Beoordelen.
Je eigen oordeel, bekrachtigd met argumenten (waarom vond je dat?).
Wat kan je beoordelen in een boek:
1. Gebeurtenissen: - vond je de gebeurtenissen echt?
- heb je/kennissen de gebeurtenissen een keer meegemaakt?
- andere boeken/films waarin het zelfde voorkomt?
- Lijken de beschrijvingen veel op die uit een ander boek?
- Vindt je bepaalde gebeurtenissen schokkend?
- Hebben de gebeurtenissen je aan het denken gezet?
2. Personen: - waren de personen van ‘vlees en bloed’, of waren er
teveel types?
- welke personen waren sympathiek/onsympathiek?
- Wat heeft je verwonderd/geïrriteerd in het gedrag van de personen? waarom?
- Kon je je inleven, of niet?
- Op welke momenten zou jij het ander gedaan hebben?
3. Opbouw: - Was het verhaal lastig te lezen of niet?
- kwam dat door flashbacks.niet-chronologische vertelwijze?
- Was het verhaal spannend of niet?
- Kwam dat door de gebeurtenissen of de opbouw?
- Heb je stukken overgeslagen i.v.m saai zijn?
- Houd je meer van verhalen met een ik-verteller of een onzichtbare verteller?
- Houd je van verhalen met een open eind of niet?
- Heb je je gestoord aan wisselende perspectieven of niet?
4. Taalgebruik: - Moeilijk te lezen door lange zinnen/woordkeuze?
- Ben je zinnen tegengekomen die je erg mooi/goed grappig/goed gezegd waren?
- Was het taalgebruik ‘beeldend’ genoeg?
- Waren er veel dialogen, weinig beschrijvingen of niet?
Het oordeel van een criticus.
Argumenten: Dingen op grond waarvan de schrijver tot een conclusie komt hoe het boek is.
Er zijn 7 soorten argumenten:
1. Structurele argumenten: - Bij het beoordelen van de opbouw van een boek een
boek is beter als alle elementen (thema, personen, ruimte, enz.) samen hangen.
2. Realistische argumenten: - wordt gebruikt bij het beoordelen van de
‘waarschijnlijkheid’ van een boek, hoe realistischer in de ogen van de recensent hoe beter het boek is.
3. Vernieuwingsargumenten: - anders dan bij lectuur moet een literair werk steeds
weer vernieuwend zijn (origineel). Het vernieuwende kan zijn: de stijl, het thema of het gegeven.
4. Morele argumenten: - argumenten die gebruikt kunnen worden tegen de
normen en waarden van het boek,de recensist kan andere normen en waarden hebben en daarom het boek afwijzen.
5. Emotivistische argumenten: - argumenten die je gebruikt om een boek aan te prijzen
dat heeft gewerkt op je gevoelens (werd je er helemaal in meegesleept of niet?).
6. Intentionele argumenten: - argumenten die gebruikt worden als je een boek
geslaagd of niet vindt doordat de schrijver zijn bedoeling duidelijk heeft kunnen maken met het boek.
7. Stilistische argumenten: - wie de stijl van een auteur aangrijpt om een oordeel
over het boek te geven hanteert stilistische argumenten
Je eigen oordeel, bekrachtigd met argumenten (waarom vond je dat?).
Wat kan je beoordelen in een boek:
1. Gebeurtenissen: - vond je de gebeurtenissen echt?
- heb je/kennissen de gebeurtenissen een keer meegemaakt?
- andere boeken/films waarin het zelfde voorkomt?
- Lijken de beschrijvingen veel op die uit een ander boek?
- Vindt je bepaalde gebeurtenissen schokkend?
- Hebben de gebeurtenissen je aan het denken gezet?
2. Personen: - waren de personen van ‘vlees en bloed’, of waren er
- welke personen waren sympathiek/onsympathiek?
- Wat heeft je verwonderd/geïrriteerd in het gedrag van de personen? waarom?
- Kon je je inleven, of niet?
- Op welke momenten zou jij het ander gedaan hebben?
3. Opbouw: - Was het verhaal lastig te lezen of niet?
- kwam dat door flashbacks.niet-chronologische vertelwijze?
- Was het verhaal spannend of niet?
- Kwam dat door de gebeurtenissen of de opbouw?
- Heb je stukken overgeslagen i.v.m saai zijn?
- Houd je meer van verhalen met een ik-verteller of een onzichtbare verteller?
- Houd je van verhalen met een open eind of niet?
- Heb je je gestoord aan wisselende perspectieven of niet?
4. Taalgebruik: - Moeilijk te lezen door lange zinnen/woordkeuze?
- Ben je zinnen tegengekomen die je erg mooi/goed grappig/goed gezegd waren?
- Was het taalgebruik ‘beeldend’ genoeg?
Het oordeel van een criticus.
Argumenten: Dingen op grond waarvan de schrijver tot een conclusie komt hoe het boek is.
Er zijn 7 soorten argumenten:
1. Structurele argumenten: - Bij het beoordelen van de opbouw van een boek een
boek is beter als alle elementen (thema, personen, ruimte, enz.) samen hangen.
2. Realistische argumenten: - wordt gebruikt bij het beoordelen van de
‘waarschijnlijkheid’ van een boek, hoe realistischer in de ogen van de recensent hoe beter het boek is.
3. Vernieuwingsargumenten: - anders dan bij lectuur moet een literair werk steeds
weer vernieuwend zijn (origineel). Het vernieuwende kan zijn: de stijl, het thema of het gegeven.
4. Morele argumenten: - argumenten die gebruikt kunnen worden tegen de
normen en waarden van het boek,de recensist kan andere normen en waarden hebben en daarom het boek afwijzen.
5. Emotivistische argumenten: - argumenten die je gebruikt om een boek aan te prijzen
6. Intentionele argumenten: - argumenten die gebruikt worden als je een boek
geslaagd of niet vindt doordat de schrijver zijn bedoeling duidelijk heeft kunnen maken met het boek.
7. Stilistische argumenten: - wie de stijl van een auteur aangrijpt om een oordeel
over het boek te geven hanteert stilistische argumenten
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
X.
X.
Waar zijn de inhoudelijke en persoonlijke argumenten?? =(
11 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
inderdaad waar zijn die
8 jaar geleden
M.
M.
Dank je wel, ik had een fictieverslag maar ik mis beoordeling (ik moet meer) en nu lukt het me wel :)
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ssssslechht
5 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
wow! super goed. ik moest een verlag maken namelijk
5 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Wat een slechte pagina zeg
5 jaar geleden
Antwoorden