Massatoerisme in de Alpen

Inleiding
Ik doe dit werkstuk over de gevolgen van het massatoerisme in de alpen. De laatste tijd gaan er veel mensen op wintersport naar de alpen. De alpen zijn daarom ook de populairste skigebieden van Europa. In de zomer ligt het toerisme in de alpen ook niet stil, dan zijn er veel wandelaars voor een sportieve vakantie. De alpen zijn verdeeld in de west-alpen, de centrale alpen en de oost-alpen. De gevolgen van het massatoerisme zijn goed te merken, de hellingen zitten vol met skiliften, pistes, hotels, restaurants en andere dingen om toeristen mee te vermaken.

Inhoud
1. Wat zijn de verschillende hoogtegordels?
2. Wat is het belang van toerisme voor de alpenlanden en hun inwoners?
3. Wat is het gevolg van massatoerisme voor de inrichting en natuur?
4. Wat zijn de verschillen in inrichting tussen verschillende skigebieden?
Conclusie
Begrippenlijst

1. Wat zijn de verschillende hoogtegordels?

De eerst hoogtegordel begint in het dal, daarin liggen dorpen en steden en groeien bomen die ook in Nederland groeien. Die gordel noem je de loofboomgordel. De volgende hoogtegordel is de naaldboomgordel. Deze hoogtegordel is te vergelijken met de taiga in Siberië. Ze hebben lange en koude winters. Dat geldt ook voor dit deel van de berghelling. Die naaldboomgordel wordt aan de bovenkant begrensd door de boomgrens. Dit is de grens waarboven het te koud is voor boomgroei. Daarna komen de alpenweiden, in de zomer grazen daar de koeien en in de winter zijn ze prima geschikt als ski pistes. Naar boven toe word het steeds kaler en rotsachtiger. De alpenweide gaat over in de zone waar altijd sneeuw ligt.

2. Wat is het belang van toerisme voor de alpenlanden en hun inwoners?

Voor de inwoners betekent het toerisme werk, inkomen en welvaart. Het is een belangrijk gedeelte van de inkomsten van de alpenlanden. In Zwitserland bijvoorbeeld staat het op de 3de plek met 7% op de lijst van belangrijke bronnen van inkomen. Je hebt ook skidorpen, ze zijn vanuit een niet bestaand dorp uit de grond gestampt. In zo’n dorp heb je alleen maar gebouwen met toeristische voorzieningen. Er wonen daar geen mensen het hele jaar door. Maar toch zijn deze dorpen belangrijk voor de werkgelegenheid, in de winter werken er zon 15.000 mensen. Maar in de zomer zijn zulke plaatsen helemaal uitgestorven. Maar de alpen kent een dubbelseizoen waardoor de seizoenswerkeloosheid minimaal is. De alpen zijn in de zomer de perfecte vakantiebestemming voor actieve vakanties.

3. Wat is het gevolg van massatoerisme voor de inrichting en natuur?

Er zijn hele grote gevolgen voor de inrichten en de natuur van de alpen landen door toerisme. Er zijn veel hotels, restaurants en andere toeristische voorzieningen bijgebouwd. De inrichting van vele kleine dorpjes is drastisch verandert om het de toeristen naar de zin te maken. De natuur lijd er ook erg onder, er worden allemaal skiliften en pistes aangelegd. De grond lijd vooral onder de skipistes, doordat de sneeuw aangedrukt wordt zodat je gladde hellingen krijgt, ontdooit de sneeuw in het voorjaar veel minder snel. Daardoor hebben het gras en de andere planten die eronder zitten minder tijd om bij te komen en worden de hellingen steeds minder begroeit, en dat veroorzaakt bodemerosie. En al die toeristen zorgen ook voor een heleboel afval! En dat afval moet ergens gelaten worden.

4. Wat zijn de verschillen in inrichting tussen verschillende skigebieden?

Verschillen tussen verschillende skigebieden zijn er niet echt. Ze hebben allemaal hotels, restaurants, café’s, skipistes en skiliften. En de rest natuurlijk wat het voor toeristen aantrekkelijk maakt.

Conclusie

Er zijn goede en slechte gevolgen van het toerisme in de alpen landen. Het toerisme zorgt voor meer inkomen, welvaart en werk voor de inwoners. Maar de inrichting van toeristische dorpen veranderen totaal! Bijvoorbeeld het dorpje Serfaus, 20 jaar geleden was het nog een boerendorp, en nu zijn er meer hotels, appartementen enz. dan dat er huizen zijn voor inwoners. Maar het is ook slecht voor de natuur.
De grond lijd vooral onder de skipistes, doordat de sneeuw aangedrukt wordt zodat je gladde hellingen krijgt, ontdooit de sneeuw in het voorjaar veel minder snel. Daardoor hebben het gras en de andere planten die eronder zitten minder tijd om bij te komen en worden de hellingen steeds minder begroeit, en dat veroorzaakt bodemerosie. En al die toeristen zorgen natuurlijk ook voor een heleboel afval!

Begrippenlijst

Dubbelseizoen: een vakantiebestemming met zowel ‘s zomers als ‘s winters toeristen.
Massatoerisme: als veel toeristen tegelijk op een plek hun vakantie doorbrengen. De kenmerken van massatoerisme zijn: superdruk in het hoogseizoen; de plaatselijke inwoners in de minderheid, hoofdrol grote internationale ondernemingen, georganiseerde vakanties, grootschalig, de inrichting wordt bepaald door verschillende ontwikkelingen.
Vakantiebestemming: kleine hotels, restaurants en winkels in handen van de plaatselijke bevolking; veel inwoners doen het toerisme “erbij”. Groeit het toerisme dan overvleugelen de grote, vaak internationale, bedrijven (hotels, restaurants, attracties) het “kleine” toerisme. Zij zorgen voor grote aantallen toeristen; de oorspronkelijke inwoners verdwijnen naar de achtergrond.
Seizoenswerkeloosheid: werkeloosheid in het toerisme, die voorkomt buiten het hoogseizoen, als er weinig toeristen zijn.
Toerist: iemand die voor zijn plezier op reis is.
Vakantie: je bent op vakantie als je vier of meer nachten voor je plezier of ontspanning vier of meer nachten van huis bent, bij familie telt niet.
Werk in het toerisme: bij directe werkgelegenheid gaat het om werk dat rechtstreeks voorkomt uit het toerisme, het werk in hotels, restaurants, reisbureaus etc. zonder toerisme zou dat werk niet bestaan. Bij indirecte werkgelegenheid gaat het om niet-toeristische bedrijven die door het toerisme extra werk hebben.
Hoogtegordel: op een berg kan je van laag naar hoog hoogtegordels onderscheiden. Elke gordel kent zijn eigen natuurlijke planten groei.
Bodemerosie: het verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag. Dat kan gebeuren doordat de bodem wegspoelt of wegwaait. In berggebieden kan de bodem gemakkelijk door water worden meegevoerd. Als de hellingen begroeid zijn, is het gevaar voor het wegspoelen erg klein. Vooral bossen zijn ideaal om de bodem vast te houden.