The beatles
Britse popgroep, bestaande uit John (Winston) Lennon (Liverpool 9 okt. 1940 - New York 8 dec. 1980, zang en gitaar), Paul McCartney (Liverpool 18 juni 1942, zang en basgitaar), George Harrison (Liverpool 25 febr. 1943 - Los Angeles 29 nov. 2001, zang en leadgitaar) en Ringo Starr (eig. Richard Starkey; Liverpool 7 juli 1940, zang en drums). The Beatles staan te boek als de succesvolste en vernieuwendste popgroep aller tijden. Hun wereldwijde invloed op volgende generaties popmuzikanten deed zich blijvend gelden.
De groep werd al in 1956 opgericht, maar de doorbraak kwam pas in 1962 met de h
Toen volgden heel veel opnamens die alle verkooprecords sloegen, aanvankelijk in Groot-Brittannië, later in andere Europese landen en vervolgens ook in Amerika, waar men daarvoor alleen rockmuziek van eigen bodem waardeerde. Er was sprake van een ware 'Beatlemania'. De successen van de Beatles waren, afgezien van de muzikale kwaliteiten, ook te danken aan hen voor die tijd lange haar (beatlekapsel) en hun extravagante gedrag. In 1964 bezochten de Beatles Nederland, waarbij een rondvaart door de Amsterdamse grachten vele fans op de been bracht. Hits in deze periode waren o.a.: Please, please me, From me to you, She loves you, I want to hold your hand (alle 1963), Can't buy me love (1964), Help! en Yesterday (1965) en Michelle (1966). De songs werden geschreven door Lennon en McCartney, waarbij de eerste veelal serieuzer en ruiger voor de dag kwam dan de meer verfijnd en luchtiger van toon opererende McCartney. LP's uit die tijd zijn o.a. Beatles for sale (1964), Rubber soul (1965) en Revolver (1966). De opwindende muziek was aanvankelijk gebaseerd op rock 'n roll en rhythm and blues, maar ontwikkelde al in een vroeg stadium een geheel eigen gezicht, gekenmerkt door ongebruikelijke akkoordenschema's, opvallend scherp gekleurde close harmonyzang en afwijkende arrangementen. De groep maakte ook films, waaronder Help! (1965). Op 29 aug. 1966 gaven de Beatles in San Francisco hun laatste concert. Daarna concentreerden zij zich op studiowerk. Dat leidde in 1967 tot de LP Sgt. Pepper's lonely hearts club band, die werd gezien als het artistieke hoogtepunt van de groep. Met dit album, waarop de Beatles blijk gaven hallucinogene drugs als inspiratiebron te gebruiken, hadden zij een mijlpaal in de popgeschiedenis gecreëerd. Daarna verschenen de EP Magical mystery tour (1967), het in witte hoes gestoken dubbelalbum The Beatles (1968), de soundtrack van de tekenfilm Yellow submarine (1969), en de LP Abbey road (1969). In de hitparade bleven de Beatles hoog scoren, o.a. met All you need is love (1967), Penny lane (1967), Strawberry fields forever (1967), Hey Jude (1968) en Get back (1969). In deze tijd experimenteerden de Beatles met elektronica, complexe ritmes en surrealistische teksten; bovendien toonden zij interesse voor Indiase mystiek. Na het verschijnen van de LP Let it be (1970) viel de groep uiteen. De leden gingen muzikaal ieder huns weegs, waarbij vooral John Lennon en Paul McCartney succesvol waren. Eind 1995 verscheen het eerste deel van de driedelige dubbel-cd-reeks Anthology, dat alle nog resterende studio-opnamen van The Beatles bevatte, waaronder veel voorstudies. Als bijzonderheid was er tevens sprake van twee door de nog levende groepsleden afgemaakte demo-opnamen van John Lennon, die als de postume Beatles-singles Free as a bird en Real love op de markt werden gebracht. Echt grote verkoopsuccessen werden ze niet, in tegenstelling tot de Anthology-albums zelf, die The Beatles overal ter wereld opnieuw bovenaan de hitlijsten bracht, evenals het in 2000 verschenen verzamelalbum 1, waarvan weer als vanouds miljoenen exemplaren over de toonbank gingen. En als laatste zongen ze: obladi oblada!
Toen volgden heel veel opnamens die alle verkooprecords sloegen, aanvankelijk in Groot-Brittannië, later in andere Europese landen en vervolgens ook in Amerika, waar men daarvoor alleen rockmuziek van eigen bodem waardeerde. Er was sprake van een ware 'Beatlemania'. De successen van de Beatles waren, afgezien van de muzikale kwaliteiten, ook te danken aan hen voor die tijd lange haar (beatlekapsel) en hun extravagante gedrag. In 1964 bezochten de Beatles Nederland, waarbij een rondvaart door de Amsterdamse grachten vele fans op de been bracht. Hits in deze periode waren o.a.: Please, please me, From me to you, She loves you, I want to hold your hand (alle 1963), Can't buy me love (1964), Help! en Yesterday (1965) en Michelle (1966). De songs werden geschreven door Lennon en McCartney, waarbij de eerste veelal serieuzer en ruiger voor de dag kwam dan de meer verfijnd en luchtiger van toon opererende McCartney. LP's uit die tijd zijn o.a. Beatles for sale (1964), Rubber soul (1965) en Revolver (1966). De opwindende muziek was aanvankelijk gebaseerd op rock 'n roll en rhythm and blues, maar ontwikkelde al in een vroeg stadium een geheel eigen gezicht, gekenmerkt door ongebruikelijke akkoordenschema's, opvallend scherp gekleurde close harmonyzang en afwijkende arrangementen. De groep maakte ook films, waaronder Help! (1965). Op 29 aug. 1966 gaven de Beatles in San Francisco hun laatste concert. Daarna concentreerden zij zich op studiowerk. Dat leidde in 1967 tot de LP Sgt. Pepper's lonely hearts club band, die werd gezien als het artistieke hoogtepunt van de groep. Met dit album, waarop de Beatles blijk gaven hallucinogene drugs als inspiratiebron te gebruiken, hadden zij een mijlpaal in de popgeschiedenis gecreëerd. Daarna verschenen de EP Magical mystery tour (1967), het in witte hoes gestoken dubbelalbum The Beatles (1968), de soundtrack van de tekenfilm Yellow submarine (1969), en de LP Abbey road (1969). In de hitparade bleven de Beatles hoog scoren, o.a. met All you need is love (1967), Penny lane (1967), Strawberry fields forever (1967), Hey Jude (1968) en Get back (1969). In deze tijd experimenteerden de Beatles met elektronica, complexe ritmes en surrealistische teksten; bovendien toonden zij interesse voor Indiase mystiek. Na het verschijnen van de LP Let it be (1970) viel de groep uiteen. De leden gingen muzikaal ieder huns weegs, waarbij vooral John Lennon en Paul McCartney succesvol waren. Eind 1995 verscheen het eerste deel van de driedelige dubbel-cd-reeks Anthology, dat alle nog resterende studio-opnamen van The Beatles bevatte, waaronder veel voorstudies. Als bijzonderheid was er tevens sprake van twee door de nog levende groepsleden afgemaakte demo-opnamen van John Lennon, die als de postume Beatles-singles Free as a bird en Real love op de markt werden gebracht. Echt grote verkoopsuccessen werden ze niet, in tegenstelling tot de Anthology-albums zelf, die The Beatles overal ter wereld opnieuw bovenaan de hitlijsten bracht, evenals het in 2000 verschenen verzamelalbum 1, waarvan weer als vanouds miljoenen exemplaren over de toonbank gingen. En als laatste zongen ze: obladi oblada!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden