Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Pesten

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas hbo | 5713 woorden
  • 18 mei 2005
  • 98 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
98 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Onderzoekverslag Pesten Inhoudsopgave 1. Voorwoord
2. Inleiding
2.1 Omschrijving probleemstelling
2.2 Methode van het onderzoek
2.3 Vooruitblik
3. Definitie: Pesten en Plagen van Dan Olweus (psycholoog 1993) 3.1. Wat is pesten
3.2. Wat is plagen
4. De betrokkenen
4.1. De pesters
4.2. De slachtoffers
4.3. De meelopers
5. De verschillende vormen van pesten
6. Signaleren van pesten
7. Probleemstelling: Is het tegengaan van pesten een taak van de school? 7.1 De vijf niveaus voor het werken aan het voorkomen en aanpakken van pesten op
school. 8. De methodische benadering van pesten

8.1 De curatieve methode
8.2. De preventieve methode
9. Het pestprotocol
10. Deskundige hulp
11. Conclusie
12. Bronnen 1. Voorwoord Voor u ligt het onderzoek verslag van pesten op de basisschool. Dit onderwerp heb ik uitgekozen,omdat kinderen op de basisschool nog vaak gepest worden. Men besteed te weinig aandacht aan dit probleem. Ouders,leerkrachten en andere belanghebbenden valt het zelden op wanneer het om pesten gaat. 2. Inleiding Pesten op de basisschool. Op de meeste scholen worden wel eens leerlingen gepest en vormt het pesten een groot probleem.Vaak verwart men pesten met plagen. Er moet duidelijk onderscheidt zijn tussen het plagen en het pesten. Helaas is het niet altijd makkelijk voor de leerkracht en de ouders om dit pestprobleem op tijd te signaleren en aan te pakken. Het pestprobleem moet serieus, methodisch en professioneel worden aangepakt. 2.1 De probleemstelling: Is het tegengaan van pesten een taak van de school? Vaak genoeg praat men over de taken van de school. Het ontgaat ouders en alle belangstellenden die met het onderwijs nauw in contact staan, hoeveel men van de school vraagt en verwacht. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal ik een onderzoek moeten verrichten. Een goede voorbereiding en onderzoek zal mijn vraag beantwoorden.
2.2 Methode van het onderzoek. De methode die ik gebruik bestaat uit literatuur, interviews, internetsites, de media en instanties die hulpverlenen aan slachtoffers(de gepeste kinderen en de pesters) Drie collega’s van de school zal ik interviewen. Het boek van de Psycholoog Bob van der meer is mij geadviseerd te lezen en de overige informatiebronnen met documentatie. 2.3 Vooruitblik In dit verslag kunt u lezen hoe ik het antwoord op mijn probleemstelling heb gevonden. Ik heb uit de verschillende bovengenoemde informatiebronnen voldoende gegevens kunnen verzamelen. Deze geven u een duidelijk beeld welke invloeden pestgedrag/ pestprobleem heeft op kinderen. De verschillende psychologen, kamerleden, hulpinstanties, leerkrachten en deskundigen hebben hun bezorgdheid uitgesproken over dit pestprobleem en willen dat er serieus stappen ondernomen worden om dit pestprobleem aan te pakken. Op de basisschool worden ruim 23% procent van de kinderen geregeld gepest. Volgens verschillende wetenschappers is pesten universeel. Onderzoek in diverse landen heeft aangetoond dat de omvang en de verschijningsvorm van pesten nauwelijks cultuur gebonden is. Kinderen zijn blijkbaar kinderen en gedragen zich overal hetzelfde. Een enkel keertje gepest worden, daar is overheen te komen. Echter, 8 % van de basisschoolleerlingen wordt minstens één keer per week gepest. Dit zijn er minimaal twee per klas. Pesten gebeurt vooral op school. Bijna de helft van de gepeste kinderen vertelt het aan de leerkracht. Volgens de leerlingen grijpen de leerkrachten lang niet altijd in als er gepest wordt. Pesten kan heel bedreigend zijn en daarom moeten de klachten serieus genomen worden. Veertig procent van de kinderen probeert te helpen als een ander kind wordt gepest, maar zijn zelf bang om slachtoffer te worden van de pesters. Veel kinderen vertellen thuis niet dat ze gepest worden en daarom kan het een ramp worden voor ze. Kinderen moeten zich overal veilig voelen en vertrouwd. Op school is het de taak van de leerkracht de sfeer in de klas en rondom de school, het gevoel van welbehagen te creëren. 3. Definitie plagen en pesten van Dan Olweus (psycholoog 1993) Psycholoog Dan Olweus heeft na diverse onderzoeken en obeservatie een interventieprogramma opgesteld. In dit programma omschrijft hij de definities van plagen en pesten. Tussen plagen en pesten is er een verschil. Men verward deze woorden vaak met elkaar. 3.1. De definitie van plagen luidt als volgt: bij plagen is er sprake van incidenten. Vaak is het een kwestie van elkaar voor de gek houden. Het is niet bedreigend. De machtsverhouding is gelijk. De geplaagde loopt geen blijvende psychische en/of fysieke schade op en is in staat zich te verweren. 3.2. Bij pesten neemt het andere vormen aan. De definitie van pesten luidt als volgt: pesten is niet eenmalig. Er is sprake van pesten wanneer iemand getreiterd of het mikpunt is van pesterijen en als hij of zij herhaaldelijk en langdurig blootstaat aan negatieve handelingen verricht door een of meerdere personen. Bij pesten is er een ongelijke machtsverhouding. Pesten kan iemand voor het leven beschadigen via direct of indirect gedrag 4. De betrokkenen Bij pesten zijn verschillende partijen betrokken. Wij hebben de pesters, de slachtoffers en de meelopers. Allen die hierbij betrokken zijn maken deel uit van het probleem. Bij de aparte bespreking krijgen wij een beeld van de plaats die elke betrokkene inneemt in de groep.
