Inleiding
1) Rookverslaving
2) De kleine hulpmiddeltjes
3) De ingrijpende behandelingen
4) De softlasertherapie
Slot
Inleiding Mijn verslag gaat over behandelingen om te stoppen met roken. In mijn eerste hoofdstuk leg ik kort uit waarom roken zo verslavend is. Als ik deze informatie had weggelaten dan zouden misschien sommige mensen niet inzien waarom er zoveel methodes zijn ontwikkeld. In de volgende twee hoofdstukken maak ik onderscheid tussen de ‘kleine’ hulpmiddeltjes en de grote ingrijpende behandelingen. In mijn laatste hoofdstuk besteed ik aandacht aan de softlasertechniek. En mijn verslag zou niet volledig zijn als ik er geen eind aan zou breien, dus tenslotte nog een slot. Toen ik in de les een blad voor me kreeg voor een praktische opdracht wist ik meteen dat ik het over roken wilde doen, maar toen bleek dat ik niet zomaar een onderwerp mocht kiezen. Het moest over technische ontwikkelingen gaan. Op het blad stonden een aantal voorbeelden, ik heb ze wel bekeken, maar ik vond dat er geen interessant onderwerp tussen zat. Ik heb aan mijn leraar gevraagd of ik het toch niet over roken mocht doen. Hij zei dat dat wel mocht, maar ik moest wel duidelijk technische ontwikkelingen in mijn verslag naar voren brengen. Ik wist niet hoe ik dat voor mekaar zou krijgen. Een vriendin van me zei dat ik het over pleisters en dergelijke kon doen. Dit zou een hele andere draai aan m’n verslag geven, het zou over stoppen met roken gaan. Dit vond ik een perfect onderwerp! Mijn vader rookt ook en daar irriteer ik me mateloos aan. Vroeger rookte hij niet zoveel. Maar het afgelopen jaar heb ik hem veel te vaak met een sigaret betrapt en een paar maanden geleden heeft hij eindelijk bekend dat hij ook echt verslaafd is. Ik heb hem vaak genoeg gevraagd of hij niet wilde stoppen, hij zegt dat hij dat geprobeerd heeft, maar ik geloof er niets van. Ik hoop dat hij mijn verslag wil lezen en de plaatjes goed wil bekijken. Ik denk niet dat hij zo’n zware ingreep zal ondernemen, maar misschien is een kauwgompje of een tabletje wel iets voor hem.
Voor de meeste rokers is roken een vorm van verslaving. Roken heeft alle kenmerken van een verslaving: De roker is gewend geraakt aan de verslavende stof nicotine. Door de gewenning heeft de roker aanvankelijk een steeds grotere dosis nicotine nodig om hetzelfde effect te bereiken. Later stabiliseert zich dat op een bepaald niveau: de gemiddelde roker rookt een pakje per dag. De roker heeft een sterke drang tot roken Deze drang wordt deels veroorzaakt door de behoefte aan nicotine; door het nicotineniveau op peil te houden voorkomt de roker dat hij zich onplezierig gaat voelen. Een ander deel van de behoefte om te roken ontstaat doordat de roker zichzelf heeft aangeleerd in allerlei situaties te roken; roken heeft daardoor verscheidene functies gekregen (spanning verminderen, met emoties omgaan, een houding geven, het gezellig maken, etc.) Stoppen met een verslaving is vaak niet eenvoudig: er kunnen ontwenningsverschijnselen optreden en de kans op terugval is groot. De terugval bij roken kent hetzelfde patroon als bij alcohol- en heroïneverslaving: 60% valt binnen 3 maanden terug, 20% valt nog binnen een jaar terug en de andere 20% rookt na een jaar nog steeds niet.
Het doorbreken van een verslaving vindt in een aantal fasen plaats. In deze cirkel is de gang van zaken goed te zien:
Bij een op de twee stoppers treden binnen 24 uur vier of meer ontwenningsverschijnselen op: rookbehoefte prikkelbaarheid gespannenheid concentratieproblemen rusteloosheid toegenomen eetlust ongeduld somatische klachten: hoofdpijn, duizeligheid, rillingen, maag- en darmstoornissen slaapstoornissen
Om deze ontwenningsverschijnselen draaglijker te maken zijn er eenvoudige hulpmiddelen: het nemen van lichaamsbeweging bij prikkelbaarheid en spanningen, het zoeken van afleiding bij rookbehoefte, het eten van vezelrijke voeding bij obstipatie, het nemen van pauzes bij concentratiestoornissen, het eten van caloriearme tussendoortjes bij een toegenomen eetlust, etc. Nu zijn dit eenvoudige hulpmiddelen die ook echt kunnen helpen, maar het is alleen van toepassing op doorzetters. Deze oplossingen moeten individueel verricht worden, er is geen hulp van anderen. En dat is nu juist het probleem van mensen die willen stoppen met roken: men heeft hulp nodig.
Nicotinesubstitutie is een hulpmiddel bij het stoppen met roken dat veel wordt gebruikt. Het toedienen van nicotine na het stoppen helpt een deel van de ontwenningsverschijnselen te voorkomen. De nicotineontwenning wordt op deze wijze uitgesteld, zodat er eerst gelegenheid is de gewoonte om in allerlei situaties te roken, af te leren. Vervolgens wordt de nicotinegewenning vaak bijna automatisch en zonder al te veel problemen afgebouwd. Deze therapie kan worden overwogen bij rokers die afhankelijk zijn van de nicotine en bij wie de kans op sterke ontwenningsverschijnselen wat groter is. Het gebruik van nicotinehoudende middelen moet bij voorkeur plaatsvinden onder begeleiding omdat het effect dan het grootst is. Want een rookverslaving bestaat niet alleen uit een lichamelijke nicotineverslaving/behoefte maar bestaat ook uit een psychisch-sociale component. Nicotinesubstitutie is dan ook geen wondermiddel, wel een hulpmiddel. Ik zal nu een aantal hulpmiddeltjes opnoemen en de werking ervan uitleggen:
Placebo
Placebo is een onschuldig middel waarvan de bestanddelen geen enkele rechtstreekse invloed hebben op het rookgedrag. Het effect bestaat erin dat sommige rokers geloven dat het hen helpt te stoppen met roken. Het middel is van vorm, kleur en smaak niet te onderscheiden van de echt werkende middelen. De verbetering zal dus uitsluitend psychisch voorkomen. Hetzelfde geldt voor bijverschijnselen.
Tabletten
Er bestaan diverse tabletten, meestal op basis van plantaardige bestanddelen, vrij verkrijgbaar in de apotheek. Het resultaat is gelijkwaardig met dat van de placebo.
De microtab is een klein tabletje dat 2 mg nicotine bevat. Het tabletje moet onder de tong worden gelegd. Het lost daar in ongeveer 30 minuten op. De nicotine wordt via het mondslijmvlies in het bloed opgenomen en is genoeg om de behoefte aan roken te verminderen. Het tabletje bemoeilijkt het praten niet of nauwelijks. Voor de meest mensen zijn 8-12 tabletjes per dag voldoende. Maximaal mogen 16-24 tabletjes per dag gebruikt worden. De meest voorkomende bijwerking is irritatie van mond en keel. Bij de meeste mensen went dit na een paar dagen. De microtab is een actief en gelijk ook discrete manier om te stoppen.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden