Het broeikaseffect

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 4412 woorden
  • 19 maart 2004
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
38 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding

Nadat we hoorden dat we een Praktische Opdracht moesten maken is Ellen in de krant gaan snuffelen voor een geschikt onderwerp. Ze stuiten op het artikel; Flut winter laat natuur rare dingen doen, door Paul de Schipper, BN De Stem, dat betrekking had op het broeikaseffect. Ze vond dat een geschikt onderwerp. We kregen van u te horen dat ons onderwerp goedgekeurd werd en we zijn toen naar informatie gaan zoeken. Er was voldoende informatie te vinden en aan de hand daarvan hebben wij onze deelvragen opgesteld:

• Wat is het broeikaas effect?

• Wat zijn de oorzaken en de gevolgen?
• wat kunnen we ertegen doen?
• Wat zijn de maatregelen en internationale afspraken?
• Is er ook op andere planeten een broeikaseffect?

Door de deelvragen als rode draad te gebruiken hebben we de bijpassende informatie, en eisen verwerkt. Dit werkstuk is het resultaat ervan.

Wat is het broeikaseffect?

De broeikasgeschiedenis gaat ver terug. Ten eerst veroorzaakt de atmosfeer een natuurlijk broeikaseffect. Dat zorgt ervoor dat de temperatuur hier gemiddeld ongeveer 15 is, in plaats van –18 graden. Zonder dit natuurlijke broeikaseffect zou het leven, zoals we nu kennen, onmogelijk zijn.
Ontdekking van het broeikaseffect.
Het broeikaseffect is in de 19e eeuw door drie wetenschappers ontdekt. In 1827 kwam de Fransman ,Jean Baptiste Joseph Fournier, met het idee dat de temperatuur alleen verklaard kon worden door onzichtbare warmtestraling. De Engelsman John Tyndall maakte in 1861 resultaten bekend van laboratoriummetingen, waaruit bleek dat waterdamp en gassen warmte opnamen. Hij dacht dat veranderingen en variaties in die gassen klimaatveranderingen konden verklaren.
In 1896 publiceerde de Zweed Svante Arrhenius berekeningen van temperatuurveranderingen op aarde door variaties in de hoeveelheid kooldioxide. Een verdubbeling leidde volgens hem tot een opwarming van 4 tot 6 graden. Dat komt overeen met de berekeningen van ingewikkelde klimaatberekeningen die tegenwoordig worden gebruikt. Arrhenius wordt dan ook beschouwd als de ontdekker van het versterkte broeikaseffect. Hiermee wordt niet het natuurlijke broeikaseffect bedoelt maar het broeikaseffect dat versterkt word door o.a de mens.

Tot in de jaren vijftig (van de twintigste eeuw) maakte geen wetenschapper maakte zich zorgen over het broeikaseffect De Zweed Ångström toonde aan dat meer kooldioxide niet leidde tot een temperatuurtoename, maar wel de plantengroei stimuleerde. Men dacht nu dat het broeikaseffect een positief proces was. In de jaren 1910-1940 werd de aarde warmer. De Engelse onderzoeker Callender wees in 1938 op een verband met de toename van kooldioxide. Eind jaren vijftig, toen men zich zorgen begon te maken over de gevolgen van de temperatuursstijging, kregen zijn ideeën aandacht. Begin jaren zestig werd er een begin gemaakt aan het huidige klimaatonderzoek. Dit is gebaseerd op rekenmodellen. Vanaf de jaren zeventig speelt de computer bij deze klimaatonderzoeken een belangrijke rol..
Nederlandse weersveranderingen.
Ons land heeft, sinds het jaar 1988, te maken gehad met uitzonderlijk warm weer. Deze warmte is het gevolg van abnormale luchtstromingen. Deze hielden verband met een opmerkelijke versterking van het lagedrukgebied bij IJsland in de winter. Dat leidde tot hogere temperaturen en in samenhang daarmee kwam er in de winter meer neerslag met en vaker onweer. Zowel 's winters als 's zomers kwam de wind vaker uit de warme hoek.
Er is geen verband bekend tussen de versterking van het lagedrukgebied bij IJsland en het broeikaseffect. Hierdoor mag de weersverandering, van het afgelopen decennia in ons land, niet verklaard worden door het broeikaseffect. De wereldwijde temperatuurstijging mag wel verklaard worden aan de hand va het broeikaseffect.

