Grammatica Nederlands.
Zinsontleding
Je kunt je zin ontleden in verschillende stappen.
Stap wat Manier Teken
1 Pv Maak de zin vragend. Pv komt vooraan te staan (…)
2 ww.gez Alle andere ww. {…}
3 Ond Wie/wat + pv + ww. Gez. (…)
4 Lijd. vw. Wie/wat + pv + ond + ww.gez. ……..
4 Nw deel v. t. gez. Zelfde als het lijd vw […]
5 Mw. Vw Wie/wat + pv + ond + lijd vw. + ww. Gez. ------
6 Bijv. vragen stellen: waarom? Wie? Hoelaat? Enz? enz? Streepje met haaie tande
7 v. bep. (in een zinsdeel (lijd vw ed) alles voor een znw, behalve lw. En voorzetsel -------->
8 n. bep. (in een zinsdeel (lijd v wed.) alles na een znw (alles) <-------
Bijwoord.
de kenmerken van een bijwoord: - het is (in een zin) onveranderlijk
- het is bijna altijd weg te laten
- een bijwoord geeft een plaats aan: hier, er, daar,
- een bijwoord geeft een tijd aan: nu, plotseling,
- andere bijwoorden (er zijn er meer): wel, toch, ook,
- word vaak verward met bijv. nw.
- zegt iets over: ww., Bijw., Bijv. nw
voorbeeld: scheldend liep hij over straat.
De bal rolde langzaam weg.
Bijvoeglijk naamwoord.
Zegt iets over een znw.
Werkwoordelijk gezegde.
----- wederkerende werkwoorden
wederkerende werkwoorden komen altijd voor met een wederkerend voornaamwoord.
Rijtjes: ik: me (ik was me) wij: ons (wij wassen ons)
Jij: je (jij wast je) jullie: je (jullie wassen je)
Hij: zich (hij wast zich) zij: zich (zij wassen zich)
We onderscheiden 2 wd. Vnw.: noodzakelijk en toevallig.
Noodzakelijk wd vnw: - je kunt het niet vervangen voor een ander woord
- je kunt het niet weglaten
- bij zinsontleding benoem je deze als het ww. Gez.
Toevallig wd vnw: - je kunt het vervangen door een ander woord
- je kunt het weglaten
- bij zinsontleding benoem je het als lijd. Vw.
----- wederkerig werkwoord
wederkerige werkwoorden komen voor met een wederkerig voornaamwoord.: elkaar (of woorden die daar vanaf zijn geleid mekaar, elkander, ed.)
aanwijzend voornaamwoord.
De belangrijkste aanw. Vnw. zijn: die, deze, dit en dat.
Daarnaast heb je deze ook nog waaronder: degene, diegene, datgene, dezelfde,
Hetzelfde, etc.
(wrd als: ginds, hier, daar, zijn bijw.)
betrekkelijk voornaamwoord.
Voornaamwoorden die bij een zinsdeel horen.
Onbepaalde voornaamwoorden
Zij zijn vaag: niets niemand het elk enig (ze kunnen zowel op mensen als op mensen slaan)
Telwoorden
Woorden die getallen aanduiden
----- bepaalde hoofdtelwoorden
wanneer het getal nauwkeurig word aangegeven: 8 (acht) 6 (zes) 22 (tweeentwintig)
----- onbepaalde hoofdtelwoorden
wanneer het getal minder duidelijk word aangegeven: veel, weinig, alle, sommige,
----- bepaalde rangtelwoorden
wanneer deze woorden een (duidelijke) rangorde aanduiden: 4de (vierde) 6de (zesde)
----- onbepaalde rangtelwoorden
wanneer deze woorden een (niet zo duidelijke) rangorde aanduiden: laatste, zoveelst
voegwoorden.
Voegwoorden verbinden woorden woordgroepen en zinnen met elkaar
----- onderschikkend voegwoord
onderschikkende voegwoorden staan meestal aan het begin van bijzinnen
hoe te herkennen?: je kunt het voegwoordje niet weghalen en 2 zinnen maken
zonder de woordvolgorde te veranderen.
----- nevenschikkend voegwoord
zij verbinden gelijkwaardige zinsdelen.
Hoe te herkennen?: je kunt het voegwoordje weghalen en 2 zinnen maken zonder de
woordvolgorde te veranderen.
Grammatica
ADVERTENTIE
Sturen mensen in jouw appgroep ongevraagd naaktbeelden door?
Weinig mensen zitten te wachten op ongevraagde naaktbeelden, maar toch worden ze massaal doorgestuurd. Het verspreiden van zulke beelden is eenvoudig, maar kan grote gevolgen hebben voor degene over wie het gaat. Het is dus belangrijk om in actie te komen als je ongevraagd naaktbeelden van iemand hebt ontvangen. Weten wat jij het beste kunt doen?
Check het nu!

REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden