Het lot van een kind tijdens een echtscheiding
Een meisje, Priscilla, van 12 jaar, is enig kind en woont al haar hele leven bij haar ouders in huis.
Priscilla heeft het nooit erg kunnen vinden met haar vader, met haar moeder heeft ze een heel goede relatie.
Haar moeder heeft een fulltime baan en haar vader is al jaren werkeloos. Alles ging in principe jarenlang goed, maar sinds een paar weken hebben haar ouders bijna elke avond ruzie.
´Mijn ouders hadden op een avond, toen ik al naar bed was gegaan, vreselijke ruzie gekregen.
Ik wist niet waar het over ging. Die nacht kon ik niet slapen.
De ruzie ging de hele nacht door. Toen het licht begon te worden was het opeens stil. Ik hoorde iemand naar boven gaan en een half uur later weer naar beneden.
Toen hoorde ik de voordeur open en dicht gaan. Ik was heel erg geschrokken. Ik ging zachtjes naar beneden en zag dat mijn moeder beneden aan de keukentafel zachtjes zat te snikken.
Ik liep naar haar toe en ging bij haar zitten. Ik wist dat mijn vader was vertrokken. Na een tijdje vroeg ik mijn moeder wat er was gebeurd en ze antwoordde: ’Je vader en ik hebben al een tijd problemen met geld, zoals je weet. Ik werk voor het geld en je vader doet helemaal niets.
Je vader heeft veel geld verdiend in zijn leven en is nu een tijdje gestopt met werken. Hij ziet het hier niet meer zitten en heeft zijn spullen gepakt en is nu weg... Ik weet niet waar hij naartoe is gegaan, maar het maakt me ook niet meer uit. Hij heeft nu zijn eigen leven en wij ook.’
Ik was erg geschrokken van wat er allemaal was gebeurd, mijn vader was zomaar weggegaan zonder zich ook maar iets van mij aan te trekken!
De dagen die hierop volgden heb ik veel lopen huilen. Ik was vooral erg boos op mijn vader en verdrietig omdat hij ons dit aan heeft kunnen doen.
Mijn moeder had me verteld dat de echtscheiding binnenkort officieel zou worden en dat er een rechtszaak zou komen.
Ik wist niet wat het allemaal betekende, maar mijn ouders zouden nooit meer bij elkaar komen. Mijn moeder zei dat ik bij haar zou blijven wonen, en daar was ik wel erg blij mee.
De dag van de rechtszaak:
Mijn moeder was die dag erg gespannen, ik wist niet wat er allemaal ging gebeuren, maar het zou vast niet veel goeds zijn.
Een paar uur later ging ze naar de rechtszaak, waar de echtscheiding geregeld zou worden.
Ze was lang weg en in die tijd heb ik lopen nadenken over al het gedoe met mijn ouders. Ik wilde dat ze weer bij elkaar kwamen en dat alles goed zou zijn, niet al dit gezeur over geld…
Opeens ging er beneden een deur open. Het was mijn moeder.
Ik ging naar haar toe, ze keek heel erg ongelukkig. Ik schrok er van en vroeg wat er aan de hand was.
Een traan gleed over haar gezicht. Ik gaf haar een knuffel en ze gebaarde mij dat ik op de bank moest gaan zitten, dat deed ik.
Ze begon te vertellen: ‘Je weet dat pappa en ik uit elkaar zijn, en dat we niet meer bij elkaar gaan wonen.
Jij moet ook een vast thuis krijgen. Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen… maar de rechter heeft besloten dat jij voor altijd bij je vader moet wonen, want de rechter zegt dat ik niet goed voor je kan zorgen omdat ik fulltime werk!’
Mijn moeder slaakte een diepe zucht en begon te huilen.
Ik was ontzettend geschrokken en riep uit: ‘Ik wil niet bij pappa wonen! Nooit! Waarom mag ik hier niet wonen! Ik wil bij jou zijn en niet bij pappa! Oh… waarom mag ik niet zeggen wat ik wil!!’
Ik begon te huilen en rende naar boven, gooide mijn deur keihard dicht en sloot me in m’n kamer op.
Waarom heb ik geen keus? Waarom mag ik niet bepalen of ik bij mijn vader of mijn moeder ga wonen? Wat moet ik nu doen ……..
Ik moet al over 2 weken bij mijn vader intrekken. Ik ben nog steeds ontzettend boos, want ik wil daar helemaal niet wonen. Daar hoor ik niet thuis, ik hoor hier thuis bij mijn moeder.
De dag van vertrek bij mijn moeder en dat ik ga wonen bij mijn vader:
Die ochtend werd ik ontzettend boos wakker, ik wilde helemaal niet weg. Mijn moeder keek ook niet al te vrolijk. Ik weet wel dat ik mijn moeder mag blijven opzoeken wanneer ik maar wil en dat ga ik ook vaak doen. Maar toch….
Een paar uur later gingen we op weg naar het huis van mijn vader.
Ik had al mijn spullen bij me in mijn koffer. Ik had er helemaal geen zin in.
We reden door een saai landschap van heuvels. Na 10 minuten kwamen we bij een groot huis, het leek wel een kasteel en het zag er heel mooi uit.
We stapten uit, pakten mijn koffer en liepen naar de voordeur van het huis.
Pappa deed open. Daar stond hij dan, mijn vader, met wie ik het helemaal niet goed kon vinden. Zwijgend liep hij voor ons uit naar de woonkamer.
Er stond een afgeraffeld bankje, een kleedje en een kandelaar.
De kamers waren allemaal erg groot. Mijn moeder nam afscheid van me en moest erg huilen, ik ook.
Ze gaf mijn vader een hand en vertrok zonder verder nog wat te zeggen. Daar stond ik dan met mijn vader. Hij vroeg hoe het met me ging… hoe kan hij dat nou vragen?! Ik antwoordde dat het wel ging.
Hij ging met me naar boven en bracht mij naar een kamer waar een prachtig hemelbed in stond. De muren waren lichtroze geschilderd en in de hoek stonden een paar luie stoelen en een boekenkast. Mijn vader zei dat het mijn kamer was. Ik vond het eigenlijk best mooi!
Opeens kwam er een vrouw uit een andere kamer tevoorschijn… ik schrok me dood. Mijn vader werd helemaal rood, en ik vroeg hem wie dat was.
Hij zei: ‘Nou… dat is Jacqueline, ik ken haar al een tijdje en ze woont hier gewoon.’ Toen zei ik: ‘Dus, dat is je nieuwe vriendin hè, ik wist wel dat er iets niet klopte.´
`De vriendin´ werd knalrood en ze wist niet wat ze moest zeggen. Ik deed een stap over de drempel van mijn kamer en knalde de deur dicht.
Een uurtje later klopte mijn vader op de deur . Hij zei: ’Ik moet je nog wat vertellen, ik wil dat je even meekomt.’ Met een boos, rood hoofd, liep ik met hem mee. Hij ging met me naar de kamer waar Jacqueline was uitgekomen. Hij deed de deur open, en daar zaten drie jonge kinderen met een mand en een strik erom. Ik was stomverbaasd.
Ik vroeg: ‘Wie zijn jullie?’ Ze antwoordden bijna in koor: ‘Wij zijn de kinderen van Jacqueline, dat is onze moeder. Wij hebben hier een cadeautje voor je, omdat je nu bij het gezin hoort. Alsjeblieft.’
Ik wist niet wat ik moest zeggen, dus ik pakte het aan en maakte het open. Opeens sprong er een klein lief, zwart katertje uit. Ik was zo blij, dat ik mijn vader om zijn nek vloog. Ik dacht, misschien is het leven hier zo gek nog niet. Ik moet blij zijn met wat ik heb…
En zo vlogen de jaren van mij en mijn vader, stiefbroertjes, stiefzusje en stiefmoeder voorbij.
Ik was heel gelukkig en ging nog elk weekend naar mijn moeder toe, ook met haar gaat het goed .
Mijn vader en stiefmoeder zijn nu getrouwd en er komt een baby aan! Mijn relatie met mijn vader is ontzettend verbeterd en ik ben veel blijer met mijn leven na de scheiding dan met mijn leven voor die tijd!
Een meisje, Priscilla, van 12 jaar, is enig kind en woont al haar hele leven bij haar ouders in huis.
Priscilla heeft het nooit erg kunnen vinden met haar vader, met haar moeder heeft ze een heel goede relatie.
Haar moeder heeft een fulltime baan en haar vader is al jaren werkeloos. Alles ging in principe jarenlang goed, maar sinds een paar weken hebben haar ouders bijna elke avond ruzie.
´Mijn ouders hadden op een avond, toen ik al naar bed was gegaan, vreselijke ruzie gekregen.
De ruzie ging de hele nacht door. Toen het licht begon te worden was het opeens stil. Ik hoorde iemand naar boven gaan en een half uur later weer naar beneden.
Toen hoorde ik de voordeur open en dicht gaan. Ik was heel erg geschrokken. Ik ging zachtjes naar beneden en zag dat mijn moeder beneden aan de keukentafel zachtjes zat te snikken.
Ik liep naar haar toe en ging bij haar zitten. Ik wist dat mijn vader was vertrokken. Na een tijdje vroeg ik mijn moeder wat er was gebeurd en ze antwoordde: ’Je vader en ik hebben al een tijd problemen met geld, zoals je weet. Ik werk voor het geld en je vader doet helemaal niets.
Je vader heeft veel geld verdiend in zijn leven en is nu een tijdje gestopt met werken. Hij ziet het hier niet meer zitten en heeft zijn spullen gepakt en is nu weg... Ik weet niet waar hij naartoe is gegaan, maar het maakt me ook niet meer uit. Hij heeft nu zijn eigen leven en wij ook.’
Ik was erg geschrokken van wat er allemaal was gebeurd, mijn vader was zomaar weggegaan zonder zich ook maar iets van mij aan te trekken!
De dagen die hierop volgden heb ik veel lopen huilen. Ik was vooral erg boos op mijn vader en verdrietig omdat hij ons dit aan heeft kunnen doen.
Mijn moeder had me verteld dat de echtscheiding binnenkort officieel zou worden en dat er een rechtszaak zou komen.
Ik wist niet wat het allemaal betekende, maar mijn ouders zouden nooit meer bij elkaar komen. Mijn moeder zei dat ik bij haar zou blijven wonen, en daar was ik wel erg blij mee.
De dag van de rechtszaak:
Mijn moeder was die dag erg gespannen, ik wist niet wat er allemaal ging gebeuren, maar het zou vast niet veel goeds zijn.
Een paar uur later ging ze naar de rechtszaak, waar de echtscheiding geregeld zou worden.
Opeens ging er beneden een deur open. Het was mijn moeder.
Ik ging naar haar toe, ze keek heel erg ongelukkig. Ik schrok er van en vroeg wat er aan de hand was.
Een traan gleed over haar gezicht. Ik gaf haar een knuffel en ze gebaarde mij dat ik op de bank moest gaan zitten, dat deed ik.
Ze begon te vertellen: ‘Je weet dat pappa en ik uit elkaar zijn, en dat we niet meer bij elkaar gaan wonen.
Jij moet ook een vast thuis krijgen. Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen… maar de rechter heeft besloten dat jij voor altijd bij je vader moet wonen, want de rechter zegt dat ik niet goed voor je kan zorgen omdat ik fulltime werk!’
Mijn moeder slaakte een diepe zucht en begon te huilen.
Ik was ontzettend geschrokken en riep uit: ‘Ik wil niet bij pappa wonen! Nooit! Waarom mag ik hier niet wonen! Ik wil bij jou zijn en niet bij pappa! Oh… waarom mag ik niet zeggen wat ik wil!!’
Ik begon te huilen en rende naar boven, gooide mijn deur keihard dicht en sloot me in m’n kamer op.
Waarom heb ik geen keus? Waarom mag ik niet bepalen of ik bij mijn vader of mijn moeder ga wonen? Wat moet ik nu doen ……..
Ik moet al over 2 weken bij mijn vader intrekken. Ik ben nog steeds ontzettend boos, want ik wil daar helemaal niet wonen. Daar hoor ik niet thuis, ik hoor hier thuis bij mijn moeder.
Die ochtend werd ik ontzettend boos wakker, ik wilde helemaal niet weg. Mijn moeder keek ook niet al te vrolijk. Ik weet wel dat ik mijn moeder mag blijven opzoeken wanneer ik maar wil en dat ga ik ook vaak doen. Maar toch….
Een paar uur later gingen we op weg naar het huis van mijn vader.
Ik had al mijn spullen bij me in mijn koffer. Ik had er helemaal geen zin in.
We reden door een saai landschap van heuvels. Na 10 minuten kwamen we bij een groot huis, het leek wel een kasteel en het zag er heel mooi uit.
We stapten uit, pakten mijn koffer en liepen naar de voordeur van het huis.
Pappa deed open. Daar stond hij dan, mijn vader, met wie ik het helemaal niet goed kon vinden. Zwijgend liep hij voor ons uit naar de woonkamer.
Er stond een afgeraffeld bankje, een kleedje en een kandelaar.
De kamers waren allemaal erg groot. Mijn moeder nam afscheid van me en moest erg huilen, ik ook.
Ze gaf mijn vader een hand en vertrok zonder verder nog wat te zeggen. Daar stond ik dan met mijn vader. Hij vroeg hoe het met me ging… hoe kan hij dat nou vragen?! Ik antwoordde dat het wel ging.
Hij ging met me naar boven en bracht mij naar een kamer waar een prachtig hemelbed in stond. De muren waren lichtroze geschilderd en in de hoek stonden een paar luie stoelen en een boekenkast. Mijn vader zei dat het mijn kamer was. Ik vond het eigenlijk best mooi!
Opeens kwam er een vrouw uit een andere kamer tevoorschijn… ik schrok me dood. Mijn vader werd helemaal rood, en ik vroeg hem wie dat was.
`De vriendin´ werd knalrood en ze wist niet wat ze moest zeggen. Ik deed een stap over de drempel van mijn kamer en knalde de deur dicht.
Een uurtje later klopte mijn vader op de deur . Hij zei: ’Ik moet je nog wat vertellen, ik wil dat je even meekomt.’ Met een boos, rood hoofd, liep ik met hem mee. Hij ging met me naar de kamer waar Jacqueline was uitgekomen. Hij deed de deur open, en daar zaten drie jonge kinderen met een mand en een strik erom. Ik was stomverbaasd.
Ik vroeg: ‘Wie zijn jullie?’ Ze antwoordden bijna in koor: ‘Wij zijn de kinderen van Jacqueline, dat is onze moeder. Wij hebben hier een cadeautje voor je, omdat je nu bij het gezin hoort. Alsjeblieft.’
Ik wist niet wat ik moest zeggen, dus ik pakte het aan en maakte het open. Opeens sprong er een klein lief, zwart katertje uit. Ik was zo blij, dat ik mijn vader om zijn nek vloog. Ik dacht, misschien is het leven hier zo gek nog niet. Ik moet blij zijn met wat ik heb…
En zo vlogen de jaren van mij en mijn vader, stiefbroertjes, stiefzusje en stiefmoeder voorbij.
Ik was heel gelukkig en ging nog elk weekend naar mijn moeder toe, ook met haar gaat het goed .
Mijn vader en stiefmoeder zijn nu getrouwd en er komt een baby aan! Mijn relatie met mijn vader is ontzettend verbeterd en ik ben veel blijer met mijn leven na de scheiding dan met mijn leven voor die tijd!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden