Verslaving

Brainstorm: - Alcohol, drugs en sigaretten. - Kost geld. - Je voelt je er lekker door. - Het is slecht voor je lichaam. - Je kan er niet mee meer stoppen. - Afkickklinieken. De vaste vragen: Wie? Verslaafden: mensen die geestelijk of lichamelijk afhankelijk zijn van een drug. Wat? Alcohol, cafeïne, cocaïne, hasj, weed, paddo’s, slaap- en kalmeringsmiddelen, speed, tabak, tripmiddelen, XTC, enz. Waar? Op het werk, openbare toiletten, donkere steegjes, coffeeshops, op school en op feesten. Waarom? In het begin omdat het lekker is of om te experimenteren, en later omdat je niet meer zonder kunt. Hoe? Slikken, spuiten, roken, drinken en snuiven. Met welk doel? Jezelf beter voelen. Met welk gevolg? Je raakt verslaafd en je komt in (geld)problemen. Met welke middelen? Zie ‘Wat?’ Ondanks wat? Geld, het kwijtraken van vrienden, kennissen en familie. Met welke moeilijkheden? Je hebt steeds geld nodig om aan je behoeften te voorzien. Waaruit blijkt het? Om geld vragen, anders gedragen, minder tijd aan school of werk besteden, geen tijd meer voor vrienden hebben. Wat zijn de nadelen? Het kost geld, het is vaak slecht voor je lichaam
Wat zijn de voordelen? Je voelt je lekker.
Informatie selecteren: Onderwerp: Verslaving
Hoofdvraag: Is verslaving een maatschappelijk probleem? Subvragen: - Wat is verslaving precies? - Wat zijn de risico’s van een verslaving? - Waarom willen mensen verslavende middelen uitproberen? - Door welke groep mensen worden verslavende middelen gebruikt? - Waarom stoppen mensen niet wanneer het nog kan? Informatie ordenen: Onderwerp: Verslaving
Hoofdvraag: Is verslaving een maatschappelijk probleem? Subvraag 1: Wat is verslaving precies? Een verslaving is een lichamelijke of geestelijke afhankelijkheid van een drug. Subvraag 2: Wat zijn de risico’s van een verslaving? Als het middel alleen nog van belang is en gezond eten en drinken en het onderhouden van sociale contacten niet meer, kan de gebruiker lichamelijk en geestelijk snel aftakelen. Subvraag 3: Waarom willen mensen verslavende middelen uitproberen? Vooral jongere mensen proberen verslavende middelen uit, bijvoorbeeld om mee te doen met andere mensen, om stoer te doen, om grenzen te verkennen, uit nieuwsgierigheid, om verveling te verdrijven, vanwege de spanning, omdat het een trend is of om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Subvraag 4: Door welke groep mensen worden verslavende middelen vooral gebruikt? Stimulerende drugs worden vooral gebruikt door feestgangers en door mensen die een nacht door willen werken. Drugs met een dempend, verdovend effect worden veel gebruikt door mensen met slaapproblemen, maar ook door mensen met persoonlijke en sociale problemen. Bewustzijnsveranderende drugs worden gebruikt door nieuwsgierige jongeren en ouderen die op zoek zijn naar nieuwe geestelijke ervaringen. Subvraag 5: Waarom stoppen mensen niet wanneer het nog kan? Ze denken dat ze er nog steeds zonder kunnen, terwijl de verslaving steeds erger wordt. Ze houden zichzelf voor dat ze wel makkelijk kunnen stoppen met het gebruik van drugs. Opstel Ik vind dat verslaving een maatschappelijk probleem is, omdat verslaving een grote rol speelt in de Nederlandse samenleving. Er zijn namelijk naar schatting 1,2 miljoen mensen in Nederland verslaafd aan een verslavend middel. Veel van die verslaafden gaan niet op zoek naar hulp. Dat is vooral het geval bij verslavende middelen die sociaal geaccepteerd zijn, zoals alcohol en medicijnen. Slechts 5 tot 6 procent van de alcoholisten in Nederland heeft hulp gezocht in de verslavingszorg en ook medicijnverslaafden erkennen vaak niet hun problemen, ze denken dat het geen kwaad kan, omdat de dokter het heeft voorgeschreven. Als aan dit probleem geen aandacht wordt geschonken in de maatschappij, dan wordt de situatie erger en zullen er nog minder mensen op zoek gaan naar hulp en meer mensen verslaafd raken. Een verslaafde is afhankelijk van een verslavend middel. Diegene kan lichamelijk of geestelijk afhankelijk zijn van een verslavend middel. Als de gebruiker lichamelijk afhankelijk is, krijgt de gebruiker te maken met ontwenningsverschijnselen wanneer hij of zij stopt met het gebruik van het middel. Een ander lichamelijk verschijnsel is tolerantie, dat betekent dat iemand steeds meer van het middel moet gebruiken om hetzelfde effect te krijgen. Als iemand geestelijk afhankelijk is, heeft de gebruiker het idee dat hij of zij niet goed kan functioneren zonder het middel. Mensen, vooral jongeren, proberen verslavende middelen uit, om bijvoorbeeld mee te doen met andere mensen, om stoer te doen, om grenzen te verkennen, uit nieuwsgierigheid, om verveling te verdrijven, vanwege de spanning (omdat het niet mag), omdat het een trend is of om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Veel jongeren beginnen met roken omdat hun vrienden dat ook doen, omdat ze er anders niet bij horen. Ze zijn bang dat als ze stoppen ze er dan niet meer bij horen, dus blijven ze roken. Maar niet alleen jongeren proberen verslavende middelen uit, ook ouderen proberen ze uit, zij proberen vooral de bewustzijnsveranderende middelen uit zodat ze nieuwe geestelijke ervaringen opdoen. ‘Ik ben verslaafd’, zal je niet gauw uit de mond van een verslaafde horen. Ze denken dat ze nog makkelijk zonder het middel kunnen, terwijl de verslaving steeds erger wordt, naarmate er meer tijd verstrijkt. Bij langdurig gebruik van een middel is de kans groot op lichamelijke en geestelijke schade. Bij lichamelijke schade kunnen bijvoorbeeld bepaalde organen minder goed functioneren door overbelasting. Geestelijk kan bij langdurig gebruik een soort van ‘oververhitting’ plaatsvinden, gebruikers kunnen dan hun gedachten alleen nog maar richten op het middel. Gezond eten en drinken en het onderhouden van sociale contacten zijn niet meer belangrijk voor de gebruiker, hierdoor kan de verslaafde geestelijk en lichamelijk snel aftakelen. In Nederland zijn er relatief weinig drugsverslaafden: 2,5 per duizend inwoners. In België is dat 3,0, in Frankrijk 3,9, in Spanje 4,9, in Italië 6,4 en in Luxemburg 7,2 per duizend inwoners. Relatief gezien kan geconcludeerd worden dat het drugsprobleem in Nederland minder groot is dan in veel van de omringende landen, maar er is wel een drugsprobleem waar iets aan gedaan moet worden. Daarom is het Nederlandse drugsbeleid er ook op gericht om drugsgebruik te voorkomen en schade bij de gebruikers te beperken. De Nederlandse overheid wil ook de overlast voor de maatschappij beperken. Verslaving is ook regelmatig in het nieuws, bijvoorbeeld als er een nieuwe behandeling is voor heroïneverslaving.