4.1. De pesters Waarom pesten kinderen? Kinderen pesten om diverse redenen. Ze zijn op zoek naar liefde,aandacht, zoeken contact (negatieve) met anderen, willen opvallen, verkeren thuis in een moeilijke situatie en ga zo maar door. Er zijn tal van oorzaken die aanleiding geven tot pesten. Het komt ook regelmatig voor dat een pestkop een kind is dat in een andere situatie zelf slachtoffer is of was. Om te voorkomen weer het mikpunt van pesten te worden, kan een kind zich bijvoorbeeld in een andere omgeving dan die van zijn slachtofferrol, vervolgens als pester gaan opstellen en manifesteren. De gedragingen van een leerkracht kunnen bij leerlingen ook een bijdrage leveren tot het over gaan van pesten. Het gedrag van de juf kan agressie opwekken bij het kind.Inconsequent straffen en belonen, een machtsstrijd met de leerlingen aangaan, verbaal en fysiek geweld; termen gebruiken die duiden op een overheersende rol. (wanneer de juf misbruikt maakt van haar positie)Leerlingen kunnen dus agressief worden, doordat het gedrag van de juf irritatie bij hen opwekt. Deze agressie gaan ze afreageren op de leerkracht zelf of op een ander persoon, bijvoorbeeld een onschuldige klasgenoot. Niet alle leerkrachten zijn zich ervan bewust dat zij door woord en gedrag agressie opwekken. Het is ontzettend belangrijk dat ook de leerkracht stil staat bij dit feit. De pesters zijn vaak de sterken uit de groep. Ze zijn populair, komen vaak heel zelfverzekerd over, zijn doorgaans opstandig en tegendraads, gedragen zich agressief en voelen zich meestal niet schuldig dat ze pesten. Pesters lijken in eerste indruk populair te zijn in een klas, maar ze dwingen hun populariteit in de groep af door te laten zien hoe sterk ze zijn en wat ze allemaal durven. Zij willen de machtspositie niet verliezen. Ze overtreden bewust regels en storen zich aan god noch gebod en hebben vaak de vaardigheden ontwikkeld met hun daden weg te komen. Het profiel van de pester is sterk zelf bevestigend, hij ziet zichzelf als een slimme durfal die de dommerds altijd een stap voor is, en ze dat ook bij herhaling laat merken. Pesters hebben ook feilloos in de gaten welke kinderen gemakkelijk aan te pakken zijn en als ze zich al vergissen, gaan ze direct op zoek naar een volgend slachtoffer. Het kan zijn dat het kind eerst met plagen begon en toen tot de ontdekking kwam dat het best wel leuk is om ermee door te gaan. Het kind zelf heeft niet door wat het een ander aandoet. Pesten met een groep stimuleert het saamhorigheidsgevoel en je hoort erbij 4.2. De slachtoffers, Het gepest kind Sommige kinderen hebben een grotere kans om gepest te worden dan anderen. Dat kan komen door uiterlijke kenmerken maar het heeft vaker te maken met vertoond gedrag, wijze waarop gevoelens worden beleefd en de manier waarop dat geuit wordt. Uit onderzoek blijkt dat kinderen gepest worden in situaties waarin pesters al de kans krijgen om een slachtoffer te pakken te nemen. Er is dan al sprake van een onveilige situatie, waarbinnen een pester zich kan manifesteren en zich daarin ook nog verder kan ontwikkelen. Kinderen die gepest worden doen vaak andere dingen dan de meeste leeftijdgenoten in hun omgeving. Ze spelen een ander instrument, doen aan een andere sport of zitten op een andere clubje. Ze zijn goed in vakgebieden of juist niet goed. Er zijn helaas aanleidingen genoeg om door anderen gepest te worden mits de pesters daar de kans voor krijgen vanuit de situatie. Veel kinderen die worden gepest hebben een beperkte weerbaarheid. Ze zijn niet in staat daadwerkelijk actie te ondernemen tegen de pestkoppen en stralen dat dan ook uit naar hun kwelgeesten.Vaak zijn ze angstig en onzeker in een groep, ze durven weinig of niets te zeggen, omdat ze bang zijn om uitgelachen te worden zijn vaker eenzaam en hebben enkel een vriend of vriendin. Deze angst en onzekerheid worden verder versterkt door het ondervonden pestgedrag, waardoor het gepeste kind in een vicieuze cirkel komt waar het zonder hulp zeker niet uitkomt Thuis wil het niets vertellen,omdat ze de ouders niet teleur willen stellen. Het kind is bang dat het pestprobleem verergert of dat het pestprobleem onoplosbaar is. 4.3. Meelopers De zwijgende meerderheid en potentiële meelopers krijgen een keuze die onuitgesproken wordt opgelegd en die aan duidelijkheid niet te wensen overlaat. Ze zien wel iets gebeuren,maar kunnen de ernst van de situatie niet inschatten. Zij hebben soms absoluut niet in de gaten dat er gepest wordt in de groep, doen soms mee omdat ze bang zijn om zelf gepest te worden, nemen zelf niet het initiatief om te pesten of om het pesten te stoppen en voelen zich machteloos. Je bent voor of je bent tegen me, horen ze de pesters dan zeggen. Maar het kan ook zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en denken daardoor in populariteit mee te liften met de pester in kwestie. Als kinderen actiever gaan mee pesten in een grotere groep, voelen ze zich minder betrokken en verantwoordelijk voor wat er met pesten wordt aangericht. 5. Vormen van pesten Pesten is bedreigend en funest en kent verschillende vormen.Deze zijn de fysieke,materiële en of psychische vorm
Wanneer kinderen pesten met woorden; dan denken wij aan bijvoorbeeld vernederingen, schelden, dreigen, belachelijk maken, gemene briefjes schrijven en het kind een bijnaam geven. Bij de lichamelijke vorm kunnen we praten over wapens, bijten, schoppen en aan de kleding trekken. Achtervolging komt ook aanbod, uitsluiting (doodzwijgen, niet meedoen) vernielingen van bezittingen en afpersing. 6. Het signaleren van pestgedrag. Het signaleren van het pestgedrag is soms moeilijk aan te pakken. Toch zijn er verschijnselen die veel voorkomen bij het kind. Het kind wil niet meer naar school

Het kind vertelt niets over de school
Het kind behaalt slechte resultaten op school vergeleken met de andere kwartalen. Het wil niet buitenspelen
Het kind wil bepaalde kleren absoluut niet meer aan. Het kind raakt vaak spullen kwijt of ze zijn vernielt. Deze zijn slechts een paar van de verschijnselen die wij in acht kunnen nemen voor het signaleren. 7. De probleemstelling: Is het tegengaan van pesten een taak van de school? Het allerbelangrijkste dat een school kan doen is het pesten zoveel mogelijk voorkomen. Pesten is geen eenvoudig probleem en lijkt daarom onoplosbaar. Elke juf of meester kan ervoor zorgen dat zijn klas een veilige plek is. Iedere leerkracht heeft zijn of haar regels in de klas, waar de leerlingen zich dienen aan te houden. Mocht het de leerkracht opgevallen zijn dat er geen saamhorigheid in de klas heerst, is het haar plicht dit aan te pakken. Er mag geen gelegenheid geschept worden voor een zondebok.De leerkracht zal een duidelijke houding tegenover de kinderen moeten nemen bij conflicten tussen de leerlingen onderling. Kinderen veranderen tijdens het opgroeien en soms zijn de veranderingen goed te begrijpen. In de leeftijdsklasse 4 – 12 jaar verkeren ze dagelijks in een groep van leeftijdgenoten. Ze kijken veel naar elkaars gedrag. Pas in de hoogste klassen van de basisschool zijn ze instaat om de gevoelens en eigenschappen van anderen goed te onderscheiden en te beschrijven Voor het leren van sociale vaardigheden hebben ze elkaar nodig. Meestal slagen zij erin om zelf hun ruzies op te lossen of te bepalen wie de baas mag zijn. Als de leerlingen er zelf niet uit kunnen komen moet de leerkracht mee helpen zoeken naar een oplossing. De leerkracht moet het goede voorbeeld geven, dus moet ze de leerlingen de gelegenheid geven uit te praten, ze moet naar ze luisteren en er niet vanuit gaan dat zij de juf is en altijd gelijk heeft. Hij/zij moet de signalen van gepeste kinderen kunnen herkennen en daarop reageren. Aanpakken van het pestprobleem betekent meer dan verbieden alleen. Het voorkomen en bestrijden van pesten op school gebeurt door de meester of juf in de klas. Er zijn vijf niveau’s die men in het leven geroepen heeft om het probleem pesten tegen te gaan op school. 7.1. De vijf niveaus voor het werken aan het voorkomen en aanpakken van pesten op school. Het eigenlijke voorkómen en aanpakken van pesten op school gebeurt dus door de meester of juf in de klas. Daarnaast is het belangrijk dat deze werkwijze door de hele school wordt ge - dragen. Deze vijf niveaus zijn speciaal in het leven geroepen om de leerkrachten, bemiddelaars, de politie en instanties een helpende hand toe te reiken. 1. Leren omgaan met conflicten
2. Bemiddeling door leraren of leerlingbemiddelaars. 3. Aanpak en opvang door de schoolleiding en de leerlingbegeleiding. 4. Een oplossing via vertrouwenspersoon en klachtencommissie. 5. Aanpak in samenwerking met politie, justitie en HALT-Bureau
Elk van de vijf genoemde niveaus zal ik in het kort omschrijven. 7.2 Korte omschrijving van de vijf niveaus Leren omgaan met conflicten in de groep. In een groep kan samen gewerkt worden om concrete invulling te geven aan een gedragscode tegen pesten. Respect, niet over de streep, aanspreekbaar en geen geweld zijn vier kernen, die wij kunnen handhaven en waar er samen aangewerkt kan worden.Bij elk van deze kernen kunnen wij relevante vragen stellen. Bij respect stellen wij de vraag waar merkt een ander dat je hem/ haar respecteert? Wat is normaal deze vraag koppelen wij aan de kern niet over de streep. Hoe spreken we elkaar aan in de klas, koppelen wij aan de kern aanspreekbaar en de laatste kern zonder geweld daar stellen wij de vraag: hoe lossen wij conflicten op zonder geweld.Deze kernen van gedragscode mogen geen eenmalige afspraak zijn. Bemiddeling door leraren of leerlingbemiddelaars. Als de pesters niet stoppen mag hulp gevraagd worden aan de geweldloze bemiddeling. Dit is een geaccepteerde manier om je tegen pesten te verdedigen en zelfs klasgenoten kunnen helpen. De school moet er voor zorgdragen dat leerlingen met hun vragen om bemiddeling terecht kunnen bij iemand die goed luistert en bemiddeld. Deze verantwoording zou elke juf of meester kunnen vervullen. Natuurlijk mag gebruik worden gemaakt van de vertrouwens - persoon in de school. Aanpak en opvang door de schoolleiding en de leerlingbegeleiding. Kinderen experimenteren met hun relaties en hun gedrag, en kunnen wel eens te ver gaan. De daders die het voor anderen onveilig maken moeten hun gedrag veranderen. In ernstige gevallen van pesten is het soms nodig, dader en slachtoffer tijdelijk van elkaar te scheiden door schorsing. Een oplossing via vertrouwenspersoon en klachtencommissie. (Een officiële klacht) Iedere school is wettelijk verplicht een vertrouwenspersoon aan te stellen, een klachtenregeling op te stellen en zich aan te sluiten bij een klachtencommissie. De school moet er voor zorgen dat er goede vertrouwenspersoon is. Op dit moment is de drempel naar de vertrouwenspersoon voor vele leerlingen te groot. Op school kunnen een aantal leerlingen het werk van een vertrouwenspersoon even overnemen, om de drempel naar de deskundige helpen te verlagen. Leerlingen begrijpen sneller wat er tussen leerlingen speelt. En kunnen ze ook gemakkelijker bemiddelen: ze zijn voor dader en slachtoffer minder bedreigend. Daarom stellen steeds meer scholen leerlingen als vertrouwenspersoon aan. Na een training houden die leerling spreekuur in de pauzes, op een vaste plek. Ze luisteren, adviseren, bemiddelen als dat kan. Ze zoeken samen met de leerlingen naar een goede oplossing
Aanpak in samenwerking justitie en HALT – Bureau

Bij ernstige en langdurige gevallen van pesten, zeker vanaf de laatste jaren van de basisschool zou je kunnen spreken van herhaald geweld. Zelfs de vorm van stalking kunnen wij erbij vermelden. Kinderen die op weg van huis naar school gehinderd worden of met scheld-en dreigtelefoontjes, anonieme briefjes enz. worden lastig gevallen. Ouders moeten de school en de politie informeren. Wat buiten de school niet mag volgens de wet mag ook niet binnen de sfeer van de school. Pesters moeten weten dat de school het niet accepteert en de maatschappij helemaal niet. 8. De methodische benadering van het pesten Er zijn verschillende methodes om het pesten te benaderen. Enkele die ik even willen op sommen zijn: de posicom, de kanjertrainingen, de curatieve en de preventieve, de No – Blame aanpak en anderen. Ik zal de curatieve en de preventieve uitleggen. Deze methode bestaat uit: een curatieve aanpak en een preventieve aanpak. Het werken met deze methode kan een oplossing zijn voor het bestrijden van het pestprobleem. Het zijn handvatten die men ons aanreikt om het probleem aan te pakken. Het is niet altijd effectief en geeft zeer zeker niet de garantie van gedragsverandering. 8.1 De curatieve aanpak Deze bestaat uit een confronterende methode en een niet confronterende methode
