze ook in bijwerkingen. Sommige cytostica hebben bij een gedeelte van de patiënten akelige bijwerkingen, zoals braakneigingen, overgeven, prikkelingen in handen en voeten, brandende ogen, smaakverandering, haaruitval, en invloed op slijmvlies en beenmerg.

Bij optredende kaalheid voelen vrouwen zich zelfverzekerder door het dragen van een pruik. Er zijn ook vrouwen die voorkeur geven aan het dragen van hoofddoekjes en/of hoedjes of petten. Door de invloed van de cytostatica op het beenmerg kan er bloedarmoede ontstaan. Een andere veel voorkomende bijwerking van chemotherapie is een verlaging van het aantal witte bloedcellen waardoor een kans op ernstige infecties is verhoogd. Op het psychische vlak kunnen buien van neerslachtigheid ontstaan.

• 'Immunotherapie'
Immunotherapie is een systematische behandelwijze die gebruik maakt van het eigen afweersysteem en/of daarvan afgeleide geneesmiddelen. Deze geneesmiddelen herkennen specifieke tumorcellen en onderdrukken de groei van deze tumorcellen.

Antilichamen zijn stoffen, die door het lichaam zelf geproduceerd worden of in het laboratorium zijn gemaakt en die dienen om de lichaamsvreemde cellen, bacteriën enz, op te ruimen. Antilichamen worden in de immunotherapie gebruikt om tumorcellen met een speciaal kenmerk op te sporen en te vernietigen. Omdat antilichamen specifiek gemaakt worden voor de bestrijding van specifieke cellen zullen zij, in tegenstelling tot chemotherapie, heel weinig gezonde cellen vernietigen en dus weinig bijwerkingen voor de patiënt hebben.

• Operatie
De grootte van de tumor ten opzichte van de borst, meerdere tumoren in de borst, erfelijke belasting en conditie bepalen of de kankerpatiënt in aanmerking komt voor een operatie. Een borstamputatie bestond lange tijd uit een radicale mastectomie waarbij zowel de borst als de onderliggende borstspieren en de lymfeklieren uit de oksel worden verwijderd. Een tussenvorm is de gemodificeerde radicale mastectomie, waarbij de borstspieren niet worden verwijderd. Wanneer alleen de borst wordt afgezet heet het een ablatie.

Een veel gebruikt argument voor amputatie is dat het veiliger is dan een borstsparende behandeling en een grotere genezingskans zou hebben. Toch zijn er geen verschillen in genezingskans tussen beide behandelwijzen. Het voordeel van een borstsparende behandeling ligt natuurlijk in het behoud van de eigen borst.


Een amputatie wordt vaak gezien als een verminking, waardoor een incompleet gevoel kan ontstaan of zelfs het idee minder vrouw te zijn. Steeds vaker kiezen vrouwen daarom voor een gelijktijdige borstreconstructie, dat wil zeggen; het verwijderen van het borstweefsel en dit vervangen door een ander weefsel of een onderhuidse prothese binnen èèn operatie.

Anderen willen echter liever eerst het gemis van hun borst verwerken en daarna eventueel tot reconstructie overgaan. Als er reden is om na een borstamputatie een aanvullende bestraling te geven, dan is het minder verstandig om een onmiddellijke reconstructie te doen omdat de kans op complicaties van de reconstructie na de bestraling, groter is.

Borstreconstructie
Momenteel zijn er vier methoden van borstreconstructie:
• Bij de eenvoudige procedure wordt alleen een inwendige prothese geplaatst; ook bij
• de expandermethode
• de samengestelde rugspiermethode is gebruik van een inwendige prothese noodzakelijk
• de buikspiermethode en de bilspier methode; deze gebruikt eigen weefsel, dus geen prothese.

De keuze voor een bepaalde methode is grotendeels gebaseerd op de voorafgaande amputatie, leeftijd, algehele conditie, en natuurlijk de vorm en grootte van de gezonde borst. Combinaties van methoden of andere toepassingen zijn ook mogelijk. Bij een eenvoudige procedure wordt de prothese onder de borstspieren ingebracht; deze spieren moeten dus nog wel (deels) aanwezig zijn. Zijn de borstspieren weggenomen bij een amputatie, dan is de patiënt aangewezen op de samengestelde procedure. Daarbij worden huid en spieren van een ander deel van het lichaam overgebracht en daarna de prothese geplaatst. Een voorbeeld daarvan is de rugspier methode die gebruik maakt van de grote rugspier. Deze wordt, als een eiland met huid erop, onder de oksel door naar voren gedraaid, waar de chirurg er met behulp van een inwendige prothese een nieuwe borst van maakt.

Ook met de expandeer methode is het plaatsen van een inwendige prothese nodig. Men brengt daarbij onder de huid een ballon of prothese aan die met enig fysiologisch zout is gevuld. Het weefsel wordt dan net zolang opgerekt tot er voldoende huis is voor een definitieve prothese. De elasticiteit van de huid bepaalt dus in hoeverre deze in de loop van de tijd verder kan oprekken en het volume van de borst kan doen toenemen.


Wanneer de patiënt voldoet aan een aantal voorwaarden, zoals aanwezigheid van voldoende onderhuids weefsel in de buik zonder dat deze te dik is, rookt de patiënt niet, is er geen litteken op de buik, en is de conditie goed, dan kan de buikspier methode of de bilspier methode worden toegepast.
Deze operaties worden door een plastisch chirurg uitgevoerd. Een gedeelte van het buikweefsel wordt verplaatst naar het litteken gebied en vormt dus de nieuwe borst. Deze methode is dus niet voor iedereen geschikt. Voor jonge vrouwen met kinderen wordt de buikspiermethode bijvoorbeeld vaak afgeraden.
Tenslotte bestaat de mogelijkheid om met hulp van meerdere technieken, zoals huidtransplantatie, tatoeage of met uitwendige tepelprothesen(mamillen) een tepel en tepelhof aan te brengen.

Veel vrouwen kiezen niet voor een reconstructie, maar dragen liever uitwendige prothesen in hun beha.

Hoe leeft iemand na/met kanker?
De ziekte kanker en alles wat ermee samenhangt, is erg ingrijpend. Het is vaak moeilijk de draad weer op te pakken, ook wanneer de vooruitzichten goed zijn. Het leven wordt eigenlijk nooit meer zoals het was. De patiënt en de mensen uit zijn/haar naaste omgeving krijgen geestelijk veel te verwerken. Veel patiënten vinden het moeilijk om te praten over hun angsten en taboes rondom kanker.
Het beste is echter om er openlijk over te praten, om angst en verdriet te delen. Bovendien geeft het de omgeving dan de gelegenheid om de feiten onder ogen te zien, en er mee leren om te gaan. Sommige patiënten houden een dagboek bij, wat ze ook aan hun partner laten lezen, dit kan helpen om verschillende onderwerpen bespreekbaar te maken.

Seksualiteit en kanker
Wij hebben er nooit over nagedacht of kanker invloed kan hebben op de seksualiteit van een kankerpatiënt, maar in veel folders was er extra aandacht voor kanker in combinatie met seksualiteit.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.