De temperatuurtoename, op Aarde in deze eeuw, is veel kleiner dan de temperatuurstijgingen in ons land van de afgelopen tien jaar. Sinds het begin van de eeuw is het wereldwijd de temperatuur gemiddeld een halve graad gestegen. Terwijl het in ons land de laatste tien jaar ongeveer een graad warmer was. Toch verwacht het KNMI, dat de wereldwijde opwarming ten gevolge van het sterkere broeikaseffect, als die doorzet, over enkele decennia ook in het Nederlandse weer merkbaar wordt.

Het broeikaseffect

De zon is heet en zendt korte golvende, zichtbare straling uit (zie plaatje. De aarde is koel en zendt lange golvige, onzichtbare straling (infrarode straling) uit. De zonnestralen die de aarde bereiken worden voor een deel teruggekaatst door de aarde zelf maar ook door wolken en dergelijke*, en de rest wordt door de aarde geabsorbeerd, waardoor de aarde word opgewarmd.
De aarde verliest deze warmte weer door de uitgezonden infrarode straling.
Hierdoor treedt er een stralingsevenwicht op en zou de temperatuur op aarde gemiddeld -18° C zijn.
Het is echter niet -18° C, maar gemiddeld +14° C op aarde.
Dit verschil van 32 graden wordt veroorzaakt door de broeikasgassen, in de atmosfeer. De gassen absorberen en kaatsen de infrarode stralen weer gedeeltelijk terug naar de aarde.
Dus dankzij het broeikaseffect is het leven op aarde mogelijk. De laatste jaren komen er echter steeds meer broeikasgassen in de lucht, waardoor het broeikaseffect alsmaar wordt versterkt.


*Wolken weerkaatsen ongeveer 30% van het licht dat erop valt en absorberen ongeveer 15% van het zonlicht dat ze passeert. Een heldere atmosfeer zonder wolken absorbeert maar ongeveer 17% van het zonlicht dat passeert. Reflectie vanaf het aardoppervlak speelt ook een grote rol: verse sneeuw reflecteert tot 90% van de zonnestraling die erop valt, en woestijnzand ongeveer 30%. Oceanen en tropische wouden absorberen 90% of meer van alle zonnestraling.

De Broeikasgassen

Sinds de industriële revolutie (rond 1750) is de concentratie CO2 in de aardatmosfeer* met ruim 25% gestegen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de verbranding van fossiele brandstoffen (steenkolen, aardolie, aardgas).Hierbij komen grote hoeveelheden CO2 vrij. Een tweede oorzaak is de grootschalige boskap. Doordat er minder bomen zijn, wordt er ook minder CO2 uit de lucht opgenomen, waardoor de concentratie CO2 stijgt. De jaarlijkse bijdrage van koolstof over de hele wereld bedraagt ongeveer 5000 miljoen ton.En daar komt nog eens 20% bij als gevolg van de grootschalige boskap. Een andere broeikasgas is CFK. CFK is in staat om in sterke mate infrarode straling te absorberen. Hierdoor wordt er dus meer warmte vastgehouden waardoor het broeikaseffect nog meer versterkt wordt. De overige stoffen die een rol spelen bij het versterken van het broeikaseffect zijn: methaan, stikstofoxide en ozon.
Er zijn dus een aantal gassen die het broeikas effect veroorzaken. Deze zijn in twee soorten broeikasgassen te verdelen :
1. Gassen die op een natuurlijke manier aanwezig zijn in de atmosfeer (waterdamp, koolstofdioxide, methaan, stikstofoxide, ozon
2. De gefluoreerde broeikasgassen, aanwezig door toedoen van menselijk (industriël) gebruik (o.a. de HFK's, CFK's, SF's en HCFK's, koelstoffen voor elektronica en hulpmiddelen voor productie van kunststoffen ) in de industrie, stikstofoxide komt voort uit meststoffen met stikstof en uit de industrie; ozon komt vrij bij de verbranding van fossiele energie.
*De aardatmosfeer bestaat op zeeniveau uit:
• N2 (stikstof)
• O2 (zuurstof)
• Ar (Argon)
• H2O (waterdamp)
• CO2 (kooldioxide)
• sporengassen: Ne (Neon), CH4(methaan), He (helium), Kr (krypton) , H2 (waterstof), Xe ( xenon), N2O (Distikstofoxide)

