Wat zijn stoffen en moleculen?

Stoffen

Wat zijn stoffen?

Een stof is in de scheikunde een vorm van materie. Stoffen bestaan uit heel veel kleine deeltjes (moleculen). De fase van de moleculen bepaalt of de stof uit een gasvormige, een vloeibare of een vaste fase zitten. Bijvoorbeeld: we hebben een glas vol met kokend water, de damp die van het kokende water af zit zijn moleculen in een gasvormige fase. Het water wat in het glas zit, zijn moleculen in een vloeibare fase. En het handsvat van het glas zelf, zijn moleculen in een vaste fase.

Maar wat houden die fases nou precies in en hoe zien ze er uit?

Moleculen in een gasvormige fase:

Een gas zoals lucht heeft geen eigen volume, amar verspreidt zich over de hele ruimte waar het in zit. De dichtheid van gas is klein. 

Moleculen in een vloeibare fase:

Een vloeistof zoals water heeft een eigen volume, maar geen eigen vorm. Als je een vloeistof overgiet, neemt het de vorm van het vat aan. Het volume verandert dan niet. Een vloeistof kun je moeilijk samendrukken. Vloeistoffen kunnen druppels vormen. De dichtheid van een vloeistof is veel groter dan van een gas.

Moleculen in een vaste fase:

Voorwerpen die van een vaste stof zoals staal zijn gemaakt hebben een eigen vorm. Een vaste stof kun je moelijk  samendrukken of vervormen. De dichtheid is bij bijna alle stoffen iets groter dan bij vloeistoffen.