Een curatieve aanpak kan zoals in bovengenoemde tekst confronterend zijn en niet confronterend. Bij de confronterende methode confronteert de leerkracht de leerlingen met hun gedrag. Hier is dus sprake van een duidelijk pestprobleem. Deze methode heeft voor - en nadelen. De voordelen zijn:het probleem wordt direct aangepakt en Leerlingen en leerkracht weten waar ze aan toe zijn. De nadelen: het kan ontkennen van de leerlingen opleveren en de leerkracht moet echt 100% zeker zijn van een pestprobleem. De niet confronterende methode
Als de leerkracht een vermoeden heeft dat er een pestprobleem is in zijn klas, maar hij er niet zeker van is, is een directe confrontatie een gewaagde stap, omdat het kind het dan kan ontkennen. Dus de niet confronterende methode is hier de beste methode. De leerkracht zal wel het onderwerp pesten indirect aan de orde moeten stellen. De voordelen van de niet confronterende methode zijn: de pesters worden bekend gemaakt met de nadelen van hun eigen daden, hierdoor kan het zijn dat ze gaan nadenken over wat ze een ander aandoen en het pesten al eigenhandig verminderen of stoppen. De leerkracht kan op deze manier het pesten al verminderen of uitbannen voordat hij zijn vermoeden heeft kunnen bevestigen. Een nadeel van de niet confronterende methode is dat leerkracht en leerling niet weten waar ze aan toe zijn. 8.2. De preventieve methode Het voorkomen van een bepaalde problematiek bereikt men niet alleen door voorlichting of vorming. Preventief omvat meer. Men beoogt een gedragsverandering bij de doelgroep. (laat de kinderen voelen hoe het is omgepest te worden, maar leer ze ook hoe met elkaar om te gaan)Wil de leerkracht de gedragsverandering realiseren moet hij dan rekening houden met de volgende punten. Aandacht hebben voor de meningen ,ideeën en gevoelens van de groep. Bereidheid tot samenwerken in de groep. Het preventieproject flexibel kunnen hanteren. Dit houdt in dat het aangepast dient te worden aan de specifieke doelgroep. Een preventie activiteit zou blijvende resultaten kunnen boeken en daarom moet de leerkracht rekening houden met de volgende vereisten. Een preventieve activiteit mag niet eenmalig plaatsvinden. Er zijn steeds nieuwe activiteiten nodig. Kennis over de achtergrond en de oorzaken van de problematiek is noodzakelijk. Men dient op de hoogte te zijn van het ontstaan van het gedrag en hoe dit gedrag zou kunnen wijzigen. Een vertrouwensrelatie tussen de doelgroep en de leerkracht is een absolute noodzaak. 9. het pestprotocol Enkele jaren geleden ontwikkelde de vier landelijke organisaties te weten: Bijzonder Onderwijs op algemene grondslag (LOBO):
www.lobo.nl Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO): www.voo.nl
Landelijke Oudervereniging
Vereniging voor Ouders, Christelijke Onderwijs en Opvoeding (Ouders & COO): www.ouders.org
Nederlandse Katholieke Oudervereniging (NKO): www.nko.nl het onderwijsprotocol tegen pesten. Een onderwijsprotocol tegen pesten probeert door samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken. Hiermee wil het geluk, het welzijn en de toekomstverwachting van de kinderen daadwerkelijk verbeteren. Doelstelling van het protocol: Men wil streven naar een pestvrije school. Er moet van alles gedaan worden om kinderen die een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, een zo veilig mogelijke omgeving te garanderen. Wat is het pestprotocol
Het pestprotocol is een verdrag dat door een handtekening van alle geledingen in een school wordt ondertekent. Met alle geledingen in een school bedoelt men: bestuur, ouderraad, medezeggenschapsraad en team die zich afvragen hoe de school een veiliger plaats kan worden voor leerlingen. Deze gaan samen de regels van het pestbeleid opstellen en doornemen..
9.1. Samenvatting pestprotocol In het kort is het pestprotocol samengevat. 1. Pesten moeten worden onderkend als probleem door alle betrokkenen:slachtoffers, pesters, meelopers, afzijdige kinderen leerkrachten en ouders. Hiervoor zijn voorlichtings – en studiebijeenkomsten nodig voor leerkrachten en ouders. 2. De school probeert pesten te voorkomen leerkrachten proberen een veilige sfeer te scheppen in hun klas. In de klas kunnen verschillende projecten (theaterstuk) opgezet worden met de nadruk gelegd op pesten en het leren omgaan met elkaar. Kinderen kunnen met zijn allen de schoolregels opstellen. 3. Leerkrachten zijn in staat om pesten te signaleren als het toch optreedt. Hiervoor kunnen zij een scholing krijgen. Het doorlezen van verschillende literatuur levert ook een goede bijdrage. 4. Leerkrachten nemen duidelijk een stelling als leerlingen worden gepest. Het invoelend vermogen van de leerkracht is hierbij belangrijk. 5. De school beschikt over diverse aanpakken als er gepest wordt. Leerkrachten kunnen worden geschoold in diverse methoden om pestproblemen aan te pakken. De methoden bieden handvatten op de klas als geheel, de pester en de slachtoffer( het gepeste kind) 6. Er is een vertrouwenspersoon die de klachten van leerlingen en ouders over het pestbeleid op school, kan indienen bij een klachtencommissie. Wanneer er maatregelen worden genomen om het pestprobleem aan te pakken, moet men het doen op het schoolniveau, op klasniveau en op het individuniveau
Op schoolniveau denken wij aan het inventariseren van het pestgedrag, versterken van het toezicht op het schoolplein en tijdens de pauzes, organiseren van ouderbijeenkomsten met info en discussie en overleg tussen de leerkrachten. Op klasniveau worden afspraken gemaakt omtrent pesten met omlijning van beloning en straf, regelmatige afspreken tussen de leerkrachten over pesterijen en rollenspelen en aangepast didactisch materiaal. Op het individuniveau wordt gesproken met elk slachtoffer en pestkop, apart dus en met de ouders ook apart. Hulp en ondersteuning geven aan de ouders en de pestkop van klas verplaatsen of school. 10. Is aparte wetgeving of wettelijke maatregelen tegen pesten nodig? Deze vraag roept verschillende meningen op. Drs Bob van der meer (psycholoog) is van mening dat iedereen het pesten erg vindt,maar niemand concreet iets aandoet om de slachtoffers te beschermen. Met twee andere pestdeskundigen organiseerde hij een persconferentie waarbij een lid van de Pvda-fractie van de tweede kamer aanwezig was samen met mr. Werner van Katwijk,directeur van Ouders en Coo. Hij wilde met deze persconferentie de omvang van het pestprobleem in kaart brengen. De ministerie van onderwijs,cultuur en wetenschappen heeft ondanks de vele verzoeken van diverse kanten om het probleem structureel aan te pakken niets gedaan. Na twaalf en een half jaar heeft het ministerie nog steeds niets gedaan en Bob is al die jaren door gegaan met het aanvechten van wettelijke maatregelen. Opnieuw organiseerde hij een persconferentie en op deze conferentie waren de mensen uit het bedrijfsleven uitgenodigd, zodat deze hun verantwoordelijkheden konden nemen. Dit deed hij niet alleen in het kader van maatschappelijk bewust ondernemen,maar ook vanwege de gigantische kosten die pesten tussen kinderen voor bijvoorbeeld de zorgverzekeraar meebrengt. De heer Jan van Olffen die voor de PvdA in de tweede kamer zit raakt een gevoelige snaar van de schoolbesturen met aan het hoofd van de scholen meneer de directeur. Jan van Olffen zat in een schoolbestuur, voordat hij de post van tweede kamerlid aanvaarde. Hij kent het reilen en zeilen binnen de schoolbesturen. Jan van Olffen wil net als alle anderen dat er wettelijke maatregelen worden genomen tegen het pest probleem. Sommige school -directeuren doen geen melding bij de desbetreffende instanties over het pestprobleem. Scholen steken hun koppen nogal eens in het zand. Zij willen ouders niet verontrustten, zij willen niet weten dat er slechte dingen op hun school gebeuren en leerkrachten zijn hier in verschillende situaties ook schuldig aan. Jan van Olffen heeft in Groningen een onderzoek verricht naar pesten op de scholen. Jan startte een onderzoek op de scholen, omdat een kind hem beanderd had en alles uit de doeken deed. Dit was voor Jan de aanleiding om met een onderzoek te beginnen. Samen met zijn collega van de VVD Wyb Feddema bracht hij zaken over de schooldirecteuren aan het licht die niet door de beugel konden. Hij kwam met diverse tools voor oplossingen. Helaas werden deze ook niet door de tweede kamer gehonoreerd om het pestprobleem te bestrijden. Het lid van de Pvda-fractie (L.Kortram) pleitte voor de wettelijke maatregelen tegen pesten, maar het heeft niet mogen baten. Het kamerlid Azoug die het ook belangrijk vindt dat er maatregelen moeten worden genomen tegen het pesten op school lukte het ook niet wat te bereiken bij de minister. De minister is van mening dat pesten nauw samenhangt met een veilig schoolklimaat en dat het ministerie van OCW zich inzet op het ondersteunen van scholen bij het creëren van een veilige leeromgeving. De inspectie ziet in het schooltoezicht toe op het beleid dat scholen voeren om een veilige leeromgeving te bereiken. Voorts kunnen ernstige vormen van fysiek en psychisch geweld bij de inspectie worden gemeld. Verder vindt de minister dat de onderwijstelefoon meer publiciteit geniet, waardoor de publiciteit van het aantal aanmeldingen stijgt.Pesten wordt bespreekbaar en de media geeft negatieve berichtgeving. Volgens de minister wordt het pesten door de media flink opge - blazen. De werkelijk cijfers uit het rapport van 2002 geeft een goed overzicht van het aantal gemelde klachten. Er kan dus niet gesproken worden over een verontrustende situatie. Renee Huitema van het APS bureau is ook van mening dat er op dit moment nog geen reden is om ons zorgen te maken over wettelijk maatregelen. De kwaliteitswet geeft de ouders en de leerlingen als kritische consumenten van het onderwijs voldoende mogelijkheden om het gedrag van bepaalde leerlingen of een gedogend of falend beleid van een school aan de kaak te stellen. Men kan vaker dan nu het geval is voor afhandeling naar de politie en justitie. 11. Deskundige hulp Er zijn verschillende vormen van hulp die men kan gebruiken om gepeste kinderen te helpen. Kinderen die veel gepest worden, zouden zo graag willen dat: Andere kinderen ook eens naar hun mening zouden luisteren. Ze eens heel doeltreffend terug konden pesten. Ze mee mochten spelen in de pauze. Kinderen die een hele tijd gepest zijn, hebben niet de kans gekregen om op een normale manier met leeftijdgenoten om te gaan. Ze hebben zich de groepsnormen onvoldoende eigen kunnen maken en zijn vaak angstig. Natuurlijk kunnen ze daar zelf niks aan doen. Maar als ze een opmerking maken, is het vaak precies de verkeerde. En als ze iets doen, wordt dat voortdurend verkeerd uitgelegd. Zeker voor het gepeste kind lijkt zo'n situatie hopeloos. Soms is het goed als het kind naast de steun van ouders en andere volwassenen wat extra hulp krijgt. Bijvoorbeeld door mee te doen aan een sociale vaardigheidstraining. Een kind leert daar praktische tips en ideeën om op een plezierige manier in een groep met elkaar om te gaan; het leert hoe je contacten legt en hoe je zonder ruzie aan anderen duidelijk maakt dat jij een andere mening hebt. Soms hebben kinderen ook baat bij individuele begeleiding. Trainingen en begeleiding worden gegeven door Riagg en schoolbegeleidingsdiensten. Met de schoolbegeleidingsdienst kunt u contact zoeken via de school. In veel gemeenten biedt de GGD of het maatschappelijk werk steun met betrekking tot pesten. Ook de schoolartsen bieden vaak hulp en advies. In ieder geval zijn zij goed op de hoogte van de hulpverlening in uw omgeving. De kindertelefoon. De kindertelefoon is speciaal is het leven geroepen voor kinderen. Kinderen kunnen van deze dienst gebruik maken om geholpen te worden. De mensen van de kindertelefoon nemen het probleem altijd serieus. Bang zijn hoeft niet en dat ze je zullen uitlachen ook niet. De mensen van de kindertelefoon hebben namelijk een speciale training gevolgd waar ze hebben geleerd hoe ze met verschillende problemen van kinderen moeten omgaan. Elke dag kunnen kinderen tussen 14.00 en 20.00 bellen. Het telefoonnummer is 0800-1608. Het is gratis dus de ouders zien het niet op de telefoonrekening en als zij niet willen dat iedereen het hoort kunnen ze ook in een telefooncel bellen. Conclusie De probleemstelling: is het tegengaan van pesten een taak van de school? Als ik mijn probleemstelling nog eens onder de loep neem, kan ik in het kort antwoorden, dat het tegengaan van pesten inderdaad een taak van de school is. Wanneer ik deze probleem -stelling ga analyseren heb ik dan een ander mening hierover. Pesten kun je niet vroeg genoeg aan pakken.Vaak begint het pesten eigenlijk reeds in de thuis situatie waar ouders en andere gezinsleden een kind, een broer of zus pesten zonder dat zij daar erg in hebben. Een voorbeeld van een thuissituatie: een kind dat niet assertief genoeg is en voor het minste en geringste huilt zal door de gezinsleden de bijnaam sufferd krijgen. Zo begint het pesten al vroeg in kringen waar het kind zich eigenlijk geborgen moet voelen. Ouders verwachten van de school dat zij het pestprobleem oplossen. Als leerkracht zal er hulp geboden worden mits zij de signalen van pesten vroeg opvangt. Plagen en pesten komen helaas nog veel te vaak voor. Aan de hand van mijn onderzoek heb ik kunnen concluderen dat leerkrachten niet veel begeleiding krijgen in hun omgang met de klas, met betrekking tot het pestprobleem. Ook tijdens hun opleiding is het fenomeen pesten nauwelijks aan bod gekomen. De leerkrachten zijn niet voldoende toegerust met vaardigheden om met het pestgedrag om te gaan, met name om het te voorkomen Er is nog niet veel hulpverlening gericht op het voorkomen van pesten. Bij voorkomen gaat het om de reductie van de kans op het ontstaan van een bepaald probleem. Het voorkomen van een probleem dient vooraf te gaan aan het omgaan met en het oplossen van een probleem. Uit mijn onderzoek met collega’s heb ik kunnen constateren dat zij zelf het verschil van pesten en plagen nog steeds verwarrend vinden. De geïnterviewde leerkrachten hebben wel behoefte aan een vorm van informatieverstrekking, gericht op het pesten. Ook wordt aangegeven dat zij voor de makkelijkheid steeds het woord pesten gebruiken terwijl zij plagen bedoelen. Preventie is een van de hoofdtaken om pesten aan te pakken. Het is bijvoorbeeld de taak van de schoolmaatschappelijk werker om pestgedrag op basisscholen tijdig te signaleren en te voorkomen. Door leerkrachten preventief toe te rusten met meer theoretische en praktische kennis van het pestprobleem kan op een meer adequate manier ingespeeld worden op de vraag vanuit leerlingen en ouders. Aan de hand van mijn interviews kan ik aangeven dat zij het wel belangrijk vinden dat het pesten op school wordt aangepakt mits die er is. De school maatschappelijk werker zou de basisschoolleerkrachten kunnen ondersteunen in het voorkomen van pestgedrag. Dit kan door een informatieve training, aan te bieden aan leerkrachten. In deze training worden leerkrachten voorzien van informatie over pesten, zoals oorzaken, gevolgen, signalen en cijfers. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan de sleutelpositie van de leerkrachten en de voorbeeldfunctie die zij innemen. Gezamenlijk zal nagedacht worden over wat preventieve acties zouden kunnen zijn. Het uiteindelijke doel van de training is het inzicht en de vaardigheden van leerkrachten omtrent pesten te vergroten. Om terug te komen op de rest van mijn informatie uit mijn interviews wil ik vervolgen met het omgaan van een klacht in de klas. Als een kind in de regel gepest wordt in de klas wordt niet kordaat opgetreden. De juf luistert wel naar het geklaag en verbiedt slechts een keer of enkele keren. De aandacht dat dit probleem vraagt wordt niet serieus genomen. In de veronderstelling gaan zij er van uit dat het eenmalig is en dat het pesten vanzelf ophoudt. Verder gaan de leerkrachten ervan uit dat de kinderen het pestprobleem thuis bespreekbaar maken bij de ouders, en deze dan weer op hun beurt het kind of de moeder van het kind dat pest aanspreken. Alle leerkrachten geven aan dat zij een prettige sfeer in de klas gecreëerd hebben en dat de leerlingen elkaar respecteren. Tot mijn verbazing moet ik wel zeggen dat het voor mij moeilijk te bevatten is. Vorig school jaar hebben twee gezinnen hun kinderen afgeschreven vanwege het pestprobleem. Het probleem
werd in de klassen niet aangepakt en ouders waren zeer ontevreden over de ontstane situatie. De kinderen op de school waar ik werkzaam zijn weinig bekend met de normen en de waarden van deze maatschappij. Ik kan moeilijk spreken over sociale vaardigheden die zij beheersen. Een school kan actieve stappen ondernemen ter verbetering van het pestprobleem. Werken aan sociale vaardigheden en conflicthantering. Deze actieve stappen kunnen ook voor andere situaties een oplossing zijn. Zij zouden boven aan de lijst van de regels moeten staan. Werken aan sociale vaardigheden en conflicthantering hoeft niet alleen tijdens de lesuren te gebeuren. Het kan ook gewoon door spontane activiteiten, zoals samen aan een project werken buiten de school uren.Er kan veel met elkaar gedaan worden, en tussen evaluaties in lassen om terug te kijken hoe het proces verlopen is. Kinderen letten teveel op elkaar. Ze bemoeien zich met alles en iedereen. Respect hebben zij weinig of niet voor elkaar. Op dit moment zijn wij (personeelsleden) bezig met het schrijven van een nieuw beleid voor de school, waarin het aanbieden van de sociale vaardigheden boven aan de lijst staat van ons programma. Deze sociale competenties worden aangeboden in alle groepen. (groep 2 tot en met groep 8) Het kind moet zich veilig voelen en daar moet niet alleen aan het fysieke gedacht worden, maar ook aan het psychische. Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Wordt het kind gepest, praat er dan mee, thuis en op school. Het mag niet geheim blijven!!
Bronnen: Website Postbus 51
Website Pestennet
Website Posicom
Website Pestenweb
Literatuur van Bob van der meer
Een uitdraai van Dan Oleuws
APS en documentatie
Opvoeding en Ondersteuning Rotterdam
Jeugdzorginformatie
Collega’s in het onderwijs

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.