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het broeikaseffect?

Oorzaken van het broeikaseffect.

Als men hoort praten over het broeikaseffect, blijkt het dat mensen het zien als een negatief effect. Echter het broeikaseffect is een natuurlijk proces. Het versterkte broeikaseffect is wel negatief. Maar hoe komt het dat het versterkt wordt?

Veel dingen die wij mens doen hebben invloed op de atmosfeer. Met de boot naar Engeland, op vliegvakantie naar Mallorca, met de auto naar de familie maar ook op de fiets naar school. Als je fietst stoot je ook broeikasgassen uit, dat doe je zelf. Dit zijn natuurlijke gassen. Vooral bij productieprocessen komt vaak veel broeikasgas vrij.


Als mens produceer je dus ook broeikasgassen, zoals dieren en planten dat ook doen. Natuurlijke broeikasgassen zijn ook niet schadelijk, mits het in geringe mate gebruikt wordt. En daar gaat de mens de fout in, want er is teveel van. Mensen versterken het broeikaseffect, omdat ze te veel produceren zou je kunnen zeggen.

Grootste boosdoeners in het veroorzaken van het versterkte broeikaseffect zijn;

● het vervoeren van mensen met auto, bus, trein of vliegtuig. Door middelen die aangedreven worden met een verbrandingsmotor
● het maken van energie, waarbij fossiele brandstoffen gebruikt worden

● het verbouwen van gewassen, dus de landbouw.

● bij het maken van producten waar een broeikasgas in zit, zoals productenwaarin CFK’s worden gebruikt (spuitbus).

Aan de lijstje kun je zien, dat dit allemaal veelvoorkomende dingen zijn. Je gaat ’s ochtends naar school met de bus, trein of auto, maar niet voordat je een broodje hebt gegeten waar je boter op smeert, wat in de koelkast staat. In brood zit tarwe en in de koelkast zitten CFK’s. Verder draag je kleren, misschien wel van katoen. Al die dingen versterken het broeikaseffect.

De gevolgen van het broeikaseffect.

Er zal meer vocht in de lucht komen. Dat betekent dat het ook meer zal gaan regenen, en dus het waterpeil zal gaan stijgen. Laag gelegen ontwikkelingslanden zullen hiervan vooral last krijgen (zoals Bangladesh). Verder zal de landbouw er veel last aan ondervinden. Verder zal de verdamping van water sterk toenemen, doordat de lucht bij een hogere temperatuur meer water kan bevatten. En gletsjers zullen smelten en ook hierdoor zal de zeespiegel stijgen.

Gevolgen voor de mens

Landen die afhankelijk zijn van de landbouw zullen het zwaar krijgen. En de meeste landen die afhankelijk zijn van de landbouw, hebben het nu al moeilijk. De voedselproductie van die landen zal minder worden. Het gene wat ze nu produceren, is vooral bedoeld om de eigen bevolking te voeden. En vaak geeft dit nu al problemen.


Langs de kust en de rivieren zullen de mensen te maken krijgen met stijging van het waterpeil. Hoge waterstanden zullen er in de winter zijn. Nu al zijn in Nederland problemen, langs de rivieren. Afgelopen maand nog, bereikte onder meer de Maas het kritieke peil. Als het waterpeil nog meer zal gaan stijgen, zullen er overstroming komen in Nederland. Tenzij er maatregelen komen. In Nederland kunnen we deze problemen verhelpen en daar hebben we ook geld voor. Maar hoe moet dat in Bangladesh? Die hebben daar geen geld voor.

Ook tropische eilanden zullen last ondervinden van de zeespiegelstijging. Want het drinkwater in de bodem drijft als het ware op het zoute water. Als het zoute water stijgt, wordt het drinkwater omhoog gedrukt. De laag drinkwater wordt dan dunner. Veel van deze eilanden ondervinden daar nu al problemen van. Door dit zal ook een inkomstenbron van de eilanden verdwijnen, namelijk toerisme. Dus de bevolking zal niet alleen een tekort hebben aan drinkwater, maar bovendien inkomsten derven door het wegblijven van toeristen. Ook wintersportgebieden zullen te maken krijgen met inkomstenderving. Skiërs zullen steeds hoger de bergen in moeten om bij de sneeuw te komen.

Auto’s stoten Ozon uit. Nou denk je van, dat kan toch geen kwaad wat extra ozon? De ozonlaag is toch al zo dun! Maar nee! Te veel ozon is ook niet goed. Ozon op grootte hoogte kan geen kwaad, maar op laag niveau (in de Troposfeer) is het giftig voor mensen. Dit heeft grote gevolgen voor de mens en natuur.

Gevolgen voor de natuur

Veel planten zullen zich moeten gaan verplaatsen richting het Noorden, omdat de temperatuur stijgt. De planten zullen moeten verschuiven, anders zullen ze het niet halen. Een grote groep dieren leeft van het eten van planten en de dieren zullen dus ook mee moeten verhuizen. Die verplaatsing van de planten duurt vele jaren. Maar de snelheid waarmee het broeikaseffect om zich heen grijpt, is niet bij te benen voor de planten. Gebergten zoals de Alpen, Caucasus en de Pyreneeën zullen onneembare obstakels zijn voor planten, daar komen ze nooit overheen.

Als de temperatuur blijft stijgen, zal dat als eerste problemen geven in het noorden. De planten die daar leven, zijn gewend aan de kou en leven daar in. Als de temperatuur opeens een paar graden stijgt, kunnen ze dat niet aan. Een aantal plantensoorten in het noorden zal dan uitsterven. De dieren die van die gewassen leven, zullen ook uitsterven. De roofdieren die van die diersoorten leven, zullen ook sterven. Zo kan je nog wel een tijdje doorgaan. Het hele ecologische evenwicht zal uit balans raken en heel veel kringlopen zullen verstoord worden.

Door temperatuurstijging volgt er meer neerslag. Dus ook in de zeeën. Dit kan de zeestroming beïnvloeden. Doordat het zeewater warmer wordt, kan het water op grootte breedtegraden daar niet meer wegzakken. Maar dit water moet wel weg, dus het zal op een andere plaats moeten. Maar dit zal niet mogelijk zijn. Het warme water zal circuleren aan de oppervlakte van het water.

Nu al merken we dat de zee flink invloed heeft op ons weer. ’s Winters als het vriest, vriest het in Limburg een paar graden harder dan hier in Noord-Holland. In de zomer is het hier een paar graden minder warm dan in Limburg.

Doordat het water dus niet weg kan stromen, verdwijnen de depressies die ons weer bepalen. Die worden vervangen door poollucht en dan zal Europa droger en kouder worden. dit heeft allemaal weer invloed op onze dieren en planten. De permafrost ( grond die altijd bevroren is) zal zich zuidelijker vestigen, hierdoor is daar geen landbouw meer mogelijk.

De zeespiegelstijging is een van de gevolgen, die het meeste gevolgen heeft. Als het op aarde een graad warmer wordt, zal de zee met 10 tot 20 centimeter stijgen. Havens zullen moeten worden verplaatst. En in zijn ergste geval dringt het zeewater door in het drinkwater. Dit noemt men verzilting.


Enkele gevolgen voor het milieu

● overstromingen
● stormen
● hittegolven
● droogtes

Weersomstandigheden uit het verleden zijn geen maatstaf voor die van het heden. Niemand kan dus precies vertellen wat er zal gaan gebeuren, men kan hooguit een voorspelling doen.
Men moet rekenen op extreme weersomstandigheden, die enorm veel schade aan zal richten.

Misschien is er een héél klein voordeel te noemen van de klimaatsveranderingen, zoals hogere landbouwopbrengsten en lagere stookkosten. U moet dan denken aan gebieden zoals Rusland en Canada. Door temperatuurstijging kan men daar in de toekomst misschien bepaalde landbouwproducten wel verbouwen. Maar om dat te bewerkstelligen is veel tijd en geld nodig om de mensen daar te veranderen.

In de noordelijk gelegen landen zullen de temperaturen stijgen en dus zal er minder gestookt hoeven te worden. Alleen in de zomer zal meer airconditioning nodig zijn.

Gevolgen voor economie en maatschappij

Om het versterkte broeikaseffect te verminderen, zullen we de energie voorziening moeten veranderen. Er is een hele andere aanpak voor vereist. Dit kost geld, veel geld. En ook veel tijd en zo veel tijd hebben we niet meer. Alle mensen op aarde moeten ervan bewust worden, dat maatregelen noodzakelijk zijn.


Als het geld bij elkaar gesprokkeld is, moet er een milieuvriendelijke manier van energie verwekken gevonden worden. Deze energie winning moet minder CO2 maken dan de huidige. Er zijn al enkele internationale verdragen en regels opgesteld, om het broeikaseffect te minderen. Een voorbeeld daarvan is het Kyoto-verdag. Deze werd in 1997 ontworpen, alle landen kregen een quota om de uitstoot van CO2 te verkleinen. Niet alle landen ondertekenden dit en een aantal landen die dit wel deden, kwamen met slimme trucjes toch over die quota heen. Wij komen hier later in het werkstuk terug op het verdrag van Kyoto. Er is ook en groep landen, dat het verminderen van het broeikaseffect niet kan betalen. Tot op heden dragen deze niet zo sterk mee aan het broeikaseffect, maar allicht in de toekomst wel.

Belangrijkste economische en maatschappelijke gevolgen;

● staatsschuld in landen stijgt
● belastingen moeten daardoor stijgen
● mensen kunnen minder besteden en gaan dus minder kopen
● bedrijven maken meer producten dan dat er gevraagd wordt, doordatmensen minder gaan kopen, en dus ontstaat er werkeloosheid.

Mensen kunnen dus op den duur minder kopen en moeten dus gaan bezuinigen op hun uitgaven. Mensen zullen als eerst in de secundaire behoeften gaan straffen, zoals luxe-artikelen en lidmaatschappen van de sportschool.

In de Toekomst

Uitgaande van de voorspellingen over veranderingen in het wereldklimaat, en op grond van de verwachting dat de windrichting in onze omgeving niet verandert, zal het in het jaar 2050 in ons land 0,5 tot 2ºC warmer zijn. De warmte zal dan merkbaar aanwezig zijn in ons weer, dat echter gekenmerkt blijft door wisselvalligheid. Een hittegolf zal iets zeldzaams blijven. De strengste winters zullen iets minder extreem koud worden en komen in het vroege voorjaar eerder ten einde

Jaarlijks zal er 2 tot 5% meer neerslag vallen. De grootste toename wordt 's winters verwacht. In de zomer zal die verandering vooral tot uiting komen in zwaardere buien met een meer tropische vorm. De aantal keren dat er neerslag zal zijn in de zomer neemt met zo'n 5 tot 20% toe. Het KNMI wijst er met nadruk op dat het geschetste toekomstbeeld slechts één van de mogelijkheden is. Het kan ook heel anders uitpakken. Naarmate de computermodellen, die het klimaat voorspellen, beter worden zal het toekomstbeeld steeds duidelijker worden.


Wat zijn de maatregelen en de internationale afspraken?

Er zijn verschillende maatregelen tegen het broeikaseffect getroffen. Een aantal daarvan zijn gemaakt door regeringen van bepaalde landen. De overheden hebben dus een officiële maatregel getroffen. Er zijn ook mensen die persoonlijk maatregelen treffen. Deze zijn niet in de wet vastgelegd en hoeven dus ook niet door iedereen nageleefd te worden. Toen men al wel doorkreeg dat de uitstoot van gassen gevaarlijk was, maar nog niet door hadden hoe erg het voor de natuur was, werden principiële beloftes aan elkaar gedaan. Een voorbeeld daarvan is dat, tijdens een conferentie in 1997 te Kyoto, een aantal grote industriële landen gezamenlijk de afspraak hadden gemaakt om samen de uitstoot van gevaarlijke stoffen te verminderen. Ze wilden tegen 2008-2012 de uitstoot met 5,2% verminderd hebben. Weinig van de landen die deze afspraak gemaakt hadden hebben hem nageleefd, de uitstoot werd zelfs meer. Daarom is besloten dat er nu officiële maatregelen genomen moesten worden die door ieder land nageleefd moesten worden. In 2000 werd een conferentie in Den Haag gehouden om de internationale afspraken ‘hard te maken’. De volgende punten werden tijdens deze conferentie besproken.
1. De instrumenten waarmee industrielanden een deel van hun doelstellingen in het buitenland kunnen realiseren. Voor rijke landen is het vaak goedkoper om minder rijke landen te helpen met de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, dan om zelf de reducties in eigen land te bewerkstelligen. Dit gebeurt via zogenaamde 'joint implementation'-projecten.
2. Het nalevingsregime. Er worden afspraken over CO2-reducties gemaakt, maar als de afgesproken doelstellingen niet gehaald worden, staan daar geen sancties tegenover. Dat moet veranderen.
3. Monitoring en rapportage. Er zijn verschillende meetmethodes waarmee de reductie van broeikasgassen gemeten wordt. Dit kan tot onenigheid leiden.
4. De rol van bomen en planten (de zogenaamde 'carbon sinks'). Grote bossen nemen veel CO2 op. Landen die deze bossen hebben vinden dat dit mee moet tellen bij de afspraken over reductie.
5. De steun aan ontwikkelingslanden. Landen in de Derde Wereld zorgen in toenemende mate voor de uitstoot van broeikasgassen. Zij hebben echter geen geld om hier iets tegen te ondernemen. Via 'clean development mechanism'-projecten kunnen rijke landen projecten starten in ontwikkelingslanden om hun verplichtingen af te kopen.
6. Schone energiewinning gebruiken. Door het aantal schadelijke uitstootgassen van de energiewinning te verminderen door meer gebruik te maken van schone energiewinning (bv windmolens, waterkracht centrale’s)

Het was toch nog een moeilijkere ‘klus’ dan ze verwacht hadden. Ieder land was het er over eens dat de apparaten zuiniger moesten worden en dat er zuiniger gedaan moet worden met de beschikbare energie. Maar niet alle denkbare maatregelen worden door iedereen goedgekeurd. Rijke landen mogen namelijk vervuilen, als ze maar nieuwe bossen aan planten, emissierechten van andere landen kopen en door te investeren in schone technologieën in derde wereld landen. Het is dus allemaal niet zo eenvoudig als men denkt als niet alle landen het er mee eens zijn.

Om het protocol van Kyoto een nieuw leven in te blazen werd in juni 2001 in Bonn opnieuw een poging gedaan om beter om te gaan met het milieu. Daarbij werden de vijf punten die tijdens de conferentie in Den Haag besproken werden, opnieuw ‘op tafel gelegd’. De Verenigde Staten haakten gelijk af. Dit was een grote klap, want de VS zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van 36,1 procent van alle broeikasgassen wereldwijd. De poging was toch geslaagd, want alle andere aanwezige landen besloten wel door te gaan.

