BOEKVERSLAG
BK DOLLARDCOLLEGE BELLINGWEDDE
TOELICHTING OP HET MAKEN VAN HET BOEKVERSLAG.
* alle antwoorden moeten in volledige zinnen opgeschreven worden.
* Bij het beantwoorden van open vragen beginnen met een deel van de vraag.
voorbeeld vraag: wat was de oorzaak van zijn drugsprobleem?
voorbeeld antwoord: De oorzaak van zijn drugsprobleem was ………..
* het moet een orgineel nederlands boek zijn. (geen vertaling).
* het lettertype voor het leesdossier is arial 11 normal.
* op de voorkant moet een afbeelding van het boek gezet worden. (google afbeelding)
A Zakelijke gegevens over het boek
1 Titel (eventueel met ondertitel):
b Plaats van verschijnen:
c Jaar van verschijnen:
4 a Bevat dit boek bevat illustraties/afbeeldingen? nee ja
b Zo ja, hebben deze illustraties een functie voor het verhaal?
ja, ze hebben een functie, nl. :
nee, ze dienen louter en alleen voor de sier
B.1 DE SCHRIJVER. Elk antwoord in minimaal twee volledige zinnen opschrijven.
Wat is de geboortedatum en plaats?
Wat weet je over de opleiding van de schrijver?
Wat weet je over zijn werk?
Welke prijzen heeft hij gewonnen?
Hoeveel boeken heeft hij/zij geschreven? Zijn er heel bekende bij?
Zijn er boeken verfilmd?
Zijn er bijzondere gebeurtenissen in zijn leven geweest?
C Keuzemotivering
2 Ik heb dit boek gekozen om te lezen omdat
D 1. Over het verhaal
1 Wat is het thema van het boek? (het belangrijkste probleem in het kort?)
Waarom heet het boek zo? Verklaar de titel (minimaal 2 regels).
Ben jij het met de titel eens?
2 De hoofdlijnen van het verhaal in zes fasen:
1 Waar begint het verhaal mee? (beginsituatie)
2 Is er een probleem? Hoe is het probleem ontstaan?
3 Verbetert de situatie of is er een verslechtering van de situatie?
4 Wat is het dieptepunt?
5 Is er nog een verbetering?
6 Hoe loopt het verhaal af?
3 KORTE BESCHIJVING VAN DE PERSONAGES.
Vermeld in elk geval hieronder in een of twee complete zinnen:
1 hoofdpersoon
2 probleem hoofdpersoon
3 belangrijkste belevenissen hoofdpersoon
4 karakter of type hoofdpersoon (aantonen!)
5 belangrijkste bijpersonages
6 hoe is de relatie tussen hoofdpersoon en bijpersonages
7 waar speelt het verhaal zich af?
- In welke tijd speelt het verhaal?
- Wat is de tijdsduur van het verhaal? (hoe lang duurt het)
Definitieve samenvatting in korte verhaalvorm: (tussen de 15 en 25 regels)
D 2. Diversen
1 Het verhaal begint als het ware met een 'inleiding' waarin je de personages gaandeweg leert kennen.
midden in de gebeurtenissen, terwijl je de personages pas langzamerhand nader leert kennen.
2 a Afloop voor de hoofdpersoon: goed, omdat
slecht, omdat
wel goed m.b.t. ,
maar niet m.b.t. .
b 1 Het boek heeft een 'open' einde
2 Waaruit blijkt dat in dit boek?
4 a. Het verhaal kent 1 verhaallijn namelijk het verhaal gaat over
b. In het boek zijn de volgende verhaallijnen te onderscheiden:
5 a. Het verhaal bevat geen terugblikken (flashbacks).
b. Het verhaal bevat terugblikken. Een voorbeeld daarvan is:
6 a. Het boek bevat volgens mij geen 'boodschap', maar dient louter voor het leesplezier.
b. Er zit volgens mij een bepaalde bedoeling van de auteur (een 'boodschap') in het boek. Wat de auteur wil overbrengen is het volgende:
7 Wat is jouw oordeel over dit boek? Kruis 4 punten aan wat voor jou van toepassing is.
heel erg nogal neutraal nogal heel erg
onwerkelijk echt
oninteressant interessant
onherkenbaar herkenbaar
onbegrijpelijk begrijpelijk
droevig / somber grappig / vrolijk
onaangenaam aangenaam
shockerend niet schokkend
blijft niet hangen zet me aan het denken
niet leerzaam leerzaam
ingewikkeld eenvoudig
smerig fatsoenlijk
‘stout’ ‘braaf’
8 Licht een van jouw aangekruiste oordelen toe met een concreet voorbeeld uit het boek.
9 a Wat vond je de mooiste scène uit het boek?
b Waarom?
E Leeservaringen
1 Onderwerp
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden