Het ging na 1960 slechter met de steden in Nederland. Veel inwoners vertrokken naar het platteland, en dat waren meestal hoogopgeleiden. De mensen die in de steden bleven wonen waren vaak laagopgeleide mensen met een uitkering. Door deze ontwikkelingen werd voor bepaalde voorzieningen het draagvlak te klein. Vanaf 1965 begon de werkgelegenheid in de industrie sterk te dalen. Veel arbeidsintensieve bedrijven vervingen namelijk werknemers door machines. Andere bedrijven sloten hun bedrijf en verhuisden naar lage lonen landen. Veel werknemers met een lage opleiding kwamen op straat te staan. De gevolgen waren zichtbaar, de grote steden begonnen te verarmen en waren vervuild. Bepaalde wijken gingen er verwaarloosd uit zien, de criminaliteit nam toe. Voor het tegengaan van de verslechtering van de steden zijn verschillende oplossingen bedacht. Al die oplossingen zijn vormen van regeneratie, maar ze verschillen wel in de aanpak. Zo is stadsvernieuwing een snel proces geweest dat gericht was op het slopen en het renoveren van een wijk, van woningen die vooral in de 19e eeuw gebouwd zijn, en herstructurering is gericht op het renoveren van specifieke wijken in een stad. In de jaren 80 is er vooral renovatie in de oude binnenstadswijken, vooral voor de bestaande bewoners. Dit brengt alleen nog niet genoeg economische vernieuwing op gang, waardoor er nog een vorm van regeneratie moest worden bedacht. In de jaren 90 werden veel huizen gesloopt en kwamen er alsnog opgezette wijken, waarmee de rijkere werden gelokt. In de laatste jaren worden huizen uit de jaren 50 en 60 gerenoveerd, om de kwaliteit van de huizen te verbeteren en om de sociale problemen aan te pakken. Op dit moment is er geen rijksbeleid, maar steken de bewoners zelf het meeste geld in hun woningen. De gemeente helpt ook mee met de investeringen in de wijken. Hieronder staan een aantal argumenten waarom regeneratie de economie in Nederland heeft verbeterd.
De stad wordt aantrekkelijker en populairder als er wijken in die stad worden gerenoveerd. De kwaliteit van de woningen stijgt. Ook zijn er meer voorzieningen en dit maakt het voor de mensen aantrekkelijker om in de stad te gaan wonen, meer mensen trekken naar de steden (urbanisatie), er vindt herstedelijking plaats. Dit is goed voor de economie van de stad. Ook voor de bewoners van de stad is het fijner om in een stad te wonen die populair is en waar de kwaliteit van de wijken goed is.
Door regeneratie wordt het verschil tussen arm en rijk minder zichtbaar. Doordat arme achterstandswijken gerenoveerd worden, en de kwaliteit van de woningen en voorzieningen zo beter worden, is het verschil met de rijke wijken, waar hoogopgeleiden mensen wonen, minder te zien. Als het verschil tussen arm en rijk minder wordt, en de inkomensverschillen hierdoor ook gelijker worden, is dit uiteindelijk beter voor de economie. Een land met te grote inkomensverschillen, heeft vaak economische problemen en conflicten omdat de welvaart dan niet goed verdeeld is onder de inwoners.
Segregatie betekent dat een groep mensen worden afgezonderd van de rest van de mensen, wat betreft het inkomen, de opleiding en soms ook wat betreft de regels, en probeert binnen het eigen gebied bepaalde normen en waarden te handhaven. Deze mensen, die zich afzonderen, hebben vaak dus dezelfde sociaal-economische kenmerken of dezelfde etniciteit. Segregatie ontstaat als de wijken in een stad zo slecht zijn, dat alleen de armste en slechtst opgeleide mensen hier komen wonen. Door regeneratie kan je ervoor zorgen dat wijken nooit zo arm en slecht worden, waardoor er nooit te grote verschillen tussen de wijken en groepen ontstaan. Zo heeft iedereen nog steeds een kans in de samenleving. Dit is goed voor de economie van Nederland.
Door regeneratie ontstaat disnificatie, wat betekent dat de stad wordt gezien als amusementencentrum. Er ontstaat meer vrijetijdsindustrie, wat aantrekkelijk is voor toeristen. De toeristen consumeren meer in de stad en dat is goed voor de economie van Nederland. Doordat er meer werkgelegenheden en voorzieningen in de gerenoveerde buurt worden geplaatst, is er dus ook meer werkgelegenheid. Werkloosheid daalt, meer mensen trekken voor de werkgelegenheden naar de steden. Sociaal-economische kansen stijgen in de buurt. Het nadeel van disnificatie is dat er veel drukte in de stad ontstaat, waardoor de oorspronkelijke bewoners zich niet veilig meer voelen. Door regeneratie onstaat ook gentrificatie, doordat de buurt is vernieuwd en/of opgeknapt trekken veel rijke mensen terug naar de buurt in de stad. Dit is goed voor de stad, omdat er zo meer geconsumeerd wordt en omdat dit weer andere welvarende mensen en toeristen aantrekt. Een nadeel van gentrificatie is wel dat de oorspronkelijke bewoners in de wijk de nieuwe instroom van hoogopgeleiden mensen niet kunnen tegenhouden en dat de nieuwe koop en huur prijzen ver boven hun budget stijgen. Daarom vertrekken de oorspronkelijke bewoners naar andere wijken, wat verdringing heet.
De werkgelegenheid van een stad ligt meestal in het centrum. Hier zijn vaak hoge gebouwen, met een enorme uitstraling, en veel hoogwaardige winkels te vinden. Ook is er moderne infrastructuur en zijn er internationale activiteiten. Er is in dit gebied alleen weinig woongelegenheid. Bij het proces cityvorming, wat een stukje is van de geschiedenis van regeneratie, breidt dit werkgelegenheid gebied, wat in het centrum ligt, zich uit naar de omliggende wijken. Bedrijven trekken naar dit nieuwe gebied. Doordat dit gebied zich uitbreidt, zal er nog meer werkgelegenheid zijn. Door de enorme uitstraling van dit gebied, is dit ook aantrekkelijk voor toeristen. Als toeristen naar dit gebied komen wordt er meer geconsumeerd door de toeristen. Dat is goed voor de economie van Nederland.
Sommige mensen denken dat als een wijk gerenoveerd wordt, dat de problemen van die wijk worden verschoven naar een ander deel van de stad. Als er bijvoorbeeld cityvorming plaats zou vinden en er te weinig woongelegenheid zou zijn, dat de laagopgeleiden uit de oude stadswijk gaan verhuizen naar andere delen van de stad. Hier zouden dan weer heel veel laagopgeleiden gaan wonen, en dat zal slecht zijn voor dat deel van de stad. Dit is een voorbeeld van het waterbedeffect, wat slecht zou zijn voor de economie. Maar hier zijn oplossingen voor te vinden, waardoor de economie juist wordt verbeterd in Nederland. De laagopgeleiden hoeven niet te verhuizen door bijvoorbeeld de werkgelegenheid in het centrum van de stad te plaatsen, waardoor er genoeg woongelegenheid is in de oorspronkelijke wijk. De laagopgeleiden kunnen zo werk in het centrum vinden. Of er worden betere scholen geplaatst in de wijk zelf, waardoor de laagopgeleiden de kans krijgen om zichzelf te ontwikkelen en zo een betere opleiding hebben. Hierdoor worden er dus geen problemen verschoven, maar juist verholpen.
Het opstel gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden