Gevaarlijk spel
Het feest was veel later afgelopen dan ik gedacht had. Op weg naar huis liep ik door het stille centrum van de stad. In de duisternis zag ik voor mij een klein mannetje. Hij was gewapend met een wandelstok en droeg een pet en een donkere bril. Even verder ontdekte ik een tweede mannetje, met wandelstok, pet en zwarte bril. Hij voegde zich zwijgend bij het eerste mannetje. Toen het tweetal bij een oud, monumentaal pand aangekomen was, verscheen er een derde, precies hetzelfde uitgedost.
‘Daar moet ik het mijne van weten’, dacht ik, toen ik zag dat ze naar binnen gingen en ik ging er achteraan.
Daar binnen gekomen zag ik iets wat ik nog nooit van mijn leven gezien had. Een donkere hal zo groot met honderden dozen en een paar gangetjes. Er liepen nog meer mannetjes rond. Ik moest me snel zien te verstoppen voordat iemand me zag. Gelukkig stonden er zoveel dozen dat ik erachter kon kruipen. Ik zat daar zo’n vijf minuten, toen ik plotseling voetstappen richting mijn kant hoorde komen. Ik schrok me naar en bleef muisstil zitten. Ik kreeg hartkloppingen en ik kroop nog verder weg tussen de dozen. De voetstappen kwamen steeds dichterbij. Stap, stap, stap. Toen stopten ze, nog geen 4 meter bij mij vandaan. Plotseling hoorde ik één van de mannen zeggen: ‘We moeten snel zorgen dat deze lading hier weg komt, voordat er ook maar iemand achter komt waar wij mij bezig zijn’. ‘Anders is al dit werk voor niets geweest en kunnen we het geld wel vergeten’. Ik begon me nu wel zorgen te maken en ik dacht: ‘Waar ben ik in vredesnaam wel niet in terecht gekomen’? ‘Wat zijn dit voor lui, zijn ze gevaarlijk en waar zijn ze mee bezig’? Ik wilde wel een kijkje in de dozen nemen, maar eerst moest iedereen hier weg zijn. Het enige wat ik kon doen was stil in een hoekje blijven wachten. Het duurde maar en het duurde maar. Gelukkig waren m’ n ogen al een beetje aan het donker gewend en kon ik al wat meer zien. Tien minuten later hoorde ik niets meer. Ik wist dit is m’ n kans. Ik liep een stukje verder. Ik kwam op een soort kruising. Ik kon rechts of links. Ik twijfelde even, en ging toen links. Aan het eind van de gang was een deur. Ik wist dat ik een heel groot risico nam als ik de deur open deed. Toch deed ik het. Ik kwam weer in een gang terecht. Aan allebei de kanten hing een soort gordijn. Het leek wel of ik in een kas terecht was gekomen, want het was daar zo warm. Ik wilde weten wat er achter het gordijn was, maar ik durfde niet. Ik stond daar even na te denken wat ik nu moest doen, toen ik plotseling iemand hoorde roepen: ‘Chris, ben jij dat’? De angst jaagde me aan, en ik kreeg kippenvel. Ik hield me doodstil tot ik niets meer hoorde. Ik wist dat ik nu achter het gordijn moest kijken, want dit was waarschijnlijk mijn enige kans. Ik tilde het gordijn een stukje omhoog, en zag dat er licht vandaan kwam. Ik deed hem nog een stukje verder omhoog. En wat ik toen zag, had ik nooit verwacht. Ik zag een hele wietplantage. Ik wist dat ik hier zo snel mogelijk vandaan moest komen, want ik had te maken met zeer gevaarlijke lui. Ik liet het gordijn zakken en ging haastig terug. Snel naar de hal waar ik binnen was gekomen. Toen ik in de hal liep hoorde ik weer stemmen. Ik moest me verstoppen, maar kon niet zo snel een goed plekje vinden. Ik zat gehurkt naast een paar dozen en ik zag dat de doos een stukje open was. Ik probeerde hem verder open te maken, maar het lukte niet. Ik verloor m’ n evenwicht en viel tegen de dozen aan. Er vielen een paar dozen om, en ik moest maken dat ik wegkwam, want de mannen kwamen deze richting op. Ik sloop verder, heel langzaam en stilletjes. Eindelijk zag ik een deur, en ik wist zeker dat het de deur naar buiten was. Het maakte me niet meer uit als de mannen me nu zagen. Ik begon te rennen. De mannen draaiden zich om en rende me achterna, maar ik was sneller. Ik gooide de deur open en ik rende weg de straat op. De mannen wisten dat het geen zin had om mij achterna te rennen en gaven het op. Ik was zo moe dat ik niet meer verder kon. Ik wist dat ik nu direct de politie moest bellen. Ik belde 112 en de politie zou er gelijk aankomen. Ik was te bang om nog te wachten, ik rende naar m’ n fiets en fietste als een gek naar huis.
Buiten adem van het harde fietsen kwam ik thuis. Het begon alweer licht te worden. Van mij zou niemand iets te weten komen, maar vaststond dat mijn woonplaats spoedig voorpaginanieuws zou zijn.
aantal woorden: 694
Gevaarlijk spel
6.8
ADVERTENTIE
Zeker slagen in 50 dagen! 🎓
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
Ik wil slagen!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden