Inhoudsopgave
Inleiding
Wat is het broeikaseffect? Hoe werkt het broeikaseffect? Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Wat kunnen we tegen het broeikaseffect doen? Conclusie
Gebruikte bronnen
Logboek Inleiding Deze praktische opdracht gaat over het onderwerp: Milieuvervuiling, Wat is dat precies? Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het belangrijk vind dat er voorzichtig met het milieu omgegaan wordt voor onze kinderen en hun kinderen. Van deze opdracht heb ik het onderwerp broeikaseffect gekozen. Dit omdat dit denk ik een van de grootste problemen is. In deze opdracht wil ik graag een aantal vragen beantwoorden. Deze vragen verdeel ik in een hoofdvraag en een aantal deelvragen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het broeikaseffect? Wat is het broeikaseffect? Hoe werkt het broeikaseffect? Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Wat kunnen we tegen het broeikaseffect doen? Wat is het broeikaseffect? Het natuurlijk broeikaseffect In de dampkring komen gassen voor die een speciale eigenschap hebben: ze laten namelijk wel het zonlicht door, maar houden de warmte-uitstraling van de aarde voor een groot deel tegen. Door deze eigenschap zorgen deze gassen voor opwarming van het onderste deel van de dampkring. Daarom worden deze gassen broeikasgassen genoemd. Het is maar goed dat deze gassen bestaan want anders was het hier op aarde niet uit te houden. Zonder deze gassen zou de gemiddelde temperatuur op aarde namelijk -18ºC zijn en te koud om op te leven. Dankzij het vasthouden van de warmte door de broeikasgassen is de gemiddelde temperatuur +15ºC, dat is 33ºC hoger. Het vasthouden van de warmte noemen we het ‘natuurlijk broeikaseffect’. Naast het natuurlijk broeikaseffect waar de natuur zelf voor zorgt bestaat ook het versterkt broeikaseffect. Voor dit broeikaseffect is de mens verantwoordelijk.
Broeikasgassen
De twee stoffen stikstof en zuurstof vormen samen 99% van de dampkring. De overige 1% bestaat voor een deel uit broeikasgassen. De opwarming van de lucht wordt voor 50% veroorzaakt door koolzuur. De anderen broeikasgassen zorgen samen voor de andere 50% van de opwarming.
In totaal zijn er dertig verschillende broeikasgassen bekend, ik beschrijf de vier belangrijkste.
Koolzuur
Koolzuur (kooldioxide) komt in verhouding met de andere broeikasgassen het meeste voor. Namelijk tussen de 200 en 350 delen per miljoen delen lucht.
Tijdens de Industriële Revolutie (eind 18e, begin 19e eeuw; in Nederland vanaf 1850) werden er veel fabrieken gebouwd. Om aan de energie te komen die nodig was, worden er sindsdien grote hoeveelheden fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas verbrandt. Deze brandstoffen zijn ontstaan uit resten van planten en dieren die miljoenen jaren geleden op aarde leefde. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen worden de afvalproducten waaronder koolzuur, door fabriekspijpen en schoorstenen in de lucht uitgestoten.
Sinds de Industriële Revolutie is de hoeveelheid koolzuur in de lucht elk jaar met zo’n 0,4% gestegen tot zo’n 350 delen per miljoen delen lucht in 1997. Dat is een stijging met 25 tot 30% in 150 jaar.
Moerasgas
Moerasgas(methaan) draagt voor 20% bij aan de opwarming van de aarde. Methaan komt van nature in de dampkring voor. Lange tijd lag het aantal moerasgaseenheden tussen de 0,7 en 1,2 delen per miljoen delen lucht.
Zoals de naam al doet vermoeden, komt moerasgas voor in moerassen. Maar de belangrijkste bron is de veeteelt. Daar komt het gas vrij uit de magen van herkauwers zoals koeien. In de koeienmest, die de boeren met een mestkar over het land verspreiden zit dan ook veel moerasgas.
Andere belangrijke bronnen van het moerasgas zijn vuilstortplaatsen, rijstbouw en de verliezen bij olie- en gaswinning (aardgas bestaat voor 90% uit moerasgas).
Op dit moment bedraagt de hoeveelheid moerasgas 1,7 deel per miljoen delen lucht. Deze hoeveelheid stijgt elk jaar tussen de 0,5 en 2%. In de toekomst zullen dat er nog veel meer worden als de permafrost voor een deel ontdooit. Permafrost is de eeuwig bevroren aarde in Siberië en Rusland. Als deze begint te ontdooien door het opwarmen van de aarde, zullen grotere hoeveelheden moerasgassen vrijkomen die nu nog bevroren in de grond gevangen zitten.
Lachgas
Lachgas (distikstofoxide) is komt maar in kleine hoeveelheden voor in de dampkring. Vroeger werd lachgas gebruikt bij verdovingen zoals bij de tandarts. Tegenwoordig komt lachgas vooral vrij bij het gebruik van bepaalde soorten kunstmest en bij verbranding van olie, kolen, gas en hout.
Lachgas wordt maar heel langzaam afgebroken, waardoor het langer dan een eeuw in de dampkring actief blijft.
CFK
CFK is de verzamelnaam voor een aantal stoffen, namelijk de Chloorfluorkoolwaterstoffen. Dit zijn verbindingen die bestaan uit chloor, fluor, koolstof en waterstof. Een andere naam voor CFK’s is freonen.
Het zijn stoffen die van nature niet in de dampkring voorkomen, maar door de mens zijn bedacht en gemaakt.
Sinds 1930 komen CFK’s in de dampkring voor. Ze worden gebruikt in koel-, vries- en airconditioninginstallaties, brandblusapparaten, piepschuim, schoonmaakmiddelen en in spuitbussen.
Tussen 1945 en 1997 steeg de uitstoot met 10 tot 15% per jaar, maar door een afname van het gebruik van spuitbussen met CFK’s daalt de uitstoot van deze stoffen.
CFK’s veroorzaken niet alleen de versterking van het broeikaseffect, maar de zorgen ook voor de aantasting van de ozonlaag.
Het versterkt broeikaseffect
Het versterkt broeikaseffect wordt veroorzaakt door de mens. Die zorgt ervoor dat er nog meer broeikasgassen in de dampkring terechtkomen. Daardoor wordt er nog meer warmte vastgehouden en stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde.
Meer broeikasgassen
Zoals eerder al vermeld worden er sinds de Industriële Revolutie enorme hoeveelheden olie, kolen en gas verbrand om aan energie te komen. Voor alles wat in de fabrieken geproduceerd wordt is immers elektriciteit nodig. Daarbij komen grote hoeveelheden broeikasgassen vrij. Een andere belangrijke bron is echter nog niet genoemd en dat is de auto. Wereldwijd rijden er meer dan 600 miljoen auto’s rond. Bijna alle auto’s verbranden benzine of diesel en stoten daarmee uitlaatgassen in de dampkring. Deze bevatten onder meer de broeikasgassen koolzuur en lachgas, maar ook gassen die smog veroorzaken.
Ondanks alle maatregelen die er worden genomen, neemt de uitstoot van broeikasgassen nog steeds toe. Dat komt onder meer door de bevolkingsgroei en toename van de welvaart in de wereld. Verlagen van de uitstoot van broeikasgassen kan alleen als er voor de productie van goederen schonere methoden gevonden worden.
Waterdamp
Als er meer broeikasgassen in de dampkring komen, stijgt de temperatuur. Door de hogere temperatuur zal er meer water uit de oceanen verdampen. Water komt dan ook als waterdamp in de dampkring terecht. En ook waterdamp heeft de eigenschap warmte naar de aarde terug te kaatsen. Dat betekent dat de opwarming verder toeneemt.
Ontbossing
Een andere belangrijke oorzaak voor het verstekt broeikaseffect is de houtkap. Dat gebeurt op twee manieren;
1. Een groot deel van het gekapte hout wordt verbrand, bijvoorbeeld bij platbranden van bos om er akkerland van te maken. Bij deze verbranding komt koolzuur vrij.
2. Planten en bomen zetten koolzuur om in zuurstof. Als er dus veel bomen gekapt worden, blijven er minder bomen over om koolzuur om te zetten in zuurstof. De hoeveelheid koolzuur stijgt dan. Dit proces is al tientallen jaren aan de gang. Er worden steeds meer bossen gekapt waardoor het broeikaseffect versterkt wordt.
Naijleffect
De hoeveelheid broeikasgassen stijgt dus nog steeds. Hierdoor wordt het evenwicht in de dampkring verstoord. Het natuurlijk broeikaseffect en de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt.
Stel dat er wordt gestopt met het uitstoten van steeds meer broeikasgassen, wanneer we erin slagen om de uitstoot van koolzuur en andere broeikasgassen op het huidige peil te houden. Dan betekent dit nog niet dat het broeikaseffect niet erger wordt. Dat komt door het langzame tempo waarin broeikasgassen uit de dampkring worden opgenomen door planten.
Als de uitstoot van methaan (moerasgas) hetzelfde blijft, dan nog stijgt het methaangehalte in de dampkring gedurende 50 jaar. Pas daarna blijft het peil gelijk.
Met lachgas is het nog erger gesteld. Als de uitstoot van lachgas hetzelfde blijft, dan blijft het lachgasgehalte in de dampkring nog 200 jaar stijgen. Als we het percentage lachgas op hetzelfde peil willen laten houden als nu, dan moeten we de uitstoot met 50% verminderen.
De versterking van het broeikaseffect blijft dus doorgaan, ook al worden er nu drastische maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen te stoppen of om snel te verminderen. Ook na het stoppen met het uitstoten van broeikas, stijgt het percentage broeikasgassen in de dampkring nog snel. Dit effect, dat mensen nog eeuwen last hebben van de uitstoot van broeikasgassen wordt ook wel het naijleffect genoemd
Hoe werkt het broeikaseffect?
Om het verschijnsel broeikaseffect uit te leggen, moet je eerst weten wat de atmosfeer is.
De atmosfeer is een soort schil om de aarde van gassen. Deze “schil” bestaat uit meerdere lagen. De hoogste laag zit op zo’n 500 meter de lucht in en die noemen we de Exosfeer. Daar eindigt de atmosfeer, en gaat op in de ruimte. De zogenaamde Troposfeer en de Stratosfeer is de ruimte waarin de mensheid leeft, wij dus. Dit is een dunne laag en zonder die laag zouden wij niet bestaan.
De atmosfeer bestaat uit verschillende soorten gassen de twee grootste zijn stikstof ( 78.2 %) en zuurstof (20.9 %). De overige procenten (0.9%) bestaat uit onder andere Methaan, Lachgas, Waterstof, Argon, Kooldioxide, Neon, Ozon, Xenon, Krypton en Helium. Stikstof is dus de belangrijkste, deze is ook nodig voor de opbouw van organismen. Verder bepaalt stikstof de luchtdruk. De luchtmassa zorgt ervoor dat de windsnelheden niet te hoog worden.
Ozon is ook een belangrijke. Ozon is een gas dat van nature in de lucht voorkomt. Gewoon een natuurlijk gas. Ozon houdt ultraviolette straling tegen, de UV-B straling. Deze is gevaarlijk voor de mens, plant en dier. Veel ziekten voor met de straling in verband gebracht, zoals huidkanker en staar.Als deze ozon, onze beschermingslaag, zou verdwijnen kunnen we niet meer op aarde leven. Alles wat leeft zou dood gaan. Het wordt dan ook veel warmer op aarde. Ozon zit ongeveer op een hoogte van 500 meter in de atmosfeer.
De zon verwarmt de aarde, en deze warmte wordt vastgehouden door Koolzuurgas. Als de warmte niet zou worden vastgehouden, dan zou de temperatuur op aarde –180C zijn. De gemiddelde temperatuur op aarde is echter 150C. Koolzuurgas zorgt er dus voordat het ongeveer 30 graden Celsius warmer is door de warmte vast te houden. Dit noemt men het broeikaseffect.
De aarde wordt dus van nature op temperatuur gehouden door het broeikaseffect. De warmte die de aarde ontvangt van de zon wordt door de atmosfeer vastgehouden. De mens zorgt er echter voor, dat de samenstelling van de atmosfeer verandert door verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossen, landbouw etc. Hierdoor komen er meer gassen in de atmosfeer, die het broeikaseffect vergroten. Dit zal leiden tot een warmer klimaat.
Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect?
Energie
De voornaamste oorzaak voor het ontstaan van het versterkte broeikaseffect is de steeds stijgende behoefte aan energie. De geïndustrialiseerde landen zijn verantwoordelijk voor meer dan driekwart van het energieverbruik. 90% van deze energie wordt geleverd door fossiele brandstoffen. Elektriciteitscentrales, industriële productieprocessen en verwarming van huizen en gebouwen zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de steeds toenemende uitstoot van broeikasgassen.
Het verkeer
Het alsmaar groeiende aantal files is een probleem dat steeds ernstigere vormen aanneemt. Bumper aan bumper rijden auto’ s en vrachtwagens bijna dagelijks in kilometerslange files over de wegen. Per dag vindt er, door deze mobiliteit een uitstoot van lood plaats in Amerika, West- Europa en Japan dat een gewicht heeft van 400 miljoen auto’s samen!
De uitlaatgassen van de auto’ s zijn de volgende: koolmono-oxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide. Op het moment dat de zon gaat schijnen vormt een mengeling van de genoemde schadelijke stoffen uit stikstofoxide en koolwaterstoffen ozon.
Door deze reactie stijgt de hoeveelheid ozon aan de grond waardoor de temperatuur met enige graden zal stijgen in de onderste luchtlagen.
De ontbossing
Bosbranden veroorzaken in tropische regenwouden de uitstoot van miljoenen tonnen CO2. Hele bossen veranderen in kale vlakten die vatbaar zijn voor erosie. Dit gebeurt terwijl bomen in tropische regenwouden de grootste gebruikers zijn van CO2. Ze nemen CO2 op en zetten dat om in zuurstof. Op het moment dat de ontbossing zich door zal zetten, zal de aarde in de toekomst te kampen krijgen met het volgende probleem: de CO2 zal niet meer uit de atmosfeer worden verwijderd doordat de bomen verdwenen zijn. Het kappen van het tropische regenwoud zal er waarschijnlijk voor zorgen dat één van de grootste eigendommen van de aarde zullen verdwijnen. In de ‘groene longen van de aarde’ woont meer dan de helft van alle planten. Dit is momenteel nog het geval, onderzoekers beweren echter dat in het huidige tempo van ontbossing de tropische regenwouden binnen 25 jaar geheel verdwenen zullen zijn.
