Tandarts en tandheelkunde

Inhoud:

Voorwoord
1. Wat doen de personen in de tandheelkunde? 2. De opleiding
3. Het gebit
4. Interview met een tandarts
Nawoord en Bronvermelding

Voorwoord

Ik heb mijn werkstuk over de tandarts gehouden, omdat ik zelf later ook tandarts wil worden. Daarom leek het mij erg leuk om het hierover te houden, omdat ik dan al wat zou leren voor later. Ik vind het beroep erg interessant, en mijn tante is ook tandarts. Zij heeft mij ook erg veel geholpen.

1. Wat doen de personen in de tandheelkunde?

Alles in de tandheelkunde heeft te maken met uw tanden. Dus bijvoorbeeld de tandarts, de mondhygiëniste en de orthodontist zitten allemaal in de tandheelkunde.

Tandarts De naam ‘tandarts’ zegt eigenlijk al waar het over gaat. Een tandarts is een persoon die er voor gestudeerd heeft om uw tanden te verzorgen. Als u bijvoorbeeld een gaatje heeft vult de tandarts hem. Hoe dat gaat kunt u in het hoofdstuk ‘Het gebit’ zien.

Orthodontist De orthodontist zet de tanden recht. Als uw voortanden bijvoorbeeld scheef zijn krijgt u een beugel van de orthodontist die na een tijd, die erg verschillend is omdat het eraan ligt uw tanden recht zetten.

Beugels Om de tanden recht te zetten heeft de orthodontist beugels nodig. Er zijn veel verschillende beugels. Om de tanden wat meer uit elkaar te zetten is er bijvoorbeeld een buitenboordbeugel. Om de tanden wat dichter op elkaar te zetten is er de plakkertjesbeugel. Die zit op de tanden geplakt en wordt om de paar weken aangetrokken. Om de tanden in een vorm te zetten is er een plaatje, of de gehemeltebeugel. Dit is een beugel die de vorm heeft van uw gehemelte, met de voorkant (bij de tanden) aangeslepen in de vorm van hoe de tanden moeten komen.

Mondhygiënist Een mondhygiënist is een persoon die de hygiëne in de mond regelt. De mondhygiënist verwijdert tandsteen en tandplak. Eigenlijk doet de mondhygiënist hetzelfde als een tandarts, alleen is hij er in gespecialiseerd en doet het daarom intensiever en beter.

2. De opleiding

De opleiding voor tandarts duurt zes jaar lang. Maar er is wel een loting, voor als u de opleiding wilt volgen. Elk jaar worden er 270 studenten toegelaten. Dat is best wel weinig, want er zijn er rond de 1000 studenten die de opleiding willen volgen.

Er wordt ook stage gelopen bij een tandartspraktijk. Dan zijn de studenten meestal assistent.

Na de opleiding kunt u meerdere dingen doen. U kunt een eigen praktijk beginnen of werken bij een andere tandarts. Ook kunt u bij een gezondheidscentrum werken, u bent dan geen eigen baas of heeft u een eigen praktijk, maar u werkt ook niet voor een andere tandarts. Ook kunt u doorstuderen voor orthodontist, mondhygiënist en andere banen in de tandheelkunde die de tandarts als basis hebben.

3. Het gebit

De kaken. Het gebit zit in onze schedel. Hij bestaat uit twee delen: de bovenkaak en onderkaak. Deze kaken bevatten onze tanden. Maar alleen de onderkaak kan bewegen. De bovenkaak zit over de onderkaak heen.

Kinderen hebben in het begin geen ‘grote mensen’-tanden, maar melktandjes. Deze tanden zijn kleiner. Wanneer deze tanden doorbreken, zit het gebit al in de kaak. Het melkgebit baant dus als het ware een weg voor het volwassen gebit. De melktanden worden verwisseld met de ‘grote mensen’-tanden. Deze tanden zijn groter, sterker en steviger. Bij een volwassen gebit zijn er ook meer tanden. Er zijn twee extra kiezen bij elk uiteinde van de kaak (dus in totaal 8 extra kiezen).

Na een tijd gaan de tanden uitvallen. Veel mensen nemen dan een kunstgebit. Het lijkt gewoon op een normaal gebit en is even stevig, maar in de avond kunt u het uitdoen. Door een kunstgebit hebben mensen minder smaak als ze eten

De functies van de tanden. De kiezen zorgen ervoor dat het eten fijn wordt gemaakt, zodat u het kan doorslikken. De voortanden zijn de snijtanden. Ze snijden grote stukken eten zodat de kiezen het in de mond past. De hoektanden zijn scherpe puntige tanden. Zij snijden ook het voedsel maar dan de hardere dingen.

Tandsteen. Er zijn vele dingen die met uw gebit kunnen gebeuren. Bijvoorbeeld tandsteen. Tandsteen is verkalkte plak. Plak is een gelig-witte laag op de tanden. Er zitten veel bacteriën in plak die, als we niet goed genoeg poetsen gaatjes veroorzaken, die dan weer de oorzaak zijn van tand- en kiespijn. Het tandvlees kan ook ziek worden door deze bacteriën. Dan gaat het rood, dik en terugtrekkend worden: het wordt ontstoken. Als plak niet weggepoetst wordt, gaat het na een tijd verharden, zo hard dat het niet meer weg te poetsen is. Dan wordt het tandsteen. Op tandsteen blijft plak heel goed zitten. Dat plak wordt dan ook weer tandsteen enz.

Gevoelige tanden. Gevoelige tanden worden veroorzaakt door aangetast tandglazuur of teruggetrokken tandvlees. Het terugtrekken van tandvlees en het aangetast glazuur worden beide veroorzaakt door te hard poetsen of een te harde tandenborstel. Hierdoor wordt het onderliggende dentine niet meer beschermd. Dus prikkels als zoete, zoute, koude en warme dingen gaan pijn doen. Er is speciaal tandpasta ontwikkeld die de pijn verminderd. De tandpasta zorgt ervoor dat de prikkels de zenuwen in de tand niet bereiken. Als ook deze tandpasta niet meer helpt kunt u het beste naar de tandarts of de mondhygiënist gaan.

4. Interview met een tandarts

Hieronder volgt een interview met mijn tandarts, dhr. Bijyl.

“Waarom heeft u ervoor gekozen om tandarts te worden?” “Als kind was ik meestal een van de enige kinderen die niet bang was om naar de tandarts te gaan. Toen begon het een beetje. Op school interesseerde ik me ook erg in biologie en natuurkunde. Later kreeg ik de keuze om tandarts te worden, en die keuze heb ik ook genomen.”