Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De Klok

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1030 woorden
  • 23 juli 2008
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
25 keer beoordeeld

Inleiding

Ik heb voor het onderwerp ‘De Klok’ gekozen, omdat ik denk dat het leven zonder de uitvinding van een klok veel anders zou geweest zijn. Zonder dat veel mensen het beseffen is tijd, wat een klok aangeeft, een belangrijk begrip. Hoe laat je naar school moet en hoe laat je weer naar huis kan is niet eerlijk te bepalen zonder een klok. Vooral in Nederland, waar het niet zo makkelijk is om de tijd te bepalen door middel van de zon, is de klok een nuttige uitvinding geweest.
In de 18e eeuw stond de klok zelfs zo hoog in aanzien dat men zich zelf lieten schilderen met hun eigen klok erachter.


De oudste Klok tot aan huidige Klok.

De eerste klokken waren zonnewijzers. Zonnewijzers zijn instrumenten waarmee je, met behulp van de zon, de tijd aan geeft. De zon werpt een schaduw op het instrument, dat komt doordat de stijl tussen de zon en de zonnewijzer staat en dan ontstaat er een schaduwlijn. De schaduw verandert voortdurend van richting. Als de schaduw naar het noorden wijst is het middag. Het is dan 12 uur. Van daaruit heeft men een 12 urig schaalverdeling gemaakt.
De zonnewijzer bleek niet zo handig te zijn. Als het bewolkt was kon men de tijd niet aflezen en ’s avonds of ’s nachts was dat ook niet mogelijk. Men kwam dan ook, in de 13e eeuw, met een andere oplossing, de zandloper. De zandloper bestaat uit twee glazen reservoirs, die via een smal buisje met elkaar zijn verbonden. In de reservoirs zit zand. Het zand valt door de zwaartekracht van de ene reservoir naar de andere. De tijd dat het zand nodig heeft om zich door het smalle buisje te kruipen, is altijd hetzelfde. Ook deze methode was niet handig, omdat men om het half uur de zandloper moest omdraaien en dat ging wel eens fout.
De eerste echte klokken waren torenuurwerken. De uurlengte werd aangepast aan het daglicht. Daardoor duurde de uren overdag in de zomer langer dan in de winter. Het torenuurwerk bestaat uit een gaand werk en een slagwerk, dat binnen in een ijzeren kooiframe met vier hoekstijlen zit.
De klok was het ingewikkeldste machine die men in die tijd maken kon. Daarom had niet iedereen ze in huis. De eerste draagbare uurwerken kwamen rond 1600 naar Nederland. Dit waren door een veer aangedreven halshorloges en tafelklokjes.
De oudste draagbare horloges werden in de 15e eeuw gemaakt in Zuid-Duitsland en Italië. Dit waren trommel- of eivormige horloges die veelal aan een lint om de hals werden gedragen. Christiaan Huygens ontwierp, na vele uren slingerbewegingen bestudeerd te hebben, het slingeruurwerk. In 1656 kreeg Huygens dan ook patent op het eerste slingeruurwerk. Het slingeruurwerk werkt doordat een slinger heen en weer gaat. De slinger is zo lang bij dit uurwerk dat de wrijvingen klein zijn. De tijd waarin de slinger eenmaal heen en weer beweegt blijft praktisch constant. De beweging van de slinger wordt, door middel van tandwielen, voortgezet naar de wijzers van de klok. Om te voorkomen dan de slinger na een paar minuten uitgeslingerd was, moest hij steeds weer een duwtje krijgen.
De oudste slingeruurwerken werden aangedreven door middel van gewichten, die na een tijdje weer omhoog getrokken moeten worden. Latere klokken werden vaker aangedreven door een gespannen veer, die regelmatig opgewonden moest worden.
Aan het eind van de 17e eeuw was het toppunt van de waardering van uurwerken. Een klok werd vergeleken met het goddelijke. Hij stond als symbool voor de harmonie, eeuwigheid en matiging.
In de 18e eeuw werd de klok verbeterd. Dit was nodig, omdat er op zee klokken nodig waren om hun positie op zee te kunnen bepalen door het tijdsverschil en het lengte verschil te vergelijken. Het slingeruurwerk was daar niet geschikt voor, omdat de golven de beweging van de slingers beïnvloedden. Toen werd de onrust uitgevonden. De onrust bepaalt de snelheid waarmee een uurwerk loopt. Hij bestaat uit een wieltje, gekoppeld aan een spiraalveer, dat met een hele nauwkeurige trillingsfrequentie. Het uiteinde van de spiraalveer is meestal via een schroef aan het uurwerk verbonden. Met de schroef kan de rustpositie van de onrust worden ingesteld. De andere kant van de spiraalveer is met het wieltje verbonden. De onrust beweegt constant, omdat het anker, dat om een as draait, de onrust steeds een zetje geeft. Het middelste deel van de onrust, dat om de as draait, heeft een klein pennetje, dat in een vork van het anker valt. Telkens als deze stift door de vork heen draait, wordt het anker in een andere plaats gezet. Daarbij gaat het ankerrad steeds een half tandje verder. Een van de beide paletten ligt daarbij tegen een tand van het ankerrad. Het ankerrad is weer op zijn beurt verbonden met een spiraalveer of met een gewicht, die de kracht geeft, die nodig is om alles te laten bewegen. Dit raderwerk drijft ook de wijzers van de klok aan.
Vanaf 1840 zijn er klokken gemaakt met een elektrische aandrijving. De Engelsman Alexander Bain is de uitvinder van deze elektrische klok. Zijn prototype uit 1840 bezorgde hem een patent. De Amsterdamse horlogemaker De Jonge maakte de eerste elektrische klok van Nederland in 1865.


De Analoge Klok.


Een analoge klok heeft een wijzerplaat met 2 of 3 wijzers. De wijzers lopen analoog. Dat betekend dat ze continue vooruit gaan, zonder tussen stapjes. Alle wijzers zijn bevestigd aan dezelfde as, die in het midden van de klok steekt. De rest van het mechanisme zit aan de achterkant van de klok waar je het niet kan zien. De kleinste wijzer, de uurwijzer, maakt per 12 uur een omwenteling en beweegt zich zo voort om 2 keer per etmaal het zelfde rondje te doen. De grote wijzer, de minuutwijzer, maakt per uur een heel rondje. De rode wijzer geeft de seconden aan. Hij maakt per minuut een rondje.

Digitale Klok

Een digitale klok presenteert de tijd in cijfers. De uren worden in getallen van 0 tot en met 23 of van 1 tot en met 12 met een toevoeging van AM (voor ’s middags) of PM (na ’s middags). De minuten en seconden worden met de getallen 0 tot en met 59 weer gegeven. In een digitale klok zit een kleine computer, die aangeeft wanneer je digitale klok een andere cijfer moet laten zien.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.