Het energieverbruik op aarde
Het verbruik van fossiele brandstoffen speelt bij het broeikaseffect een belangrijke rol. Wanneer men het over de gehele wereld bekijkt ziet men dat ongeveer 75% van de klimaatsverandering erdoor veroorzaakt wordt. Belangrijkste element is de uitstoot van CO2. Dit element is de veroorzaker van 50% van het broeikaseffect. Het verbruik van fossiele brandstoffen is in de afgelopen jaren sterk toegenomen en die groei zal zich voorlopig doorzetten. In Derde Wereldlanden ligt het verbruik momenteel per hoofd van de bevolking lager dan in de ontwikkelde, vaak Westerse landen. Door een sterke stijging van de bevolking aldaar zal ook daar het verbruik sterk gaan stijgen.
Wanneer we de situatie in Nederland bekijken zien we dat de verbruikte hoeveelheid per jaar aan fossiele brandstoffen gelijk is aan 60 miljard ton olie. Door de industrie wordt daarvan 25% als energie en 15% als grondstof gebruikt. In totaal is dat 40% op jaarbasis. Voor het vervoer is 15% vereist en het huishouden verbruikt per jaar zo’ n 25%. Tot slot is er nog een verbruik van 20% door de dienstensector. In welvarende landen, waaronder Nederland, worden enorme hoeveelheden energie verspild. De mogelijkheden voor energiebesparing zijn aanwezig maar worden zelden op grote schaal toegepast.
In het voorgaande gedeelte zijn enkele van de volgende onderdelen al genoemd. Echter hieronder zal alles duidelijk worden toegelicht. Dit zijn de belangrijkste veroorzakers van het broeikaseffect.
Kooldioxide
Dit is een verbinding met de molecuulformule CO2.
Oxydatieprodukt van koolstofverbindingen komt o.a. voor in, door mens en dier uitgeademde lucht. Kooldioxide wordt door planten opgenomen en door fotosynthese omgezet in koolstofverbindingen.
Gehalte in atmosfeer ca. 0,032 vol %. In principe bestaat er een kooldioxidekringloop, waarbij het gehalte in de dampkring constant blijft. Door de (overmatige) verbranding van fossiele brandstoffen als olie en steenkool neemt dit gehalte echter toe, waardoor er een stijging van temperatuur kan optreden: broeikaseffect (zie fig. 4).
Kooldioxide werkt prikkelend op het ademhalingscentrum. Meer dan 8% in de lucht leidt tot bewusteloosheid en dood. Kooldioxide speelt in het lichaam ook een belangrijke rol bij de handhaving van een constant intern milieu, doordat het voor kan komen als bicarbonaat (HCO3), dat gebruikt kan worden om de zuurgraad (pH) constant te houden.
Fossiele brandstoffen
Dit zijn brandstoffen van organische oorsprong: aardolie, aardgas, turf, steenkool en bruinkool. Zij zijn voornamelijk opgebouwd uit atomen van de elementen koolstof en waterstof (koolwaterstoffen). Deze stoffen reageren bij een bepaalde temperatuur, de ontbrandingstemperatuur (rond 500°C), met zuurstof uit de lucht, waarbij veel warmte vrijkomt.
Chloorkoolwaterstoffen
Groep verbindingen die voornamelijk bestaan uit koolstof, waterstof en chloor. Chloorkoolwaterstoffen worden o.a. gebruikt als oplosmiddel, als bestrijdingsmiddel (DDT, lindaan), als drijfgas (CFK's) en koel- en isolatievloeistof (PCB's). Een groot aantal van deze stoffen zijn kankerverwekkend of giftig en zeer moeilijk of niet afbreekbaar. Daardoor hopen zij zich in organismen of in de atmosfeer op, hetgeen zeer ernstige gevolgen heeft voor het milieu en zijn bewoners.
Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect?
De aantasting van de ozonlaag
De dampkring bestaat uit verschillende luchtlagen. In de stratosfeer bevindt zich tussen 20 en 40 kilometer hoogte de ozonlaag. Dit deel van de dampkring is geen dichte laag. Het is meer een gebied waar voortdurend ozonmoleculen worden gevormd die vervolgens worden afgebroken door het zonlicht. De ozonlaag werkt als een soort zonnebril. De laag houdt de meeste schadelijke stralen van de zon tegen. Deze stralen heten ultraviolette stralen (uv-stralen). Het kleine deel van de uv-stralen (1%), zorgt ervoor dat mensen bruin worden.
De hoogte en dikte van de ozonlaag is niet overal gelijk. Dat hangt af van tijdstip, plaats en seizoenen.
Tijdstip: Aanmaken van ozon vindt overal te wereld bij daglicht plaats. Het vormen en afbreken van ozonmoleculen vindt immers onder invloed van zonlicht plaats. Hoe meer zonlicht, hoe meer ozonmoleculen worden gevormd en afgebroken. ’s Middags, als de zon het hoogst staat en de meeste zonnestralen de aarde bereiken, is de dikte van de ozonlaag dan ook het grootst.
Plaats: Op de plaats waar de aarde het warmst wordt, is de ozonlaag het dikst. Dit is rond de evenaar. Op de Noord- en Zuidpool is de ozonlaag het dunst.
Seizoenen: Tijdens seizoenen dat het meeste zonlicht de aarde bereikt (’s zomers) is de ozonlaag het dikst. ’s Winters is de ozonlaag het dunst.
Door het broeikasgag CFK wordt de ozonlaag aangetast. Er ontstaan bij de polen dan gaten in de ozonlaag.
Mens
Door het gat in de ozonlaag zullen meer uv-stralen op aarde terechtkomen. Maar ook op andere plaatsen op de aarde waar geen gaten in de ozonlaag vallen, maar de ozonlaag wel dunner wordt, bereiken meer uv-stralen de aarde.
Zelfs een toename van uv-stralen met maar één procent is al gevaarlijk voor de mens. Als dit gebeurt, schat men dat het aantal gevallen van huidkanker in Nederland met duizend per jaar toeneemt. Ook zullen mensen meer staar krijgen, waardoor hun gezichtsvermogen ernstig wordt aangetast.
Twee groepen lopen vooral gevaar: mensen met een lichte huidskleur (blanken) en jongeren. Twee van de drie vormen van huidkanker (basaalcelkanker en melanoom) komen vooral bij baby’s en jongeren veel voor.
Als de ozon tot de helft van het normale peil zou worden teruggebracht, zoals nu boven de Zuidpool gebeurt, gaat al na een kwartier de huid van sommige zonnebaders vervellen. Surfers in Australië lopen het grootste risico. In december als de zomer daar begint, maar ook als de ozonlaag het dunst is surfen namelijk veel mensen en dit zijn dan voornamelijk blanke jongeren.
Klimaat
Het weer verandert elke dag. De ene dag is het droog, de andere dag regent het. De ene dag is het vijf graden onder nul, een maand later kan het vijftien graden boven nul zijn.
Zoals we met de lessen hebben geleerd is het klimaat het gemiddelde weer over een langere periode. Daarbij wordt gekeken naar temperatuur, vochtigheid en luchtdruk. Als het in een land vaak regent (tussen de 500 en 1000mm per jaar) en de temperatuur meestal tussen de -5°C en de 25°C, zoals dat in Nederland het geval is, wordt er gesproken van een gematigd klimaat. Er wordt van een woestijnklimaat gesproken als het bijna nooit regent, de temperatuur nooit onder de 20 en meestal boven de 35°C ligt.
Maar ook het klimaat verandert. Twintigduizend jaar geleden was er in Nederland een ijstijd. Heel geleidelijk in een proces van duizenden jaren is de temperatuur gestegen tot het huidige niveau. Maar ook in die duizenden jaren hebben we te maken gehad met een afwisseling van warmere (de Middeleeuwen) en koudere (1550-1850: de Kleine IJstijd) perioden.
Het is niet zo vreemd dat het klimaat verandert. Maar de veranderingen gaan de laatste jaren wel erg snel. De zes warmterecordjaren van de 20ste eeuw vielen allemaal in de laatste vijftien jaar. Als die trend doorzet, kan er in de volgende eeuw wijn gemaakt worden van druiven die in Nederland gekweekt zijn. Maar voor andere gewassen die er in Nederland gekweekt worden zal het dan te droog of te warm zijn. Kustgebieden zullen overal te wereld natter worden, terwijl de binnenlanden minder regen krijgen. Hogere temperaturen zullen leiden tot uitdrogen van deze binnenlanden waardoor woestijnen zich zullen uitbreiden.
De toekomst kan niemand voorspellen. Maar zeker is dat de stijging van de temperatuur met ernstige gevolgen door zal gaan als we geen maatregelen nemen. Over de mate waarin de temperatuur zal stijgen verschillen de deskundigen van mening. Ze gaan uit van een stijging tussen de 3 en 6 graden.
Zeespiegel
Dertigduizend jaar geleden waren de zeeën ongeveer 50 meter minder diep. Vanuit Nederland kom je te voet naar Groot-Brittannië lopen. Sinds de temperatuur langzaam omhoog is gegaan, is er veel ijs gesmolten en heb je een boot nodig om over te steken. De laatste duizend jaar bedroeg de stijging van de zeespiegel niet meer dan twee centimeter per duizend jaar. De laatste eeuw gaat het echter hard. De Noordzee is in die 100 jaar met 20 centimeter gestegen, de Waddenzee met 44 centimeter.
Maar waardoor stijgt de zeespiegel dan? Dat komt door het smeltende ijs. Op onze aardbol vind je grote hoeveelheden ijs in gletsjers, in berggebieden en op de Noord- en Zuidpool. Als al het ijs zal smelten, zou de zeespiegel 70 meter stijgen en zou Nederland tientallen meters onder water staan. Het smeltwater dat vrijkomt heeft ervoor gezorgd dat de zeespiegel is gestegen met tien tot vijftien centimeter.
Maar niet alleen het smelten van ijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Ook het uitzetten van oceaanwater speelt een rol. Water zet namelijk uit als het warmer wordt.
Volgens deskundigen zal, als er nu geen maatregelen genomen worden tegen het broeikaseffect, de zeespiegel de komende eeuw tussen de 30 en meer dan 100 centimeter stijgen. Dit zal ernstige gevolgen hebben voor Nederland.
Nederland
Een groot deel van Nederland ligt nu al beneden de zeespiegel. Zonder duinen en dijken zou Utrecht een kustplaats zijn. Om ons tegen het water te beschermen heeft Nederland in Zeeland niet zo lang geleden alle dijken verhoogd en een stormvloedkering gebouwd. Het Deltaplan, zoals dit officieel heet, heeft Nederland ongeveer 9 miljard gulden gekost.
Als de zeespiegel de komende eeuw met een meter gaat stijgen, zal een veelvoud van dit bedrag nodig zijn om alle zee- en rivierdijken voldoende te verhogen en bruggen en sluizen aan te passen.
Stijging van de temperatuur heeft echter nog meer gevolgen voor Nederland. Niet alleen zal de Elfstedentocht alleen nog maar per kano of surfplank afgelegd kunnen worden. Veel ernstiger zijn de gevolgen voor het drinkwater en de landbouw. De temperatuurveranderingen zullen tot gevolg hebben dat de natte perioden natter zullen worden en de droge perioden nog droger. Grote problemen zijn te verwachten voor de drinkwatervoorzieningen in Zuid- en Oost-Nederland. Door de droogte daalt daar het grondwaterpeil. De droge zomers zullen ervoor zorgen dat boeren en tuinders in de problemen komen. ’s Zomers zullen akkers vaker besproeid moeten worden. Doordat ’s winters minder schadelijke organismen gedood worden, zullen boeren en tuinders meer (schadelijke) bestrijdingsmiddelen moeten gaan gebruiken. En de kans op misoogsten neemt dat toe.
Wat kunnen we tegen het broeikaseffect doen?
In 1972 verscheen een rapport dat voor grote opschudding zorgde. Dit Rapport van de Club van Rome schetst een sombere toekomst voor de aarde als er niet iets wordt gedaan aan de groei van de wereldbevolking, vervuiling en uitputting van grondstoffen. Tot op dat moment weten de meeste mensen niet dat er wereldwijd milieuproblemen zijn. Ook in 1972 wordt in Stockholm de eerste grote milieuconferentie van de Verenigde Naties gehouden. 114 landen zeggen op deze conferentie gezamenlijk acties te nemen ten behoeve van het milieu.
Klimaatverdrag
Het klimaatverdrag is getekend door 196 landen. Alle landen hebben met elkaar afgesproken dat de concentratie broeikasgassen in de dampkring weer op het niveau moet komen dat gevaarlijke verstoring van het klimaat voorkomen wordt. Men denkt dit te bereiken door energiebesparing, onder meer door het invoeren van energieheffingen en door het gebruik van alternatieve energiebronnen.
Energiebesparing
De maatregelen die moeten leiden tot een verminderde uitstoot van broeikasgassen en energiebesparing kunnen in twee groepen verdeelt worden.
1. technische maatregelen
2. het veranderen van onze manier van leven. Technische maatregelen Een technische maatregel is bijvoorbeeld het vervangen van CFK’s in koelkasten door andere stoffen. In Nederland in de verkoop van koelkasten met CFK’s verboden. Maar in veel andere, vooral armere landen zijn nog volop koelkasten met CKF’s te koop. Daarbij worden oude, afgedankte koelkasten met CFK’s uit het Westen massaal in derdewereldlanden gedropt. Deze CFK’s komen later alsnog in de dampkring terecht. Een andere technische maatregel is proberen het energierendement van machines te verhogen. Dus machines die beter zijn, maar die minder energie nodig hebben om hetzelfde te doen. Een voorbeeld hiervan is de Volkswagen Lupo 3L. Dit is een auto die drie liter brandstof gebruikt per honderd kilometer, maar nog wel dezelfde prestaties heeft als een ‘gewone’ Lupo 1.2 12V. Deze auto in nog niet succesvol omdat men vindt dat de benzineprijzen nog niet genoeg gestegen zijn om een echt zuinige auto te kopen. Andere technische maatregelen zijn al gewoner. Iedereen kent de spaarlamp die minder energie gebuikt om hetzelfde licht te geven. Als alle lampen vervangen worden door spaarlampen, dan bespaart men 75% op de energierekening. Spaarlampen zijn weliswaar duurder dan gewone lampen, maar omdat ze veel langer meegaan zijn ze uiteindelijk goedkoper. Op de gasrekening kan 8 euro per persoon bespaard worden als iedereen zich douchet met een zuinige douchekop. Maar ook andere technische maatregelen hebben al succes. Huishoudelijke apparaten verbruiken tegenwoordig veel minder elektriciteit dan vroeger. Gasfornuizen worden steeds zuiniger. CV-ketels die zorgen voor centrale verwarming en warm water zijn ook zuiniger geworden. Bij alle nieuwe huizen worden de muren geïsoleerd om warmteverlies te voorkomen. Zo wordt steeds meer gas voor de verwarming bespaard. Al deze maatregelen samen hebben ervoor gezorgd dat sinds 1987 het gasverbruik met 20% is gedaald. Weer een andere soort technische maatregel is het gebruiken van alternatieve energie. Het veranderen van onze manier van leven Naast technische maatregelen kunnen er ook maatregelen genomen worden die te maken hebben met onze manier van leven. Er kan voor gezorgd worden dat er minder energie gebruikt wordt door de verwarming één graadje lager te draaien en de gordijnen ’s avonds dicht te doen, door geen lichten te laten branden in ruimtes waar we niet zijn, radio en televisie uit te zetten als we er toch niet naar luisteren of kijken. Als hierop gelet wordt zal de energiemeter minder snel oplopen en de elektriciteitrekening omlaag gaan. In plaats van met de auto te gaan, kan men vaker met het openbaar vervoer of met de fiets gaan. De grootste fout die mensen maken, is te denken dat het niet uitmaakt was ze zelf doen. “ Ik kan mijn gedrag wel veranderen, maar ik heb zo’n kleine bijdrage aan de milieuvervuiling dat dat niks oplost.” Of: “Ik kan mijn gedrag wel veranderen, maar mijn buurman gaat toch gewoon op de oude voet door. Dan heeft mijn bijdrage ook geen zin.” Als iedereen zo denkt, dan zal er inderdaad niks veranderen. Een bekend gezegde luidt dan ook: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Conclusie Ik denk dat maar weinig mensen weten hoe belangrijk een goed klimaat voor ons is en dat het ook belangrijk is dat we het broeikaseffect tegen gaan. Ik hoop dat ik na deze praktische opdracht me meer ga realiseren hoe belangrijk dit is en hier ook op een goede manier mee om leer te gaan Gebruikte bronnen www.milieuloket.nl/9292000/modules/vfz0qpqn1000
www.knmi.nl/voorl/nader/broeikas.htm
www.milieubeleidsplan.be/plan/thema_broeikas.htm
www.waddenzee.nl/dutch/ecomare/NED0005.HTM
www.biogas.nl/content/1b-voordelen/broeikaseffect.php
www.archive.greenpeace.nl/klimaat_energie/index.shtml
www.kennislink.nl/web/show?id=108504
Wat is het broeikaseffect? Hoe werkt het broeikaseffect? Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Wat kunnen we tegen het broeikaseffect doen? Conclusie
Gebruikte bronnen
Logboek Inleiding Deze praktische opdracht gaat over het onderwerp: Milieuvervuiling, Wat is dat precies? Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het belangrijk vind dat er voorzichtig met het milieu omgegaan wordt voor onze kinderen en hun kinderen. Van deze opdracht heb ik het onderwerp broeikaseffect gekozen. Dit omdat dit denk ik een van de grootste problemen is. In deze opdracht wil ik graag een aantal vragen beantwoorden. Deze vragen verdeel ik in een hoofdvraag en een aantal deelvragen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het broeikaseffect? Wat is het broeikaseffect? Hoe werkt het broeikaseffect? Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Wat kunnen we tegen het broeikaseffect doen? Wat is het broeikaseffect? Het natuurlijk broeikaseffect In de dampkring komen gassen voor die een speciale eigenschap hebben: ze laten namelijk wel het zonlicht door, maar houden de warmte-uitstraling van de aarde voor een groot deel tegen. Door deze eigenschap zorgen deze gassen voor opwarming van het onderste deel van de dampkring. Daarom worden deze gassen broeikasgassen genoemd. Het is maar goed dat deze gassen bestaan want anders was het hier op aarde niet uit te houden. Zonder deze gassen zou de gemiddelde temperatuur op aarde namelijk -18ºC zijn en te koud om op te leven. Dankzij het vasthouden van de warmte door de broeikasgassen is de gemiddelde temperatuur +15ºC, dat is 33ºC hoger. Het vasthouden van de warmte noemen we het ‘natuurlijk broeikaseffect’. Naast het natuurlijk broeikaseffect waar de natuur zelf voor zorgt bestaat ook het versterkt broeikaseffect. Voor dit broeikaseffect is de mens verantwoordelijk.
2. het veranderen van onze manier van leven. Technische maatregelen Een technische maatregel is bijvoorbeeld het vervangen van CFK’s in koelkasten door andere stoffen. In Nederland in de verkoop van koelkasten met CFK’s verboden. Maar in veel andere, vooral armere landen zijn nog volop koelkasten met CKF’s te koop. Daarbij worden oude, afgedankte koelkasten met CFK’s uit het Westen massaal in derdewereldlanden gedropt. Deze CFK’s komen later alsnog in de dampkring terecht. Een andere technische maatregel is proberen het energierendement van machines te verhogen. Dus machines die beter zijn, maar die minder energie nodig hebben om hetzelfde te doen. Een voorbeeld hiervan is de Volkswagen Lupo 3L. Dit is een auto die drie liter brandstof gebruikt per honderd kilometer, maar nog wel dezelfde prestaties heeft als een ‘gewone’ Lupo 1.2 12V. Deze auto in nog niet succesvol omdat men vindt dat de benzineprijzen nog niet genoeg gestegen zijn om een echt zuinige auto te kopen. Andere technische maatregelen zijn al gewoner. Iedereen kent de spaarlamp die minder energie gebuikt om hetzelfde licht te geven. Als alle lampen vervangen worden door spaarlampen, dan bespaart men 75% op de energierekening. Spaarlampen zijn weliswaar duurder dan gewone lampen, maar omdat ze veel langer meegaan zijn ze uiteindelijk goedkoper. Op de gasrekening kan 8 euro per persoon bespaard worden als iedereen zich douchet met een zuinige douchekop. Maar ook andere technische maatregelen hebben al succes. Huishoudelijke apparaten verbruiken tegenwoordig veel minder elektriciteit dan vroeger. Gasfornuizen worden steeds zuiniger. CV-ketels die zorgen voor centrale verwarming en warm water zijn ook zuiniger geworden. Bij alle nieuwe huizen worden de muren geïsoleerd om warmteverlies te voorkomen. Zo wordt steeds meer gas voor de verwarming bespaard. Al deze maatregelen samen hebben ervoor gezorgd dat sinds 1987 het gasverbruik met 20% is gedaald. Weer een andere soort technische maatregel is het gebruiken van alternatieve energie. Het veranderen van onze manier van leven Naast technische maatregelen kunnen er ook maatregelen genomen worden die te maken hebben met onze manier van leven. Er kan voor gezorgd worden dat er minder energie gebruikt wordt door de verwarming één graadje lager te draaien en de gordijnen ’s avonds dicht te doen, door geen lichten te laten branden in ruimtes waar we niet zijn, radio en televisie uit te zetten als we er toch niet naar luisteren of kijken. Als hierop gelet wordt zal de energiemeter minder snel oplopen en de elektriciteitrekening omlaag gaan. In plaats van met de auto te gaan, kan men vaker met het openbaar vervoer of met de fiets gaan. De grootste fout die mensen maken, is te denken dat het niet uitmaakt was ze zelf doen. “ Ik kan mijn gedrag wel veranderen, maar ik heb zo’n kleine bijdrage aan de milieuvervuiling dat dat niks oplost.” Of: “Ik kan mijn gedrag wel veranderen, maar mijn buurman gaat toch gewoon op de oude voet door. Dan heeft mijn bijdrage ook geen zin.” Als iedereen zo denkt, dan zal er inderdaad niks veranderen. Een bekend gezegde luidt dan ook: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Conclusie Ik denk dat maar weinig mensen weten hoe belangrijk een goed klimaat voor ons is en dat het ook belangrijk is dat we het broeikaseffect tegen gaan. Ik hoop dat ik na deze praktische opdracht me meer ga realiseren hoe belangrijk dit is en hier ook op een goede manier mee om leer te gaan Gebruikte bronnen www.milieuloket.nl/9292000/modules/vfz0qpqn1000
www.knmi.nl/voorl/nader/broeikas.htm
www.milieubeleidsplan.be/plan/thema_broeikas.htm
www.waddenzee.nl/dutch/ecomare/NED0005.HTM
www.biogas.nl/content/1b-voordelen/broeikaseffect.php
www.archive.greenpeace.nl/klimaat_energie/index.shtml
www.kennislink.nl/web/show?id=108504
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden