Sportblessures

‘Pijnlijke sportfoutjes’

Inleiding Het lichaam bestaat uit botten, gewrichten, spieren en pezen. Alles bij elkaar vormt het skelet dat ons lichaam staande houdt. Gewrichten bestaan uit twee of meer botten, die ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren en zijn ingepakt met een beschermend laagje. De spieren zorgen ervoor dat de gewrichten kunnen bewegen. Spieren zitten vast aan pezen en die pezen zitten vast aan je botten. Als je een spier beweegt, beweegt de pees en dus ook het bot. Bij een sport blessure kan er iets mis zijn met je spier, je pees of zelfs met je bot.

Oorzaken Sportblessures kunnen ontstaan door onjuiste trainingsmethoden, slechte voorbereiding of warming-up, onvoldoende conditie of slecht materiaal. Vaak wordt een blessure veroorzaakt door bijvoorbeeld een val, klap, botsing of een verkeerde beweging. Er ontstaat dan een zwelling, kneuzing, scheuring of botbreuk. Dit zijn acute blessures. Ook kan een blessure ontstaan door het telkens herhalen van een bepaalde beweging waardoor bepaalde spieren en pezen overbelast kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de tennisarm. Dit soort blessures worden chronische blessure of ook wel overbelastingsblessure genoemd. Verder zijn er nog andere factoren die meedragen aan de oorzaak ervan, zoals leeftijd, lichaamsbouw, een afwijkend bewegingspatroon, een slechte houding of de invloed van bepaalde ziekten of infecties.

Voorkomen Een veel minder grote kans op een blessure kan je als krijgen als goed en veilig materiaal gebruikt, en dan hebben we het met name over kleding. Maar ook extra hulpmiddelen helpen bij de bescherming, zoals een voet- en kniebanden. Veel blessures ontstaan wanneer iemand te snel te grote prestaties wil leveren omdat dan de spieren en gewrichten te zwaar of verkeerd worden belast. Bouw als je gaat sporten het daarom altijd rustig op. Geeft nooit in een keer vol gas, maar begin eerst met een ‘warming-up’ en een rustige training. Bij hockey en voetbal is dat bijvoorbeeld even een balletje overspelen. Iets dat je ook tijden de warming-up kan doen is je gewrichten even soepel maken, bijvoorbeeld rondjes draaien met je schouders en armen. Als je dan toch pijn krijgt neem deze signalen dan serieus en geef ze tijd om te herstellen. Met sporttape kan je zwakke plekken eventueel verstevigen. Eet gezond en neem altijd voldoende rust. Als je je hebt ingespannen moet je echter niet meteen gaan rusten. Er zitten namelijk nog allerlei afvalstoffen in je lichaam samengepropt die er nog uit moeten. Als deze er niet uit gaan kan dit een vermoeid en pijnlijk gevoel veroorzaken. Wanneer je een ‘cooling-down’ houdt worden deze afvalstoffen afgevoerd, waardoor spierpijn wordt verkomen. Een‘cooling-down’ is een soort van ‘warming-up’ na het sporten. Hierbij ga je bijvoorbeeld een paar rondjes rennen en nog even rekken, enzovoort.

Behandelen Er kan natuurlijk altijd iets mis gaan, ondanks alle
voorzorgmaatregelen. Aan sommige dingen kan je nou eenmaal niets doen. Bij ruw spelen kan je een verkeerde beweging maken of vallen. Iedere blessure moet je op een verschillende manier behandelen. Zo moet je bij spierpijn en kramp warmte gebruiken om de blessure te verhelpen. Maar de meeste blessures behandel je met koude temperaturen, bijvoorbeeld met een cold-hot pack. Maar dit alles zou niet helpen als je niet genoeg rust zou nemen rust zou nemen.