Ze tekenden er dus voor om zich aan de vijf punten te houden die tijdens de conferentie in Den Haag ‘samengesteld waren.
Om zich aan de afspraken te kunnen houden zijn in Nederland een aantal maatregelen getroffen. Deze maatregelen betreffen onder andere de volgende punten:

- Verhoging van de energiebelastingen
- In samenwerking met de doelgroepen landbouw, verkeer, bouw en industrie zal een apart reductieplan worden opgezet voor andere broeikasgassen dan CO2.
- Versnelde invoer van alternatieve brandstoffen in het wegverkeer.
- Betere benutting van het huisvestingsbeleid en de ruimtelijke ordening bij het terugdringen van de automobiliteit.

Is er ook een broeikaseffect op andere planeten?

Een goed voorbeeld van een planeet dat het broeikaseffect kan hebben, is de planeet Venus. Omdat Venus dichter bij de zon staat dan de aarde, valt er daar een hogere temperatuur te verwachten dan op aarde. Het verschil is echter veel groter dan verwacht op basis van het verschil in afstand. De oppervlaktetemperatuur van Venus (480°C) is hoger dan die van Mercurius, hoewel Mercurius dichter bij de zon staat.
De reden is dat Venus een zeer dichte atmosfeer heeft, die voor het grootste deel uit het broeikasgas kooldioxide bestaat. Het broeikaseffect is op Venus dan ook zeer sterk. Mercurius daarentegen heeft vrijwel geen atmosfeer, en dus ook vrijwel geen broeikaseffect.

Venus

Historie

In de jaren 60 ontdekten astronomen dat men aan de nachtelijke hemel een voorbeeld van het broeikaseffect dat op een andere planeet aanwezig was. Deze planeet (Venus) ontstond ongeveer tegelijkertijd met de aarde, bijna 5 miljard jaar geleden. Ze is ongeveer hetzelfde opgebouwd als de aarde en staat op een redelijk gunstige afstand tot de zon.

Vroeger werd Venus vaak de zusterplaneet van de Aarde genoemd. Men dacht namelijk dat er onder het wolkendek van Venus een mooie wereld (een paradijs) was waar misschien wel leven bestond. Dit was echter helemaal niet het geval, je zou er stikken door het zwavelzuur en de hoge druk zou mensen verpletteren. Ook door deze gedachte, over een mogelijk paradijs, werd de planeet naar de godin Venus genoemd.

De buitenkant

Venus is, vanaf de zon gezien, de tweede planeet van ons zonnestelsel. Hij staat tussen Mercurius en de Aarde in. Het is voor het oog de helderste planeet (de zon en de maan zijn geen planeten) van ons stelsel, omdat Venus' permanente, witte wolkendek veel zonlicht terugkaatst. Venus is ongeveer even groot als de aarde.
De 'wolken' van Venus bestaan niet uit water, maar uit druppeltjes zwavelzuur en de atmosfeer bestaat voornamelijk uit kooldioxide. Het dichte wolkendek veroorzaakt een hoge luchtdruk (ruim 90 keer zoveel als de luchtdruk op aarde) en geeft een broeikaseffect waardoor de temperatuur op de planeet extreem hoog is, zelfs hoger dan op de warme planeet Mercurius. Onderzoek van de planeet wordt door deze omstandigheden zeer moeilijk. Alleen foto's van de de Russische Venera-landers en de Magellan-radar van de NASA hebben enkele gegevens opgeleverd, zoals enorme lavastromen en pannenkoek-vormige vulkanen. Venus draait in tegengestelde richting aan alle andere planeten van ons zonnestelsel.

De binnenkant
De binnenkant van Venus lijkt veel op de binnenkant van de Aarde, alleen is de kern groter.

Atmosfeer

De uitzonderlijk dichte en zware atmosfeer van Venus bestaat voor 96% uit CO2 en voor de rest uit koolmonoxide (CO), waterdamp, neon, zwavel, helium, argon en zwavelzuurwolken. De wolken in de atmosfeer bevatten druppeltjes zwavelzuur. Op basis daarvan bestaat de wolkenlaag uit drie lagen. In de bovenste laag, tussen 56 en 70 km hoogte, hebben die druppeltjes een diameter van ongeveer 1 tot 2  (micrometer), en hebben ze een dichtheid van 300. De middelste laag bevat behalve druppels ook vaste deeltjes zwavelzuur. Deze hebben een diameter van 10 tot 15 , en hebben een dichtheid van 100. De onderste laag ligt tussen de 48 en 50 km, en bestaat uit zwaveldruppels met een diameter van 10 tot 15  . Deze laag heeft een dichtheid van 400. Deze wolkenlaag is ongeveer 25 km dik.
Doordat de wolkenlaag op Venus zo dik is, is het broeikaseffect daar veel sterker dan op aarde. Door de wolken kan de warmte niet meer uit de atmosfeer ontsnappen zoals op aarde. Hierdoor ontstaat een sterk broeikaseffect dat ervoor zorgt dat de temperatuur gemiddeld 457°C bedraagt. (als het broeikas effect er niet zou zijn zou het op Venus iets boven de –30 graden zijn!) Er zijn weinig temperatuurschommelingen, omdat de atmosfeer de opgenomen warmte netjes over de hele planeet verdeelt. De enorme druk (90 bar,) aan het oppervlak van Venus wordt ook door de atmosfeer veroorzaakt.

Net onder het wolkendek komen windsnelheden van ongeveer 150 km/s (3 maal zo snel als de licht en warmte stralingen op de Aarde). Maar aan het oppervlak komen zelden grote windstoten voor, met als gevolg dat er weinig erosie voorkomt. De afwezigheid van water op de planeet maakt dat ze zeer droog is.
De inclinatie van Venus is 27° (dit is de hoek die de evenaar met de draaiing maakt) en men zou verwachten dat door deze schuinstand seizoenen voorkomen, maar seizoenen bestaan niet op Venus, omdat de atmosfeer de mogelijke temperatuurschommelingen absorbeert.

Conclusie

We hebben geconcludeerd dat het broeikas effect niet door de mensen word veroorzaakt maar dat zij het ver versterken. Door in de wereld strengere maatregelen te treffen kan het versterken worden tegen gehouden. Als we dat niet zullen doen zal de aarde onbewoonbaar worden en gaan lijken op planeten zoals Venus.

De aarde zal niet in eens onbewoonbaar worden maar in de loop van de komende jaren (eeuwen) zullen er veel verandering plaats vinden en meer natuurrampen zoals overstromingen (door het stijgen van de zeespiegel), extreme droogtes en strengere winters.

Door de klimaat veranderingen die al aan de gang is, sterven nu al dieren uit en worden ze ernstig bedreigt. Als we niks veranderen aan onze uitstoot aan broeikasgassen, en het versterken niet tegen gaan zullen er nog meer dieren uitsterven en ten slotte ook de mens.

Word het broeikas effect dan uiteindelijk het einde van de mens??

Bronnenlijst

Internet sites:

http://www.knmi.nl/voorl/nader/broeikaseffect.htm
http://www.knmi.nl/voorl/nader/broeikas.htm
http://home.planet.nl/~onbek026/
http://www.milieuloket.nl/9292000/modulesf/vfz0qpqn1000
http://www.klimaat.be/nl/broeikasEffect.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Broeikaseffect
http://home2.planetinternet.be/pkenis/het3.htm
http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/venus.php

http://anw.hml.nl/onderwerp.php
>>
o http://anw.hml.nl/Werkstukken/Desie%20%20Hoogendijk%20en%20Hanna%20van%20Shie/Broeikaseffect%20op%20venus/
o http://anw.hml.nl/Werkstukken/Lisa_Stein/broeikaseffect_venus/

Boeken:

 De wereld om ons heen, Het Broeikaseffect, M. Bright, La Rivière & Voorhoeve.
 De Groene Aarde, Het Broeikas effect, Tony Hare, Uitgeverij Elmar b.v., Rijswijk.

Kranten artikel:

Flut winter laat natuur rare dingen doen, Paul de Schipper, BN De Stem, Oosterhout.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.