Biologische bestrijding

Biologische Bestrijding in de kas. In het weekend werk in een kas waar biologische bestrijding wordt toegepast. Ze telen er trostomaten, en ik had me altijd al afgevraagd wat nu precies het nut was van de zakjes die door heel de kas hangen. Ik heb het dus na gevraagd en informatie opgezocht samen met Sandra. Er worden eisen gesteld aan de teelt in de kas. Ze willen weten wat voor weg het product heeft afgelegd voordat het bij de klant is. Dat is vanwege het verband met de voedselveiligheid. Grote winkelketens vinden dit steeds belangrijker. En ook de overheid verwacht dat er gelet wordt op het milieu. Zo worden veel chemische middelen verboden. Redenen genoeg om dus biologische bestrijding toe te passen. Bij biologische bestrijding wordt er gebruik gemaakt van de natuurlijke vijanden van de plagen. De beestjes worden in zakjes door de kas verspreid. De insecten gaan op een gegeven moment op zoek naar voedsel. Het is vaak lastig want de insecten worden beïnvloed door het kasklimaat, daglengte, gewas en de eventuele chemische bestrijding die gebruikt is voor andere plagen. In het bedrijf worden insecten gebruikt die afkomstig zijn van Koppert. De witte vlieg is een van de veel voorkomende plagen. Zij zorgen ervoor dat de plant minder groeit omdat ze stoffen zuigen uit de plant. Ook worden de planten vervuild doordat de larven was bij zich hebben. Witte vliegen kunnen ook voor virussen zorgen. De natuurlijke vijand is de sluipwesp. Maar er moet er moet genoeg voedsel zijn om een populatie op te bouwen. De sluipwesp ontwikkelt zich in de larven en in de poppen. Want het sluipwespvrouwtje legt haar eieren in de larven van de witte vlieg. Na 7 dagen komt de nieuwe sluipwesp tot leven en knaagt dan een gat in de witte vlieg om naar buiten te kunnen. De sluipwesp voedt zich dan met de honingdouw en met het lichaamsvocht van de wittevlieglarven, zodat die dood gaat. Sluipwespen vermeerderen zich sneller dan de witte vliegen zo is er snel een resultaat. Een volwassen witte vlieg. Tripsen komen ook vaak voor. Zij kunnen er voor zorgen dat de bladeren helemaal uitdrogen. De tripsen kunnen het tomatebronsvlekkenvirus (TSWV) overbrengen. De natuurlijke vijand van de tripsen zijn de roofmijten. Bij een hogere temperatuur leggen de roofmijten meer eitjes. De roofmijt dood alleen de larven en niet de volwassen tripsen. Zo zijn er tal van andere insectenplagen die in kas kunnen voorkomen. Als ze niet bestreden kunnen worden door biologische bestrijding, is de tuinder genoodzaakt chemische middelen te gebruiken.