Vraag 28: Het is erg moeilijk om iets te verklaren wat je eigenlijk niet weet. Soms doen mensen het met reden of soms zonder reden. Maar het is nooit goed om verkeerde dingen te doen.
Vraag 29: Ik vind het heel erg menselijk als je fouten maakt. Iedereen maakt fouten. Zelfs de beste personen op aarde. Het is ook helemaal niet erg als je fouten maakt. Want van de meeste fouten leer je heel erg veel.
Vraag 30: Ja, Als je iets doet wat niet goed is heb je er zelf heel erg last van. Bijvoorbeeld dat je in de gevangenis moet. Dus je bent zelf verantwoordelijk voor wat je doet.
Vraag 31: Ja, dit heeft namelijk nog nooit eerder bestaan. Hij heeft een boom gemaakt die je inzicht gaf in goed en kwaad. Dus als je die had genomen zou je sterven. En zou je bij god zijn. Omdat er staat dat god een boom heeft neergezet waardoor je goed en kwaad kon inzien moet hij het wel gemaakt hebben. Ook staat er op het einde: ‘en zo wisten de mensen van goed en kwaad’ waar je dus uit kon afleiden dat goed het heeft gemaakt.
Vraag 32: God zou precies weten wat er gebeurt als je van die boom zou eten. Jullie zouden sterven en net als god weten wat goed is en wat verkeerd. Ook zou je wijzer worden door het eten van die vruchten. Daarom nam die vrouw en man een vrucht. Waardoor ze net als god werden en goed en kwaad in konden zien.
Vraag 33: Omdat het hele gevaarlijke dieren zijn. De meeste zijn giftig en heel veel mensen zijn bang voor slangen. Dus denk ik dat daarom zij het kwaad voorstellen.
Vraag 34: Zij was erg benieuwd wat er zou gebeuren als je toch van die vrucht eet. Dus vroeg zij het aan de slang. Die vrouw wou wijzer worden en at dus toch van de vrucht. En uiteindelijk haar man ook. Dus werden ze een van god en konden ze de verschillen tussen goed en kwaad inzien.
Vraag 35: Nee, iedereen is wel eens kwaad. Maar omdat je kwaad bent hoef je niet meteen te sterven want iedereen maakt fouten waardoor er altijd wel wat kwaad is in de wereld.
Vraag 36: Dat hij ook de wereld heeft ingericht. Dus hij heeft die bomen geplaatst en die tuin gemaakt. Ook zijn er mensen neergezet die hij zelf heeft gemaakt. Dus het verhaal heeft er wel dergelijk wel iets mee te maken.
Vraag 39: Omdat hij niet wist of hij terug wou naar toen. Hij heeft veel meegemaakt in die tijd. Bijvoorbeeld dat een jongetje onder de trein is gekomen. En daar droomt hij nog steeds over. Dus hij wist niet zeker of hij de drempel over wou gaan naar toen. Die vreselijke tijd, 25 jaar geleden.
Vraag 40: Best wel anders. Je moet het verleden ook gewoon achter je laten. Ook moet je niet bang meer zijn. Als je wat ouder bent moet je ook durven. Hij moet zich er gewoon overheen zetten.
Vraag 41: Hij is bang dat anders die nachtmerries zijn hele leven achtervolgen. Ook wil hij graag weten waarom hij is gepest. Iedereen wou weten over zijn wanhoop en zijn schuld. Waardoor hij het uiteindelijk niet meer aan kon. En dus zelfmoord heeft gepleegd.
Vraag 42: Het kwaad is eigenlijk ook al de titel. ‘Hadden we er maar wat van gezegd!’. Ook de nachtmerries is het kwaad. Ook omdat hij gepest werd was het kwaad hem te veel en besloot hij zelfmoord te plegen.
Vraag 43: Eigenlijk is het niet verstandig. Je lost het uiteindelijk niet op. Ook doe je veel mensen pijn met dit besluit. Maar het werd hem te veel en dat snap ik. Want je kan er dan gewoon niet meer mee leven. Met zoveel pijn en verdriet.
Vraag 44: Er zitten allebei mensen in het verhaal die uiteindelijk sterven. Maar allebei om een andere reden. De een omdat ze wijzer wouden worden en de ander omdat het pesten teveel werd. Dus allebei heeft het een reden.
Vraag 46: Ik vind het heel erg zinvol. Degene die in de gevangenis zit leert van zijn fouten. Dus als je hebt gestolen en je in de gevangenis komt weet je de gevolgen van het stelen. Dus dan denkt iemand later wel dat je het niet meer moet doen.
Vraag 47: Een slechte uitspraak voor de mensen maar een goede uitspraak voor de misdadigers. Want als je iets groots gaat doen betekend het dat je iets heel ergs gaat doen. Bijvoorbeeld een juwelier overvallen. Anders zou je al gepakt worden door bijvoorbeeld het stelen van een snoepje in een snoepzaak.
Vraag 48: Slecht, hij snapt het waarschijnlijk niet. Hij gaat gewoon maar stelen en erge dingen doen die niet mogen. Dus hij snapt niet wat verantwoordelijk is. Want hij heeft het nooit geleerd.
Begrippen en personen:
Zonde: Een benaming voor als je ergens erg spijt van hebt of als je je aan iets ergert.
Kwaad: Het erge wat kan gebeuren bij mensen. Bijvoorbeeld pesterij. Het is erg verkeerd.
Trance: Het dromen van iets ergs wat vroeger is gebeurt.
Spijt: Duidelijk maken aan jezelf dat je iets niet goed hebt gedaan,
Straf: Ergens voor boeten van wat je verkeerd hebt gedaan.
Vraag 50: Ik vind het wel belangrijk om te weten wat er om me heen gebeurt. Als het bijvoorbeeld over jezelf gaat wil je wel graag weten wat er precies aan de hand is. Of ze roddelen over jou of ze maken erge opmerkingen. Ook vind ik het nieuws ook belangrijk. Niet alleen wat in Apeldoorn gebeurt maar alles in Nederland.
Vraag 51: Ik vind het een hele slechte reactie. Natuurlijk maakt het wel uit met wat er in de wereld gebeurt. Maar inderdaad, als je er niet naar kijkt zou er hetzelfde gebeuren. Maar als er iets ergs gebeurt interesseert het je vast wel. Die mensen kunnen ook soms hun problemen niet oplossen. Dat is dus ook een slechte toelichting. Als er bijvoorbeeld een orkaan is geweest kunnen mensen hun eigen problemen niet oplossen. Omdat ze vaak arm zijn en alles kapot is gegaan. Jelle is er ook niet verantwoordelijk voor, maar je mag wel iets meer interesse tonen.
Vraag 52: Ik vind het niet terecht. Iedereen mag met bepaalde mensen omgaan met wie ze zelf wilt. Dus Sidika mag zelf weten of ze omgaat met Bas. Dat kan haar vader ook niet veranderen. Maar als het vanwege het geloof moet heb ik daar wel respect voor. Maar alsnog, ik vind dat iedereen zelf mag weten met wie ze omgaan.
Vraag 53: Ik zou verbaasd reageren. Ik zou zeggen dat als je nog verliefd op me was dat je er wel iets voor over moest hebben. Maar als het vanwege het geloof moest had ik daar respect voor. Je mag zelf weten wat je volgt. Ik zou zelf ook een gesprek aangaan met haar vader. Maar als het niet zou lukken zou ik dat ook accepteren.
Vraag 54: Hij kan best nog wel iets van zijn leven maken. Hij moet wel doorgaan met het zoeken naar een baantje. Misschien weet iemand wel dat het een grote fout is en wil hem wel aannemen. Als dat niet het geval is moet je misschien wat van je ouders lenen. Terwijl ik denk dat ze het niet geven. Maar dan moet je gewoon alsnog gaan zoeken naar een baantje. Iemand neemt je vast wel aan. Hij heeft dromen en dat is goed. Als hij in de horeca werkt en daar zich gewoon netjes gedraagt komt het wel goed. Hij moet er alleen nog aan werken dat hij niet wordt zoals vroeger.
Vraag 55: Hij kon er wel wat aan doen. Hij had gewoon niet met die vrienden om moeten gaan. Het klinkt wel makkelijk gezegd maar toch moet hij dan dapper zijn en zeggen dat hij het niet wil. Iedereen heeft wel een periode dat het niet zo goed gaat in je leven. Maar dan is het niet de bedoeling dat je meteen gaat stelen en geweld gaat gebruiken. Hij kan er wel degelijk wat aan doen. Dus is het nu de taak om het niet weer te laten gebeuren.
Vraag 57: Ik hou me er niet mee bezig. Maar als er iets heel ergs zou gebeuren waardoor er heel veel vee verloren gaat zou ik me er wel in interesseren. Ik vind het namelijk wel interessant. Maar voor de rest maak ik me er geen zorgen om. Ook al is het wel een grote ramp wat er dan gebeurt. Dan eet je waarschijnlijk iets minder vlees in de week.
Vraag 58: Eigenlijk is het geen goed plan. Want als ze uiteindelijk die ziekte niet krijgen verdien je er uiteindelijk heel veel mee. En dat is vaak het doel van het vee die boeren houden. Maar aan de ene kant snap ik het wel. Zo meteen worden alle dieren hiermee geïnfecteerd en dan heb je helemaal niets meer. En dan heb je alleen nog maar meer zorgen aan je hoofd. Dus eigenlijk moeten ze het ook zelf weten.
Vraag 59: Ik denk het niet. Meestal kunnen de boeren er niets aan doen als er een virus komt. Maar dan moeten ze wel er voorbereid zijn. Ze moeten weten wat ze moeten doen als er een virus komt. Zo kunnen ze alvast wat medicijnen kopen zodat het niet verder uitbreid.
Vraag 60: Ze kunnen er vast wel tegen beschermen. Als het een heel nieuw virus is komt het waarschijnlijk in het nieuws. Wetenschappers zien dat en gaan in het laboratorium aan het werk om een nieuw medicijn te maken tegen de ziekte. Waarschijnlijk zal dat dan snel in de winkel liggen en het slachtoffer krijgt het medicijn. En zal waarschijnlijk beter worden. En ik denk dat het zo gaat bij elke virus.
Vraag 63: Ik vind de uitspraak ‘deze ramp is Gods wil’ erger. Eigenlijk kan God helemaal niets aan rampen doen. Rampen komen vanzelf en niemand is verantwoordelijk voor de ramp. Dus ook God niet. Ik vind het dus erg dat als je gelovig bent en dan de meester van jou geloof de schuld geven van een ramp. Dat kan echt niet.
Vraag 64: Foto’s 1 en 3. Foto 1: Niemand kan er wat aan doen dat het heet is. Dus kan niemand er automatisch wat aan doen dat er bosbranden komen. Dus niemand kan je de schuld geven. Wel kan je dag en nacht water spuiten vanuit een helikopter maar dat is ook niet alles. De kans is dan ook groot dat het niet stopt. Foto 2: Je kan hier degelijk wel wat aan doen. Je hoeft niet meteen je hele pluimveeboerderij te ruimen. Je kan de vogels een medicijn geven zodat het minder wordt. Dus ruimen is erg overbodig. Laat ze gewoon nog even daar. Als de andere het ook krijgen dan kan je zorgen gaan maken maar als er nog maar één dier het heeft hoef je niet te ruimen. Foto 3: Niemand kan wat aan een aardbeving doen. Het komt vanzelf. Niemand kan onder de grond kruipen en zorgen dat er geen botsing plaats vindt tussen aardplaten. Dus niemand kan hier wat aan doen. Uiteindelijk kan je er ook niet voor zorgen dat het stopt.
Vraag 66: Een levensvisie kan iedereen hebben. Ook als je een ander geloof hebt, kan het zijn dat je hetzelfde levensvisie hebt dan het humanisme. Dus moet je humanistisch zijn om echt een van de humanistische te zijn. Want een levensvisie verschilt tussen mensen. Een humanistische ben je of dat ben je niet.
Vraag 67: Ik vind dat het humanisme optimisten zijn. Zij zien alles van de beste kant. Zo streven ze naar een samenleving, gerechtigheid, verdraagzaamheid en medemenselijkheid. Zij gaan daarvoor. Ze zien dus het beste ervan in.
Vraag 68: Anderen zien de wereld anders. Zij denken dus anders en hebben soms andere bedoelingen. Bijvoorbeeld en vorst die niet goed regeert. Hij ziet het leven anders dan een andere humane. Hij heeft andere bedoelingen met het regeren. Hij doet het op zijn eigen manier. En dan gaan er wel eens dingen mis.
Begrippen en personen:
Vogelgriep: De pest in er vroeger in Afrika was. Is precies hetzelfde maar nu bij vogels.
Ruiming: Je haalt dingen weg. Dat komt meestal doordat er iets verkeerd is gegaan.
Virus: Een kleine ziekteverwekker die zorgt dat je ziek wordt.
Epidemie: Er zijn heel veel mensen en/of dieren die dezelfde ziekte hebben. Bijvoorbeeld dat 1/16 van de mensen in Apeldoorn de griep heeft. Dat is heel veel van dezelfde ziekte.
Vloeken: Schelden met de meester van je geloof.
Fatum: Een blind noodlot.
Fatalisme: Een levensverhouding die er vanuit gaat dat een blind noodlot alles bepaald.
Idealisme: Het tegenovergestelde van het Fatalisme. Zij geloven niet in een blind noodlot, maar ze zien god als oorzaak van alles wat er gebeurt.
Protagoras: Een oude Griekse filosoof die 2450 jaar geleden zei: ‘De mens is de maat van alle dingen’.
Humaan: Één persoon uit het humanisme.
Humanisme: is een geloof die bekend staat om een levensvisie met veel ruimte voor vrijheid en verantwoordelijkheid.
Vraag 71: Ja, ik zat vrolijk mee te doen met mijn voetbaltraining. En toen werd ik door een ploeggenoot neergehaald. Gaat natuurlijk niet expres. Maar toen had ik hele erge pijn. En toen had ik het gevoel dat het heel oneerlijk was wat me overkwam.
Vraag 72: Ik ben nooit boos op God. Ik weet dat het nooit zijn schuld is. Dus ik ben nooit boos op hem. Ik ben wel vaak blij met hem. Want hij geeft mij vaak extra kracht om iets te doen. Maar boos? Nooit, want je mag nooit op de grote heer boos zijn. Na alles wat hij heeft gedaan.
Vraag 73: Ik denk het niet. Ik denk dat het kwaad vanzelf komt. Niemand heeft het gemaakt of bedacht. Het komt eigenlijk door één of een groep personen. Het kwaad komt niet door God omdat hij geen slechte heer is. En dus ook niet het kwaad zou hebben bedacht.
Vraag 74: Ik geloof in kwade machten. Er is eigenlijk niet een persoon die de duivel wordt genoemd. Kwade machten hebben eigenlijk alle mensen. Alle mensen doen wel eens iets fout in dat gebied. Dus is er eigenlijk geen duivel voor mij. Maar mensen met kwade machten.
Vraag 75: Ik denk vanuit de hemel. Ik denk dat de mensen die dood zijn gegaan, dat die weer in leven zijn gekomen. Ik denk dat de mensen die vroeger iets heel ergs mee hadden gemaakt, dat die de duivels zijn. Want die willen misschien wraak. En zo is eigenlijk de eerste duivel ontstaan.
Vraag 76: Ik vind het een heel mooi verhaal. Ook wel een beetje droevig. Eerst werd hij erg ziek en verloor hij alles. Dat kwam dus doordat hij bij God antwoorden zocht. En dat was niet goed. Uiteindelijk heeft hij alles weer terug gekregen en zo krijgt het een mooi einde op een droevig verhaal in eerste instantie.
Vraag 77: Het is wel waar. Als je geld hebt en gezond bent kan je eigenlijk alles. Met veel geld kan je spullen kopen en omdat je gezond bent kan je nog steeds alles doen. Daarom is het wel waar. Als je geld hebt en gezond bent kan je alles.
Vraag 78: Ik vond de opmerking van ‘hij moest alles maar geduldig verdragen, om er uiteindelijk beter uit te komen’ het best. Het is een goede opmerking omdat het volkomen waar is. Hij moest maar afwachten en rustig aan doen en dan zou het weer goed komen denk ik.
Vraag 79: Een goed antwoord. Zo zorgt hij dat dit niet weer gebeurt. Dat hij niet de hele tijd moet zoeken naar antwoorden maar ook zelf is wat moest oplossen. En dat is ook het goede antwoord omdat mensen dan ook weer leren van zijn fouten.
Vraag 82: Omdat hij niet weet of god wel op een bepaald moment er was.
Vraag 83: Omdat je het dan kwijt kan en misschien wel antwoord krijgt van de heer.
Vraag 87: Een slecht denkbeeld, de titel zegt al dat het niet goed is, en hij maakt er zelf een theologie bij.
Vraag 88: Er gebeuren weinig dingen wat god niet weet. Dat is tenminste mijn beredenering. Ik hoop wel dat hij soms iets aan kan doen.
Vraag 89: Van god, die ooit het kwaad heeft gemaakt om mensen te laten boeten voor zijn fouten.
Vraag 90: Omdat het uit hetzelfde bestaat. Het gaat er bij allebei om dat god er niet is geweest op dat punt. En daarover niet tevreden is.
Vraag 91: God was niet op het moment op de plek waar het gevaar was. Toen is Westerbork zijn er heel veel verkeerde dingen gebeurd. Dus God heeft niet gedaan op dat moment.
Vraag 92: Zo kunnen mensen die ooit nog terugdenken aan deze vervelende tijd toch nog aan de positieve dingen denken. Dat uiteindelijk Hitler niet meer aan de macht was.
Vraag 93: Een emotioneel couplet. Je weet dat het gaat over dat Joden werden vervoerd naar andere concentratie kampen. En dat kan voor sommige mensen de vervelendste tijd uit de oorlog zijn.
Begrippen en Personen:
Kwaad = het verkeerde dat god heeft gedaan.
Almachtig = Dat je alle macht in handen hebt.
Duivel = De slechte persoon.
Job = De naam van het verhaal P. van Midden.
Rabbi = joods leraar.
Kushner = de schrijver van het verhaal over dat god er niet was.
Bonhoeffer = schrijver van god en de klokken.
Holocaust = Grieks woord: totale vernietiging of uitroeiing
Westerbork = Concentratie kamp uit de tweede wereldoorlog.
Vraag 94: Ja, ik had iemand gepest en daar ben ik uiteindelijk helemaal niet meer tevreden over. Omdat ik weet dat het fout was.
Vraag 96: Goed, zo kunnen mensen het ook eens loslaten. Dat kunnen ze ook eens doen wat ze wouden doen. Anders houden ze een slecht geweten.
Vraag 97: Daar kunnen ze in baden om hun geweten even goed te maken. Je wordt rein als je daar in die rivier bent geweest. En heb je niet meer zo’n slecht geweten.
Vraag 98: Omdat het uiteindelijk toch wat minder is gaan worden. Mensen zijn minder gaan denken en meer gaan vergeven. Dus was het uiteindelijk niet meer nodig. En hebben ze er iets anders voor in de plaats gedaan.
Vraag 98: Omdat het uiteindelijk toch wat minder is gaan worden. Mensen zijn minder gaan denken en meer gaan vergeven. Dus was het uiteindelijk niet meer nodig. En hebben ze er iets anders voor in de plaats gedaan.
Vraag 100: Ja,dat vind ik de beste manier om iets goed te maken. Je hebt dan ook de grootste kans om het goed te maken.
Vraag 101: Goed, zo krijgen mensen de kans om het goed te maken.
Vraag 102: Nee, want dan moet je ook nog met diegene praten.
Vraag 103: Uitpraten en dan kijken of je er allebei mee eens bent.
Vraag 104: Goed, zo geef je nog op een andere manier de kans voor mensen om het met anderen goed te maken.
Vraag 105: Ja, dan ben je van je schuld gevoel af en kan je verder leven.
Vraag 106: Nee, ik probeer het niet zo ver te laten komen met iemand. Maar in noodgevallen zou ik het wel doen.
Vraag 110: Ja, je moet iets altijd goed kunnen maken en dan ook weer verder te leven en zo dan te leren van je fouten.
Vraag 111: Je kan het niet meer terug draaien. Als iets gebeurd is kan het niet meer ongedaan gemaakt worden.
Vraag 112: Ze hebben allemaal te maken dat je opnieuw begint met je leven nadat je iets fout hebt gedaan en weer goed wilt maken.
Begrippen en personen.
Berouw = spijt over iets dat men verkeerd heeft gedaan
Boete = handeling, waarmee men, vaak openlijk, laat zien gemaakte fouten weer goed te willen maken. In een kerk. Ook wel penitentie genoemd.
Rituelen = (terugkerende) handelingen met een diepere, symbolische betekenis
Grote Verzoendag = belangrijk joods feest, waarin verzoening en vergeving centraal staan
Synagoge = Kerk voor de Joodse mensen.
Schuldbelijdenis = Een teken van schuld. Weten dat je iets verkeerd hebt gedaan.
Tora = Joodse wet
Zonden = Tegen de wil in gaan van God.
Gebedsmantel = Kleding dat volwassen joodse mannen dragen tijdens het gebed
Rabbijn = Joodse leraar.
Ramshoorn = Hoorn van een ram, waarop bij speciale gelegenheden wordt geblazen in de Synagoge als teken van hoop
Vergeven = Tegen iemand zeggen dat het niets uit maakt.
Karma = Het geheel van alles wat een mens in een leven denkt en doet
Ganges = Heilige rivier. Oorspronkelijk een godin. Ook wel “moeder van het leven” genoemd
Kailas = Heilige berg in het Himalayagebergte. Volgens hindoes de verblijfplaats van de goden en godinnen
Wedergeboorte = Denken dat na dat je dood bent weer in een nieuw lichaam terecht komt.
Sacrament = een heilig ritueel in de Christelijke kerk. Protestanten kennen 2 sacramenten: doop en avondmaal. Rooms-katholieken kennen 7 sacramenten: doop, biecht, eucharistie (communie), vormsel, huwelijk, priesterschap en het sacrament van de zieken, ook wel heilig Oliesel of de laatste sacramenten genoemd
Biecht = een van de 7 sacramenten van de R.-K. kerk. De priester vergeeft namens God de gemaakte zonden
Biechtstoel = Een stoel waarop je moet zitten en dan te zeggen wat je verkeerd hebt gedaan.
Biechtgesprek = Een gesprek die je moet voeren om zo je biecht uit te spreken.
Boetedoening = Ergens voor boeten voor wat je verkeerd hebt gedaan.
Boeteviering = Om te vieren dat je boete voorbij is.
Aswoensdag = 1e dag van de Vasten (Veertigdagentijd). Als teken van boete krijgen de gelovigen een kruisje van as (askruisje) op hun voorhoofd
Biechtsite = Een site waarop mensen kunnen vertellen voor wat ze fout hebben gedaan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden