Skaten
Skaten is een sport, waarbij men de skates onder de voeten bindt. Door de vier wieltjes op deze speciale schoenen beweegt met ongeveer even snel voort als op de fiets. Valpartijen komen regelmatig voor, maar niet alleen in de praktijd, maar ook in theorie. Want het gaat hier om een woord dat rechtstreeks uit de Engelse taal is overgenomen.
Dit blijkt toch een probleem. Want als de werkwoorden geheel ‘op z’n Nederlands’ worden vervoegd, treden er spraakproblemen op. Daarom laat men hier en daar een extra ‘s’ of ‘e’ staan. Zo ziet de lezer dat het om een oorspronkelijk Engels woord gaat met bijbehorende uitspraak en betekenis.
Maar dit geldt niet voor alle werkwoorden uit het Engels en waarbij de stam eindigt op een ‘s’ of ‘e’. Zo de werkwoorden ‘passen’ en ‘stressen ’. Passen heeft hier de betekenis de bal over spelen. Bij de meeste Nederlandse werkwoorden vinden we de stam van het werkwoord door ‘-en’ weg te laten. Maar bij ‘pas’ levert dit een ‘korte a’ op, geen lange, wat de uitspraak behoort te zijn. Daarom schrijf je een dubbele s bij het enkelvoud. Zo begrijpt men dat het hier om de Engelse variant gaat. Bij stressen echter, levert het geen problemen op, dus staat er maar één ‘s’ bij het enkelvoud.
Het werkwoord skaten is que probleem te vergelijken met de werkwoorden ‘timen’, ‘racen’ en ‘mountainbiken’. Want als de jij/hij/zij-vorm wordt toegepast, levert het zelfs anders uitspreken op. Daarom laat men de extra ‘e’ bij deze vormen staan.
Maar dit geeft wel een raar gezicht. Bijvoorbeeld: “Gisteren skateten wij naar het Zuiderpark.” Dit lijkt te leiden tot stotter effect. Maar in de uitspraak is het niet de bedoeling deze extra letters uit te spreken. Dus gewoon zoals het hele werkwoord. Dit geldt dus alleen voor schrijftaal.
We hebben het hier over dé uitspraak die belemmerd wordt, maar over de eigenlijke is nog niet gesproken. Er zitten twee typisch Engelse uitspraakvormen in. Namelijk ‘sk’ en ‘a’. Die eerste spreekt voor zich, maar wordt genoemd omdat hij niet voorkomt in oorspronkelijke Nederlandse taal. De laatste spreekt u uit als ‘ee’.
Het werkwoord skaten dient dus zo gespeld te worden:
Ik skate
Jij/hij/zij skatet
Wij/zij skaten
Dit was de tegenwoordige tijd, nu volgt de verleden tijd en voltooid deelwoord: Ik/Jij skatete
Wij/Zij skateten
Ik heb geskatet
Met de kennis hoe dit Engelse werkwoord moet worden vervoegd, heeft u ook meteen een idee hoe dat moet bij andere Engelse werkwoorden. En nieuwe zullen erbij komen, maar volgens hetzelfde principe. Taal is nou eenmaal levend.
Jij/hij/zij skatet
Dit was de tegenwoordige tijd, nu volgt de verleden tijd en voltooid deelwoord: Ik/Jij skatete
Wij/Zij skateten
Ik heb geskatet
Met de kennis hoe dit Engelse werkwoord moet worden vervoegd, heeft u ook meteen een idee hoe dat moet bij andere Engelse werkwoorden. En nieuwe zullen erbij komen, maar volgens hetzelfde principe. Taal is nou eenmaal levend.
REACTIES
1 seconde geleden