Romeinse cijfers

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 832 woorden
  • 21 oktober 2003
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
66 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Verdien 25 euro Bol.com tegoed met dit onderzoek

Samen met Oxford doen wij weer onderzoek naar schoolspullen: waar heb jij dit jaar je schoolspullen gekocht en wat zijn je favoriete items? Vul de vragenlijst in en maak kans op 25 euro Bol.com tegoed. 

Doe mee!
OVUR-Methode. Oriëntatie - Van mij wordt verwacht dat ik een opstel ga schrijven over Romeinse Cijfers. Dit schrijf ik voor een groep 8 van de basisschool. Het heeft geen minimum. Voorbereiding: 3 vragen - Ik ga er 90 minuten aan zitten. - Ik weet er al van dat het voor mij niet zo belangrijk is. Ik heb het gehad in de wiskunde maar ik doe er verder niks mee. Het is voor mij niet meer dan een soort vreemde taal. - Ik ga het als volgt doen: Ik ga ten eerste genoeg informatie verzamelen om te kunnen beginnen. Hiervoor ga ik het internet gebruiken. - Daarna ga ik deze informatie bewerken in mijn uitschrijving. Uitvoering: - Zie volgende pagina.
Schrijfstrategie. 1. Mijn tekstdoel is informeren. Mijn tekstsoort is uiteenzetten. 2. Hoofdvraag: Hoe gebruikt men Romeinse cijfers in het schrift? 3. Ik ga zorgen voor een heldere opbouw: bestaande uit een inleiding, middenstuk en slot. Inleiding: Onderwerp vertellen. Middenstuk: Informatie geven en alles vertellen wat ik er zelf van weet. Slot: Samenvatting en conclusie geven. Romeinse Cijfers Ik ga wat vertellen over Romeinse cijfers. Het gaat hier over het schrijft van de Romeinen vele jaren geleden. Vroeger wist men nog niet hoe men een getal moest aanduiden. Onze voorlopers op taal(de Romeinen) waren al een stuk verder qua ontwikkeling dan de rest van de mensheid. Zij kwamen erachter dat men toch iets moest gaan bedenken voor de vragen die werden opgeroepen bij getallen. Hiervoor vond men de oplossing in de Romeinse cijfers. Het Romeinse Cijferstelsel is een van de eerste officiële cijferstelsels ter wereld. Men begon met de makkelijkste cijfers.  I = 1  V = 5  X = 10  L = 50  C = 100  D = 500  M = 1000
Zo begon men met de eerste cijfers toen ze dat eenmaal hadden konden ze die getallen samen gaan brengen. V, L en D worden in een getal slechts eenmaal gebruikt. I, X en C kunnen ten hoogste driemaal naast elkaar staan. Het hoogste cijfer staat vooraan. Als er een cijfer van een lagere waarde tussen cijfers met een hogere waarde staat, moeten we gaan rekenen. Trek de waarde van het middelste cijfer af van de waarde van het cijfer rechts daarvan. Bijvoorbeeld XIV. Hier staat 10 + (5 - 1), dus 14. Men ging al snel vooruit met de Romeinse cijfers. Maar op een gegeven moment kwamen er ook zeer interessante vragen. Hoe ging men sommige rekensommen oplossen en hoe ging men al die grote getallen op een gemakkelijke manier opschrijven. Grotere getallen werden toen aangeduid met een streepje boven de letters. Het streepje betekent \'duizendmaal\', dus
_ V = 50.000
_ X = 10.000
Op die manier ligt het grootste getal rond de 5 miljoen. Mij zijn geen voorbeelden bekend van nog grotere getallen, maar het systeem met streepje is makkelijk uit te breiden met dubbele en drie dubbele streepjes. Tegenwoordig komen we weinig grote getallen meer tegen in Romeinse cijfers. De grootste getallen zijn meestal jaartallen. Bij het uitdrukken van een getal in Romeinse cijfers mogen er maximaal drie dezelfde tekens achter elkaar geplaatst worden. Ze hadden bovendien maar een beperkt aantal verschillende tekens. Dit betekent dat het grootste getal dat gebruikt kan worden MMMDDDCCCLLLXXXVVVVIII (4998) is. Hoe werden grotere getallen geschreven? Het cijferstelsel dat de Romeinen gebruikten, wijkt op een aantal punten af van onze Romeinse cijfers. Dat is goed te zien in het Colosseum, dat in de eerste eeuw van onze jaartelling werd gebouwd. De tachtig ingangen zijn genummerd. Het was minder gebruikelijk om een kleiner cijfer vóór een grotere te zetten. Ingang 29 is XXVIIII, en niet XXIX. Ingang 54 is LIIII. Maar voor 40 wordt in het Colosseum wel XL gebruikt. De Romeinen gebruikten evenmin M en D voor 1.000 en 500. Het getal 500 was 1), 1.000 was (1), 2.000 was (1)(1). Deze haakjes konden nesten, dus ((1)) was 10.000 en (((1))) 100.000. Een enkel keer weer IM (\'één duizend\') gebruikt voor 1.000. Pas in de middeleeuwen werd (1) geschreven als M, dat in schrijfwijze daar erg op leek, net als D voor 1). Dit concludeert dat het schrijven met Romeinse cijfers ingewikkelder is dan dat iedereen zo dacht. Het is zeer ingewikkeld om grote getallen weer te geven met behulp van Romeinse cijfers. Vroeger moest men hiermee leven. Maar ik ben blij met ons Arabisch cijferstelsel. En zo hoeven wij hiervan geen gebruik van te maken. Maar voor de archeologen is het zeer handig dat deze informatie toch allemaal is uitgevonden want zo konden zij ontcijferen wanneer iets gebouwd is. Zeer handig. Reflectie: - Ik heb er toch wel zo’n 2 uur aan gewerkt langer dan dat ik had verwacht. - Ik had moeite met de informatie te vertalen naar mijn woorden. Als je de informatie leest is het moeilijk om dit meteen om te zetten naar eigen woorden. Ik had geen moeite met de informatie te verzamelen en de opbouw en de rest te bedenken. - Ik heb er van geleerd dat het Romeinse cijferstelsel toch heel anders is dan dat ik dacht. Ik vind het veel interessanter geworden voor mij. - Ik kon beter een gemakkelijker onderwerp zoeken. Ik denk toch dat het ontstaan van ons alfabet wat gemakkelijker was. Maar ik vond het leuk om te doen.

REACTIES

Z.

Z.

ik vind romeinse cijfers heel leuk en weet ook heel veel over

13 jaar geleden

C.

C.

Ik vind het goed

11 jaar geleden

Y.

Y.

waarde

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.